ID.nl logo
Zo leg je het beste thuisnetwerk aan
© Reshift Digital
Huis

Zo leg je het beste thuisnetwerk aan

Een goed thuisnetwerk is meer dan wat draadjes in je router en vereist daarom een goed plan. Een verhuizing is daarom een perfect moment voor het aanleggen van een goed thuisnetwerk. Ook als je al een netwerk hebt, kun je misschien een hoop verbeteren.

Eigenlijk is er vrijwel niemand zonder thuisnetwerk. Alle providers leveren tegenwoordig doorgaans in één apparaat een modem en draadloze router met doorgaans vier netwerkaansluitingen. Dit voldoet voor heel simpel gebruik in situaties waarin je nauwelijks bedrade apparatuur hebt en vooral gebruik maakt van wifi. In de praktijk loop je al snel tegen de beperkingen aan en een volwaardig thuisnetwerk kun je het eigenlijk niet noemen. Lees ook: 20 tips voor een optimaal thuisnetwerk.

Want hoe sluit je je pc op de eerste verdieping snel aan op internet en hoe regel je dat je ook op zolder een snelle draadloze verbinding hebt? Voor een goed en flexibel thuisnetwerk heb je een goede infrastructuur nodig, zodat je overal in huis netwerkapparatuur kunt aansluiten. In het ideale geval heb je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting. Hierop kun je apparaten als pc's, televisies of mediaspelers aansluiten. Als je een bekabeld netwerk goed wilt aanleggen, komt daar wel meer bij kijken dan wat stekkertjes knijpen op een kabel die uit de muur komt. "Wat ik altijd het eerste zeg: monteer het af op een contactdoosje. Een los kabeltje gaat kapot en een stekkertje is storingsgevoelig.", legt Gijs Voerman, netwerkspecialist bij Hollander Techniek, uit.

Kabels juist voor draadloos

Vaste netwerkaansluitingen zijn niet alleen handig voor je bekabelde apparatuur, juist je draadloze apparatuur zoals smartphones, tablets en laptops profiteren van een goede infrastructuur. Doorgaans heb je op je begane grond (waar je draadloze router staat) een prima signaal, maar is er op de eerste verdieping of zolder weinig over van je netwerkdekking. Door je hele huis van netwerkaansluitingen te voorzien ben je ook flexibel in het toevoegen van draadloze accesspoints en heb je overal een goede dekking.

De juiste kabel

Netwerkkabels zijn in vele verschillende soorten te koop, dus zonder de juiste informatie is de kans groot dat je niet de juiste kabel aanschaft. Allereerst worden kabels onderverdeeld in verschillende snelheidscategorieën die aangeduid worden door Cat met een getal erachter. Je zult in winkels Cat 5e, Cat 6, Cat 6a en Cat 7 tegenkomen. Het goede nieuws is dat al deze categorieën geschikt zijn voor de gigabitsnelheid die momenteel het meest gebruikt wordt. Wil je niet teveel geld uitgeven, dan kies je het beste voor Cat5e-kabels. Het voordeel is dat de kabels relatief dun en soepel zijn waardoor ze eenvoudig door een buis zijn te trekken. Het nadeel is dat een snelheid van 1 Gbit/s gelijk het maximale is, voor een toekomstige hogere snelheid heb je een betere kabel nodig. "Cat6 hoef je in ieder geval niet over na te denken. Deze kabels zijn net als Cat 5e gecertificeerd tot een snelheid van 1 gigabit en hebben als nadeel dat ze dikker en duurder zijn.", zegt Voerman. Wil je wel voorbereid zijn op de toekomst, dan heb je Cat 6a of Cat 7 nodig, die beide geschikt zijn voor snelheden tot 10 Gbit/s. Cat 6a is goedkoper en volgens Voerman hierdoor de juiste keuze voor thuis.

Vast of soepel

Voor het aanleggen van je bekabeling koop je netwerkkabel op een rol waar je de juiste lengte afknipt die je in bijvoorbeeld je muur verwerkt. Netwerkkabels zijn beschikbaar met een soepele (stranded) of vaste (solid) kern. Bij een vaste kern bestaan de aders uit één dikker koperdraadje, terwijl bij een soepele kabelde aders uit heel dunne koperdraadjes bestaan. Het is gelukkig niet lastig om te onthouden welke kabel je nodig hebt: ga je de kabels vast in je muur of op een andere manier verwerken om een netwerkaansluiting te maken, dan kies je voor kabels met een vaste kern. "Het is niet anders dan bij je elektrische installatie. In de muren is installatiedraad verwerkt, er komt ook geen snoer in de muur. Alleen het laatste stukje vanaf het stopcontact doe je met een snoer."

©PXimport

Je kunt netwerkkabels op een rol van bijvoorbeeld 100 meter kopen.

Koop koper!

Je weet nu dus dat je een rol netwerkkabel met een vaste kern nodig hebt. Pas wel op, want de ene kabel is ondanks de aanduiding 5e of 6a toch de andere niet. Voor de beste prestaties zijn de aders in een netwerkkabel vervaardigt uit koper. Koper is echter relatief duur en daarom zijn er ook kabels in de handel waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of ijzer omhuld met een dun laagje koper. "Er is een hoop rotzooi op de markt, koop daarom in ieder geval geen merkloos product", waarschuwt Gijs Voerman. Kom je de term CCA (Copper Clad Aluminium) of CCS (Copper Clad Steel) tegen, dan kun je de kabel beter in de winkel laten liggen.

Patchkabels

Voor het aansluiten van apparatuur op je netwerk gebruik je patchkabels, dit zijn netwerkkabels met een soepele kern die aan beide kanten voorzien zijn van een RJ45-stekker. Je kunt patchkabels zelf maken door RJ45-stekkertjes op een soepele kabel te knijpen met een netwerktang. Dat is volgens Voerman geen goed idee: "Ik raad je aan om niet zelf patchkabels te knijpen en kant-en-klare-patchkabels te gebruiken. Storing zit vrijwel altijd in het zelf aangeknepen stekkertje. Professioneel gebruiken we ook enkel kant-en-klare patchkabels." In theorie ben je met zelf gemaakte kabels flexibeler, maar je kunt kant-en-klare patchkabels kopen in iedere denkbare lengte en kleur.

Gooi die kabeltang maar weg!

De reden dat zelfgemaakte patchkabels voor storing zorgen, is doordat de stekkertjes niet goed zijn aangesloten op de kabel. "Storing in de aangeknepen stekker komt doordat er thuis doorgaans goedkopere krimptangen gebruikt worden. Die goedkopere tangen kunnen het stekkertje niet goed aanknijpen, wat tot storingen leidt. Duurdere en betere tangen ontgrendelen pas als het echt goed is aangeknepen. Je ziet dat echter niet en die tang van twintig euro doet het toch? Knijp je bij storing met een goede tang het stekkertje nog een keer na, dan is de storing doorgaans opgelost.", zegt Voerman. Wil je toch per se zelf patchkabels maken, dan vind je een stappenplan op onze website. Zorg dan wel een voor een goede kabeltang die de connectoren goed in één keer tegelijkertijd aandrukt. Maak alleen zelf patchkabels op basis van Cat5e-kabels. Sommige fabrikanten beweren wel dat je ook Cat6- of zelfs Cat6a-patchkabels kunt maken, maar wij raden je dat niet aan.

Kabels trekken

Met alleen het kopen van de juiste kabels ben je er niet, je moet ze vanaf je centrale ruimte naar de verschillende ruimtes voeren. In een nieuwer huis lopen er waarschijnlijk loze leidingen vanuit de meterkast naar de diverse ruimtes. Heb je geen lege leidingen, dan zul je gebruik moeten maken van creatieve oplossingen als geboorde gaten, kabelgoten en holle plinten. Iets wat je nooit moet doen, is een netwerkkabel trekken door dezelfde leiding waar ook elektriciteitskabels doorheen lopen. Voor het trekken van een kabel heb je een trekveer nodig. In een loze leiding zit doorgaans een contactdraad waarmee je kunt achterhalen welke leiding waar uitkomt. Deze draad kun je gebruiken om een trekveer door de leiding te trekken. Bevestig de netwerkkabels aan de trekveer door de gestripte koperdraadjes aan het oogje vast te maken. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken.

Trek kabels met zijn tweeën. Eén persoon voert de kabel in, terwijl de andere persoon aan de andere kant aan de trekveer trekt. Voerman waarschuwt om niet te ruw met de kabel om te gaan. "Wees tijdens het verwerken lief voor de kabel. Ga er niet op staan, de mantel wordt dan geplet waardoor de karakteristieke impedantie verandert en het signaal gaat reflecteren." Loopt de kabel stroef, ga dan niet heel hard trekken. Je kunt talkpoeder of speciaal kabelglijmiddel gebruiken om de wrijvingsweerstand van de kabel te verminderen. Gebruik in ieder geval geen zeepsop, groene zeep of afwasmiddel. Dat werkt tijdens het trekken waarschijnlijk wel, maar zal opdrogen tot een plakkerige substantie waar je last van hebt als je de kabel er ooit weer uit wilt halen.

©PXimport

Als je geluk hebt, lopen er in je huis loze leidingen die uitkomen in je meterkast.

Wandcontactdozen

In de ruimtes waar je een netwerkaansluiting wilt hebben, werk je de netwerkaansluiting af met een wandcontactdoos. Wandcontactdozen zijn beschikbaar in een inbouwvariant die past in de inbouwdoos waar de leiding in uitkomt of als opbouwvariant die je op een muur schroeft. Simpele Cat 5e-dozen heb je voor ongeveer een tientje. Cat 6a-varianten zijn duurder en kosten zo'n twintig euro. Daarnaast kun je ook kiezen voor een los binnenwerk dat je kunt combineren met elementen van de fabrikant van de rest van het schakelmateriaal dat je in huis hebt. Dan zijn de raampjes bijvoorbeeld hetzelfde als de raampjes van je stopcontacten. De netwerkkabels worden in beide gevallen middels LSA-stroken (zie kader 'LSA-stroken afmonteren') gemonteerd in de wandcontactdoos. Je kunt ook kiezen voor een wandcontactdoos gebaseerd op keystone-modules. Dit zijn blokjes met een netwerkaansluiting waar je de netwerkkabel op afmonteert.

Deze keystone-modules verwerk je vervolgens in een hiervoor geschikt wandcontactdoosraampje dat je eveneens kunt krijgen van dezelfde fabrikant als de rest van je schakelmateriaal. Het voordeel van deze aanpak is dat er keystone-modules verkrijgbaar zijn die je kunt afmonteren zonder gereedschap en je dan dus geen LSA punch-down tool nodig hebt.

©PXimport

Je kunt je netwerkaansluitingen afwerken met hetzelfde schakelmateriaal als bijvoorbeeld je stopcontacten.

Afwerken in de meterkast

Doorgaans is de meterkast het centrale punt in je netwerk. Ook hier werk je een netwerkkabel netjes met een netwerkaansluiting af, knijp zeker geen stekkertjes op een kabel met een vaste kern. Heb je een beperkt aantal netwerkkabels af te werken, dan kun je dat net als in de andere ruimtes doen met dubbele wandcontactdoosjes in een opbouwvariant. Heb je echter meer kabels, dan is het handiger om met een patchpanel te werken. Dit is een kastje met een groter aantal netwerkaansluitingen waarop je netwerkkabels afmonteert.

Voor thuis in de meterkast is een desktop-patchpanel handig. Anders dan de naam doet vermoeden, kun je een dergelijk patchpanel eenvoudig aan de muur schroeven. Ze zijn beschikbaar in varianten met acht of twaalf poorten. Patchpanels met meer poorten zijn alleen beschikbaar in varianten die je in een patchkast of patchrek moet verwerken en hebben een breedte van 10 of 19 inch. Zelf hebben we een desktop-patchkastje van Digitus gebruikt voor acht aansluitingen.

LSA-stroken afmonteren

In (binnenwerken voor) wandcontactdozen en in patchpanelen worden de netwerkaders gemonteerd via zogenoemde LSA-stroken. Deze aansluitingen bevatten een mesje die de mantel van de aders doorsnijdt en goed contact maakt. Je hebt een speciale LSA punch-down tool nodig om de aders vast te zetten in de LSA-strook. Je kunt een LSA punch-down tool aanschaffen voor zo'n tien euro. Voor thuisgebruik voldoet een goedkoop exemplaar prima.

©PXimport

Sluit alle acht aders aan, de overbodige stukjes draad worden door de punch-down tool afgesneden.

Actieve apparatuur

Nu je het passieve gedeelte van je thuisnetwerk op orde hebt, is het tijd om de actieve infrastructuur aan te sluiten. Je router is de centrale spil in je thuisnetwerk. Dit apparaat is verantwoordelijk voor het toegang geven van alle aangesloten apparaten door ze bijvoorbeeld een IP-adres toe te kennen en ze toegang te geven tot internet. In routers voor thuisgebruik zit tegenwoordig ook altijd een draadloos accesspoint ingebouwd. Als je het apparaat van je internetprovider hebt gekregen, is er vaak ook een modem in hetzelfde apparaat geïntegreerd. Het maakt voor de opbouw van je netwerk niet heel veel uit welke router je als basis gebruikt.

Switch

In je meterkast of centrale punt zijn je netwerkkabels afgemonteerd op wandcontactdozen of een patchpanel. Om de poorten in de gebruiksruimten actief te kunnen gebruiken moet je in de meterkast de poorten met een patchkabel verbinden met een switch. Je hebt per netwerkaansluiting één poort op een switch nodig. In de meeste routers is al een switch met vier poorten ingebouwd; tot vier afgemonteerde poorten heb je dus geen extra switch nodig.

Heb je echter meer aansluitingen afgemonteerd en dat is al het geval als je in drie kamers een dubbele aansluiting monteert, dan heb je een losse switch nodig. Je kunt bijvoorbeeld switches kopen met vijf, acht, zestien en vierentwintig poorten. Switches tot en met zestien poorten kun je vinden in compacte uitvoeringen die je zo op de muur kunt schroeven. Switches met meer poorten zijn doorgaans bedoeld voor montage in een patchkast of patchrek. Een gigabitswitch met acht poorten kost je zo'n twintig tot veertig euro. Koop in ieder geval een gigabitswitch van een bekend merk en let erop of je de switch aan de muur kunt bevestigen. Verbind alle poorten op het patchpanel met een poort van de switch. Tot slot sluit je een patchkabel aan tussen de switch en een poort op de switch van je router.

Upgraden met een switch

Netwerkverkeer tussen aangesloten apparaten blijft binnen de switch en gaat dus niet via de router. Je kunt een switch dan ook gebruiken om een netwerk gebaseerd op een 100 Mbit/s-router up te graden naar gigabit. Hang een gigabit-switch achter de router en je hele achterliggende netwerk wordt geschikt voor gigabit. Uiteraard blijft de verbinding naar internet dan wel beperkt tot 100 Mbit/s. Hetzelfde werkt ook op een switch op het einde van je netwerk. Heb je een 100Mbit/s-netwerk en zet je in je studeerkamer een gigabitswitch, dan kan de apparatuur die je op die switch aansluit met elkaar communiceren op gigabitsnelheden.

Router als accesspoint

Soms is een complete draadloze router interessanter dan een apparaat dat door een netwerkfabrikant als accesspoint verkocht wordt. In een dergelijk apparaat zit vaak geen switch terwijl in een draadloze router wel een switch zit ingebouwd. Handig als je op de netwerkaansluiting waar je het accesspoint op aansluit nog andere netwerkapparatuur wilt aansluiten. Een draadloze router die je als accesspoint inzet, moet je wel zo configureren dat hij niet als tweede router functioneert. Soms biedt de fabrikant daar zelf een aparte modus voor, in dat geval kun je de netwerkkabel doorgaans op de WAN-poort aansluiten. Biedt de fabrikant geen speciale modus, dan moet je zelf zaken als de DHCP-server uitschakelen. Je sluit de netwerkkabel dan aan op één van de normale switchpoorten en gebruikt de WAN-aansluiting dan niet.

Netwerktopologie

Het is voor de opbouw van je netwerk het mooiste om met één hoofdswitch te werken. Kom je op een switch met acht poorten echter één poortje te kort, dan is het prijsverschil tussen een switch met acht poorten en een stap hoger met zestien poorten wel erg hoog. Sluit op de switch van je router dan indien mogelijk een poort aan die niet (altijd) gebruikt wordt. In het ideale geval heb je maar één switch waarop al je bedrade apparatuur is aangesloten. Thuis is dat natuurlijk een beetje onpraktisch, het is bijna onmogelijk om zes netwerkaansluitingen bij je televisie te realiseren. Je kunt in je televisiemeubel zonder probleem een switch neerzetten om alle apparatuur aan te sluiten. Zorg er wel voor dat additionele switches altijd direct verbonden zijn met je primaire hoofdswitch, maak dus geen verdere aftakkingen.

Accesspoint

Om dat je bij een goed thuisnetwerk heel je huis van netwerkaansluitingen hebt voorzien, ben je heel flexibel in het neerzetten van draadloze accesspoints. Zeker als je gebruikt wilt maken van 802.11ac moet je accesspoint relatief dichtbij staan, het liefst zelfs in dezelfde ruimte als waar je je laptop, tablet of smartphone gebruikt. Er zijn ook accesspoints die ook hun energie uit de netwerkkabel kunnen halen, dit wordt Power over Ethernet (PoE) genoemd. Er zijn speciale (dure) switches die dit ondersteunen, maar je kunt ook werken met losse PoE-injectors waarmee je bepaalde ethernetaansluitingen in je netwerk van elektrische spanning kunt voorzien.

Powerline

De nieuwste generatie powerline-adapters haalt in de praktijk een snelheid van maximaal 270 Mbit/s, terwijl de vorige generatie zo'n 130 Mbit/s haalt. In wat mindere omstandigheden wordt het in alle gevallen al snel zo'n 100 Mbit/s. Een powerline-adapter is dus geen echt alternatief voor een netwerkverbinding, maar voor internet of het delen van een printer voldoet powerline doorgaans wel.

©PXimport

Optimalisatie

Nu je je infrastructuur hebt aangelegd en je apparatuur hebt aangesloten, zal je netwerk waarschijnlijk prima werken. Er zijn op je router wel een aantal zaken waar je naar kunt kijken om je netwerk optimaal in te stellen. Log hiervoor in op de webinterface van je router, meestal is deze bereikbaar door 192.168.1.1 in te tikken in het adresveld van je browser. Werkt dit niet, dan kun je het IP-adres van je router achterhalen door een specifiek commando te tikken achter de opdrachtprompt. In Windows 8.1 open je de commandoprompt door in het startscherm opdrachtprompt te tikken. In Windows 7 tik je opdrachtprompt in het zoekveld van het startmenu. Tik vervolgens het commando ipconfig in (gevolgd door een Enter). Het adres achter Standaardgateway is het IP-adres van je router.

©PXimport

Via de Opdrachtprompt kun je het IP-adres van je router achterhalen.

DHCP

Een van de hoofdtaken van je router is ervoor zorgen dat alle netwerkapparatuur met elkaar kan communiceren. Ieder apparaat heeft hiervoor een uniek IP-adres in de reeks van je router, deze reeks is doorgaans 192.168.1.x. Er zijn 254 adressen IP-adressen mogelijk (1 tot en met 254) waarvan er eentje (meestal de eerste) al door je router zelf geclaimd wordt. Je router kent aan ieder apparaat automatisch een IP-adres toe via een DHCP-server. Via de webinterface van je router kun je achterhalen of hoeveel IP-adressen de DHCP-server kan uitdelen. Kijk vooral of het genoeg adressen zijn, want doorgaans is niet de hele reeks van mogelijke adressen gereserveerd.

©PXimport

Controleer of de DHCP-server genoeg adressen heeft gereserveerd.

Vaste IP-adressen en reserveringen

DHCP geeft geen zekerheid dat een apparaat altijd hetzelfde IP-adres krijgt toegewezen, terwijl dat voor apparaten als een NAS of printer wel handig is. Je kunt daarom werken met vaste IP-adressen. Je logt in op de webinterface van het desbetreffende apparaat en stelt een IP-adres in dezelfde reeks als de rest van je netwerk, maar wat buiten het bereik van je DHCP-server ligt zoals 192.168.1.200. In het veld netwerkmasker vul je 255.255.255.0 in. Als er een veld is voor gateway of router vul je het IP-adres van je router in, meestal is dit 192.168.1.1.

Op veel routers kun je daarnaast ook vaste IP-adressen via de DHCP-server toekennen. Deze mogelijkheid tot DHCP-reserveringen wordt door iedere routerfabrikant anders genoemd. Onze ASUS-router spreekt over 'Manually Assigned IP around the DHCP list', terwijl andere fabrikanten het over DHCP Reservations, DHCP-reserveringen of Static Lease hebben. Hoe het ook genoemd wordt, je tikt het MAC-adres van het netwerkapparaat in de ene kolom en het IP-adres dat je wilt toekennen in de andere kolom. Uiteraard moet het adres wel in hetzelfde subnet als de DHCP-server liggen, bijvoorbeeld 192.168.1.200. Het MAC-adres van een netwerkapparaat als een NAS of netwerkprinter is te achterhalen in de webinterface van het desbetreffende apparaat. Het staat doorgaans ook op een sticker achterop het apparaat. Mocht het apparaat momenteel via DHCP een IP-adres toegewezen krijgen, dan kun je de gegevens ook terugvinden in het DHCP-overzicht van je router. Kun je het nog steeds niet vinden? Gebruik dan het tooltje Wireless Network Watcher.

©PXimport

Een vast IP-adres zorgt ervoor dat je je NAS of printer altijd kunt bereiken.

Verder lezen

Zo verbeter je je draadloze thuisnetwerk

Zo versterk je de wifi-verbinding

▼ Volgende artikel
Chromebook start niet meer op? Probeer deze oplossingen
© ID.nl
Huis

Chromebook start niet meer op? Probeer deze oplossingen

Je klapt je Chromebook open, drukt op de knop en… niets. Het scherm blijft zwart en er brandt geen enkel lampje. Geen paniek! Voordat je naar de winkel rent voor een nieuwe laptop, zijn er een paar simpele trucs die je zelf kunt proberen om hem weer tot leven te wekken. Vaak is het probleem minder ernstig dan het lijkt.

Chromebooks zijn razend populair vanwege hun snelheid, lange accuduur en lage prijs. Hoewel het besturingssysteem (ChromeOS) heel stabiel is, kan de hardware soms even haperen. Geeft je Chromebook geen teken van leven meer? Loop dan dit stappenplan door.

Lees ook: Chromebook en Chromebook Plus: dit zijn de verschillen

Begin met loskoppelen

Hardware kan soms in de war raken door een aangesloten accessoire dat een storing of kortsluiting veroorzaakt. De eerste stap is daarom simpelweg het loshalen van alles dat aan je Chromebook hangt. Verwijder de oplader, maar haal ook eventuele usb-sticks, muizen, externe harde schijven en dongels eruit. Vergeet hierbij niet om ook eventuele geheugenkaartjes en je koptelefoon te verwijderen. Probeer de Chromebook nu opnieuw aan te zetten. Start hij op? Dan veroorzaakte een van je randapparaten waarschijnlijk het conflict. Sluit ze daarna één voor één weer aan om de boosdoener te vinden.

De geheime toetscombinatie

Dit is de stap die in veel handleidingen ontbreekt, maar het vaakst werkt bij Chromebooks die 'dood' lijken. Je voert hiermee een zogenoemde 'Hard Reset' uit van de hardware-controller. Dit werkt anders dan bij een Windows-laptop. Zorg dat de Chromebook uit staat en houd de Verversen-toets ingedrukt; dit is de toets met het rondje en de pijl, die je meestal boven de cijfertoetsen 3 of 4 vindt. Terwijl je deze vasthoudt, druk je kort op de Aan/Uit-knop. Laat de Verversen-toets pas los zodra de Chromebook teken van leven geeft. Heb je een tablet-model zonder vast toetsenbord? Druk dan de knop voor 'Volume Omhoog' en de Aan/Uit-knop tegelijkertijd in voor minstens tien seconden.

Controleer de stroom en heb geduld

Als de reset niets uithaalt, kan de accu volledig leeg of zelfs 'diep ontladen' zijn. Sluit de originele lader aan en controleer of het led-lampje aan de zijkant gaat branden. Oranje betekent meestal dat hij oplaadt, wit of groen dat hij vol is. Brandt er geen lampje? Probeer dan een ander stopcontact of, als je die hebt, een andere usb-c-lader van bijvoorbeeld een telefoon. Belangrijk is dat je geduld hebt: als een accu extreem leeg is, kan het tot wel dertig minuten duren voordat het apparaat genoeg stroom heeft om zelfs maar een lampje te laten branden. Laat hem dus even rustig aan de lader liggen. Kijk tot slot ook kritisch in de oplaadpoort. Als hier veel stof in zit, maakt de lader geen contact. Blaas dit voorzichtig weg met perslucht of peuter het er heel voorzichtig uit met een plastic tandenstoker. Belangrijk: gebruik hiervoor nooit een paperclip of een ander metalen voorwerpen!

©ID.nl

Is het scherm misschien het probleem?

Soms staat de Chromebook wel aan, maar zie je het simpelweg niet. Het klinkt flauw, maar het kan gebeuren dat de helderheid per ongeluk naar nul is gedraaid. Druk daarom een paar keer op de toets voor hogere helderheid (het grote zonnetje). Hoor je de ventilator wel blazen of zie je lampjes branden, maar blijft het beeld zwart? Sluit de Chromebook dan eens aan op een televisie of monitor via een HDMI-kabel of usb-kabel. Heb je daar wel beeld, dan is helaas je beeldscherm defect.

Tip:
Gebruik je een hoesje met magneten of heb je een magnetisch horlogebandje? Houd die weg bij de Chromebook. Soms raakt de sensor in de war en 'denkt' de laptop dat hij dichtgeklapt is, waardoor het scherm zwart blijft.

ChromeOS herstellen

Start de Chromebook wel op, maar krijg je direct de melding 'Chrome OS ontbreekt of is beschadigd'? Dan is de software corrupt geraakt. Je hebt in dat geval een andere computer en een usb-stick van minimaal 8GB nodig. Via Google kun je de Chromebook Recovery Utility downloaden om een herstel-stick te maken. Hiermee installeer je het systeem opnieuw. Houd er wel rekening mee dat je hiermee alle bestanden die lokaal op de harde schijf staan wist.

©ID.nl

Wanneer is een Powerwash nuttig?

Vaak wordt een 'Powerwash' genoemd als oplossing voor problemen, maar dit is eigenlijk alleen relevant als de Chromebook nog wel opstart. Een Powerwash is een fabrieksreset die handig is als het apparaat traag is, vastloopt of softwarefouten vertoont. Krijg je hem met bovenstaande tips weer aan de praat, maar loopt hij daarna direct vast? Dan is zo'n Powerwash wél een goed idee om met een schone lei te beginnen. Doet hij het weer? Check dan direct de gezondheid. Open de app 'Diagnose' (standaard geïnstalleerd op elke Chromebook) om de batterijstatus en het geheugen te testen. Zo zie je meteen of de accu aan vervanging toe is.

Zo voer je een Powerwash uit

Wil je de Chromebook terugzetten naar de fabrieksinstellingen? Log dan eerst uit zodat je in het algemene inlogscherm terechtkomt. Druk vervolgens tegelijkertijd de toetsen Ctrl, Alt, Shift en de letter R in. Er verschijnt nu een venster waarin je kiest voor 'Opnieuw instellen' of 'Restart'. De Chromebook zal opnieuw opstarten, waarna je bevestigt dat je een Powerwash wilt uitvoeren. Na deze reset log je weer in met je Google-account en worden je apps en instellingen automatisch teruggezet. Let op: bestanden in de map 'Downloads' ben je hierdoor wel kwijt.

Alles geprobeerd?

Heb je de lader gecheckt, de toetscombinaties geprobeerd en het apparaat langdurig aan de stroom gehangen, maar blijft hij niets doen? Dan is waarschijnlijk de accu of het moederbord defect. Valt het apparaat nog binnen de garantie, neem dan contact op met de winkel. Ga niet zelf schroeven, want dan vervalt je recht op garantie. Is het apparaat al wat ouder, dan zijn de reparatiekosten vaak hoger dan de waarde van de laptop en is het waarschijnlijk slimmer om uit te kijken naar een vervanger.


Nieuwe Chromebook kopen? Dit zijn de 5 beste opties van 2025

Acer Chromebook Plus 515: Acer is al jaren heer en meester in de categorie 'gewoon goed' en deze 515-serie bewijst dat opnieuw. Het is met zijn ruime 15,6 inch Full-HD scherm en vlotte processor de ideale laptop voor op de keukentafel. Hij is misschien niet het dunste model op de markt, maar hij is wel ontzettend degelijk en biedt simpelweg de beste specificaties voor een scherpe prijs.

Lenovo IdeaPad Flex 5i Chromebook: Zoek je meer flexibiliteit, dan is deze 'convertible' een uitstekende keuze. Dankzij het slimme scharnier klap je het scherm volledig om tot een tablet of zet je hem in de 'tent-stand' om films te kijken. Lenovo staat bovendien bekend om zijn heerlijke toetsenborden, waardoor je op dit apparaat ook comfortabel langere teksten tikt.

Lenovo IdeaPad Slim 3 Chromebook: Voor wie niet de hoofdprijs wil betalen, is de Slim 3 in december 2025 nog altijd de koning van het budgetsegment. Verwacht geen snelheidsmonster voor zware videobewerking, maar voor Netflix, e-mail en schoolwerk is hij perfect. Het is een lichte 14-inch laptop die, ondanks het lage prijskaartje, toch stevig aanvoelt en een prima accuduur heeft.

Asus Chromebook Plus CX34: Deze laptop ziet er met zijn strakke behuizing niet alleen modern uit, hij kan ook tegen een stootje. Asus test zijn laptops vaak volgens strenge militaire standaarden, wat de CX34 heel betrouwbaar maakt. Daarnaast heeft hij opvallend veel aansluitingen, zodat je zelden met losse verloopstekkertjes of dongels in de weer hoeft.

Acer Chromebook Plus Spin 514: Hoewel het toetsenbord vast zit, kun je het scherm dankzij het 360-graden scharnier volledig omklappen tot een (dikke) tablet. Bovendien is dit een Chromebook Plus: hij is dus gegarandeerd twee keer zo snel als een standaard Chromebook, heeft slimme AI-functies en een betere webcam. Met zijn scherpe 14-inch scherm (met extra werkruimte door de 16:10 verhouding) is dit een razendsnelle alleskunner voor zowel werk als entertainment.

▼ Volgende artikel
Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen
Huis

Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen

Samsung gaat in 2026 meer televisies met Micro RGB-schermen uitbrengen. Het nieuwe assortiment omvat modellen van 55, 65, 75, 85, 100 en 115 inch. De nieuwe serie introduceert de volgende evolutie van Samsungs Micro RGB-schermtechnologie en zet volgens het bedrijf een nieuwe standaard voor premium kijkervaringen thuis.

"Met de nieuwste technologie van Samsung levert ons Micro RGB-portfolio levendige kleuren en helderheid die bij films, sport en tv-programma's zorgen voor een levensechter en meeslepender beeld", aldus Hun Lee, Executive Vice President van de Visual Display (VD) Business bij Samsung Electronics. "We breiden het assortiment voor 2026 uit met een nieuwe premiumcategorie met voor elke moderne woonruimte een geschikt formaat, terwijl onze hoogste beeldnormen gehandhaafd blijven."

Consumenten willen volgens Samsung steeds vaker televisies met een betere beeldkwaliteit, wat een belangrijke reden is waarom veel kijkers upgraden naar duurdere modellen. Elk Micro RGB-model maakt gebruik van een geavanceerde schermarchitectuur die gericht is op technische precisie en hoogwaardige beeldprestaties, of het nu in een grote woonruimte staat of als premium scherm in een kleinere ruimte dient.

De nieuwe Micro RGB-technologie bouwt voort op het 115-inch model dat eerder in 2025 werd geïntroduceerd. De technologie maakt gebruik van rode, groene en blauwe LED's van minder dan 100 µm die elk onafhankelijk van elkaar licht uitstralen. Deze schermarchitectuur maakt nauwkeurige lichtregeling en verbeterde kleurnauwkeurigheid mogelijk.

Motion enhancer en upscaling

De tv's zijn uitgerust met verbeterde beeldverwerkingstechnologieën zoals 4K AI Upscaling Pro en AI Motion Enhancer Pro, die helderheid verfijnen en bewegingen vloeiender maken. De Micro RGB AI Engine Pro is voorzien van een AI-chipset die per frame nauwkeurigere helderheid en realisme mogelijk maakt. De technologie Micro RGB Precision Color 100 heeft een VDE-certificering en haalt volgens Samsung 100% van het BT.2020-kleurenpalet.

Verder beschikken de modellen over de verbeterde Vision AI Companion, een multi-agent platform dat op een groot taalmodel (LLM) gestuurde intelligentie en natuurlijke gesprekken via Bixby combineert. Dit maakt functies mogelijk zoals gespreksgericht zoeken en interactieve Q&A. Samsungs Glare Free-technologie minimaliseert reflecties voor betere kleuren en contrast in verschillende lichtomstandigheden.

De audiofuncties omvatten Dolby Atmos voor multidimensionaal geluid, Adaptive Sound Pro voor geoptimaliseerde helderheid en Q-Symphony, dat TV-luidsprekers verbindt met compatibele Samsung-apparaten. Alle Samsung-tv's van 2026 zijn ook voorzien van Eclipsa Audio, een nieuw ruimtelijk geluidssysteem voor 3D-audio.

Samsung zal zijn nieuwe Micro RGB-assortiment presenteren op CES 2026, die van 6 tot en met 9 januari plaatsvindt in Las Vegas.