ID.nl logo
Zo leg je het beste thuisnetwerk aan
© Reshift Digital
Huis

Zo leg je het beste thuisnetwerk aan

Een goed thuisnetwerk is meer dan wat draadjes in je router en vereist daarom een goed plan. Een verhuizing is daarom een perfect moment voor het aanleggen van een goed thuisnetwerk. Ook als je al een netwerk hebt, kun je misschien een hoop verbeteren.

Eigenlijk is er vrijwel niemand zonder thuisnetwerk. Alle providers leveren tegenwoordig doorgaans in één apparaat een modem en draadloze router met doorgaans vier netwerkaansluitingen. Dit voldoet voor heel simpel gebruik in situaties waarin je nauwelijks bedrade apparatuur hebt en vooral gebruik maakt van wifi. In de praktijk loop je al snel tegen de beperkingen aan en een volwaardig thuisnetwerk kun je het eigenlijk niet noemen. Lees ook: 20 tips voor een optimaal thuisnetwerk.

Want hoe sluit je je pc op de eerste verdieping snel aan op internet en hoe regel je dat je ook op zolder een snelle draadloze verbinding hebt? Voor een goed en flexibel thuisnetwerk heb je een goede infrastructuur nodig, zodat je overal in huis netwerkapparatuur kunt aansluiten. In het ideale geval heb je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting. Hierop kun je apparaten als pc's, televisies of mediaspelers aansluiten. Als je een bekabeld netwerk goed wilt aanleggen, komt daar wel meer bij kijken dan wat stekkertjes knijpen op een kabel die uit de muur komt. "Wat ik altijd het eerste zeg: monteer het af op een contactdoosje. Een los kabeltje gaat kapot en een stekkertje is storingsgevoelig.", legt Gijs Voerman, netwerkspecialist bij Hollander Techniek, uit.

Kabels juist voor draadloos

Vaste netwerkaansluitingen zijn niet alleen handig voor je bekabelde apparatuur, juist je draadloze apparatuur zoals smartphones, tablets en laptops profiteren van een goede infrastructuur. Doorgaans heb je op je begane grond (waar je draadloze router staat) een prima signaal, maar is er op de eerste verdieping of zolder weinig over van je netwerkdekking. Door je hele huis van netwerkaansluitingen te voorzien ben je ook flexibel in het toevoegen van draadloze accesspoints en heb je overal een goede dekking.

De juiste kabel

Netwerkkabels zijn in vele verschillende soorten te koop, dus zonder de juiste informatie is de kans groot dat je niet de juiste kabel aanschaft. Allereerst worden kabels onderverdeeld in verschillende snelheidscategorieën die aangeduid worden door Cat met een getal erachter. Je zult in winkels Cat 5e, Cat 6, Cat 6a en Cat 7 tegenkomen. Het goede nieuws is dat al deze categorieën geschikt zijn voor de gigabitsnelheid die momenteel het meest gebruikt wordt. Wil je niet teveel geld uitgeven, dan kies je het beste voor Cat5e-kabels. Het voordeel is dat de kabels relatief dun en soepel zijn waardoor ze eenvoudig door een buis zijn te trekken. Het nadeel is dat een snelheid van 1 Gbit/s gelijk het maximale is, voor een toekomstige hogere snelheid heb je een betere kabel nodig. "Cat6 hoef je in ieder geval niet over na te denken. Deze kabels zijn net als Cat 5e gecertificeerd tot een snelheid van 1 gigabit en hebben als nadeel dat ze dikker en duurder zijn.", zegt Voerman. Wil je wel voorbereid zijn op de toekomst, dan heb je Cat 6a of Cat 7 nodig, die beide geschikt zijn voor snelheden tot 10 Gbit/s. Cat 6a is goedkoper en volgens Voerman hierdoor de juiste keuze voor thuis.

Vast of soepel

Voor het aanleggen van je bekabeling koop je netwerkkabel op een rol waar je de juiste lengte afknipt die je in bijvoorbeeld je muur verwerkt. Netwerkkabels zijn beschikbaar met een soepele (stranded) of vaste (solid) kern. Bij een vaste kern bestaan de aders uit één dikker koperdraadje, terwijl bij een soepele kabelde aders uit heel dunne koperdraadjes bestaan. Het is gelukkig niet lastig om te onthouden welke kabel je nodig hebt: ga je de kabels vast in je muur of op een andere manier verwerken om een netwerkaansluiting te maken, dan kies je voor kabels met een vaste kern. "Het is niet anders dan bij je elektrische installatie. In de muren is installatiedraad verwerkt, er komt ook geen snoer in de muur. Alleen het laatste stukje vanaf het stopcontact doe je met een snoer."

©PXimport

Je kunt netwerkkabels op een rol van bijvoorbeeld 100 meter kopen.

Koop koper!

Je weet nu dus dat je een rol netwerkkabel met een vaste kern nodig hebt. Pas wel op, want de ene kabel is ondanks de aanduiding 5e of 6a toch de andere niet. Voor de beste prestaties zijn de aders in een netwerkkabel vervaardigt uit koper. Koper is echter relatief duur en daarom zijn er ook kabels in de handel waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of ijzer omhuld met een dun laagje koper. "Er is een hoop rotzooi op de markt, koop daarom in ieder geval geen merkloos product", waarschuwt Gijs Voerman. Kom je de term CCA (Copper Clad Aluminium) of CCS (Copper Clad Steel) tegen, dan kun je de kabel beter in de winkel laten liggen.

Patchkabels

Voor het aansluiten van apparatuur op je netwerk gebruik je patchkabels, dit zijn netwerkkabels met een soepele kern die aan beide kanten voorzien zijn van een RJ45-stekker. Je kunt patchkabels zelf maken door RJ45-stekkertjes op een soepele kabel te knijpen met een netwerktang. Dat is volgens Voerman geen goed idee: "Ik raad je aan om niet zelf patchkabels te knijpen en kant-en-klare-patchkabels te gebruiken. Storing zit vrijwel altijd in het zelf aangeknepen stekkertje. Professioneel gebruiken we ook enkel kant-en-klare patchkabels." In theorie ben je met zelf gemaakte kabels flexibeler, maar je kunt kant-en-klare patchkabels kopen in iedere denkbare lengte en kleur.

Gooi die kabeltang maar weg!

De reden dat zelfgemaakte patchkabels voor storing zorgen, is doordat de stekkertjes niet goed zijn aangesloten op de kabel. "Storing in de aangeknepen stekker komt doordat er thuis doorgaans goedkopere krimptangen gebruikt worden. Die goedkopere tangen kunnen het stekkertje niet goed aanknijpen, wat tot storingen leidt. Duurdere en betere tangen ontgrendelen pas als het echt goed is aangeknepen. Je ziet dat echter niet en die tang van twintig euro doet het toch? Knijp je bij storing met een goede tang het stekkertje nog een keer na, dan is de storing doorgaans opgelost.", zegt Voerman. Wil je toch per se zelf patchkabels maken, dan vind je een stappenplan op onze website. Zorg dan wel een voor een goede kabeltang die de connectoren goed in één keer tegelijkertijd aandrukt. Maak alleen zelf patchkabels op basis van Cat5e-kabels. Sommige fabrikanten beweren wel dat je ook Cat6- of zelfs Cat6a-patchkabels kunt maken, maar wij raden je dat niet aan.

Kabels trekken

Met alleen het kopen van de juiste kabels ben je er niet, je moet ze vanaf je centrale ruimte naar de verschillende ruimtes voeren. In een nieuwer huis lopen er waarschijnlijk loze leidingen vanuit de meterkast naar de diverse ruimtes. Heb je geen lege leidingen, dan zul je gebruik moeten maken van creatieve oplossingen als geboorde gaten, kabelgoten en holle plinten. Iets wat je nooit moet doen, is een netwerkkabel trekken door dezelfde leiding waar ook elektriciteitskabels doorheen lopen. Voor het trekken van een kabel heb je een trekveer nodig. In een loze leiding zit doorgaans een contactdraad waarmee je kunt achterhalen welke leiding waar uitkomt. Deze draad kun je gebruiken om een trekveer door de leiding te trekken. Bevestig de netwerkkabels aan de trekveer door de gestripte koperdraadjes aan het oogje vast te maken. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken.

Trek kabels met zijn tweeën. Eén persoon voert de kabel in, terwijl de andere persoon aan de andere kant aan de trekveer trekt. Voerman waarschuwt om niet te ruw met de kabel om te gaan. "Wees tijdens het verwerken lief voor de kabel. Ga er niet op staan, de mantel wordt dan geplet waardoor de karakteristieke impedantie verandert en het signaal gaat reflecteren." Loopt de kabel stroef, ga dan niet heel hard trekken. Je kunt talkpoeder of speciaal kabelglijmiddel gebruiken om de wrijvingsweerstand van de kabel te verminderen. Gebruik in ieder geval geen zeepsop, groene zeep of afwasmiddel. Dat werkt tijdens het trekken waarschijnlijk wel, maar zal opdrogen tot een plakkerige substantie waar je last van hebt als je de kabel er ooit weer uit wilt halen.

©PXimport

Als je geluk hebt, lopen er in je huis loze leidingen die uitkomen in je meterkast.

Wandcontactdozen

In de ruimtes waar je een netwerkaansluiting wilt hebben, werk je de netwerkaansluiting af met een wandcontactdoos. Wandcontactdozen zijn beschikbaar in een inbouwvariant die past in de inbouwdoos waar de leiding in uitkomt of als opbouwvariant die je op een muur schroeft. Simpele Cat 5e-dozen heb je voor ongeveer een tientje. Cat 6a-varianten zijn duurder en kosten zo'n twintig euro. Daarnaast kun je ook kiezen voor een los binnenwerk dat je kunt combineren met elementen van de fabrikant van de rest van het schakelmateriaal dat je in huis hebt. Dan zijn de raampjes bijvoorbeeld hetzelfde als de raampjes van je stopcontacten. De netwerkkabels worden in beide gevallen middels LSA-stroken (zie kader 'LSA-stroken afmonteren') gemonteerd in de wandcontactdoos. Je kunt ook kiezen voor een wandcontactdoos gebaseerd op keystone-modules. Dit zijn blokjes met een netwerkaansluiting waar je de netwerkkabel op afmonteert.

Deze keystone-modules verwerk je vervolgens in een hiervoor geschikt wandcontactdoosraampje dat je eveneens kunt krijgen van dezelfde fabrikant als de rest van je schakelmateriaal. Het voordeel van deze aanpak is dat er keystone-modules verkrijgbaar zijn die je kunt afmonteren zonder gereedschap en je dan dus geen LSA punch-down tool nodig hebt.

©PXimport

Je kunt je netwerkaansluitingen afwerken met hetzelfde schakelmateriaal als bijvoorbeeld je stopcontacten.

Afwerken in de meterkast

Doorgaans is de meterkast het centrale punt in je netwerk. Ook hier werk je een netwerkkabel netjes met een netwerkaansluiting af, knijp zeker geen stekkertjes op een kabel met een vaste kern. Heb je een beperkt aantal netwerkkabels af te werken, dan kun je dat net als in de andere ruimtes doen met dubbele wandcontactdoosjes in een opbouwvariant. Heb je echter meer kabels, dan is het handiger om met een patchpanel te werken. Dit is een kastje met een groter aantal netwerkaansluitingen waarop je netwerkkabels afmonteert.

Voor thuis in de meterkast is een desktop-patchpanel handig. Anders dan de naam doet vermoeden, kun je een dergelijk patchpanel eenvoudig aan de muur schroeven. Ze zijn beschikbaar in varianten met acht of twaalf poorten. Patchpanels met meer poorten zijn alleen beschikbaar in varianten die je in een patchkast of patchrek moet verwerken en hebben een breedte van 10 of 19 inch. Zelf hebben we een desktop-patchkastje van Digitus gebruikt voor acht aansluitingen.

LSA-stroken afmonteren

In (binnenwerken voor) wandcontactdozen en in patchpanelen worden de netwerkaders gemonteerd via zogenoemde LSA-stroken. Deze aansluitingen bevatten een mesje die de mantel van de aders doorsnijdt en goed contact maakt. Je hebt een speciale LSA punch-down tool nodig om de aders vast te zetten in de LSA-strook. Je kunt een LSA punch-down tool aanschaffen voor zo'n tien euro. Voor thuisgebruik voldoet een goedkoop exemplaar prima.

©PXimport

Sluit alle acht aders aan, de overbodige stukjes draad worden door de punch-down tool afgesneden.

Actieve apparatuur

Nu je het passieve gedeelte van je thuisnetwerk op orde hebt, is het tijd om de actieve infrastructuur aan te sluiten. Je router is de centrale spil in je thuisnetwerk. Dit apparaat is verantwoordelijk voor het toegang geven van alle aangesloten apparaten door ze bijvoorbeeld een IP-adres toe te kennen en ze toegang te geven tot internet. In routers voor thuisgebruik zit tegenwoordig ook altijd een draadloos accesspoint ingebouwd. Als je het apparaat van je internetprovider hebt gekregen, is er vaak ook een modem in hetzelfde apparaat geïntegreerd. Het maakt voor de opbouw van je netwerk niet heel veel uit welke router je als basis gebruikt.

Switch

In je meterkast of centrale punt zijn je netwerkkabels afgemonteerd op wandcontactdozen of een patchpanel. Om de poorten in de gebruiksruimten actief te kunnen gebruiken moet je in de meterkast de poorten met een patchkabel verbinden met een switch. Je hebt per netwerkaansluiting één poort op een switch nodig. In de meeste routers is al een switch met vier poorten ingebouwd; tot vier afgemonteerde poorten heb je dus geen extra switch nodig.

Heb je echter meer aansluitingen afgemonteerd en dat is al het geval als je in drie kamers een dubbele aansluiting monteert, dan heb je een losse switch nodig. Je kunt bijvoorbeeld switches kopen met vijf, acht, zestien en vierentwintig poorten. Switches tot en met zestien poorten kun je vinden in compacte uitvoeringen die je zo op de muur kunt schroeven. Switches met meer poorten zijn doorgaans bedoeld voor montage in een patchkast of patchrek. Een gigabitswitch met acht poorten kost je zo'n twintig tot veertig euro. Koop in ieder geval een gigabitswitch van een bekend merk en let erop of je de switch aan de muur kunt bevestigen. Verbind alle poorten op het patchpanel met een poort van de switch. Tot slot sluit je een patchkabel aan tussen de switch en een poort op de switch van je router.

Upgraden met een switch

Netwerkverkeer tussen aangesloten apparaten blijft binnen de switch en gaat dus niet via de router. Je kunt een switch dan ook gebruiken om een netwerk gebaseerd op een 100 Mbit/s-router up te graden naar gigabit. Hang een gigabit-switch achter de router en je hele achterliggende netwerk wordt geschikt voor gigabit. Uiteraard blijft de verbinding naar internet dan wel beperkt tot 100 Mbit/s. Hetzelfde werkt ook op een switch op het einde van je netwerk. Heb je een 100Mbit/s-netwerk en zet je in je studeerkamer een gigabitswitch, dan kan de apparatuur die je op die switch aansluit met elkaar communiceren op gigabitsnelheden.

Router als accesspoint

Soms is een complete draadloze router interessanter dan een apparaat dat door een netwerkfabrikant als accesspoint verkocht wordt. In een dergelijk apparaat zit vaak geen switch terwijl in een draadloze router wel een switch zit ingebouwd. Handig als je op de netwerkaansluiting waar je het accesspoint op aansluit nog andere netwerkapparatuur wilt aansluiten. Een draadloze router die je als accesspoint inzet, moet je wel zo configureren dat hij niet als tweede router functioneert. Soms biedt de fabrikant daar zelf een aparte modus voor, in dat geval kun je de netwerkkabel doorgaans op de WAN-poort aansluiten. Biedt de fabrikant geen speciale modus, dan moet je zelf zaken als de DHCP-server uitschakelen. Je sluit de netwerkkabel dan aan op één van de normale switchpoorten en gebruikt de WAN-aansluiting dan niet.

Netwerktopologie

Het is voor de opbouw van je netwerk het mooiste om met één hoofdswitch te werken. Kom je op een switch met acht poorten echter één poortje te kort, dan is het prijsverschil tussen een switch met acht poorten en een stap hoger met zestien poorten wel erg hoog. Sluit op de switch van je router dan indien mogelijk een poort aan die niet (altijd) gebruikt wordt. In het ideale geval heb je maar één switch waarop al je bedrade apparatuur is aangesloten. Thuis is dat natuurlijk een beetje onpraktisch, het is bijna onmogelijk om zes netwerkaansluitingen bij je televisie te realiseren. Je kunt in je televisiemeubel zonder probleem een switch neerzetten om alle apparatuur aan te sluiten. Zorg er wel voor dat additionele switches altijd direct verbonden zijn met je primaire hoofdswitch, maak dus geen verdere aftakkingen.

Accesspoint

Om dat je bij een goed thuisnetwerk heel je huis van netwerkaansluitingen hebt voorzien, ben je heel flexibel in het neerzetten van draadloze accesspoints. Zeker als je gebruikt wilt maken van 802.11ac moet je accesspoint relatief dichtbij staan, het liefst zelfs in dezelfde ruimte als waar je je laptop, tablet of smartphone gebruikt. Er zijn ook accesspoints die ook hun energie uit de netwerkkabel kunnen halen, dit wordt Power over Ethernet (PoE) genoemd. Er zijn speciale (dure) switches die dit ondersteunen, maar je kunt ook werken met losse PoE-injectors waarmee je bepaalde ethernetaansluitingen in je netwerk van elektrische spanning kunt voorzien.

Powerline

De nieuwste generatie powerline-adapters haalt in de praktijk een snelheid van maximaal 270 Mbit/s, terwijl de vorige generatie zo'n 130 Mbit/s haalt. In wat mindere omstandigheden wordt het in alle gevallen al snel zo'n 100 Mbit/s. Een powerline-adapter is dus geen echt alternatief voor een netwerkverbinding, maar voor internet of het delen van een printer voldoet powerline doorgaans wel.

©PXimport

Optimalisatie

Nu je je infrastructuur hebt aangelegd en je apparatuur hebt aangesloten, zal je netwerk waarschijnlijk prima werken. Er zijn op je router wel een aantal zaken waar je naar kunt kijken om je netwerk optimaal in te stellen. Log hiervoor in op de webinterface van je router, meestal is deze bereikbaar door 192.168.1.1 in te tikken in het adresveld van je browser. Werkt dit niet, dan kun je het IP-adres van je router achterhalen door een specifiek commando te tikken achter de opdrachtprompt. In Windows 8.1 open je de commandoprompt door in het startscherm opdrachtprompt te tikken. In Windows 7 tik je opdrachtprompt in het zoekveld van het startmenu. Tik vervolgens het commando ipconfig in (gevolgd door een Enter). Het adres achter Standaardgateway is het IP-adres van je router.

©PXimport

Via de Opdrachtprompt kun je het IP-adres van je router achterhalen.

DHCP

Een van de hoofdtaken van je router is ervoor zorgen dat alle netwerkapparatuur met elkaar kan communiceren. Ieder apparaat heeft hiervoor een uniek IP-adres in de reeks van je router, deze reeks is doorgaans 192.168.1.x. Er zijn 254 adressen IP-adressen mogelijk (1 tot en met 254) waarvan er eentje (meestal de eerste) al door je router zelf geclaimd wordt. Je router kent aan ieder apparaat automatisch een IP-adres toe via een DHCP-server. Via de webinterface van je router kun je achterhalen of hoeveel IP-adressen de DHCP-server kan uitdelen. Kijk vooral of het genoeg adressen zijn, want doorgaans is niet de hele reeks van mogelijke adressen gereserveerd.

©PXimport

Controleer of de DHCP-server genoeg adressen heeft gereserveerd.

Vaste IP-adressen en reserveringen

DHCP geeft geen zekerheid dat een apparaat altijd hetzelfde IP-adres krijgt toegewezen, terwijl dat voor apparaten als een NAS of printer wel handig is. Je kunt daarom werken met vaste IP-adressen. Je logt in op de webinterface van het desbetreffende apparaat en stelt een IP-adres in dezelfde reeks als de rest van je netwerk, maar wat buiten het bereik van je DHCP-server ligt zoals 192.168.1.200. In het veld netwerkmasker vul je 255.255.255.0 in. Als er een veld is voor gateway of router vul je het IP-adres van je router in, meestal is dit 192.168.1.1.

Op veel routers kun je daarnaast ook vaste IP-adressen via de DHCP-server toekennen. Deze mogelijkheid tot DHCP-reserveringen wordt door iedere routerfabrikant anders genoemd. Onze ASUS-router spreekt over 'Manually Assigned IP around the DHCP list', terwijl andere fabrikanten het over DHCP Reservations, DHCP-reserveringen of Static Lease hebben. Hoe het ook genoemd wordt, je tikt het MAC-adres van het netwerkapparaat in de ene kolom en het IP-adres dat je wilt toekennen in de andere kolom. Uiteraard moet het adres wel in hetzelfde subnet als de DHCP-server liggen, bijvoorbeeld 192.168.1.200. Het MAC-adres van een netwerkapparaat als een NAS of netwerkprinter is te achterhalen in de webinterface van het desbetreffende apparaat. Het staat doorgaans ook op een sticker achterop het apparaat. Mocht het apparaat momenteel via DHCP een IP-adres toegewezen krijgen, dan kun je de gegevens ook terugvinden in het DHCP-overzicht van je router. Kun je het nog steeds niet vinden? Gebruik dan het tooltje Wireless Network Watcher.

©PXimport

Een vast IP-adres zorgt ervoor dat je je NAS of printer altijd kunt bereiken.

Verder lezen

Zo verbeter je je draadloze thuisnetwerk

Zo versterk je de wifi-verbinding

▼ Volgende artikel
Van budget tot stijl: zo plan je je keuken met Bemmel & Kroon
© Bemmel & Kroon
Huis

Van budget tot stijl: zo plan je je keuken met Bemmel & Kroon

Een complete keuken kopen begint met goede keuzes: wat is je budget, welke opstelling past bij je ruimte en welke stijl voelt als thuis? Bij Bemmel & Kroon kun je jouw keuken volledig op maat samenstellen. In dit artikel lees je hoe je slim en doordacht je nieuwe keuken plant, zodat je jarenlang plezier hebt van elke keuze.

In dit artikel lees je:
  • Waar je op moet letten bij het bepalen van je keukenbudget

  • Hoe je de juiste keukenopstelling kiest voor jouw ruimte

  • Welke keukenstijlen Bemmel & Kroon aanbiedt en hoe je de juiste selecteert

  • Waarom een complete keuken een slimme keuze kan zijn

  • Hoe je met de tips van Bemmel & Kroon je keuken slim en toekomstbestendig plant

Een nieuwe keuken koop je niet zomaar even; het is een investering in de sfeer van je huis en je dagelijkse comfort. Het is de plek waar je de dag begint met koffie en waar je 's avonds samenkomt. Als je op zoek bent naar een complete keuken die jarenlang meegaat, biedt Bemmel & Kroon volop mogelijkheden. Voordat je echter knopen doorhakt, is het slim om even stil te staan bij drie basiselementen: je budget, de ideale opstelling en de juiste stijl. Deze factoren bepalen samen of je nieuwe keuken straks niet alleen een plaatje is om te zien, maar ook een fijne plek om in te leven.

Realistisch budgetteren voor jouw droomkeuken

De prijs van een complete keuken bij Bemmel & Kroon hangt volledig af van jouw specifieke wensen. Denk daarbij aan de afmetingen, de gekozen materialen, de apparatuur en de mate van luxe in de afwerking. Een compacte, rechte keuken is vanzelfsprekend voordeliger dan een uitgebreide maatwerkopstelling met high-end apparatuur.

Omdat je bij Bemmel & Kroon alles zelf kunt samenstellen – van de kasten en fronten tot het werkblad – heb je veel grip op de kosten. Het is daarom verstandig om vooraf een budget vast te stellen. Zo kun je gericht keuzes maken en bepalen waar je wilt investeren in luxe en waar je wellicht concessies doet. Een goede planning vooraf voorkomt dat je later opties moet schrappen en zorgt dat je binnen jouw budget een prachtig resultaat neerzet.

©Bemmel & Kroon

Afgestemd op jouw ruimte en ritme

De indeling van de keuken is bepalend voor het gebruiksgemak. Hoe je kookt, beweegt en leeft in de ruimte, hangt af van de juiste flow. Bij Bemmel & Kroon heb je keuze uit alle denkbare vormen: van een rechte opstelling of hoekkeuken tot een U-vorm of een royaal kookeiland.

Heb je wat minder ruimte, dan werkt een compact ontwerp vaak het prettigst. In een open woning kan een kookeiland juist dienen als sociaal middelpunt of als mooie overgang naar de woonkamer. Denk hierbij goed na over je looproutes en de zogeheten werkdriehoek tussen koken, spoelen en koelen. Bemmel & Kroon kijkt graag met je mee; niet alleen naar het ontwerp, maar ook naar hoe de keuken past in jouw toekomstige woonritme.

Waar smaak en functionaliteit elkaar ontmoeten

Minstens zo belangrijk als de opstelling is de uitstraling van je keuken. Dit is waar jouw persoonlijke smaak echt tot leven komt. Of je nu houdt van strak en modern met greeploze fronten, of juist de warmte zoekt van een landelijke stijl met natuurlijke houtstructuren; de opties in afwerking, grepen en werkbladen zijn eindeloos.

Bedenk wel dat stijl en materiaal hand in hand gaan met functionaliteit. Een bepaald werkblad kan prachtig zijn, maar vraagt misschien meer onderhoud. Door hier een goede balans in te vinden, zorg je ervoor dat de keuken ook na jaren intensief gebruik nog steeds prettig aanvoelt en mooi oogt.

©Bemmel & Kroon

Alles onder één dak voor een zorgeloze keuze

Het grote voordeel van een complete keuken bij Bemmel & Kroon is dat je niet voor elk onderdeel naar een andere winkel hoeft. Ze profileren zich als een totaalpartner waarbij kasten, apparatuur en afwerking naadloos op elkaar aansluiten. Met tientallen opstellingen in de showrooms ter inspiratie, en de mogelijkheid om alles op maat aan te passen, krijg je de vrijheid om jouw ideale plaatje te creëren zonder het overzicht te verliezen. Dat geeft rust en duidelijkheid tijdens het koopproces.

Slimme vragen voor een vliegende start

Om het meeste uit je bezoek aan de showroom te halen, helpt het om jezelf vooraf drie vragen te stellen. Vraag jezelf ten eerste af wat je maximale budget is en hoe je dat wilt verdelen over apparatuur en materialen. Bedenk daarnaast welke opstelling het best bij de fysieke ruimte en jouw levensstijl past. Tot slot is het goed om alvast na te denken over welke sfeer en materialen aansluiten bij de rest van je interieur. Als je deze antwoorden globaal in je hoofd hebt, kunnen de adviseurs van Bemmel & Kroon je veel gerichter helpen aan een ontwerp dat niet alleen mooi is, maar ook toekomstbestendig.

©Bemmel & Kroon

Waarom kiezen voor Bemmel & Kroon?

Als gevestigde keukenspecialist combineert Bemmel & Kroon jarenlange ervaring met een enorm breed aanbod. Met zo'n 150 keukenopstellingen verspreid over diverse showrooms is er altijd wel een stijl die je aanspreekt. Of je nu gaat voor een functionele basiskeuken of een luxe maatwerkproject: ze bieden de deskundigheid en de flexibiliteit om jouw droomkeuken werkelijkheid te maken. Maak snel een afspraak!

Toe aan een nieuwe keuken?

Laat je inspireren door de keukens van Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Zo volg je vliegtuigen, boten en verkeer in realtime
© ID.nl
Huis

Zo volg je vliegtuigen, boten en verkeer in realtime

Er bestaan verschillende platformen waarmee je vliegtuigen, boten en ander verkeer tot op de meter nauwkeurig kunt tracken. De afgelopen jaren is het aanbod verbeterd en de nauwkeurigheid toegenomen. Hoog tijd voor een reisje langs enkele interessante trackingdiensten.

Dit artikel in het kort

In dit artikel lees je hoe je met verschillende trackingdiensten bewegingen op het water, in de lucht en op het land kunt volgen. Je ziet hoe systemen als AIS en ADS-B gegevens doorgeven en waarom die informatie zo nauwkeurig is. Daarna ontdek je hoe platforms als VesselFinder en Myshiptracking schepen in kaart brengen, hoe Flightradar24 en FlightAware vliegtuigbewegingen weergeven en welke extra functies daarbij horen, zoals filters, historische data en alerts. Tot slot zie je hoe je via Google Maps je eigen locatie kunt delen, zodat anderen je route live kunnen volgen.

Verschillende systemen maken het mogelijk om de locatie van vliegtuigen, schepen en voertuigen te bepalen. Het belangrijkste systeem voor schepen is het Automatic Identification System (AIS). Het AIS-systeem stuurt allerlei informatie door, waaronder de identificatie van het schip, de positie, de koers en snelheid. Ook de status van het schip – ligt het bijvoorbeeld voor anker of is het op zee – wordt via dit systeem doorgegeven. De grote vaart is verplicht AIS te gebruiken.

Een belangrijk systeem voor vliegtuigen is Automatic Dependent Surveillance Broadcast (ADS-B). Hierbij stuurt het vliegtuig belangrijke informatie naar grondstations en satellieten. De gegevens worden met verschillende partijen, onder meer de luchtverkeersleiding en andere vliegtuigen, gedeeld. Overigens wordt ADS-B in de praktijk aangevuld met andere gegevens, bijvoorbeeld afkomstig van radarsystemen. Voor voertuigen over land, zoals vrachtwagens, wordt gebruikgemaakt van uiteenlopende trackingsystemen. Die gegevens zijn over het algemeen niet openbaar beschikbaar.

🚢VesselFinder

Schepen volgen

VesselFinder is een gebruiksvriendelijke website waarmee je de positie en voortgang van allerhande schepen kunt bijhouden. Voor de volledige functionaliteit maak je eerst een gratis account aan. Je krijgt daarmee toegang tot een gedeelte van de gegevens, maar voor de volledige functionaliteit heb je een betaald account nodig. Vooral historische data, zoals de havens die het schip heeft aangedaan, zijn alleen inzichtelijk voor betalende abonnees.

Klik op de pijl van een schip op de kaart voor extra informatie. In het zijvenster zie je de kerninformatie van het schip, zoals een foto en de aankomsthaven. Ook wordt hier andere informatie gedeeld als de koers, snelheid en status. Verder lees je welke haven voor het laatst is aangedaan.

Houd het reilen en zeilen van de verschillende schepen bij.

Extra informatie

Hetzelfde venster biedt nog een aantal andere gegevens. Bij Port calls staat vermeld welke havens zijn bezocht. Bij Weather zie je de actuele weersomstandigheden. Tot slot is er de sectie Vessel Particulars. Hier vind je aanvullende statistieken, zoals gewicht, lengte en identificatienummer.

Per schip lees je details, zoals onlangs bezochte havens.

Filters

Met behulp van filters maak je de kaart een stuk overzichtelijker. Klik links op Vessel Filters. Onder Vessel Type kun je aangeven welke schepen je wilt zien, bijvoorbeeld alleen militaire schepen, cruiseschepen of zeiljachten. Sommige categorieën kun je uitklappen en verder specificeren, zoals bij de passagiersschepen.

Je kunt de kaart van VesselFinder verrijken met aanvullende (weer)gegevens. Klik op de knop waarop de wind is afgebeeld (rechtsboven in het venster) en kies uit Temperature, Wind Speed en Waves.

Verbeter de leesbaarheid met behulp van filters.

Punten verbinden

In dezelfde werkbalk vind je een knop met het pictogram van een passer. Je kunt deze knop gebruiken om op de kaart punten met elkaar te verbinden en snel de onderlinge afstand te zien. Met de bovenste knop (met de opdruk van een kaart) schakel je tussen de kaarttypen. Zo kun je de standaardkaart afwisselen met een eenvoudige en met een donkere kaart. Met een betaald account (circa 19 euro per maand) heb je ook toegang tot een satellietkaart en nautische kaart.

Met een passer bepaal je de onderlinge afstand tussen bepaalde punten.

Schepen zoeken

Heb je de naam van een schip, maar kun je het niet vinden op de kaart? Klik op Vessels. Via de zoekmachine op deze pagina kun je een specifiek schip zoeken, bijvoorbeeld door de naam op te geven. Ook kun je de vlag opgeven waaronder het betreffende schip vaart (via het tweede vak) of het type schip specificeren (via het derde vak). Wil je een volledig overzicht, inclusief schepen die niet meer varen? Haal dan het vinkje weg bij In Service. Klik in het resultatenvenster op een schip om de details te bekijken.

VesselFinder heeft ook een overzicht van havens: deze vind je onder Ports. Klik op de naam van een haven om de details van de haven te bekijken. In dezelfde weergave lees je welke schepen worden verwacht, welke schepen vertrekken en welke schepen momenteel in de haven liggen. Rechtsboven in het venster vind je een algemeen zoekvak. Dit kun je gebruiken om te zoeken naar schepen en havens. 

🚢Myshiptracking

Een andere interessante website voor het volgen van het verkeer op het water is Myshiptracking.com. Prettig aan deze website is het duidelijke onderscheid tussen de verschillende soorten vaartuigen.

Klik in de menubalk bovenin op Vessels. In de kolom Type zie je direct of het bijvoorbeeld gaat om pleziervaart (Pleasure Craft), transport (Cargo) of een sleepboot (Towing). Via de knop Fields bepaal je welke kolommen relevant zijn.

Behalve de website is er ook een app voor zowel Android als iOS beschikbaar. Vergelijkbaar met VesselFinder heb je een betaald abonnement nodig voor alle kaartsoorten en historische data.

Handig onderscheid tussen typen verkeer.

✈️Flightradar24

Vliegtuigbewegingen

Flightradar24 behoort samen met het verderop besproken FlightAware tot de populairste platformen waarmee je vliegtuigbewegingen in de gaten kunt houden. De kaart kan aardig volraken met vliegtuigen, maar met behulp van filters maak je Flightradar een stuk vriendelijker.

Onderin vind je de werkbalk: klik op Filters. Via de tab Categories bepaal je welke vliegtuigen je wilt zien, bijvoorbeeld Passenger of Business jets. Via Flightradar24 kun je ook drones (Drones) en helikopters (Helicopter) bekijken.

Je kunt verder een eigen filter maken, waarmee je in één keer een vooraf gekozen set vliegtuigen zichtbaar maakt. Klik op Custom / Add new filter. Kies vervolgens welke elementen je wilt toevoegen, zoals Airport of Aircraft. Wil je nog meer controle, bijvoorbeeld door het registratienummer van een vliegtuig op te geven of te zoeken op luchtvaartuigen van een bepaalde leeftijd? Kies dan voor Advanced. Geef de waarden op en klik op Continue.

Heb je alle filters ingesteld, dan kun je deze snel in- en uitschakelen via de kaartweergave. In de werkbalk aan de rechterkant van de kaart klik je op de knop Filter (herkenbaar aan het pictogram van een filter).

Gebruik het filter van Flightradar24 om specifiek verkeer in de gaten te houden.

Gratis abonnement

Ben je een intensieve gebruiker van Flightradar24, dan kun je ervoor kiezen om bij te dragen aan het netwerk door zelf ook vliegtuiginformatie door te spelen. In ruil hiervoor krijg je een Business-abonnement gratis. Hiermee heb je toegang tot de volledige functionaliteit van het platform.

Er zijn twee manieren om bij te dragen. Op www.flightradar24.com/apply-for-receiver kun je je aanmelden om in aanmerking te komen voor een kant-en-klaar installatiepakket dat kosteloos door Flightradar24 wordt toegestuurd. Het pakket bestaat uit de hardware die je nodig hebt om vliegtuigen te spotten. Of je hiervoor in aanmerking komt, is sterk afhankelijk van de locatie. Mensen in gebieden die nog een slechte dekking hebben, maken meer kans.

Word je niet geselecteerd of heb je geen geduld? Dan kun je eigen hardware inzetten, op basis van Raspberry Pi. De kosten hiervoor bedragen zo'n 80 euro. Op www.flightradar24.com/build-your-own vind je uitgebreide instructies. 

✈️FlightAware

Vliegverkeer met details

Een andere tracker voor vliegtuigen, maar in Nederland en België iets minder bekend, is FlightAware. Deze dienst heeft een eenvoudiger opzet dan Flightradar24, maar geeft in de detailpagina's wel meer informatie in één keer weer.

Klik op de kaart een vliegtuig aan om de details te zien: je ziet hier onder meer het vluchtverloop in hoogte en snelheid. Via View Flight Track Log zie je welke routes het vliegtuig eerder heeft afgelegd, inclusief koers, snelheid en hoogte.

Ben je geïnteresseerd in een specifieke vlucht, bijvoorbeeld van een historisch vliegtuig? Met een notificatie kan FlightAware je van een komende vlucht op de hoogte stellen. Klik linksboven op de gebruikersnaam en kies My Account. Open de tab Flight Alerts en kies Set up a new alert. Geef vervolgens de variabelen op, zoals vluchtnummer en hoe vaak je op de hoogte wilt worden gesteld. Bovendien kun je de notificatie ook naar een ander laten sturen. Zet een vinkje bij Share this alert with a friend en geef het e-mailadres op.

FlightAware geeft veel gegevens in één weergave.

📍Google Maps

Zelf gevolgd worden

Je hoeft geen vliegtuig of boot te hebben om zelf door anderen te worden gevolgd. Stap je op de fiets of ben je te voet of met de auto? Met Google Maps kun je in realtime je locatie met anderen delen. Zij zien dan je naam en foto, de locatie van het telefoontoestel, de accustatus en eventuele gegevens over vertrek- en aankomsttijd.

Om je locatie te delen, heb je een Google-account nodig. Open Google Maps en tik op je profielfoto. Kies Locatie delen / Locatie delen. Bepaal hoelang de locatie mag worden gedeeld, bijvoorbeeld 1 uur of Totdat je dit uitzet. Open vervolgens je lijst met contactpersonen en geef aan met wie je de locatie wilt delen. Tik op Delen. Je kunt het delen op elk moment weer uitschakelen. Tik op de profielfoto en kies Locatie delen, Stoppen.

Lees ook: Schep orde in de pinnetjes-chaos van Google Maps

Gebruik Google Maps voor tracking, ongeacht het vervoermiddel.

Waar let je op bij een laptop voor trackingwebsites?

Als je veel vliegtuigen, schepen of ander verkeer live volgt - via kaarten, filters en realtime updates - dan zijn dit de laptop­eigenschappen die belangrijk zijn.

1. Scherm / resolutie

  • Resolutie: minimaal Full HD (1920×1080). Liever QHD of 4K als je vaak veel data of kaartlagen tegelijk bekijkt. Zo blijven iconen, teksten en kaarten scherp.

  • Grootte en formaat: 14–15,6 inch is een goede balans tussen draagbaarheid en overzicht. Voor uitgebreide kaarten is groter dan 15,6 inch handig.

  • Paneeltype: IPS of beter. Die geven betere kleuren en kijkhoeken - handig als je meerdere vensters open hebt.

2. Processor en werkgeheugen

  • CPU: een moderne dual- of quad-core CPU is voldoende. Bijvoorbeeld Intel Core i5 / i7 of AMD Ryzen 5 / 7. Voldoende rekenkracht voor meerdere kaarten, browser-tabs en achtergrondupdates.

  • RAM: minstens 8 GB. Bij intensief gebruik (vele tabs, meerdere trackingvensters, achtergrond-processen) liever 16 GB.

  • Waarom belangrijk: trackingdiensten werken met realtime data, kaartlagen, filters - dat vereist voldoende geheugen en CPU om soepel te draaien, zonder vertraging.

3. Opslag & snelheid

  • SSD: verplicht. Een traditionele harde schijf (HDD) is te traag bij opstarten en laden van kaarten.

  • Capaciteit: 256 GB is minimaal; 512 GB of meer als je foto's, downloads of logbestanden wilt bewaren.

4. Netwerkverbinding & draadloze opties

  • Wifi: kies minimaal wifi 5 (802.11ac), liever wifi 6 (802.11ax) om een stabiele verbinding te houden.

  • LAN-poort: handig bij vaste thuiswerkplek - ethernet is stabieler dan wifi bij veel data of storingsgevoelige verbindingen.

5. Batterij & mobiliteit

  • Batterijduur: minstens 6–8 uur als je onderweg bent. Real-time tracking via de browser slurpt stroom.

  • Gewicht & formaat: voor mobiel gebruik is een gewicht van 1,5–1,8 kg prettig.

6. Extra: aansluitingen

  • Poorten: USB-C, HDMI of DisplayPort is handig als je externe monitor of extra scherm gebruikt (bijv. kaart op groot scherm, details op laptop)

Waarom dit belangrijk is

Trackingdiensten combineren realtime data, interactieve kaarten, filters en vaak meerdere tabs. Dat is als het bewerken van meerdere lagen in een grafisch programma: zodra geheugen of CPU tekortschiet, merk je direct vertraging of hapering - kaarten laden traag, positie-updates vertragen en het filteren loopt vast. Een snelle SSD zorgt dat kaarten snel openen, een goede CPU en 16 GB RAM dat updates vlot verlopen.

Heb je vaak meerdere schermen - bijvoorbeeld kaart op groot scherm, details op laptop - dan loont een externe monitor en een laptop met HDMI/USB-C met videouitgang.

Vijf fijne trackinglaptops

ASUS VivoBook 15 – prima allround laptop met 15,6″ scherm en genoeg capaciteit om meerdere browsertabs en realtime tracking soepel te draaien. Goede prijs-kwaliteitverhouding.

Lenovo IdeaPad Slim 3– licht, betaalbaar en vlot genoeg voor tracking-diensten en zwaar browsergebruik. Degelijk scherm en SSD maken dat alles snel laadt.

Samsung Galaxy Book4 – stabiele allrounder, fijne mix van prestaties en mobiliteit. Handig als je de laptop ook mee wilt nemen.

Acer Aspire Go 15– goede prijs voor degelijke prestaties; vlot bij meerdere tabbladen en realtime data.

MSI Thin 15 B13UC-2848NL– iets krachtiger model, ook geschikt als je af en toe intensiever werkt of veel tegelijk open hebt staan.

Ook leuk:

Bouw je eigen vliegtuig