ID.nl logo
Zo maak je een lichtplan voor slimme verlichting in de tuin
© andrey
Zekerheid & gemak

Zo maak je een lichtplan voor slimme verlichting in de tuin

Voordat je aan de slag gaat met slimme buitenverlichting, is het verstandig om een lichtplan te maken. Een lichtplan kan je namelijk helpen in kaart te brengen hoeveel lampen je van elke soort nodig hebt en waar je de lampen gaat plaatsen. Zo weet je precies waar je eventueel extra stroompunten moet aanbrengen en kies je makkelijker de juiste soort lampen uit. We leggen je uit hoe je het best aan de slag gaat.

Na het lezen van dit artikel weet je:

Stap 1: Maak een ruwe schets van je tuin

Om een lichtplan te maken, gebruik je doorgaans een schets van je tuin. Die kun je zelf met de hand tekenen. Een lichtplan hoeft er niet ingewikkeld uit te zien. Een globale schets van je tuin is voldoende, zolang je een goed beeld hebt van de verschillende gedeeltes binnen je tuin. Zorg bijvoorbeeld voor een duidelijk onderscheid tussen een terras, tuinpad en vijver. Geef ook unieke elementen in je tuin goed weer, zoals een grote boom of de treden van een trap.

Kan je tuin wel wat licht gebruiken?

Na het maken van een lichtplan koop je hier de ideale verlichting!

Stap 2: Breng het doel van elke lamp in kaart

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende doelen van de slimme verlichting die je in je tuin wilt aanbrengen: functionele verlichting, sfeerverlichting en accentverlichting. Dat kun je doen aan de hand van stiften met verschillende kleuren (één kleur voor elk doel). 

Begin je lichtplan met de functionele verlichting, zodat je een goede basislaag aanbrengt. Deze hang je bijvoorbeeld onder een overkapping, of aan een gevel of schutting. Ook kun je deze lampen langs een pad of andere plek waar je vaak langsloopt plaatsen.

©Duangjai M.

Daarna is het tijd om de sfeerverlichting in kaart te brengen. Deze lampen plaats je op verschillende plekken in je tuin om een gezellige sfeer te creëren, zoals bij een zithoek, maar ook tussen je planten. Sfeerlampen zijn doorgaans een stuk minder fel dan functionele lampen. 

Met accentverlichting leg je de focus op een object in je tuin, zoals een boom, fontein of standbeeld. Hiervoor gebruik je vaak spotverlichting, zoals een prikspot of grondspot. Ook een wandlamp kan voor een accent zorgen.

Stap 3: Neem de stroompunten op in je lichtplan

Slimme verlichting heeft nog steeds stroom nodig om te kunnen branden. Daarom is het belangrijk om op je lichtplan in kaart te brengen waar je stroompunten zitten. Zo maak je inzichtelijk of je alle lampen met je huidige stroomvoorzieningen van stroom kunt voorzien. Als dat niet zo is, kun je overwegen extra stroompunten aan te leggen. Ook kun je denken aan andere oplossingen, zoals slimme lampen op zonne-energie

Stap 4: Bepaal hoeveel lumen je nodig hebt

Hoeveel lumen je nodig hebt voor slimme buitenverlichting,hangt wederom af van het gebruiksdoel. Over het algemeen kies je bij functionele lampen voor ongeveer 500 tot 700 lumen. Voor sfeerverlichting is een lamp van rond de 250 lumen meestal voldoende. Het aantal lumen dat je nodig hebt, hangt ook af van hoeveel lampen je gebruikt en hoe dicht ze bij elkaar staan. 

©Александр Беспалый - stock.adobe.com

In je lichtplan kun je met cirkels aangeven hoe ver het licht ongeveer zal stralen. Bij sfeerverlichting is dat een cirkel van ongeveer 1,8 meter in diameter en bij functionele lampen zal dit ongeveer 2,8 meter in diameter zijn. Zorg ervoor dat de cirkels elkaar niet te veel overlappen, maar ook dat er niet te veel ruimte tussen zit. Een lichtplan helpt om dat goed in kaart te brengen.

Stap 5: Voeg de locatie van slimme accessoires toe

Door middel van slimme accessoires maak je je slimme buitenverlichting nóg slimmer. Wil je sensoren in je smarthome – of beter gezegd smartgarden – toepassen, neem deze dan ook op in je lichtplan. 

Een bewegingssensor die de lampen inschakelt als er beweging wordt gedetecteerd, plaats je bijvoorbeeld bij de voor- of achterdeur, of bij de poort. Zo is er voldoende licht als je ‘s avonds in het donker thuiskomt, maar het licht schrikt ook eventuele indringers af. 

©Photographer: Alexandre Zveiger

Stap 6: Haal de slimme lampen uit je plan in huis

Nu je een goed beeld hebt van de hoeveelheid en het soort lampen dat je nodig hebt, is het tijd om ze in huis te halen. Maar voordat je tot aankoop overgaat, is het belangrijk om te weten hoe je de lampen gaat bedienen. We leggen je in een ander artikel uit waar je precies op moet letten voordat je slimme verlichting voor buiten koopt

De lampen moeten bijvoorbeeld geschikt zijn voor buitengebruik, maar ook de verbinding (met bluetooth, wifi of een ander smarthomeprotocol) van de lampen met je smartphone en/of smarthomeplatform moet toereikend zijn. Houd bij het uitkiezen van slimme buitenlampen ook rekening met de kleurtemperatuur (warm wit of koud wit) van de lampen, zodat ze eenheid uitstralen. Als het gaat om sfeer- of accentverlichting kun je ook denken aan RGB-lampen om je tuin speelser te maken. Natuurlijk doen gekleurde lampjes het ook heel goed op een tuinfeest!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.