ID.nl logo
Racefiets afstellen: zo vind je de ideale houding
© pakorn - stock.adobe.com
Mobiliteit

Racefiets afstellen: zo vind je de ideale houding

Wil je zo goed mogelijk presteren, dan is het belangrijk om met de juiste houding op de fiets te zitten. Maar hoe stel je een racefiets perfect af? Volg de uitleg in dit artikel zodat je voortaan ergonomisch en pijnvrij op je wielrenfiets zit.

Op een racefiets moet je lekker zitten. Dat is een stuk belangrijker dan bij een standaard fiets. Want je daagt je lichaam uit om een hoog tempo vast te houden of die ene steile helling op te komen. Om maximaal te presteren, heb je goed afgesteld materiaal nodig. Bovendien voorkom je pijntjes en blessures wanneer je in de juiste houding op je fiets zit. We kijken naar: 🚲 De juiste framemaat kiezen 🚲 Het zadel op de ideale positie zetten 🚲 De perfecte afstand en hoogte van het stuur

Lees ook: Je eerste racefiets: wat heb je nodig als beginner?


💡 Huidige maten en instellingen opschrijven

Voor je je racefiets gaat verstellen is het handig om de huidige maten op te schrijven, zoals de hoogte van het zadel, de setback, de afstand en hoogte van het stuur. We bespreken al deze afstellingen in het artikel. Door alles te noteren weet je wat je veranderd hebt en kun je de aanpassingen indien nodig makkelijk terugdraaien. Bovendien is een lijstje met de maten erg handig wanneer je je racefiets in de lente voor het eerst van de zolder haalt, een nieuwe fiets koopt of een keer een rondje op een ander model maakt.


De framemaat bepalen

Aan een racefiets valt heel wat te verstellen, maar de framemaat staat vast. Dat is namelijk de afstand tussen de as van de trappers en de overgang van frame naar zadelpen. Welke je nodig hebt, kun je bepalen met dit handige trucje.

Plaats je blote voeten 15 centimeter uit elkaar op de grond. Meet vervolgens de afstand van de grond (binnenkant voet) tot aan je lies. We geven toe: je moet erg lenig zijn om dit zelf te doen. De meeste mensen hebben de hulp van iemand anders nodig. De uitkomst van deze meting vermenigvuldig je met 0,68. Dat antwoord is de framemaat.

Voorbeeld: je binnenbeenlengte is 85 cm. Uit de formule komt: 85 x 0,68 = 57,8 cm. Je koopt de framemaat die het antwoord het dichtst benadert, in dit geval 58 cm.

©stockphoto-graf

De hoogte van het zadel

Het afstellen van het zadel is de volgende stap. Als je dat te laag afstelt, kunnen je benen niet voldoende strekken en dat levert op den duur kniepijn op. Bij een te hoog zadel moet je steeds iets op het zadel schuiven om bij de trappers te kopen. Het resultaat is zadelpijn en een risico op rugklachten.

Zo meet je de zadelhoogte: draai één trapper helemaal naar beneden, in het verlengde van de zitbuis. Meet vanaf de as van de trapper de afstand tot de bovenkant van het zadel.

De binnenbeenlengte is wederom het uitgangspunt. Die vermenigvuldig je in dit geval met 1.09. Dat is de zadelhoogte: oftewel de afstand van de onderste trapper naar de bovenkant van het zadel.

Voorbeeld: 85 cm x 1,09 = 92,65 cm

©Corepics VOF

De setback van het zadel

Bij een wielrenfiets is het zadel ook naar voren en naar achteren te verschuiven. Daarmee zorg je dat je knie de ideale hoek maakt voor krachtoverdracht en het voorkomen van pijntjes en blessures.

Nadat het zadel op de juiste hoogte staat, ga je tegen een muur aan op de fiets zitten. Leun met je schouder tegen de muur, maar zorg ervoor dat de fiets zo recht mogelijk staat. Zet je voeten op de pedalen en houd ze horizontaal. Het gaat om de punt van je voorste knie en de as van de pedaal. Die moeten recht boven elkaar zitten. Dat kun je controleren door iemand anders vanaf de zijkant een foto te laten maken. Een andere optie is een touwtje met een gewichtje over je knie naar beneden laten hangen.

Lees ook: Een goede fietshelm vind je zó

Afstand tussen stuur en zadel

Voor het stuur beginnen we met de afstand tussen stuur en zadel. Die meet je vanaf de punt van het zadel en het midden van het stuur. Door je onderarm op te meten, heb je een mooie indicatie. Meet de afstand van het puntje van je elleboog tot het topje van je middelvinger. Tel daar 4 centimeter bij op en je hebt een mooie startpositie voor de stuurafstand.

De hoogte van het stuur

Een te laag stuur zorgt voor te veel druk op de handen en polsen, terwijl een te hoog stuur ervoor zorgt dat de schouders omhoog gedrukt worden, wat weer leidt tot klachten tussen de schouderbladen. Het hoogteverschil tussen zadel en stuur heet de 'drop'. Bij een wielrenfiets is het stuur altijd lager dan het zadel. Beginnende fietsers hebben vaak genoeg aan een drop van 5 centimeter. Als je leniger en meer geoefend bent, kun je daar een paar centimeter aan toevoegen. Daarvoor gebruik je kleine stapjes van een halve centimeter per keer. Geoefende amateurs gebruiken over het algemeen een drop tot 10 centimeter. Professionals doen daar nog een schepje bovenop.

Zooooo, da's andere drop!

Zoet, zout, hard & zacht

©Bodnarphoto

De zadelhoek afstellen

Tot slot kijken we naar de juiste zadelhoek. Tot slot, omdat het lastig is om op voorhand de zadelhoek in te stellen. Je ontdekt pas namelijk wat goed voor jou werkt wanneer je een tijd op je fiets zit.

Normaal gesproken is een zadel precies horizontaal op een fiets gemonteerd. Dat is de uitgangspositie, maar niet voor iedereen perfect. Heb je last van je schouders en armen tijdens of na het wielrennen? Laat dan de punt van het zadel iets naar boven wijzen. Daardoor vang je iets minder van je lichaamsgewicht op met je armen. Heb je juist last van je onderrug? Dan zit je mogelijk iets te ver voorovergebogen op de fiets. Laat het zadel dan naar voren iets aflopen zodat je rug een kleinere hoek maakt. Onthoud dat een kleine aanpassing al een groot effect heeft. Dit is bovendien een instelling die zich lastig op voorhand laat meten. Je ontdekt pas wat voor jou goed werkt als je een tijd op de fiets zit.

Luister naar je lichaam

Je lichaamsbouw, afmetingen, lenigheid en ervaring spelen een belangrijke rol. We raden je aan eerst het stuur bij te stellen als je niet prettig zit. Luister vooral naar je lichaam en gebruik kleine stapjes voor aanpassingen. Veel fietsplezier!

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.