ID.nl logo
Fietsstoel, bakfiets of fietskar: zo neem je je kinderen (veilig!) mee op de fiets
© Татьяна Кутина - stock.adobe.com
Mobiliteit

Fietsstoel, bakfiets of fietskar: zo neem je je kinderen (veilig!) mee op de fiets

Heb je kinderen? Om ze naar school, de opvang of de sportclub te brengen kun je natuurlijk de auto pakken, maar vaak kan het net zo gemakkelijk op de fiets. ID.nl praat je bij over kinderen vervoeren in een fietsstoeltje, fietskar en bakfiets en legt uit hoe je dat op een zo veilig mogelijke manier doet.

In dit artikel kijken we naar manieren waarop je (kleine) kinderen veilig kunt vervoeren met de fiets. We leggen uit waar je op moet letten als je een fietsstoeltje wilt gebruiken | Hoe je kinderen veilig meeneemt in een bakfiets | Wat aandachtspunten zijn bij fietskarren.

Lees ook: Veilig fietsen op een bakfiets doe je zo


Eén of twee fietsstoeltje aanschaffen is veruit de goedkoopste oplossing en zal voor veel ouders prima volstaan. Wil je qua vervoer echter meer flexibiliteit hebben (of heb je een groot gezin) dan is de aanschaf van een bakfiets of fietskar aanlokkelijk. Besef echter wel dat je hiervoor stevig in de buidel moet tasten en ook thuis genoeg stallingsruimte moet hebben. Om de keuze wellicht iets eenvoudiger te maken, geeft ID.nl in dit artikel meer informatie over alle drie de mogelijkheden.

Fietsstoeltjes

Kinderen vanaf 9 maanden tot ongeveer 2 jaar zitten meestal in een stoeltje voor op de fiets. Dit heeft als voordeel dat je je kindje heel de tijd in de gaten kunt houden. Er zijn echter ook nadelen: bij een botsing vangt de peuter de eerste klap op en dat kan vervelend uitpakken. Voorzichtigheid is dus geboden. Een ander nadeel van voor op zitten is dat de fiets minder handelbaar wordt, doordat het stoeltje de bewegingsvrijheid van de fietser belemmerd. Het is daarom verstandig om het zadel wat lager te zetten, zodat je sneller een voet aan de grond kunt zetten of kunt afstappen. De zogenaamde moederfietsen of familybikes hebben meer afstand tussen het zadel en het kinderzitje. Hierdoor ontstaat er meer ruimte om de trappers rond te laten gaan en om op- en af te stappen.

Als het kind groter wordt, is het tijd om over te schakelen naar een zitje achterop. Zorg voor een stevig stoeltje met in elk geval voetsteunen, een goede pasvorm en een kindbestendige veiligheidsgordel. Ondeugdelijke fietsstoeltjes worden tegenwoordig nog steeds aangeboden. In combinatie met de kinderlijke ontdekkingsdrang kunnen zij een gevaar opleveren. Controleer regelmatig de jasbeschermers en de bevestigingspunten van het fietsstoeltje. Tip: monteer altijd een standaard met een dubbele poot, de fiets staat dan veel stabieler. Dat maakt het makkelijker (en veiliger) om het kindje in en uit het stoeltje te tillen.

©Dmytro Titov - stock.adobe.com

Aan welke veiligheidseisen moeten fietsstoeltjes voldoen?

Voor fietsstoeltjes bestaat er een Europese norm (EN14344). In deze norm zijn de volgende veiligheidseisen opgenomen:
• Fietsstoeltjes moeten voorzien zijn van een spaakafscherming. Wanneer deze afscherming ontoereikend is, moet er een jasbeschermer bij het fietsstoeltje worden geleverd.
• Fietsstoeltjes aan het stuur mogen alleen nog maar tussen de berijder en het stuur worden bevestigd en niet meer aan de voorzijde van het stuur.
• Fietsstoeltjes voorop mogen niet enkel aan het stuur worden gehangen maar alleen in combinatie met een extra bevestiging aan de stuurpen of het frame.
• Fietszitjes achter op de fiets moeten beschikken over een hoge rugleuning en stoeltjes op de bagagedrager moeten een extra bevestiging aan het frame van de fiets hebben.
• Gebruik van een gordel in het fietsstoeltje is verplicht.


Bakfiets

Kinderen vinden het te gek om in de bakfiets te zitten, maar toch schuilen er ook gevaren in het vervoer per bakfiets. Aangezien de kinderen zelf in de bak klimmen, is de kans groot dat de gordels vergeten worden. Daarnaast worden de zijwielen dikwijls niet afgeschermd, waardoor er een handje tussen de spaken zou kunnen komen.

Veilig vervoer per bakfiets begint met de aanschaf van de bakfiets. Kies liever voor een merkbakfiets dan voor een prijsknaller uit een reclamefolder. Bedenk ook goed of je een bakfiets met twee of met drie wielen wilt. Een belangrijk verschil tussen deze twee uitvoeringen is de stabiliteit. Bij het rechtdoor fietsen zijn de bakfietsen met drie wielen het meest stabiel, zeker als de kinderen niet stil zitten. Het nemen van bochten gaat echter veel soepeler met een bakfiets op twee wielen. Bovendien zijn deze bakfietsen minder breed, waardoor ze thuis makkelijke te stallen zijn en op het fietspad minder plaats innemen.

Lees ook: Hoeveel kinderen passen er in een bakfiets?

©pikselstock - stock.adobe.com

Kinderen mee in de bakfiets? Hier moet je op letten

• Alle zitplaatsen moeten met gordels zijn uitgerust.
• Haast is een slechte raadgever: doe ook bij tijdnood altijd de kinderen in de gordels.
• Zorg voor reflectoren aan de zijkant van de bak en verlichting aan de voor- en achterkant.
• De bakfiets moet een goede parkeerrem hebben.
• Aan de bak mogen geen scherpe hoeken en randen zitten.
• De spaakwielen moeten afgeschermd zijn, zodat een kind niet met zijn vingers tussen de spaken kan komen.
• Een goede antislipmat of vloer in de bak voorkomt glijpartijen.


Fietskar

Volgens een onderzoek van de Duits ADAC is een kar achter de fiets een van de meest veilige manieren om kinderen te vervoeren. Daarnaast vinden kinderen het vervoer per kar meestal leuk en biedt de fietskar meer bewegingsruimte dan een fietsstoeltje. Bij slecht weer kan de fietskar ook afgesloten worden, waardoor de kinderen droog blijven.

Kies bij de aanschaf altijd voor een gerenommeerd merk en voor een fietskar met een strakke, stabiele bodem. Er zijn nogal wat prijsstunters die fietskarren met een slappe nylon bodem aanbieden. Deze goedkope karren zijn niet alleen minder stabiel, maar ook minder veilig. Ook belangrijk: een felle kleur en een veiligheidsvlaggetje op de kar vergroten de zichtbaarheid in het verkeer.

©Olleg1 - stock.adobe.com

Waar je op moet letten als je een fietskar gebruikt

• De spaken van de fietskar moeten afgeschermd zijn.
• Zorg dat de fietskar goed zichtbaar is in het verkeer.
• De fietskar moet naast de koppeling nog een extra bevestiging aan de fiets hebben, meestal in de vorm van een riempje.
• Een fiets met fietskar is zwaarder dan alleen een gewone fiets. Hierdoor gaat het opstarten langzamer en is de remweg langer.
• Controleer de fietskar regelmatig op gebreken. Kijk vooral naar de koppeling en controleer of de extra zekering van de koppeling nog goed is.
• Plaats een spiegel op het stuur waarmee je de fietskar en je kinderen in de gaten kunt houden.
• Neem geen obstakels zoals een stoeprand met de fietskar. De kar kan dan omkiepen.|
• Wil je een autostoeltje of babyschaal in de fietskar bevestigen? Doe dat dan alleen met een daarvoor geschikte bevestigingsset.
• Zet de kinderen altijd in de gordels!


▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.