ID.nl logo
De mooiste wandelroutes of fietsroutes maken met Viking
© Reshift Digital
Huis

De mooiste wandelroutes of fietsroutes maken met Viking

Wil je ontspannen aan de wandel of een fietstocht maken zonder dat je je steeds afvraagt of je nog wel de goede kant opgaat, geen mooie weggetjes en fotogenieke plekken overgeslagen hebt of verdwaalt in gebieden waar je amper de weg kent? Stippel dan voordat je van huis gaat je ideale route uit op de computer. Met Viking kun je de mooiste fiets- en wandelroutes maken.

Tip 01: Voorbereid op pad

Ben je meer een planner dan op de bonnefooi ergens op pad te gaan, dan kun je thuis alvast een fraaie en afwisselende route in elkaar zetten met het programma Viking. Dan weet je zeker dat je de mooiste plekken tegenkomt en de tocht niet kilometerslang over saaie rechte asfaltwegen voert. Je kunt ook kant-en-klare routes van een wandel- of fietswebsite downloaden of past zo’n route aan jouw wensen aan. Dan weet je zeker dat je gerust om je heen kunt kijken en optimaal kunt genieten van je tocht, zonder je bezig te moeten houden hoe je moet lopen of fietsen. Tot slot kun je een prachtige route die jij kent, vastleggen, zodat je hem met anderen kunt delen.

Tip 02: Kaartlaag

Viking is opensource en mag je volledig gratis gebruiken. Download Viking hier. In het begin ziet het er allemaal wel nog wat kaal uit. Dat komt doordat Viking met lagen werkt die je naar eigen inzicht aan en uit kunt zetten. 

Om routes in te tekenen, heb je allereerst een laag met kaartmateriaal nodig dat geschikt is voor wandelen of fietsen. Deze topografische kaart maak je zichtbaar via Edit / Layer Defaults / Map. In het venster dat verschijnt kies je bij Map Type voor OpenStreetMap (Mapnik). Herstart hierna het programma zodat de kaart van Open Street Maps zichtbaar wordt. Je kunt eventueel ook voor een andere kaart kiezen, zoals OpenStreetMap (Cycle).

Begin je altijd vanaf hetzelfde punt, stel dat dan in als standaardlocatie 

-

Tip 03: Waar ben ik?

Zodra de kaart aanstaat, zoek je het gebied op waar je een route wilt uitzetten. Dat kan door de kaart met ingedrukte muisknop te verschuiven. Om snel grote afstanden af te leggen, is het dan wel zo handig om eerst flink uit te zoomen en pas rond de plaats van bestemming weer in te zoomen. Dat zoomen kun je doen met het muiswieltje. Let er dan wel op dat in de gereedschapsbalk bovenin het gereedschap Pan Tool of Select Tool geselecteerd moet zijn. 

Een andere methode is door via View / Go to Location een plaatsnaam of de naam van een bekende locatie op te geven. Dan spring je daar in één keer naartoe. Heb jij een favoriete locatie waar je vaak wandelt of fietst? Plaats het dan onder de kruisharen op het scherm en stel het in als thuislocatie via Edit / Set the Default Location. Denk aan het parkeerterrein van een natuurgebied, een parkje bij jou om de hoek of je eigen huis.

Daarna kun je er heel gemakkelijk via View / Go to the Default Location naartoe gaan. Om dit als standaardlocatie bij het openen van het programma in te stellen, ga je naar Edit / Preferences en kies je op het tabblad Startup bij Startup Method voor Home Location

©PXimport

Tip 04: Routelaag

Om een route uit te zetten, heb je een nieuwe laag nodig, de zogeheten routelaag. Klik daarom met rechts op Top Layer en kies New Layer / TrackWaypoint. Klik daarna op deze nieuwe laag (TrackWaypoint), zodat dit de actieve laag wordt. Activeer nu het gereedschap Edit track in de gereedschapsbalk bovenin, klik op de plek waar jouw route moet beginnen en geef een routenaam op in het venster Add Track. Daarna is het een kwestie van jouw route stap voor stap intekenen op de kaart, bijvoorbeeld door op elke kruising of splitsing te klikken waar je van richting wilt veranderen. Deze punten worden automatisch verbonden door een rechte lijn.

Rechte wegen en paden zijn daardoor gemakkelijk in te tekenen. Voor bochtige wegen en kronkelpaadjes heb je een meer tussenpunten nodig om de wegen enigszins te kunnen blijven volgen. Dat hoeft niet heel precies, zolang tijdens je wandeling of fietstocht maar duidelijk is waar je naartoe moet. Dat je niet dwars over een weiland moet fietsen, maar via het fietspad ernaast, is dan vast wel duidelijk.

©PXimport

Tip 05: Route completeren

Af en toe moet je het kaartmateriaal verschuiven om je route verder vast te kunnen leggen. Activeer daarvoor tijdelijk het gereedschap Pan Tool, totdat je het juiste stukje kaart in beeld hebt staan. Daarna kun je je route verder afmaken via Edit track. Viking gaat automatisch verder vanaf het laatste door jou ingetekende punt. Voeg je per ongeluk de verkeerde plek toe aan de route? Klik dan met rechts om deze actie ongedaan te maken. Je kunt dit meerdere keren herhalen.

Is jouw route compleet? Druk op de Esc-toets of klik met rechts op de laag TrackWaypoint en kies Finish Track. De route blijft zichtbaar op de kaart. Wil je toch nog iets veranderen? Klik dan met ingedrukte Shift-toets op het laatste punt om je wijzigingen toe te passen.

Met het gereedschap Pen Tool kun je je beeld verschuiven en de route aanpassen

-

Tip 06: Route verfijnen

Om een route te verfijnen, heb je het gereedschap Select Tool nodig. Klik hiermee eerst op een routepunt om het te selecteren en sleep het daarna naar een betere locatie. De route past zich automatisch aan zodra je de muisknop weer loslaat. Wil je extra routepunten toevoegen om bijvoorbeeld nauwkeuriger een bocht te volgen? Selecteer op die plek dan eerst een bestaand punt, klik met rechts, kies Insert Points en geef aan of je dit nieuwe punt voor of na het geselecteerde punt wilt toevoegen. Dit kun je zo vaak herhalen als je wilt. 

Nieuwe punten worden altijd in het midden van twee bestaande punten toegevoegd. Daarna kun je het zelf naar de gewenste plek op de route slepen. Om een bestaand punt te verwijderen, selecteer je het, klik je er met rechts op en kies je voor Delete Points / Delete Selected Point.

©PXimport

Tip 07: Bezienswaardigheden

Op veel routes zijn er plekken waar je niet zomaar aan voorbij wilt gaan. Je kunt zulke plekken markeren door een zogeheten waypoint aan te maken. Het wordt ook wel een POI, oftewel een Point Of Interest genoemd. Klik met het gereedschap Create Waypoint op de kaart en tik in het venster Waypoint Properties bij Name een naam in, zodat duidelijk is wat daar te zien is. Een opmerking (Comment) en omschrijving (Description) toevoegen kan ook, al is het niet zeker dat je deze extra informatie straks ook op je smartphone te zien krijgt. Hetzelfde geldt voor het pictogram dat je aan een waypoint kunt toekennen via het veld Symbol onderaan. 

Om de informatie van een waypoint aan te passen, activeer je het gereedschap Select Tool, klik je op het waypoint om het te selecteren, rechtsklik je ergens en kies je voor Properties. Wil je het geselecteerde punt alleen maar verplaatsen, dan sleep je het simpelweg naar de gewenste plek met de Select Tool.

Tip 08: Hergebruiken

Wil je een nieuwe route uitzetten die gedeeltelijk gebaseerd is op een eerder door jou aangemaakte route? Dan hoef je die route niet helemaal opnieuw te maken. Je kunt de bestaande route namelijk hergebruiken. Klik met rechts op de eerder aangemaakte route en kies Copy. Klik daarna met rechts op het kopje Tracks erboven en kies Paste. Hiermee maak je een kloon aan die je herkent aan het volgnummer in de naam. 

Selecteer de kopie en klik er nogmaals op om de naam aan te passen, zodat je origineel en kopie niet per ongeluk met elkaar verwart. Haal voor de zekerheid ook het vinkje achter de originele route even weg, zodat die tijdelijk niet op de kaart getoond wordt en je zeker weet dat je de kopie bewerkt.

©PXimport

Tip 09: Splitsen

Zoek nu het punt op waar de nieuwe route afwijkt van het origineel en selecteer dit met een klik (met de Select Tool ingeschakeld). Klik daarna (ergens) met rechts en kies Split / Split at Trackpoint. Alles na dit punt wordt nu afgesplitst in een los routesegment. Dat zie je aan de extra route die onder het kopje Tracks is verschenen, ook weer met een volgnummer in de naam. Kun je ook daar nog een gedeelte van hergebruiken, bijvoorbeeld voor de terugweg? Selecteer daarin dan het punt waar de nieuwe route straks weer op moet aansluiten en splits opnieuw. 

Het middenstuk dat je voor deze route niet nodig hebt, kun je weggooien door met rechts op de naam te klikken en voor Delete te kiezen. Het is verstandig om via de vinkjes nog even te controleren welk routesegment je weg wilt gaan gooien.

©PXimport

Een eerder aangemaakte route kun je hergebruiken door hem op te splitsen in meerdere fragmenten

-

Tip 10: Aansluiting zoeken

Stel dat je het beginstuk en eindstuk van een eerdere route hebt overgehouden. Dan zijn dit nu twee losse segmenten geworden. Dan is het zaak om de route vanaf het eindpunt van het beginsegment in te tekenen op de kaart en uit te komen bij het beginpunt van het eindsegment. Dat lijkt ingewikkelder dan het is. Klik eerst met de Select Tool op het eindpunt van het eerste segment, klik daarna met rechts en kies Extend Track End. Nu kun je vanaf hier de nieuwe route intekenen. 

Zodra je bij het eindsegment in de buurt bent, klik je met ingedrukte Shift-toets op het dichtstbijzijnde punt van dat fragment uit de bestaande route. Daarna heb je weer één mooie lange route. Dat kun je controleren in het onderdeel Tracks.

Route of spoor?

We hebben het steeds over routes, terwijl je in Viking een spoor (track) maakt. Hoe zit dat? Officieel is een spoor een eerder afgelegd traject dat je met een gps-ontvanger of app op je smartphone hebt vastgelegd. Een route is iets wat je van plan bent te gaan volgen. Nu kun je in Viking allebei maken, dus waarom maken we een spoor en geen route? Simpelweg omdat bij een route meteen het begrip navigeren om de hoek komt kijken, terwijl onze insteek is dat je een vooraf bedachte wandeling of fietstocht maakt via de mooiste weggetjes en paadjes.

Het doel is dus niet om via de snelste of kortste weg naar je eindbestemming te navigeren met je telefoon. Mocht je toch liever een route willen maken, dan kan dat met het gereedschap Edit Route. De werkwijze is verder hetzelfde. Eventueel kun je een spoor omzetten in een route door er met rechts op te klikken en Transform / Convert to a Route te kiezen. Andersom kan ook, dus van een route een track maken.

©PXimport

Tip 11: Track exporteren

Om een route naar jouw smartphone over te zetten of te delen met anderen, klik je met rechts op TrackWaypoint en kies je Export Layer / Export as GPX. Kies een map en geef het bestand een naam. Hiermee bewaar je alle in deze routelaag aanwezige routes en waypoints. Wil je één specifieke route opslaan, klik daar dan met rechts op en kies Export Track as GPX.

Daarna is het een kwestie van het gpx-bestand overzetten naar je telefoon. Bijvoorbeeld door het op Dropbox te plaatsen en daarna in de Dropbox-app op je telefoon aan te geven met welke app je dat bestand wilt openen. Dat kan bijvoorbeeld in het veelzijdige kaartenprogramma OsmAnd. In de app daarvan zie je jouw route vervolgens als een gekleurde lijn die je tijdens het fietsen of wandelen kunt volgen.

©PXimport

De route exporteer je als gpx-bestand, zodat je hem kunt gebruiken op je smartphone

-

Tip 12: Bestaande routes

Zoals we in tip 1 al vermeldden, kun je ook kant-en-klare gpx-routes downloaden van een van de vele wandel- en fietswebsites die ons land rijk is. Of je neemt een wandeling of fietstocht op met jouw smartphone via een app en slaat dit op als gpx-bestand. Dit gpx-bestand kun je vervolgens in Viking openen via File / Open (sneltoets Ctrl+O). 

Elk gpx-bestand dat je in Vinking opent, komt netjes in een eigen laag onder Top Layer te staan. Zo’n bestand kan één of meer sporen en waypoints bevatten. Wegooien kan door een exemplaar te selecteren en op Delete of Backspace te drukken, of klik er met rechts op en kies Delete

Tip 13: Foutjes wegpoetsen

Viking is ook erg handig om zelf opgenomen sporen te corrigeren. Stel dat je een route wilt delen die begonnen is vanaf je huis, maar liever niet hebt dat vreemden te weten komen waar je woont. Of dat je een route vergeten bent te stoppen, waardoor de volledige rit naar huis ook opgenomen is. In dat laatste geval kun je niet eens meer zien hoelang je hebt gewandeld en hoeveel kilometer je hebt afgelegd. 

Je heft het gpx-bestand alleen maar te importeren in Viking, om vervolgens de route af te splitsen zoals in tip 9 gedaan is. Vervolgens kun je de aangepaste route opslaan als een nieuw gpx-bestand.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.