ID.nl logo
De mooiste wandelroutes of fietsroutes maken met Viking
© Reshift Digital
Huis

De mooiste wandelroutes of fietsroutes maken met Viking

Wil je ontspannen aan de wandel of een fietstocht maken zonder dat je je steeds afvraagt of je nog wel de goede kant opgaat, geen mooie weggetjes en fotogenieke plekken overgeslagen hebt of verdwaalt in gebieden waar je amper de weg kent? Stippel dan voordat je van huis gaat je ideale route uit op de computer. Met Viking kun je de mooiste fiets- en wandelroutes maken.

Tip 01: Voorbereid op pad

Ben je meer een planner dan op de bonnefooi ergens op pad te gaan, dan kun je thuis alvast een fraaie en afwisselende route in elkaar zetten met het programma Viking. Dan weet je zeker dat je de mooiste plekken tegenkomt en de tocht niet kilometerslang over saaie rechte asfaltwegen voert. Je kunt ook kant-en-klare routes van een wandel- of fietswebsite downloaden of past zo’n route aan jouw wensen aan. Dan weet je zeker dat je gerust om je heen kunt kijken en optimaal kunt genieten van je tocht, zonder je bezig te moeten houden hoe je moet lopen of fietsen. Tot slot kun je een prachtige route die jij kent, vastleggen, zodat je hem met anderen kunt delen.

Tip 02: Kaartlaag

Viking is opensource en mag je volledig gratis gebruiken. Download Viking hier. In het begin ziet het er allemaal wel nog wat kaal uit. Dat komt doordat Viking met lagen werkt die je naar eigen inzicht aan en uit kunt zetten. 

Om routes in te tekenen, heb je allereerst een laag met kaartmateriaal nodig dat geschikt is voor wandelen of fietsen. Deze topografische kaart maak je zichtbaar via Edit / Layer Defaults / Map. In het venster dat verschijnt kies je bij Map Type voor OpenStreetMap (Mapnik). Herstart hierna het programma zodat de kaart van Open Street Maps zichtbaar wordt. Je kunt eventueel ook voor een andere kaart kiezen, zoals OpenStreetMap (Cycle).

Begin je altijd vanaf hetzelfde punt, stel dat dan in als standaardlocatie 

-

Tip 03: Waar ben ik?

Zodra de kaart aanstaat, zoek je het gebied op waar je een route wilt uitzetten. Dat kan door de kaart met ingedrukte muisknop te verschuiven. Om snel grote afstanden af te leggen, is het dan wel zo handig om eerst flink uit te zoomen en pas rond de plaats van bestemming weer in te zoomen. Dat zoomen kun je doen met het muiswieltje. Let er dan wel op dat in de gereedschapsbalk bovenin het gereedschap Pan Tool of Select Tool geselecteerd moet zijn. 

Een andere methode is door via View / Go to Location een plaatsnaam of de naam van een bekende locatie op te geven. Dan spring je daar in één keer naartoe. Heb jij een favoriete locatie waar je vaak wandelt of fietst? Plaats het dan onder de kruisharen op het scherm en stel het in als thuislocatie via Edit / Set the Default Location. Denk aan het parkeerterrein van een natuurgebied, een parkje bij jou om de hoek of je eigen huis.

Daarna kun je er heel gemakkelijk via View / Go to the Default Location naartoe gaan. Om dit als standaardlocatie bij het openen van het programma in te stellen, ga je naar Edit / Preferences en kies je op het tabblad Startup bij Startup Method voor Home Location

©PXimport

Tip 04: Routelaag

Om een route uit te zetten, heb je een nieuwe laag nodig, de zogeheten routelaag. Klik daarom met rechts op Top Layer en kies New Layer / TrackWaypoint. Klik daarna op deze nieuwe laag (TrackWaypoint), zodat dit de actieve laag wordt. Activeer nu het gereedschap Edit track in de gereedschapsbalk bovenin, klik op de plek waar jouw route moet beginnen en geef een routenaam op in het venster Add Track. Daarna is het een kwestie van jouw route stap voor stap intekenen op de kaart, bijvoorbeeld door op elke kruising of splitsing te klikken waar je van richting wilt veranderen. Deze punten worden automatisch verbonden door een rechte lijn.

Rechte wegen en paden zijn daardoor gemakkelijk in te tekenen. Voor bochtige wegen en kronkelpaadjes heb je een meer tussenpunten nodig om de wegen enigszins te kunnen blijven volgen. Dat hoeft niet heel precies, zolang tijdens je wandeling of fietstocht maar duidelijk is waar je naartoe moet. Dat je niet dwars over een weiland moet fietsen, maar via het fietspad ernaast, is dan vast wel duidelijk.

©PXimport

Tip 05: Route completeren

Af en toe moet je het kaartmateriaal verschuiven om je route verder vast te kunnen leggen. Activeer daarvoor tijdelijk het gereedschap Pan Tool, totdat je het juiste stukje kaart in beeld hebt staan. Daarna kun je je route verder afmaken via Edit track. Viking gaat automatisch verder vanaf het laatste door jou ingetekende punt. Voeg je per ongeluk de verkeerde plek toe aan de route? Klik dan met rechts om deze actie ongedaan te maken. Je kunt dit meerdere keren herhalen.

Is jouw route compleet? Druk op de Esc-toets of klik met rechts op de laag TrackWaypoint en kies Finish Track. De route blijft zichtbaar op de kaart. Wil je toch nog iets veranderen? Klik dan met ingedrukte Shift-toets op het laatste punt om je wijzigingen toe te passen.

Met het gereedschap Pen Tool kun je je beeld verschuiven en de route aanpassen

-

Tip 06: Route verfijnen

Om een route te verfijnen, heb je het gereedschap Select Tool nodig. Klik hiermee eerst op een routepunt om het te selecteren en sleep het daarna naar een betere locatie. De route past zich automatisch aan zodra je de muisknop weer loslaat. Wil je extra routepunten toevoegen om bijvoorbeeld nauwkeuriger een bocht te volgen? Selecteer op die plek dan eerst een bestaand punt, klik met rechts, kies Insert Points en geef aan of je dit nieuwe punt voor of na het geselecteerde punt wilt toevoegen. Dit kun je zo vaak herhalen als je wilt. 

Nieuwe punten worden altijd in het midden van twee bestaande punten toegevoegd. Daarna kun je het zelf naar de gewenste plek op de route slepen. Om een bestaand punt te verwijderen, selecteer je het, klik je er met rechts op en kies je voor Delete Points / Delete Selected Point.

©PXimport

Tip 07: Bezienswaardigheden

Op veel routes zijn er plekken waar je niet zomaar aan voorbij wilt gaan. Je kunt zulke plekken markeren door een zogeheten waypoint aan te maken. Het wordt ook wel een POI, oftewel een Point Of Interest genoemd. Klik met het gereedschap Create Waypoint op de kaart en tik in het venster Waypoint Properties bij Name een naam in, zodat duidelijk is wat daar te zien is. Een opmerking (Comment) en omschrijving (Description) toevoegen kan ook, al is het niet zeker dat je deze extra informatie straks ook op je smartphone te zien krijgt. Hetzelfde geldt voor het pictogram dat je aan een waypoint kunt toekennen via het veld Symbol onderaan. 

Om de informatie van een waypoint aan te passen, activeer je het gereedschap Select Tool, klik je op het waypoint om het te selecteren, rechtsklik je ergens en kies je voor Properties. Wil je het geselecteerde punt alleen maar verplaatsen, dan sleep je het simpelweg naar de gewenste plek met de Select Tool.

Tip 08: Hergebruiken

Wil je een nieuwe route uitzetten die gedeeltelijk gebaseerd is op een eerder door jou aangemaakte route? Dan hoef je die route niet helemaal opnieuw te maken. Je kunt de bestaande route namelijk hergebruiken. Klik met rechts op de eerder aangemaakte route en kies Copy. Klik daarna met rechts op het kopje Tracks erboven en kies Paste. Hiermee maak je een kloon aan die je herkent aan het volgnummer in de naam. 

Selecteer de kopie en klik er nogmaals op om de naam aan te passen, zodat je origineel en kopie niet per ongeluk met elkaar verwart. Haal voor de zekerheid ook het vinkje achter de originele route even weg, zodat die tijdelijk niet op de kaart getoond wordt en je zeker weet dat je de kopie bewerkt.

©PXimport

Tip 09: Splitsen

Zoek nu het punt op waar de nieuwe route afwijkt van het origineel en selecteer dit met een klik (met de Select Tool ingeschakeld). Klik daarna (ergens) met rechts en kies Split / Split at Trackpoint. Alles na dit punt wordt nu afgesplitst in een los routesegment. Dat zie je aan de extra route die onder het kopje Tracks is verschenen, ook weer met een volgnummer in de naam. Kun je ook daar nog een gedeelte van hergebruiken, bijvoorbeeld voor de terugweg? Selecteer daarin dan het punt waar de nieuwe route straks weer op moet aansluiten en splits opnieuw. 

Het middenstuk dat je voor deze route niet nodig hebt, kun je weggooien door met rechts op de naam te klikken en voor Delete te kiezen. Het is verstandig om via de vinkjes nog even te controleren welk routesegment je weg wilt gaan gooien.

©PXimport

Een eerder aangemaakte route kun je hergebruiken door hem op te splitsen in meerdere fragmenten

-

Tip 10: Aansluiting zoeken

Stel dat je het beginstuk en eindstuk van een eerdere route hebt overgehouden. Dan zijn dit nu twee losse segmenten geworden. Dan is het zaak om de route vanaf het eindpunt van het beginsegment in te tekenen op de kaart en uit te komen bij het beginpunt van het eindsegment. Dat lijkt ingewikkelder dan het is. Klik eerst met de Select Tool op het eindpunt van het eerste segment, klik daarna met rechts en kies Extend Track End. Nu kun je vanaf hier de nieuwe route intekenen. 

Zodra je bij het eindsegment in de buurt bent, klik je met ingedrukte Shift-toets op het dichtstbijzijnde punt van dat fragment uit de bestaande route. Daarna heb je weer één mooie lange route. Dat kun je controleren in het onderdeel Tracks.

Route of spoor?

We hebben het steeds over routes, terwijl je in Viking een spoor (track) maakt. Hoe zit dat? Officieel is een spoor een eerder afgelegd traject dat je met een gps-ontvanger of app op je smartphone hebt vastgelegd. Een route is iets wat je van plan bent te gaan volgen. Nu kun je in Viking allebei maken, dus waarom maken we een spoor en geen route? Simpelweg omdat bij een route meteen het begrip navigeren om de hoek komt kijken, terwijl onze insteek is dat je een vooraf bedachte wandeling of fietstocht maakt via de mooiste weggetjes en paadjes.

Het doel is dus niet om via de snelste of kortste weg naar je eindbestemming te navigeren met je telefoon. Mocht je toch liever een route willen maken, dan kan dat met het gereedschap Edit Route. De werkwijze is verder hetzelfde. Eventueel kun je een spoor omzetten in een route door er met rechts op te klikken en Transform / Convert to a Route te kiezen. Andersom kan ook, dus van een route een track maken.

©PXimport

Tip 11: Track exporteren

Om een route naar jouw smartphone over te zetten of te delen met anderen, klik je met rechts op TrackWaypoint en kies je Export Layer / Export as GPX. Kies een map en geef het bestand een naam. Hiermee bewaar je alle in deze routelaag aanwezige routes en waypoints. Wil je één specifieke route opslaan, klik daar dan met rechts op en kies Export Track as GPX.

Daarna is het een kwestie van het gpx-bestand overzetten naar je telefoon. Bijvoorbeeld door het op Dropbox te plaatsen en daarna in de Dropbox-app op je telefoon aan te geven met welke app je dat bestand wilt openen. Dat kan bijvoorbeeld in het veelzijdige kaartenprogramma OsmAnd. In de app daarvan zie je jouw route vervolgens als een gekleurde lijn die je tijdens het fietsen of wandelen kunt volgen.

©PXimport

De route exporteer je als gpx-bestand, zodat je hem kunt gebruiken op je smartphone

-

Tip 12: Bestaande routes

Zoals we in tip 1 al vermeldden, kun je ook kant-en-klare gpx-routes downloaden van een van de vele wandel- en fietswebsites die ons land rijk is. Of je neemt een wandeling of fietstocht op met jouw smartphone via een app en slaat dit op als gpx-bestand. Dit gpx-bestand kun je vervolgens in Viking openen via File / Open (sneltoets Ctrl+O). 

Elk gpx-bestand dat je in Vinking opent, komt netjes in een eigen laag onder Top Layer te staan. Zo’n bestand kan één of meer sporen en waypoints bevatten. Wegooien kan door een exemplaar te selecteren en op Delete of Backspace te drukken, of klik er met rechts op en kies Delete

Tip 13: Foutjes wegpoetsen

Viking is ook erg handig om zelf opgenomen sporen te corrigeren. Stel dat je een route wilt delen die begonnen is vanaf je huis, maar liever niet hebt dat vreemden te weten komen waar je woont. Of dat je een route vergeten bent te stoppen, waardoor de volledige rit naar huis ook opgenomen is. In dat laatste geval kun je niet eens meer zien hoelang je hebt gewandeld en hoeveel kilometer je hebt afgelegd. 

Je heft het gpx-bestand alleen maar te importeren in Viking, om vervolgens de route af te splitsen zoals in tip 9 gedaan is. Vervolgens kun je de aangepaste route opslaan als een nieuw gpx-bestand.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.