ID.nl logo
Opvouwen, meenemen en fietsen maar: alles over de elektrische vouwfiets
© CLShebley - stock.adobe.com
Mobiliteit

Opvouwen, meenemen en fietsen maar: alles over de elektrische vouwfiets

Niet alleen gewone e-bikes zijn immens populair, ook de interesse in elektrische vouwfietsen groeit sterk. Logisch, want je neemt zo’n fiets een stuk makkelijker mee dan een reguliere elektrische fiets. Dat maakt het een prima oplossing wanneer je bijvoorbeeld wat verder van je werk woont: het eerste stuk ga je met het openbaar vervoer, het laatste stuk ga je lekker fietsen!

🚲 Wil je een elektrische vouwfiets gaan kopen, dan geeft ID.nl antwoord op een aantal belangrijke vragen:

• Voor welk gebruiksdoel kies je een e-vouwfiets? • Welk type motor functioneert het best? • Is er verschil in kwaliteit tussen e-vouwfietsen?

Daarnaast krijg je ook nog een aantal nuttige tips. Die herken je aan het 💡.

Ook interessant voor jou: Trends, modellen en ontwikkelingen: alles wat je moet weten over e-bikes in 2023.

Wanneer is een e-vouwfiets handig?

Wie dagelijks voor zijn werk naar de grote stad moet, merkt nu al dat bereikbaarheid per auto een steeds lastiger verhaal wordt. Een e-vouwfiets kan in dit geval dé oplossing zijn. Thuis stop je de e-vouwfiets in gevouwen toestand in de kofferbak, vervolgens parkeer je je auto aan de rand van de stad en stap je voor het laatste stuk op de vouwfiets met ondersteuning en rij je comfortabel naar je werkgever.

Reis je niet per auto, maar kies je liever voor de bus of trein, dan is een elektrische vouwfiets ook een aantrekkelijke mobiliteitsoplossing. Realiseer je van tevoren echter wel dat een e-vouwfiets geen lichtgewicht is. De meeste e-vouwfietsen wegen al snel een kleine 18 kilogram of meer.

Ben je klein behuisd of heb je geen schuur of box? Ook dan is een e-vouwfiets bijzonder praktisch. Woon je op een bovenetage, dan neem je eenvoudig de e-vouwfiets mee de trap op en is er altijd wel een hoekje in huis om de fiets te stallen.

Tot slot kan een e-vouwfiets uitkomst bieden wanneer je je onzeker voelt op een normale fiets. Een e-vouwfiets is eenvoudiger te hanteren dan een normale e-bike, opstappen gaat makkelijker én de zit op de fiets is lager bij de grond. Dat biedt de berijder meer zekerheid en fietsplezier.

©yackers1 - stock.adobe.com

💡 Een elektrische vouwfiets gebruik je vaak voor een bepaald doel, bijvoorbeeld voor het laatste stukje woon-werkverkeer. Het is geen fiets om enorme afstanden mee te overbruggen. Een extreem groot accupakket (meer dan 300 of 400 Wh) is vaak niet nodig. Vraag jezelf dus af hoeveel kilometer je per rit ongeveer wilt gaan afleggen. Pas de capaciteit van de accu daarop aan. Laat je door een verkoper niet verleiden om direct een groot accupakket aan te schaffen.

Voorwielmotor, middenmotor of achterwielmotor?

Wanneer een e-vouwfiets een voorwielmotor heeft, merk je dit direct aan de rijeigenschappen. Je wordt als het ware voortgetrokken en door de kleine wielen heeft het wiel snel de neiging om door te slippen op gladde ondergrond. Daarom zijn er fabrikanten die afzien van de montage van een voorwielmotor op een e-vouwfiets.

Bij de aandrijving via het achterwiel krijg je een zetje in de rug en voelt de ondersteuning heel natuurlijk aan.

Bij e-vouwfietsen met een middenmotor zorgt de plek van de motor voor extra stabiliteit van de fiets. Bovendien biedt een middenmotor niet alleen veel power; door kracht te zetten op de pedalen in combinatie met motorondersteuning krijg je de meest natuurlijke fietsbeleving.

©Hasselblad H4D

De Lacros Scamper S600XL heeft een middenmotor.

💡 Koop een elektrische vouwfiets bij de fietsenmaker of een ander betrouwbaar adres. Vraag naar de garantie en hoe de service in de praktijk wordt verleend. Je moet er wel van op aan kunnen dat servicebeurten worden uitgevoerd en dat onderdelen in de toekomst verkrijgbaar zijn.

Verschil in kwaliteit tussen e-vouwfietsen

Elektrische vouwfietsen zijn er globaal in een prijsklasse van 1200 tot 2500 euro.

De goedkoopste e-vouwfietsen hebben een voorwiel- of achterwielmotor en zijn afgemonteerd met onderdelen van instapkwaliteit. Op zich valt hier mee te leven, maar wanneer je de e-vouwfiets regelmatig gebruikt, zal de kwaliteit van de fiets en de onderdelen in je nadeel werken. Met name het vouwmechanisme is bij goedkope e-vouwfietsen vaak onder de maat. Ga je de elektrische vouwfiets slechts als vakantiefiets gebruiken, dan komt er veel minder druk te liggen op de degelijkheid van fiets.

E-vouwfietsen in de hogere prijsklasse zijn dikwijls met een middenmotor uitgevoerd, bovendien wordt er qua afmontage vaak gekozen voor snaaraandrijving, hydraulische schijfremmen en een duurder accupakket. Ga je de e-vouwfiets dagelijks voor werkverkeer gebruiken, kies dan voor een kwaliteitsfiets met een laag gewicht, goede onderdelen en een degelijk en praktisch vouwmechanisme.

©HENKBRUYNS

De Sparta D-Wiz Fold heeft 20inch-wielen en een Bosch Purion-display.

💡 Met de komst van lichtere en elektrische auto’s is de kogeldruk op de trekhaak een steeds belangrijker item. Wie over een auto met een beperkte kogeldruk beschikt, zal bij het vervoer van twee e-bikes al snel in de knel raken. Om tot gewichtsreductie te komen, biedt de aanschaf van twee elektrische vouwfietsen uitkomst. Het totaalgewicht van de lading ligt dan al snel vele kilo’s lager dan bij normale e-bikes.

Fietsendrager nodig?

Bekijk snel het aanbod

💡 Het vervoer van fietsen op een caravan of camper zorgt altijd voor veel problemen. Op de caravandissel is er vaak te weinig ruimte en de achterwand van een caravan of camper is niet de meest ideale plek om veel gewicht aan te hangen. Elektrische vouwfietsen zijn dan veel handiger. Niet alleen zijn deze fietsen korter, ook qua gewicht zijn er meer oplossingen mogelijk. Opgevouwen kun je ze zelfs meenemen ín de caravan of camper.

Watch on YouTube

Meer video's zien? Bekijk de ID.nl E-bike Collectie op YouTube.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!