ID.nl logo
Winter? Zo haal  je de meeste kilometers uit de accu van jouw elektrische auto
© Syda Productions - stock.adobe.com
Mobiliteit

Winter? Zo haal je de meeste kilometers uit de accu van jouw elektrische auto

De actieradius van een elektrische auto – oftewel het aantal kilometers dat je kunt rijden op een volle accu – is afhankelijk van heel veel verschillende factoren. Maar hoe maak je nou zo efficiënt mogelijk gebruik van de stroomvoorraad, zodat je zoveel mogelijk kilometers uit een volle accu haalt? We zetten alle tips voor je op een rijtje en kijken daarbij ook specifiek naar de weersomstandigheden.

In dit artikel vertellen we hoe je met een elektrische auto zoveel mogelijk kilometers kunt rijden op een volle accu. Daarbij letten we op: Range anxiety: wat was dat ook alweer? | Het door de fabrikant opgegeven stroomverbruik en de realiteit | Externe factoren zoals het weer ❄ | Een zuinige rijstijl | Slim gebruik van energie én slim laden

Ook interessant voor jou: 10 veelgestelde vragen over het opladen van je elektrische auto in de winter

Bang om stil te komen staan? Dat hoeft niet meer

Toen de eerste elektrische auto’s zo’n jaar of twaalf geleden op de weg verschenen, was ‘range anxiety’ een veelgenoemd bezwaar. Op verjaardagen en in de kantine van de sportclub hoorde je dat het met EV’s als de Nissan Leaf en Renault Zoe nooit iets kon worden. Met de accutechnologie van destijds was de actieradius inderdaad beperkt, maar nog veel belangrijker: waar moest je onderweg de batterijen opladen? De reële angst om in ‘the middle of nowhere’ zonder stroom stil te vallen, was voor veel mensen een gegronde reden om geen elektrische auto aan te schaffen.

Inmiddels is er heel veel veranderd op EV-gebied. Moderne elektrische auto’s hebben een veel grotere en efficiëntere accu dan de pioniers van twaalf jaar geleden, en op zo ongeveer elke straathoek vind je wel een laadpaal. Nederland heeft zelfs de grootste laadpaaldichtheid van heel Europa. Volgens cijfers van de RVO (Rijksdienst van Ondernemend Nederland) konden EV-rijders in december 2022 bij 4.164 snellaadpunten en 119.197 reguliere laadpalen hun auto opladen. Het aantal laadpunten blijft dagelijks groeien. Voor ‘range anxiety’ is geen enkele reden meer.

Toch worden elektrische auto’s nog steeds afgerekend op hun elektrische actieradius – de afstand die je af kunt leggen op een volle accu. Kort door de bocht: in een model met een klein accupakket moet je simpelweg veel vaker een laadpaal opzoeken dan met een auto die een grote batterij heeft. En laden kost tijd – veel tijd. Afhankelijk van de EV die je rijdt en het laadvermogen waarmee de accu zich vult, ben je algauw twintig minuten tot een halfuurtje kwijt voor een fatsoenlijke vervolgafstand. De technologie is op dit moment nog niet zover dat snelladen even lang duurt als het voltanken van een auto op benzine, diesel of LPG.

©teksomolika - stock.adobe.com

Officiële actieradius versus het werkelijke rijbereik

En dan is er nog het verschil tussen de officiële actieradius en het werkelijke rijbereik. De fabrikant geeft voor zijn EV’s een actieradius op die is bepaald aan de hand van de WLTP-normering. Oftewel een standaard testprocedure waarbij het stroomverbruik en de actieradius onder optimale (zomerse) omstandigheden worden gemeten bij een gemiddelde snelheid van 45 km/h. In de praktijk blijken de WLTP-cijfers en de reële waarden echter sterk van elkaar verschillen. Bij een WLTP-test wordt uitgegaan van vaste factoren, in de praktijk zijn deze factoren elke dag weer anders.

Op zoek naar een laadpaal die gelijk voor je wordt geïnstalleerd?

Coolblue adviseert én installeert

Waarom je in de winter veel minder ver komt op een volle accu

Vooral in de winter kan de reële actieradius van een elektrische auto flink afwijken van de WLTP-opgave. Dat heeft een aantal oorzaken. Ten eerste wil je er als bestuurder warmpjes bijzitten en goed zicht hebben. Voor het verwarmen van de cabine is veel energie nodig. Daarnaast moeten de batterijen zich bij een lage temperatuur extra inspannen om het verlangde vermogen te leveren. En dan is er nog een meteorologisch aspect: de lucht is ’s winters zwaarder dan in de zomer. De elektrische auto moet bij lage temperaturen dus een hogere luchtweerstand overwinnen. Alles bij elkaar opgeteld, gaat het stroomverbruik ’s winters flink omhoog.

Gemiddeld is de actieradius van een elektrische auto bij vorst zelfs 20 tot 30 procent kleiner dan in de zomer. Een aanzienlijk verschil: zou je ’s zomers 400 kilometer op een volle accu kunnen rijden, dan blijft daar in de winter nog maar 280 tot 320 kilometer van over. En dan hebben we een heleboel andere factoren nog niet eens meegerekend …

©bublik_polina - stock.adobe.com

Wat de meeste invloed op het verbruik heeft? Jouw rechtervoet … (een zuinige rijstijl scheelt dus écht!)

In een elektrische auto wordt het stroomverbruik voor het belangrijkste deel bepaald door … de bestuurder. Daarin verschilt een EV trouwens niet van een auto met benzine- of dieselmotor. De hoeveelheid vermogen die je met je rechtervoet vraagt, moet immers ergens vandaan komen, of dat nou uit de tank is of uit de accu. Het is natuurlijk hartstikke leuk om een hoog vermogen en de direct beschikbare trekkracht van de elektromotor bij elk stoplicht door je lijf te voelen gieren, maar op die manier vliegen de kWh’s de accu uit. Een rijstijl ter behoud van de actieradius is gedoseerd, anticiperend en vloeiend. Het is heus niet erg om het acceleratiepedaal af en toe eens wat dieper in te trappen, als de omstandigheden daarom vragen, maar met regelmatig vol vermogen wordt het verschil tot de WLTP-opgave alleen maar groter.

Veel elektrische auto’s bieden hulpmiddelen om het energieverbruik binnen de perken te houden. Bijvoorbeeld een Eco-knop – als goedkoopste EV op de markt heeft zelfs de Dacia Spring zo’n spaarschakelaar. Wanneer je de knop indrukt, voel je dat de elektromotor minder vermogen gaat leveren. Het tegenovergestelde is van toepassing op een Sport-functie. Daarin maakt de elektromotor zijn maximum vermogen juist veel toegankelijker.

De meeste EV’s beschikken daarnaast over een B-stand voor de aandrijving. Wanneer je het acceleratiepedaal loslaat, remt de auto in ‘Brake’ krachtiger af op de elektromotor, waarbij de opgewekte remenergie wordt omgezet in stroom. Goed voor het energiepeil. Dat verklaart ook meteen waarom een EV in de stad veel zuiniger is dan op de snelweg, in tegenstelling tot een auto met verbrandingsmotor. Weliswaar trek je veelvuldig op, maar de snelheid blijft laag en door het loslaten van het acceleratiepedaal blijft de stroomvoorraad door de toegevoegde vertragingsenergie langer op peil.

©scharfsinn86

Een eenvoudige manier om stroom te besparen: je snelheid verlagen. Wanneer je 100 km/h op de snelweg rijdt, verbruik je zomaar 35 tot 40 procent minder stroom dan bij een vaartje van 130 km/h. Zo haal je meer kilometers uit een volle accu en bespaar je uiteindelijk op de laadkosten – als dit in verhouding staat tot de tijd die je verliest.

Slim gebruik van energie én slim laden

Bij de meeste elektrische auto’s kun je via een app op je smartphone verschillende functies op afstand bedienen. Zoals de temperatuurregeling, om ’s winters in een behaaglijk voorverwarmde auto te stappen of in de zomer in een lekker koele. Dat kost natuurlijk wel energie. Om geen kostbare kilometers in te leveren, kun je de temperatuurregeling het beste inschakelen als de auto nog aan de laadpaal staat. Dan wordt de benodigde energie voor de airco niet uit de accu gehaald, maar rechtstreeks uit de laadpaal. Zo vertrek je én in een comfortabel verwarmde/gekoelde auto, én met een volle accu.

Over temperatuur gesproken: je bespaart energie door je lichaam op temperatuur te houden met de stoel- en stuurverwarming, zeker tijdens korte ritten. De airco moet veel harder werken om het hele interieur op de gewenste temperatuur te krijgen.

En: veel elektrische auto’s (maar lang niet allemaal) hebben een warmtepomp, die op energiezuinige wijze warmte uit de omgeving van de auto onttrekt om alvast de accu op de optimale bedrijfstemperatuur te brengen. Een voorverwarmde accu slaat bovendien gemakkelijker (dus: sneller) energie op. Op die manier kost het opladen van de accu minder tijd.

Wil je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.