ID.nl logo
Zo laad je het goedkoopst je elektrische auto op
© tampatra
Mobiliteit

Zo laad je het goedkoopst je elektrische auto op

Het is vaak een hele uitdaging om te achterhalen wat je als elektrische rijder bij een laadpaal betaalt. Hoe laad je dan het goedkoopst je elektrische auto op? We hebben een paar tips voor je.

Dit artikel in het kort: • Welke laadpas moet je kiezen? • Zo werkt een laadpas met een vast tarief • Zo werkt een laadpas met CPO-tarief • Hoeveel laadpassen moet je hebben? • Zo zie je welk tarief je betaalt • Meerdere laadpassen? Zo zie je welke het goedkoopst is

Lees ook: Elektrische auto? Zo duur is opladen in jouw gemeente

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Of je nu elektrisch rijdt of niet: je hebt vast wel eens iets gehoord over de grote verschillen tussen prijzen bij laadpalen voor elektrische auto's. Verschillende onderzoeken hebben de afgelopen jaren al aangetoond dat de stroomprijzen bij laadpalen tussen gemeenten enorm kunnen verschillen. Zelfs ín een gemeente, in een wijk of in dezelfde straat kun je laadpalen tegenkomen met verschillende tarieven. En om het allemaal nog lastiger te maken: zelfs bij één laadpunt kan het tarief dat je betaalt verschillen, afhankelijk van de laadpas die je gebruikt.

Goed, hoe zorg je er dan voor dat je als elektrische rijder zo goedkoop mogelijk bij een laadpaal laadt? We hebben een aantal tips voor je.

Welke laadpas heb je nodig? 🔋 Vast tarief

Het begint eigenlijk allemaal met de keuze van je laadpas, of meerdere passen. Dat zit zo. Laadpasaanbieders verdienen op verschillende manieren geld, en dat kan een invloed hebben op de kosten die jij als klant voor de stroom uit een laadpaal betaalt. Er zijn laadpasaanbieders die zelf een vast tarief voor publieke laadpalen hanteren. Zo weet jij als klant dus altijd precies wat je gaat betalen. Want of je nu oplaadt bij een laadpaal in Rotterdam of Emmen: met jouw pas betaal je altijd hetzelfde tarief.

Het voordeel? Je hoeft niet na te denken over welke pas je gebruikt, en in dit soort gevallen betaal je vaak geen directe kosten voor het gebruik van je laadpas. Het nadeel begrijp je vast al: het kan zijn dat je een ander bedrag voor een kilowattuur betaalt (kWh) dan wat de aanbieder van de laadpaal eigenlijk vraagt. Dat kan soms gunstig uitvallen, maar soms ook niet. Stel: met jouw laadpas betaal je altijd een tarief van 0,50 euro per kWh. De laadpaal hanteert een tarief van 0,60 euro: dan krijg je dus als het ware 0,10 euro korting per kWh. Maar hanteert die laadpaal een tarief dat veel lager ligt (in veel gevallen inmiddels al rond de 0,20 tot 0,40 euro), dan betaal jij dus méér met je laadpas en het vaste tarief dat daaraan hangt.

Welke laadpas heb je nodig? 🔋 CPO-tarief

Daarom is het voor dagelijks gebruik vaak slim om een laadpas te kiezen die het zogenaamde CPO-tarief (Charge Point Operator, oftewel de laadpaalbeheerder) hanteert. Met zo'n pas betaal je dus het tarief dat je op de paal vindt. En dus verschilt het tarief dat jij betaalt ook, afhankelijk van de laadpaal die je gebruikt. De aanbieder van een dergelijke laadpas verdient vaak geld door maandelijkse gebruikskosten te vragen, of een heel kleine opslag per geladen kWh door te berekenen.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Hoeveel laadpassen moet je hebben?

Het kan daarom best handig zijn om twee laadpassen te nemen. Eén waarmee je altijd het 'lage' tarief van de laadpaal betaalt, en eentje waarmee je goedkoper kunt laden als het tarief van de laadpaal hóger ligt dan het standaardtarief van jouw laadpas.

Wil je weten welke laadpassen er allemaal zijn, welke tarieven ze hanteren en hoe je ervoor betaalt, vergelijk ze dan met elkaar op LaadpasTop10.nl.

Zo zie je welk tarief je betaalt

Goed, je hebt dan dus de keuze gemaakt voor een laadpas waarmee je het CPO-tarief betaalt. Maar hoe weet je dan wat je precies bij welke laadpaal betaalt? Zoals we al schreven kan het gebeuren dat de prijs van twee verschillende laadpalen in dezelfde straat kan verschillen.

In de app van jouw laadpas kun je vaak via een kaartweergave goed zien welk tarief je bij welke laadpaal moet betalen. Download dus altijd die app om inzicht te krijgen in je kosten. Sommige apps laten ook vanuit zichzelf zien of en waar er zich een goedkoper laadpunt bevindt.

Tegenwoordig zie je ook steeds vaker QR-codes of informatie op de laadpaal over de kWh-tarieven. Helaas zijn die nog lang niet overal goed te achterhalen en is het over het algemeen niet goed gesteld met de prijstransparantie bij laadpunten. Europese regelgeving maakt het laadpaalaanbieders echter verplicht om klanten ook ad-hoc (en dus zonder laadpas) te laten betalen bij een laadpunt. Lees hier meer informatie over die regelgeving.

©Felix Geringswald - stock.adobe.com

Meerdere laadpassen? Zo zie je welke het goedkoopst is

Maar wat nu als je meerdere laadpassen hebt en wilt weten met welke je het goedkoopst uit bent? Ook daar zijn gelukkig mogelijkheden voor. Denk daarbij aan apps als Go-Charge.io (📲Android | iOS en Tap Electric (📲Android | iOS. Deze twee partijen laten per laadpunt zien wat het kWh-tarief is in combinatie met een specifieke laadpas. De data van beide apps wordt constant geüpdatet en uitgebreid, maar je krijgt desondanks een goed beeld van de kosten die jij als elektrische rijder bij een laadpunt betaalt.

Ook interessant: Zo houd je de batterij van je elektrische auto in topconditie

Zelf ervaren wat elektrisch rijden is? Ga Sturen bij je buren! De VER biedt de mogelijkheid om samen met een VER-lid een proefrit in zijn/haar elektrische auto te maken. Kijk op deze pagina om met een elektrische rijder bij jou in de buurt in contact te komen. De VER-leden delen graag hun eigen ervaringen met elektrisch rijden en alles wat daarbij komt kijken.


▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.