ID.nl logo
Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV

Voor gebruik in en om de stad is de Dacia Spring Electric ideaal. Dankzij een sterkere elektromotor met 65 in plaats van 44 pk moet de voordeligste EV van Nederland nu ook op de snelweg de wereld aankunnen. Hoe dat in de praktijk uitpakt, vertellen we in deze review.

Rampzalig
Conclusie

De Dacia Spring Electric 65 is een sympathiek autootje dat uiterst aantrekkelijk geprijsd is en als Extreme een redelijk complete standaarduitrusting heeft. Met zijn opgeschroefde motorvermogen is de Spring beslist beter geschikt voor gebruik buiten de gemeentegrenzen, al blijft hij door zijn onrustige weggedrag en overgevoeligheid voor zijwind een wat kwetsbare indruk maken. Als de snelweg tot je dagelijkse routine behoort, kun je voor zo'n 20.000 euro beter op zoek gaan naar een goede tweedehands EV met een wat grotere accu en een wat robuuster formaat. Voor gebruik in de stad is de Spring echter ideaal dankzij zijn handzame formaat en (zeer) zuinige aandrijflijn.

Plus- en minpunten
  • De goedkoopste (nieuwe) EV van Nederland
  • Extra vermogen zorgt voor vlottere prestaties
  • Ideaal voor stedelijk gebruik
  • Eenvoudige bediening
  • SEPP-subsidie: ruim 10% korting op de prijs
  • Bijbetalen voor 30 kW DC-laden
  • Erg gevoelig voor zijwind
  • Nauwelijks veiligheidsopties
  • Weinig reserves op de snelweg
  • 'Range anxiety' herleeft

©Igor Stuifzand | ID.nl

De nieuwe Extreme-uitvoering is herkenbaar aan de koperkleurige elementen voor het in- en exterieur.

Eerst even een rondje om de Dacia Spring

In het voorjaar van 2021 verschenen de eerste exemplaren van de Dacia Spring EV in het Nederlandse straatbeeld. Een vrolijke verschijning in zakformaat, met stoere wielkuipranden en oranje details die ‘m nog meer kleur op de wangen te geven. De Dacia Spring was veruit de goedkoopste (nieuwe) elektrische auto – en is dat nog steeds.

Kort nadat Dacia een nieuw merklogo introduceerde, kreeg de auto een bescheiden facelift. Een belangrijker wapenfeit is de komst van de Extreme-uitvoering, die wordt aangedreven door een veel krachtiger elektromotor. In plaats van de standaard 44 pk heeft de Spring Extreme een vermogen van 65 pk op de aangedreven voorwielen. Da's bijna 48 procent meer! Dat maakt de kleine Dacia een stuk bruikbaarder en aantrekkelijker.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Het interieur van de Dacia Spring is opgebouwd uit robuuste materialen. De koperkleurige details zijn voorbehouden aan de Extreme-versie.

Op de Extreme-uitvoering zijn de oranje elementen vervangen door koperkleurige onderdelen. Die kleur zien we nu op de spiegelkappen, in de dakrails en vlak onder de koplampen. Dacia heeft wat stickers met een hoogtekaartmotiefje op de auto geplakt, een motief dat terugkeert in de rubber vloermatten.

Ook de sierlijsten van de deurpanelen, de stiksels van de kunstleren stoelbekleding en de sierringen rond de ventilatieroosters en rond het centrale multimediascherm (met standaard navigatie en ondersteuning van Apple CarPlay en Android Auto) zijn allemaal koperkleurig uitgevoerd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

'D' is vooruit, 'N' staat voor neutraal en 'R' betekent achteruit. Zo eenvoudig kan het leven zijn.

Is de Dacia Spring een praktische auto?

Met een lengte van 3,73 meter en een breedte van 1,58 meter nestelt de Dacia Spring Electric zich in het segment van de kleinste auto’s, waarin ook de Kia Picanto, Suzuki Ignis en Hyundai i10 opereren. Deze modellen zijn echter niet leverbaar met een volledig elektrische aandrijflijn, en dat maakt de Dacia Spring Electric een uniek aanbod.

In druk stadsverkeer is de Spring door zijn compacte formaat en kleine draaicirkel heel praktisch. Standaard heeft hij vijf deuren, waarmee de toegang tot de achterbank en kofferbak dik in orde is. De achterklep biedt toegang tot een bagageruimte van 300 liter – daar kunnen de Kia Picanto en Hyundai i10 nog een voorbeeld aan nemen!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een inhoud van 300 liter is de bagageruimte een stuk groter dan die van de concurrentie.

Aan boord heb je voor kleine spulletjes tal van opbergmogelijkheden. De middenconsole heeft een diepe uitsparing, in de deurpanelen zitten ruime bakken en rechts is een volwaardig dashboardkastje geplaatst. De rugleuning van de achterbank kan alleen in z’n geheel worden neergeklapt. Wanneer je extra bagageruimte nodig hebt, lukt het dus niet meer om nog een derde passagier mee te nemen. Het maximum laadvermogen bedraagt 265 kilo, oftewel twee volwassenen en een redelijk complete kampeeruitrusting. De Spring Electric kan niet met een trekhaak worden geleverd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De donkere kunststof randen om de wielkuipen geven de Spring een avontuurlijk uiterlijk.

Wat kost de Spring en wat heeft hij allemaal te bieden?

De Dacia Spring Electric is de goedkoopste elektrische (nieuwe) auto in de Nederlandse prijslijsten. Bij de versie met 44 pk stap je in voor 21.750 euro. Haal daar 2.950 euro Subsidie Elektrische Personenauto’s voor Particulieren (SEPP-aanschafsubsidie) vanaf en je zit ruimschoots onder de 20 mille. Daarmee kan de basisversie van de Spring – à 18.800 euro – zelfs tot de goedkoopste nieuwe auto’s van Nederland worden gerekend.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Je zit wat hoog en de stoelen ogen wat vlak, maar het zitcomfort is beslist in orde.

Uitgevoerd als Extreme wordt voor de Dacia Spring Electric met 65 pk een bedrag van 23.400 euro gevraagd. Met aftrek van de SEPP-subsidie betaal je 20.450 euro. Een completer uitgevoerde versie dan de Extreme is er niet. Airco, een multimediasysteem met 7-inch bedieningspaneel inclusief navigatie en smartphone-integratie (via een kabeltje), elektrische raambediening voor en achter, een achteruitrijcamera – het zit er allemaal op.

De veiligheidsuitrusting is echter bescheiden. De auto beschikt over een noodremsysteem dat automatisch ingrijpt, met een klein waarschuwingslampje in het instrumentarium om aan te geven dat je wel héél dicht op de achterbumper van je voorligger rijdt.

Standaard beschikt de Spring Electric over een 1-fase-boordlader die met een vermogen van 2,3 tot 7 kW de batterij oplaadt. Een DC-lader met een maximumlaadkracht van 30 kW heeft een meerprijs van 600 euro. Die had Dacia standaard moeten leveren – wat ons betreft beslist een onderwerp om ter sprake te brengen op de onderhandelingstafel!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Navigatie is standaard. Het multimediasysteem is eenvoudig van opzet en zodoende gemakkelijk te bedienen.

Wat zijn de concurrenten van de Dacia Spring?

Tot dusverre had de Dacia Spring Electric van weinig concurrenten te duchten. Van vergelijkbaar formaat is de Renault Twingo E-Tech Electric. Met 82 pk heeft die een krachtiger motor, maar zijn batterij heeft ook een iets kleinere capaciteit. En de Twingo is duurder dan de Spring.

Ook de Fiat 500e zit ver boven de prijs van de Dacia en kan zodoende niet als serieuze concurrent worden gezien. Voor een vergelijkbare prijs moet het echter lukken om een gebruikt exemplaar met lage kilometerstand van de Renault Zoe of de elektrische drieling Seat Mii/Skoda Citigo/Volkswagen Up te vinden.

Onlangs heeft Citroën de nieuwe elektrisch aangedreven ë-C3 aangekondigd, maar die auto verschijnt pas in 2024 op de markt. Inclusief  SEPP-subsidie gaat de basisversie van de ë-C3 21.340 euro kosten. Hij is wat groter dan de Spring Electric en heeft een krachtiger motor (113 pk). Hij komt op een volle accu zo’n 300 kilometer ver.

Reken erop dat er bij Dacia wat mensen plotseling om frisse lucht verlegen zaten toen dit nieuws naar buiten kwam. Want voor nog geen 1.000 euro meer lijkt de Citroën ë-C3 een volwaardige instap-EV te zijn, waar de Dacia Spring Electric 65 Extreme weinig tegenin te brengen heeft.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een vermogen van 65 pk hoef je buiten de stad niet meer alles eruit te persen wat erin zit.

De accutechniek en aandrijflijn onder de loep

De technische basis van de Dacia Spring wordt gevormd door een platform dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor groeimarkten zoals India en China. De auto wordt dan ook in China geproduceerd. In Europa zijn de eisen op het gebied van veiligheid echter veel strenger dan in deze gebieden, zodat de Spring voor export naar het westen flink gemodificeerd diende te worden. Om de prijs van de auto toch laag te houden, levert Dacia alleen de hoogst noodzakelijke veiligheidssystemen.

De elektromotor huist voorin. Doordat Dacia het maximumtoerental van de elektromotor heeft verhoogd, kon het vermogen met 48 procent worden opgeschroefd een welkome ‘boost’ om snel(ler) uit de startblokken te komen. Wat het extra vermogen met de prestaties doet, laat de folder zien.

Terwijl de basisversie met 44 pk in 19,1 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u optrekt, heeft de 65 pk sterke Extreme-variant voor dezelfde oefening nog maar 13,7 tellen nodig. Dat geeft je in druk verkeer net wat meer gemoedsrust; je kunt veel beter met de verkeersstroom meekomen en er zit niet zo snel meer iemand op je achterbumper te drukken.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Precies de informatie die je nodig hebt: de accuvulling in procenten, de resterende actieradius en het gemiddeld verbruik.

Aan de batterij heeft Dacia niets veranderd. Deze heeft een bruikbare capaciteit van 26,8 kWh. Door het hogere vermogen is de actieradius van de ‘high-power’ Spring logischerwijs kleiner dan die van de basisversie met 44 pk. Je levert daardoor 10 kilometer in op de WLTP-opgave en moet na 220 kilometer toch wel een laadpaal gevonden hebben om niet tot met een lege accu tot stilstand te komen.

De standaard boordlader van de Spring Electric laadt op met een maximumvermogen van 7 kW. Een DC-lader die tot 30 kW gaat, kost 600 euro extra. De laadpoort zit in het midden van de neus achter een dekseltje. Wat ons betreft een handige plek.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met de eindstreep op onze verbruiksronde in zicht moesten we toch nog even een laadpaal opzoeken.

Hoe presteert de Dacia Spring Electric 65 op onze standaard verbruiksronde?

We hebben de kaart erbij gepakt en een testroute van zo’n 170 kilometer uitgestippeld, waarop we voor een goede praktijkindicatie het verbruik van elke elektrische testauto zullen meten. De route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol zowel op 100 km/u als op 130 km/u vastzetten. We rijden onze verbruiksronde na de avondspits, zodat we bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen riskeren en over de gehele route weinig te maken hebben met druk (vracht)verkeer. Invloed op het weer hebben we niet; auto’s die we in het najaar of in de winter rijden, zullen een hoger stroomverbruik noteren dan auto’s die in de lente en de zomer aan bod komen. Belangrijkste verbruiksfactor bij een EV is de rijstijl van de bestuurder. We houden ons overal aan de voorgeschreven snelheden en maken van de test geen race of recordpoging 'zuinig rijden'. We zetten de airco op 21 graden en schakelen (indien aanwezig) het regeneratief remmen of ‘one-pedal driving’ in.

Tijdens onze standaard verbruiksronde rijden we met elke testauto een snelwegtraject van een kilometer of 20 met een snelheid van 130 km/u. Dat gaan we met de Spring Electric niet halen: Dacia geeft een topsnelheid op van 125 km/u. De Spring is echter prima in staat om langere tijd een kruissnelheid van 110 km/u aan te houden, dus om de snelwegetappe niet volledig met gevloerd acceleratiepedaal te rijden, houden we die vaart vast.

Het zit de Dacia echter niet mee tijdens de verbruikstest: het weer laat zich van zijn lelijkste kant zien. Het is 14 graden en op de snelweg krijgt de Spring slagregens en een stormachtige westenwind vol op zijn neus. Tja, daar zal de kleine Dacia in de praktijk wel vaker mee moeten te dealen, dus zetten we de enkele ruitenwisser op standje ‘turbo’ en knokken we ons door de harde tegenwind.

Doordat de Dacia Spring Electric zo hard heeft moeten zwoegen, worden we geconfronteerd met een ouderwets fenomeen: 'range anxiety', oftewel het onbehaaglijke gevoel dat je krijgt als je met de resterende stroomreserve niet meer thuis kunt komen. Hoewel we de 170 kilometer lange verbruiksronde met een volle accu startten, zullen we onderweg toch even een laadpaal moeten opzoeken.

Aan het eind van de verbruiksronde staat er op de boordcomputer een gemiddeld energieverbruik van 16,0 kWh/100 km, goed voor 167 kilometer op een volle batterij. Het verschil met de 14,5 kWh/100 km en de actieradius van 220 kilometer die Dacia zelf opgeeft, is door de loodzware snelwegkilometers echter snel verklaard.  Wanneer je zelden op de snelweg komt, is het officiële verbruik echter makkelijk te realiseren.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Dacia is smal en heeft een korte draaicirkel. Ideaal voor in de stad en daar net buiten.

En hoe bevalt de Dacia Spring op de weg?

We zouden hier een aardige waslijst kunnen opvoeren met punten die we in de Dacia Spring graag anders hadden gezien. Om te beginnen: zijn overgevoeligheid voor zijwind. Zeker wanneer je de snelheid wat opvoert, voel je zelfs bij een bescheiden windkracht al hoe de auto uit koers wordt gedwongen en je de knuisten om het stuur moet klemmen om binnen de lijntjes te blijven.

Ook de stuurinrichting zelf gaat niet vrijuit: het stuur lijkt over een kartelrand te draaien, en dat gaat op den duur irriteren. Je moet de boordcomputer bedienen door een knopje rechts van de digitale snelheidsmeter in te drukken, waardoor je je hand dóór het stuur moet steken. En wanneer je bovengemiddeld lang bent en wat breder gebouwd, zit je letterlijk schouder-aan-deurstijl en kun je de knoppen van de kachel haast met je knieën bedienen. Nog een klacht: de veiligheidsuitrusting is naar de huidige maatstaven wel erg karig.

Wie niet bovengemiddeld lang is, heeft er geen last van. Ben je wel lang, dan ondervind je algauw gebrek aan beenruimte en armslag.

Maar laten we alles in het juiste perspectief plaatsen. We hebben het hier over een elektrische auto die net iets duurder is dan 20.000 euro. Dan mag je natuurlijk niet verlangen dat hij zich onderweg gedraagt als een auto van 40.000 euro.

De Spring Electric voelt zich het lekkerst in de stad. Wanneer het verkeerslicht op groen springt, komt de auto vlot uit de startblokken. Daarbij is de bandenkeuze trouwens zeer van invloed op de hoeveelheid grip die de aangedreven voorwielen ondervinden.

De Spring stuur licht, laat zich eenvoudig door krappe ruimtes sturen en springt bij lagere snelheden bovendien heel zuinig met de stroomvoorraad om. De Dacia Spring Electric wil helemaal niet meedoen met de grote jongens: je krijgt wat je mag verwachten voor zo’n lage prijs.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Spring Electric wordt in China gebouwd, maar voldoet aan de kwaliteit die je van een Dacia mag verwachten.

Ontdek jouw perfecte elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl

Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Audio-Technica introduceert vernieuwde AT33x-cartridges
Huis

Audio-Technica introduceert vernieuwde AT33x-cartridges

Audio-Technica heeft voor het eerst sinds 2014 een grote update van zijn phono-cartridgelijn uitgebracht. De nieuwe AT33x-serie bestaat uit vijf verschillende modellen, waaronder drie zogeheten stereo moving coil-cartridges en twee mono moving coil-cartridges.

De nieuwe serie introduceert verschillende technische vernieuwingen die de geluidskwaliteit moeten verbeteren. Een belangrijke innovatie is bijvoorbeeld het eerste gebruik van gegoten zink door Audio-Technica in cartridges. Dit materiaal heeft een hoge dichtheid en stijfheid, waardoor ongewenste trillingen worden geminimaliseerd en een rijkere en meer gearticuleerde weergave wordt bereikt, vooral in het midden- en lage frequentiebereik.

Audio-Technica heeft ook een nieuw ophangingsmechanisme ontwikkeld met een iets lagere dynamische compliantie dan conventionele cartridges. Deze aanpassing zorgt voor meer flexibiliteit bij het instellen en betere compatibiliteit met verschillende toonarmen, wat gebruikers meer vrijheid geeft bij het aanpassen van het geluid.

Alle cartridges uit de AT33x-serie worden volgens Audio-Technica in Japan vervaardigd en met de hand afgewerkt door ervaren vakmensen. De nauwkeurige bewerking en zorgvuldige afstelling zijn het resultaat van tientallen jaren ervaring, wat resulteert in een kwaliteits- en betrouwbaarheidsniveau dat volgens Audio-Technica niet mogelijk zou zijn met enkel geautomatiseerde processen. Dit weerspiegelt de Japanse ambachtelijke traditie waar Audio-Technica veel waarde aan hecht.

De verschillende modellen

De stereo-modellen in de serie hebben elk hun eigen kenmerken. De AT33xEN is uitgerust met een elliptische naald die een rijk geluidsveld combineert met stabiele controle, terwijl de AT33xMLD en AT33xMLB microlineaire naaldmodellen zijn die zorgen voor verfijnde expressiviteit en uitzonderlijke controle over een brede bandbreedte bieden.

De mono-cartridges in de serie zijn speciaal ontworpen voor liefhebbers van mono-vinyl. De AT33xMONO/I brengt volgens Audio-Technica de volledige aantrekkingskracht van mono vinyl over, terwijl de AT33xMONO/II zich onderscheidt met een warm, meeslepend geluid. Dit laatste model is het enige in de AT33x-serie dat gebruikmaakt van een samarium-kobaltmagneet en een zuiver ijzeren juk voor een soepele, stabiele en rijk gestructureerde weergave.

Technische innovaties

De AT33x-serie bevat technische innovaties, waaronder dubbele bewegende spoelen voor uitstekende kanaalscheiding en brede frequentierespons, een duraluminium cantilever die harder is dan standaard aluminium, en een hybride behuizing die drie materialen combineert om resonantie over de hele cartridge te verspreiden voor een gebalanceerd, natuurlijk geluid.

De cartridges zijn verder voorzien van PCOCC-spoelleiders zonder kristalkorrelgrenzen voor verminderde signaalverstoring, goudgeplateerde geluidsterminalpennen met een dikkere goudlaag dan conventionele producten, en schroefdraadgaten voor eenvoudigere directe montage op geïntegreerde toonarmen en de meeste standaard headshells.

Beschikbaarheid en prijzen

De Audio-Technica AT33x-serie is vanaf 23 oktober 2025 verkrijgbaar. De stereo-modellen hebben een adviesprijs vanaf 599 euro, terwijl de mono-modellen een adviesprijs hebben vanaf 399 euro.

Platenspelers van Audio-Technica op Kieskeurig.nl:

▼ Volgende artikel
Review Dreame Matrix 10 Ultra – Veel meer opties, veel minder werk
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame Matrix 10 Ultra – Veel meer opties, veel minder werk

Dreame timmert hard aan de weg met verschillende robotstofzuigers en presenteert met de Dreame Matrix 10 Ultra een nieuw model. In de basis is dit een soort opgevoerde X50, maar dan met een veel uitgebreider station én meerdere dweilpads.

Fantastisch
Conclusie

De Dreame Matrix 10 Ultra neemt flink wat werk uit handen en presenteert allerlei extra mogelijkheden. De zuig- en dweilprestaties zijn beter dan ooit en het is erg prettig dat je nu drie soorten schoonmaakmiddelen in de zeepbak kunt gebruiken. Het enige wat jij nog hoeft te doen, is af en toe het water bijvullen en het vieze water weggooien. Voor de rest heb je hier eigenlijk geen omkijken meer naar.

Plus- en minpunten
  • Klimt over drempels
  • Inschuifbare sensortoren
  • 30.000 Pa aan zuigkracht
  • Stiller dan ooit
  • Uitschuifbare dweilpad en zijborstel
  • Drie soorten dweilpads
  • Drie verschillende soorten zeep
  • Min of meer vol-automatisch
  • Ontzettend duur
  • Zuigprestaties op vloerkleed

Dreame blijft stevig aan de weg timmeren, en dat zie je terug in de nieuwe Matrix 10 Ultra. Zoals we van het merk gewend zijn, bouwt het voort op eerdere modellen met slimme verbeteringen in plaats van een compleet nieuw ontwerp. Denk aan de H15 Pro en de H15 Mix of de H15 FoamWash – allemaal varianten die het topmodel van hun tijd nét iets praktischer of completer maakten. De Matrix 10 Ultra zet die lijn voort waar de X50 Ultra destijds ophield.

Met een adviesprijs van 1599 euro(!) is de Matrix 10 Ultra fors duurder dan de X50 Ultra, die nu rond de 1200 euro kost. Maar daar krijg je ook heel wat voor terug. Alles wat de X50 kon, kan deze robot ook, én meer. Zo heeft hij een uitschuifbare dweil en borstel, wielen die moeiteloos drempels trotseren en een intrekbare cameramodule, zodat de robot ook onder meubels kan schoonmaken.

©Wesley Akkerman

Dreame Matrix 10 Ultra

Om niet te veel in herhaling te vallen, concentreren we ons vanaf hier op de belangrijkste verschillen en toevoegingen. Zo beschikt de Dreame Matrix 10 Ultra nu over 30.000 Pa aan zuigkracht (tegenover 20.000 Pa op de X50) en gaat hij langer mee op een volle batterij (die overigens even groot is), waardoor je er 60 minuten meer uit perst. Verder vallen de iets grotere waterbakken en de kleinere stofbak in de stofzuiger op, maar daar blijft het bij.

Wat zorgt dan voor dat grote prijsverschil? Om te beginnen is het station veel groter en uitgebreider. Dat komt door de ondersteuning voor drie soorten dweilpads: één voor reguliere vloeren en schoonmaak, één voor badkamervloeren en één voor de vettere vlekken in huis (zoals in de keuken). Alle drie de soorten bewaar je netjes in het deurtje van het oplaad- en schoonmaakstation en hoef je bovendien niet handmatig om te wisselen.

©Wesley Akkerman

De uitgebreidere basis

Voordat je een schoonmaaktaak start en je de Dreame Matrix 10 Ultra de opdracht geeft te dweilen, pakt het systeem zelf de pads die het nodig heeft. Dat gebeurt via een intern systeem in de vorm van een soort robotarm zoals je die ook in frisdrankautomaten kunt tegenkomen. Die beweegt op en neer en plaatst de dweilpads direct onder de stofzuiger, waar de dweilen dankzij krachtige magneten op hun plaats klikken. Dat proces kost wat meer tijd, maar dan heb je ook wat.

Het is bovendien zo dat je drie verschillende soorten schoonmaakmiddelen in dezelfde basis kunt inzetten. In de doos zitten drie flesjes met reguliere zeep, zeep voor houten vloeren en een middel waarmee je nare geurtjes verwijdert die huisdieren achterlaten. Zoals altijd raadt Dreame aan alléén de door het bedrijf verkochte middelen te gebruiken, maar in principe staat het je vrij om ook je eigen schoonmaakmiddel te gebruiken dat specifiek bij jouw vloer past.

©Wesley Akkerman

Meer dan genoeg

De Dreame Matrix 10 Ultra is waarschijnlijk te geavanceerd voor het gemiddelde huishouden, dat vaak ook prima uit de voeten kan met een Dreame L40 Ultra AE of Eufy Omni E25. Maar die laten nog weleens steken vallen of laten qua dweilprestaties iets te wensen. De Matrix 10 Ultra komt echter steeds dichter bij 'de ultieme dweilrobot', en dat is vooral te danken aan zijn veelzijdigheid. Niettemin moet je wel erg veeleisend zijn wil je dit systeem überhaupt overwegen.

Qua navigatie en schoonmaakprestaties doet de Dreame Matrix 10 Ultra het ook gewoon goed. De robot gaat secuur langs muren, plinten (die hij ook gewoon meeneemt) en kasten, waardoor er weinig plekjes overblijven die niet gestofzuigd of gedweild worden. Het enige waar je dan nog een beetje rekening mee moet houden, is dat het basisstation veel ruimte in de breedte inneemt en dat kan onhandig zijn. Ook de zuigprestaties op een kleed kunnen nog altijd beter.

©Wesley Akkerman

Via de app kun je instellen wat je van de Dreame Matrix 10 Ultra verlangt. Je beheert het watergebruik, de zuigkracht en de draaicirkels. Hoe kleiner die zijn, des te groter het oppervlak wordt dat hij schoonmaakt. De app biedt ook een onderhoudsscherm waarin je kunt zien wanneer een bepaald onderdeel aan vervanging of een stofdoek toe is. Ook krijg je daar allerlei tips en updates van de digitale schoonmaakhulp, net zoals bij andere Dreame-producten.

Dreame Matrix 10 Ultra kopen?

Laten we wel wezen: bijna 1600 euro (zonder kortingen) voor een robotstofzuiger is enorm veel geld. Maar de Dreame Matrix 10 Ultra neemt je dan ook flink wat werk uit handen en presenteert allerlei extra mogelijkheden, zonder de gebruiker daarbij op te zadelen met meer werk. De zuig- en dweilprestaties zijn beter dan ooit en het is erg prettig dat je nu drie soorten schoonmaakmiddelen in de zeepbak kunt gebruiken. Het enige wat jij nog hoeft te doen, is af en toe het water bijvullen en het vieze water weggooien. Voor de rest heb je hier eigenlijk geen omkijken meer naar.