ID.nl logo
Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV

Voor gebruik in en om de stad is de Dacia Spring Electric ideaal. Dankzij een sterkere elektromotor met 65 in plaats van 44 pk moet de voordeligste EV van Nederland nu ook op de snelweg de wereld aankunnen. Hoe dat in de praktijk uitpakt, vertellen we in deze review.

Goed
Conclusie

De Dacia Spring Electric 65 is een sympathiek autootje dat uiterst aantrekkelijk geprijsd is en als Extreme een redelijk complete standaarduitrusting heeft. Met zijn opgeschroefde motorvermogen is de Spring beslist beter geschikt voor gebruik buiten de gemeentegrenzen, al blijft hij door zijn onrustige weggedrag en overgevoeligheid voor zijwind een wat kwetsbare indruk maken. Als de snelweg tot je dagelijkse routine behoort, kun je voor zo'n 20.000 euro beter op zoek gaan naar een goede tweedehands EV met een wat grotere accu en een wat robuuster formaat. Voor gebruik in de stad is de Spring echter ideaal dankzij zijn handzame formaat en (zeer) zuinige aandrijflijn.

Plus- en minpunten
  • De goedkoopste (nieuwe) EV van Nederland
  • Extra vermogen zorgt voor vlottere prestaties
  • Ideaal voor stedelijk gebruik
  • Eenvoudige bediening
  • SEPP-subsidie: ruim 10% korting op de prijs
  • Bijbetalen voor 30 kW DC-laden
  • Erg gevoelig voor zijwind
  • Nauwelijks veiligheidsopties
  • Weinig reserves op de snelweg
  • 'Range anxiety' herleeft

©Igor Stuifzand | ID.nl

De nieuwe Extreme-uitvoering is herkenbaar aan de koperkleurige elementen voor het in- en exterieur.

Eerst even een rondje om de Dacia Spring

In het voorjaar van 2021 verschenen de eerste exemplaren van de Dacia Spring EV in het Nederlandse straatbeeld. Een vrolijke verschijning in zakformaat, met stoere wielkuipranden en oranje details die ‘m nog meer kleur op de wangen te geven. De Dacia Spring was veruit de goedkoopste (nieuwe) elektrische auto – en is dat nog steeds.

Kort nadat Dacia een nieuw merklogo introduceerde, kreeg de auto een bescheiden facelift. Een belangrijker wapenfeit is de komst van de Extreme-uitvoering, die wordt aangedreven door een veel krachtiger elektromotor. In plaats van de standaard 44 pk heeft de Spring Extreme een vermogen van 65 pk op de aangedreven voorwielen. Da's bijna 48 procent meer! Dat maakt de kleine Dacia een stuk bruikbaarder en aantrekkelijker.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Het interieur van de Dacia Spring is opgebouwd uit robuuste materialen. De koperkleurige details zijn voorbehouden aan de Extreme-versie.

Op de Extreme-uitvoering zijn de oranje elementen vervangen door koperkleurige onderdelen. Die kleur zien we nu op de spiegelkappen, in de dakrails en vlak onder de koplampen. Dacia heeft wat stickers met een hoogtekaartmotiefje op de auto geplakt, een motief dat terugkeert in de rubber vloermatten.

Ook de sierlijsten van de deurpanelen, de stiksels van de kunstleren stoelbekleding en de sierringen rond de ventilatieroosters en rond het centrale multimediascherm (met standaard navigatie en ondersteuning van Apple CarPlay en Android Auto) zijn allemaal koperkleurig uitgevoerd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

'D' is vooruit, 'N' staat voor neutraal en 'R' betekent achteruit. Zo eenvoudig kan het leven zijn.

Is de Dacia Spring een praktische auto?

Met een lengte van 3,73 meter en een breedte van 1,58 meter nestelt de Dacia Spring Electric zich in het segment van de kleinste auto’s, waarin ook de Kia Picanto, Suzuki Ignis en Hyundai i10 opereren. Deze modellen zijn echter niet leverbaar met een volledig elektrische aandrijflijn, en dat maakt de Dacia Spring Electric een uniek aanbod.

In druk stadsverkeer is de Spring door zijn compacte formaat en kleine draaicirkel heel praktisch. Standaard heeft hij vijf deuren, waarmee de toegang tot de achterbank en kofferbak dik in orde is. De achterklep biedt toegang tot een bagageruimte van 300 liter – daar kunnen de Kia Picanto en Hyundai i10 nog een voorbeeld aan nemen!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een inhoud van 300 liter is de bagageruimte een stuk groter dan die van de concurrentie.

Aan boord heb je voor kleine spulletjes tal van opbergmogelijkheden. De middenconsole heeft een diepe uitsparing, in de deurpanelen zitten ruime bakken en rechts is een volwaardig dashboardkastje geplaatst. De rugleuning van de achterbank kan alleen in z’n geheel worden neergeklapt. Wanneer je extra bagageruimte nodig hebt, lukt het dus niet meer om nog een derde passagier mee te nemen. Het maximum laadvermogen bedraagt 265 kilo, oftewel twee volwassenen en een redelijk complete kampeeruitrusting. De Spring Electric kan niet met een trekhaak worden geleverd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De donkere kunststof randen om de wielkuipen geven de Spring een avontuurlijk uiterlijk.

Wat kost de Spring en wat heeft hij allemaal te bieden?

De Dacia Spring Electric is de goedkoopste elektrische (nieuwe) auto in de Nederlandse prijslijsten. Bij de versie met 44 pk stap je in voor 21.750 euro. Haal daar 2.950 euro Subsidie Elektrische Personenauto’s voor Particulieren (SEPP-aanschafsubsidie) vanaf en je zit ruimschoots onder de 20 mille. Daarmee kan de basisversie van de Spring – à 18.800 euro – zelfs tot de goedkoopste nieuwe auto’s van Nederland worden gerekend.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Je zit wat hoog en de stoelen ogen wat vlak, maar het zitcomfort is beslist in orde.

Uitgevoerd als Extreme wordt voor de Dacia Spring Electric met 65 pk een bedrag van 23.400 euro gevraagd. Met aftrek van de SEPP-subsidie betaal je 20.450 euro. Een completer uitgevoerde versie dan de Extreme is er niet. Airco, een multimediasysteem met 7-inch bedieningspaneel inclusief navigatie en smartphone-integratie (via een kabeltje), elektrische raambediening voor en achter, een achteruitrijcamera – het zit er allemaal op.

De veiligheidsuitrusting is echter bescheiden. De auto beschikt over een noodremsysteem dat automatisch ingrijpt, met een klein waarschuwingslampje in het instrumentarium om aan te geven dat je wel héél dicht op de achterbumper van je voorligger rijdt.

Standaard beschikt de Spring Electric over een 1-fase-boordlader die met een vermogen van 2,3 tot 7 kW de batterij oplaadt. Een DC-lader met een maximumlaadkracht van 30 kW heeft een meerprijs van 600 euro. Die had Dacia standaard moeten leveren – wat ons betreft beslist een onderwerp om ter sprake te brengen op de onderhandelingstafel!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Navigatie is standaard. Het multimediasysteem is eenvoudig van opzet en zodoende gemakkelijk te bedienen.

Wat zijn de concurrenten van de Dacia Spring?

Tot dusverre had de Dacia Spring Electric van weinig concurrenten te duchten. Van vergelijkbaar formaat is de Renault Twingo E-Tech Electric. Met 82 pk heeft die een krachtiger motor, maar zijn batterij heeft ook een iets kleinere capaciteit. En de Twingo is duurder dan de Spring.

Ook de Fiat 500e zit ver boven de prijs van de Dacia en kan zodoende niet als serieuze concurrent worden gezien. Voor een vergelijkbare prijs moet het echter lukken om een gebruikt exemplaar met lage kilometerstand van de Renault Zoe of de elektrische drieling Seat Mii/Skoda Citigo/Volkswagen Up te vinden.

Onlangs heeft Citroën de nieuwe elektrisch aangedreven ë-C3 aangekondigd, maar die auto verschijnt pas in 2024 op de markt. Inclusief  SEPP-subsidie gaat de basisversie van de ë-C3 21.340 euro kosten. Hij is wat groter dan de Spring Electric en heeft een krachtiger motor (113 pk). Hij komt op een volle accu zo’n 300 kilometer ver.

Reken erop dat er bij Dacia wat mensen plotseling om frisse lucht verlegen zaten toen dit nieuws naar buiten kwam. Want voor nog geen 1.000 euro meer lijkt de Citroën ë-C3 een volwaardige instap-EV te zijn, waar de Dacia Spring Electric 65 Extreme weinig tegenin te brengen heeft.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een vermogen van 65 pk hoef je buiten de stad niet meer alles eruit te persen wat erin zit.

De accutechniek en aandrijflijn onder de loep

De technische basis van de Dacia Spring wordt gevormd door een platform dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor groeimarkten zoals India en China. De auto wordt dan ook in China geproduceerd. In Europa zijn de eisen op het gebied van veiligheid echter veel strenger dan in deze gebieden, zodat de Spring voor export naar het westen flink gemodificeerd diende te worden. Om de prijs van de auto toch laag te houden, levert Dacia alleen de hoogst noodzakelijke veiligheidssystemen.

De elektromotor huist voorin. Doordat Dacia het maximumtoerental van de elektromotor heeft verhoogd, kon het vermogen met 48 procent worden opgeschroefd een welkome ‘boost’ om snel(ler) uit de startblokken te komen. Wat het extra vermogen met de prestaties doet, laat de folder zien.

Terwijl de basisversie met 44 pk in 19,1 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u optrekt, heeft de 65 pk sterke Extreme-variant voor dezelfde oefening nog maar 13,7 tellen nodig. Dat geeft je in druk verkeer net wat meer gemoedsrust; je kunt veel beter met de verkeersstroom meekomen en er zit niet zo snel meer iemand op je achterbumper te drukken.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Precies de informatie die je nodig hebt: de accuvulling in procenten, de resterende actieradius en het gemiddeld verbruik.

Aan de batterij heeft Dacia niets veranderd. Deze heeft een bruikbare capaciteit van 26,8 kWh. Door het hogere vermogen is de actieradius van de ‘high-power’ Spring logischerwijs kleiner dan die van de basisversie met 44 pk. Je levert daardoor 10 kilometer in op de WLTP-opgave en moet na 220 kilometer toch wel een laadpaal gevonden hebben om niet tot met een lege accu tot stilstand te komen.

De standaard boordlader van de Spring Electric laadt op met een maximumvermogen van 7 kW. Een DC-lader die tot 30 kW gaat, kost 600 euro extra. De laadpoort zit in het midden van de neus achter een dekseltje. Wat ons betreft een handige plek.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met de eindstreep op onze verbruiksronde in zicht moesten we toch nog even een laadpaal opzoeken.

Hoe presteert de Dacia Spring Electric 65 op onze standaard verbruiksronde?

We hebben de kaart erbij gepakt en een testroute van zo’n 170 kilometer uitgestippeld, waarop we voor een goede praktijkindicatie het verbruik van elke elektrische testauto zullen meten. De route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol zowel op 100 km/u als op 130 km/u vastzetten. We rijden onze verbruiksronde na de avondspits, zodat we bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen riskeren en over de gehele route weinig te maken hebben met druk (vracht)verkeer. Invloed op het weer hebben we niet; auto’s die we in het najaar of in de winter rijden, zullen een hoger stroomverbruik noteren dan auto’s die in de lente en de zomer aan bod komen. Belangrijkste verbruiksfactor bij een EV is de rijstijl van de bestuurder. We houden ons overal aan de voorgeschreven snelheden en maken van de test geen race of recordpoging 'zuinig rijden'. We zetten de airco op 21 graden en schakelen (indien aanwezig) het regeneratief remmen of ‘one-pedal driving’ in.

Tijdens onze standaard verbruiksronde rijden we met elke testauto een snelwegtraject van een kilometer of 20 met een snelheid van 130 km/u. Dat gaan we met de Spring Electric niet halen: Dacia geeft een topsnelheid op van 125 km/u. De Spring is echter prima in staat om langere tijd een kruissnelheid van 110 km/u aan te houden, dus om de snelwegetappe niet volledig met gevloerd acceleratiepedaal te rijden, houden we die vaart vast.

Het zit de Dacia echter niet mee tijdens de verbruikstest: het weer laat zich van zijn lelijkste kant zien. Het is 14 graden en op de snelweg krijgt de Spring slagregens en een stormachtige westenwind vol op zijn neus. Tja, daar zal de kleine Dacia in de praktijk wel vaker mee moeten te dealen, dus zetten we de enkele ruitenwisser op standje ‘turbo’ en knokken we ons door de harde tegenwind.

Doordat de Dacia Spring Electric zo hard heeft moeten zwoegen, worden we geconfronteerd met een ouderwets fenomeen: 'range anxiety', oftewel het onbehaaglijke gevoel dat je krijgt als je met de resterende stroomreserve niet meer thuis kunt komen. Hoewel we de 170 kilometer lange verbruiksronde met een volle accu startten, zullen we onderweg toch even een laadpaal moeten opzoeken.

Aan het eind van de verbruiksronde staat er op de boordcomputer een gemiddeld energieverbruik van 16,0 kWh/100 km, goed voor 167 kilometer op een volle batterij. Het verschil met de 14,5 kWh/100 km en de actieradius van 220 kilometer die Dacia zelf opgeeft, is door de loodzware snelwegkilometers echter snel verklaard.  Wanneer je zelden op de snelweg komt, is het officiële verbruik echter makkelijk te realiseren.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Dacia is smal en heeft een korte draaicirkel. Ideaal voor in de stad en daar net buiten.

En hoe bevalt de Dacia Spring op de weg?

We zouden hier een aardige waslijst kunnen opvoeren met punten die we in de Dacia Spring graag anders hadden gezien. Om te beginnen: zijn overgevoeligheid voor zijwind. Zeker wanneer je de snelheid wat opvoert, voel je zelfs bij een bescheiden windkracht al hoe de auto uit koers wordt gedwongen en je de knuisten om het stuur moet klemmen om binnen de lijntjes te blijven.

Ook de stuurinrichting zelf gaat niet vrijuit: het stuur lijkt over een kartelrand te draaien, en dat gaat op den duur irriteren. Je moet de boordcomputer bedienen door een knopje rechts van de digitale snelheidsmeter in te drukken, waardoor je je hand dóór het stuur moet steken. En wanneer je bovengemiddeld lang bent en wat breder gebouwd, zit je letterlijk schouder-aan-deurstijl en kun je de knoppen van de kachel haast met je knieën bedienen. Nog een klacht: de veiligheidsuitrusting is naar de huidige maatstaven wel erg karig.

Wie niet bovengemiddeld lang is, heeft er geen last van. Ben je wel lang, dan ondervind je algauw gebrek aan beenruimte en armslag.

Maar laten we alles in het juiste perspectief plaatsen. We hebben het hier over een elektrische auto die net iets duurder is dan 20.000 euro. Dan mag je natuurlijk niet verlangen dat hij zich onderweg gedraagt als een auto van 40.000 euro.

De Spring Electric voelt zich het lekkerst in de stad. Wanneer het verkeerslicht op groen springt, komt de auto vlot uit de startblokken. Daarbij is de bandenkeuze trouwens zeer van invloed op de hoeveelheid grip die de aangedreven voorwielen ondervinden.

De Spring stuur licht, laat zich eenvoudig door krappe ruimtes sturen en springt bij lagere snelheden bovendien heel zuinig met de stroomvoorraad om. De Dacia Spring Electric wil helemaal niet meedoen met de grote jongens: je krijgt wat je mag verwachten voor zo’n lage prijs.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Spring Electric wordt in China gebouwd, maar voldoet aan de kwaliteit die je van een Dacia mag verwachten.

Ontdek jouw perfecte elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl

Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.

▼ Volgende artikel
Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort
© Wesley Akkerman
Huis

Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort

De Denon AH-C500W-oortjes beloven vanwege de open pasvorm comfort en omgevingsbewustzijn. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een pasvorm die niet echt aansluit op de gehoorgang.

Oké
Conclusie

De Denon AH-C500W probeert met een open ontwerp een omgevingsbewuste luisterervaring te bieden, maar schiet op meerdere vlakken tekort. De pasvorm is onstabiel, de aanraakbediening irritant en het geluid – met name de bas – valt tegen. Daardoor voelt dit model vooral aan als een ongelukkig compromis.

Plus- en minpunten
  • Heel licht ontwerp
  • Heldere sound
  • Equalizer binnen de app
  • Blijven niet goed zitten
  • Audio mist duidelijke baslaag
  • Karige app

Het ontwerp van de Denon AH-C500W is volgens de fabrikant gericht op comfort; daarvoor heeft de fabrikant een zogenaamde 'open pasvorm' in het leven geroepen die niet diep in je gehoorgang zit. Hierdoor voelen de oordopjes licht aan en kun je ze lang zonder enige irritatie dragen. Bovendien blijf je goed in verbinding met je omgeving, omdat er geen ruisonderdrukking is en de dopjes zelf niets tegenhouden. Dat zijn allemaal mooie manieren van omdenken. De AH-C500W-dopjes hebben dan ook geen rubber tips die in je oren gaan en de boel afsluiten, maar vallen bij bewegingen daardoor ook makkelijk uit je oren.

De oordopjes beschikken over moderne technologie zoals bluetooth 5.3 met multipoint-connectiviteit, waardoor je met twee apparaten tegelijk kunt verbinden. De totale batterijduur bedraagt 24 uur, inclusief de oplaadcase. Dankzij de IPX4-classificatie zijn ze bestand tegen zweet en spatwater, maar gezien de vorm zijn ze niet echt geschikt voor sporters. De bediening verloopt via gevoelige aanraakoppervlakken op de oordopjes of via de gratis app. Verder hebben ze microfoons met beamforming voor heldere telefoongesprekken.

©Wesley Akkerman

Gladde oortjes

Aan de functionaliteit ligt het dus zeker niet. Denon zet daarmee in op een breed publiek. We vinden het alleen jammer dat de oortjes geen rubber tips hebben, want die helpen vaak bij het blijven zitten in de gehoorgang. We realiseren ons dat dit een persoonlijke voorkeur is; er zijn immers nog steeds mensen die liever gladde oordopjes hebben dan rubber of siliconen oortips die je dieper in je oor moet duwen. Maar als je lang haar hebt, je veel met je hoofd beweegt of de oordopjes met de hand (en niet via de app) bedient, is de kans groot dat je ze verplaatst of dat ze uit je oren vallen.

We vinden de bediening op de oortjes sowieso behoorlijk gevoelig, maar gelukkig kun je die uitschakelen via de gratis Denon Headphones-app. Dat hebben wij dan ook gedaan. We hebben ze regelmatig beter in onze oren moeten draaien, omdat ze niet bleven zitten, en hebben daardoor regelmatig onbedoeld functies geactiveerd. Bovendien beschikt de app over een vijfpunts equalizer. Heel handig, want daarmee verbeter je het geluid daadwerkelijk. Helaas kun je je eigen instellingen niet opslaan; als je terug wilt naar oude settings, dan moet je die handmatig invoeren.

©Wesley Akkerman

Het open karakter

Omdat de Denon AH-C500W een open karakter heeft, zijn ze lastig te vergelijken met oordopjes die wel beschikken over enige afsluiting. Maar dat is dan ook precies de bedoeling. Het is maar net wat je van een setje oortjes verlangt. En eerlijk is eerlijk: ze zijn zo licht dat je ze bijna niet voelt zitten. Door dit karakter klinkt de muziek heel helder, terwijl je ondertussen alles nog meekrijgt vanuit je omgeving. In het openbaar vervoer is dat een nachtmerrie, maar we denken niet dat Denon verwacht dat je ze overal gebruikt.

Verder is ons duidelijk dat de Denon AH-C500W flink wat kracht mist. Zonder equalizerinstellingen vallen de lagere tonen helemaal weg, waardoor je voornamelijk naar de vocalen en hogere segmenten luistert. Met de traditionele glimlachinstellingen van de equalizer (zie de screenshots verderop) trek je het middensegment verder weg van de audioweergave, maar geef je wel een flinke boost aan het onderste deel. Daardoor klinkt de muziek al wat aangenamer. Maar oordopjes met een betere afsluiting zullen in dit geval altijd beter klinken dan de AH-C500W.

©Wesley Akkerman

Open of gesloten?

Je zou de Denon AH-C500W daardoor beter kunnen vergelijken met oordopjes die je meer boven je gehoorgang plaatst – denk aan de Openfit 2+ van Shokz. Daar klinkt de soundstage daadwerkelijk warm, vol en gedetailleerd, en daar kunnen we de Denon-oortjes niet altijd op betrappen. Helemaal eerlijk is de vergelijking trouwens niet, omdat het producten uit twee technisch verschillende groepen zijn. Maar in onze beleving legt dit setje het af tegen oortjes met afsluiting en écht open oordoppen. Het is het net niet, zogezegd.

Daar speelt het ontwerp ook een grote rol in. De Denon AH-C500W's blijven minder goed zitten dan open modellen die je met een haakje om je oren bevestigt. Je bent ze bovendien voortdurend aan het bijdraaien om maar een goede pasvorm te vinden. Wellicht ligt dat deels aan de oren van ondergetekende, maar dat is nu eenmaal wel de ervaring. Ze doen bovendien sterk denken aan de AIrPods. En daardoor hebben we ook het idee dat Denon meer het Apple-publiek wil aanspreken. Een onbegonnen zaak, aangezien die mensen meestal al voorzien zijn.

©Wesley Akkerman

Denon AH-C500W kopen?

De Denon AH-C500W wil zichzelf met zijn open ontwerp neerzetten als een alternatieve keuze voor wie omgevingsbewust wil blijven. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een onrustige pasvorm, waardoor de oordopjes bij de minste beweging al dreigen uit te vallen. Deze constante noodzaak tot bijstellen leidt tot frustratie, mede door de overgevoelige aanraakbediening. Gelukkig kun je die via de app uitschakelen, maar dat verandert verder niets aan het idee dat ze niet echt lekker zitten.

Ook op audiogebied overtuigen de oortjes niet helemaal. Het open karakter levert een helder geluid op, maar de basweergave is ondermaats en vereist flinke aanpassingen via de equalizer, waarvan je de instellingen frustrerend genoeg niet kunt opslaan. De AH-C500W's vallen hierdoor in een lastig niemandsland: ze missen de geluidsisolatie en krachtige bas van afgesloten oordopjes en de stabiele pasvorm van échte open-ear modellen met oorhaken. Uiteindelijk voelen de oordopjes aan als een compromis dat op de belangrijkste vlakken helaas tekortschiet.