ID.nl logo
Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV

Voor gebruik in en om de stad is de Dacia Spring Electric ideaal. Dankzij een sterkere elektromotor met 65 in plaats van 44 pk moet de voordeligste EV van Nederland nu ook op de snelweg de wereld aankunnen. Hoe dat in de praktijk uitpakt, vertellen we in deze review.

Goed
Conclusie

De Dacia Spring Electric 65 is een sympathiek autootje dat uiterst aantrekkelijk geprijsd is en als Extreme een redelijk complete standaarduitrusting heeft. Met zijn opgeschroefde motorvermogen is de Spring beslist beter geschikt voor gebruik buiten de gemeentegrenzen, al blijft hij door zijn onrustige weggedrag en overgevoeligheid voor zijwind een wat kwetsbare indruk maken. Als de snelweg tot je dagelijkse routine behoort, kun je voor zo'n 20.000 euro beter op zoek gaan naar een goede tweedehands EV met een wat grotere accu en een wat robuuster formaat. Voor gebruik in de stad is de Spring echter ideaal dankzij zijn handzame formaat en (zeer) zuinige aandrijflijn.

Plus- en minpunten
  • De goedkoopste (nieuwe) EV van Nederland
  • Extra vermogen zorgt voor vlottere prestaties
  • Ideaal voor stedelijk gebruik
  • Eenvoudige bediening
  • SEPP-subsidie: ruim 10% korting op de prijs
  • Bijbetalen voor 30 kW DC-laden
  • Erg gevoelig voor zijwind
  • Nauwelijks veiligheidsopties
  • Weinig reserves op de snelweg
  • 'Range anxiety' herleeft

©Igor Stuifzand | ID.nl

Eerst even een rondje om de Dacia Spring

In het voorjaar van 2021 verschenen de eerste exemplaren van de Dacia Spring EV in het Nederlandse straatbeeld. Een vrolijke verschijning in zakformaat, met stoere wielkuipranden en oranje details die ‘m nog meer kleur op de wangen te geven. De Dacia Spring was veruit de goedkoopste (nieuwe) elektrische auto – en is dat nog steeds.

Kort nadat Dacia een nieuw merklogo introduceerde, kreeg de auto een bescheiden facelift. Een belangrijker wapenfeit is de komst van de Extreme-uitvoering, die wordt aangedreven door een veel krachtiger elektromotor. In plaats van de standaard 44 pk heeft de Spring Extreme een vermogen van 65 pk op de aangedreven voorwielen. Da's bijna 48 procent meer! Dat maakt de kleine Dacia een stuk bruikbaarder en aantrekkelijker.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Op de Extreme-uitvoering zijn de oranje elementen vervangen door koperkleurige onderdelen. Die kleur zien we nu op de spiegelkappen, in de dakrails en vlak onder de koplampen. Dacia heeft wat stickers met een hoogtekaartmotiefje op de auto geplakt, een motief dat terugkeert in de rubber vloermatten.

Ook de sierlijsten van de deurpanelen, de stiksels van de kunstleren stoelbekleding en de sierringen rond de ventilatieroosters en rond het centrale multimediascherm (met standaard navigatie en ondersteuning van Apple CarPlay en Android Auto) zijn allemaal koperkleurig uitgevoerd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Is de Dacia Spring een praktische auto?

Met een lengte van 3,73 meter en een breedte van 1,58 meter nestelt de Dacia Spring Electric zich in het segment van de kleinste auto’s, waarin ook de Kia Picanto, Suzuki Ignis en Hyundai i10 opereren. Deze modellen zijn echter niet leverbaar met een volledig elektrische aandrijflijn, en dat maakt de Dacia Spring Electric een uniek aanbod.

In druk stadsverkeer is de Spring door zijn compacte formaat en kleine draaicirkel heel praktisch. Standaard heeft hij vijf deuren, waarmee de toegang tot de achterbank en kofferbak dik in orde is. De achterklep biedt toegang tot een bagageruimte van 300 liter – daar kunnen de Kia Picanto en Hyundai i10 nog een voorbeeld aan nemen!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Aan boord heb je voor kleine spulletjes tal van opbergmogelijkheden. De middenconsole heeft een diepe uitsparing, in de deurpanelen zitten ruime bakken en rechts is een volwaardig dashboardkastje geplaatst. De rugleuning van de achterbank kan alleen in z’n geheel worden neergeklapt. Wanneer je extra bagageruimte nodig hebt, lukt het dus niet meer om nog een derde passagier mee te nemen. Het maximum laadvermogen bedraagt 265 kilo, oftewel twee volwassenen en een redelijk complete kampeeruitrusting. De Spring Electric kan niet met een trekhaak worden geleverd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Wat kost de Spring en wat heeft hij allemaal te bieden?

De Dacia Spring Electric is de goedkoopste elektrische (nieuwe) auto in de Nederlandse prijslijsten. Bij de versie met 44 pk stap je in voor 21.750 euro. Haal daar 2.950 euro Subsidie Elektrische Personenauto’s voor Particulieren (SEPP-aanschafsubsidie) vanaf en je zit ruimschoots onder de 20 mille. Daarmee kan de basisversie van de Spring – à 18.800 euro – zelfs tot de goedkoopste nieuwe auto’s van Nederland worden gerekend.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Uitgevoerd als Extreme wordt voor de Dacia Spring Electric met 65 pk een bedrag van 23.400 euro gevraagd. Met aftrek van de SEPP-subsidie betaal je 20.450 euro. Een completer uitgevoerde versie dan de Extreme is er niet. Airco, een multimediasysteem met 7-inch bedieningspaneel inclusief navigatie en smartphone-integratie (via een kabeltje), elektrische raambediening voor en achter, een achteruitrijcamera – het zit er allemaal op.

De veiligheidsuitrusting is echter bescheiden. De auto beschikt over een noodremsysteem dat automatisch ingrijpt, met een klein waarschuwingslampje in het instrumentarium om aan te geven dat je wel héél dicht op de achterbumper van je voorligger rijdt.

Standaard beschikt de Spring Electric over een 1-fase-boordlader die met een vermogen van 2,3 tot 7 kW de batterij oplaadt. Een DC-lader met een maximumlaadkracht van 30 kW heeft een meerprijs van 600 euro. Die had Dacia standaard moeten leveren – wat ons betreft beslist een onderwerp om ter sprake te brengen op de onderhandelingstafel!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Wat zijn de concurrenten van de Dacia Spring?

Tot dusverre had de Dacia Spring Electric van weinig concurrenten te duchten. Van vergelijkbaar formaat is de Renault Twingo E-Tech Electric. Met 82 pk heeft die een krachtiger motor, maar zijn batterij heeft ook een iets kleinere capaciteit. En de Twingo is duurder dan de Spring.

Ook de Fiat 500e zit ver boven de prijs van de Dacia en kan zodoende niet als serieuze concurrent worden gezien. Voor een vergelijkbare prijs moet het echter lukken om een gebruikt exemplaar met lage kilometerstand van de Renault Zoe of de elektrische drieling Seat Mii/Skoda Citigo/Volkswagen Up te vinden.

Onlangs heeft Citroën de nieuwe elektrisch aangedreven ë-C3 aangekondigd, maar die auto verschijnt pas in 2024 op de markt. Inclusief  SEPP-subsidie gaat de basisversie van de ë-C3 21.340 euro kosten. Hij is wat groter dan de Spring Electric en heeft een krachtiger motor (113 pk). Hij komt op een volle accu zo’n 300 kilometer ver.

Reken erop dat er bij Dacia wat mensen plotseling om frisse lucht verlegen zaten toen dit nieuws naar buiten kwam. Want voor nog geen 1.000 euro meer lijkt de Citroën ë-C3 een volwaardige instap-EV te zijn, waar de Dacia Spring Electric 65 Extreme weinig tegenin te brengen heeft.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De accutechniek en aandrijflijn onder de loep

De technische basis van de Dacia Spring wordt gevormd door een platform dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor groeimarkten zoals India en China. De auto wordt dan ook in China geproduceerd. In Europa zijn de eisen op het gebied van veiligheid echter veel strenger dan in deze gebieden, zodat de Spring voor export naar het westen flink gemodificeerd diende te worden. Om de prijs van de auto toch laag te houden, levert Dacia alleen de hoogst noodzakelijke veiligheidssystemen.

De elektromotor huist voorin. Doordat Dacia het maximumtoerental van de elektromotor heeft verhoogd, kon het vermogen met 48 procent worden opgeschroefd een welkome ‘boost’ om snel(ler) uit de startblokken te komen. Wat het extra vermogen met de prestaties doet, laat de folder zien.

Terwijl de basisversie met 44 pk in 19,1 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u optrekt, heeft de 65 pk sterke Extreme-variant voor dezelfde oefening nog maar 13,7 tellen nodig. Dat geeft je in druk verkeer net wat meer gemoedsrust; je kunt veel beter met de verkeersstroom meekomen en er zit niet zo snel meer iemand op je achterbumper te drukken.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Aan de batterij heeft Dacia niets veranderd. Deze heeft een bruikbare capaciteit van 26,8 kWh. Door het hogere vermogen is de actieradius van de ‘high-power’ Spring logischerwijs kleiner dan die van de basisversie met 44 pk. Je levert daardoor 10 kilometer in op de WLTP-opgave en moet na 220 kilometer toch wel een laadpaal gevonden hebben om niet tot met een lege accu tot stilstand te komen.

De standaard boordlader van de Spring Electric laadt op met een maximumvermogen van 7 kW. Een DC-lader die tot 30 kW gaat, kost 600 euro extra. De laadpoort zit in het midden van de neus achter een dekseltje. Wat ons betreft een handige plek.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Hoe presteert de Dacia Spring Electric 65 op onze standaard verbruiksronde?

We hebben de kaart erbij gepakt en een testroute van zo’n 170 kilometer uitgestippeld, waarop we voor een goede praktijkindicatie het verbruik van elke elektrische testauto zullen meten. De route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol zowel op 100 km/u als op 130 km/u vastzetten. We rijden onze verbruiksronde na de avondspits, zodat we bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen riskeren en over de gehele route weinig te maken hebben met druk (vracht)verkeer. Invloed op het weer hebben we niet; auto’s die we in het najaar of in de winter rijden, zullen een hoger stroomverbruik noteren dan auto’s die in de lente en de zomer aan bod komen. Belangrijkste verbruiksfactor bij een EV is de rijstijl van de bestuurder. We houden ons overal aan de voorgeschreven snelheden en maken van de test geen race of recordpoging 'zuinig rijden'. We zetten de airco op 21 graden en schakelen (indien aanwezig) het regeneratief remmen of ‘one-pedal driving’ in.

Tijdens onze standaard verbruiksronde rijden we met elke testauto een snelwegtraject van een kilometer of 20 met een snelheid van 130 km/u. Dat gaan we met de Spring Electric niet halen: Dacia geeft een topsnelheid op van 125 km/u. De Spring is echter prima in staat om langere tijd een kruissnelheid van 110 km/u aan te houden, dus om de snelwegetappe niet volledig met gevloerd acceleratiepedaal te rijden, houden we die vaart vast.

Het zit de Dacia echter niet mee tijdens de verbruikstest: het weer laat zich van zijn lelijkste kant zien. Het is 14 graden en op de snelweg krijgt de Spring slagregens en een stormachtige westenwind vol op zijn neus. Tja, daar zal de kleine Dacia in de praktijk wel vaker mee moeten te dealen, dus zetten we de enkele ruitenwisser op standje ‘turbo’ en knokken we ons door de harde tegenwind.

Doordat de Dacia Spring Electric zo hard heeft moeten zwoegen, worden we geconfronteerd met een ouderwets fenomeen: 'range anxiety', oftewel het onbehaaglijke gevoel dat je krijgt als je met de resterende stroomreserve niet meer thuis kunt komen. Hoewel we de 170 kilometer lange verbruiksronde met een volle accu startten, zullen we onderweg toch even een laadpaal moeten opzoeken.

Aan het eind van de verbruiksronde staat er op de boordcomputer een gemiddeld energieverbruik van 16,0 kWh/100 km, goed voor 167 kilometer op een volle batterij. Het verschil met de 14,5 kWh/100 km en de actieradius van 220 kilometer die Dacia zelf opgeeft, is door de loodzware snelwegkilometers echter snel verklaard.  Wanneer je zelden op de snelweg komt, is het officiële verbruik echter makkelijk te realiseren.

©Igor Stuifzand | ID.nl

En hoe bevalt de Dacia Spring op de weg?

We zouden hier een aardige waslijst kunnen opvoeren met punten die we in de Dacia Spring graag anders hadden gezien. Om te beginnen: zijn overgevoeligheid voor zijwind. Zeker wanneer je de snelheid wat opvoert, voel je zelfs bij een bescheiden windkracht al hoe de auto uit koers wordt gedwongen en je de knuisten om het stuur moet klemmen om binnen de lijntjes te blijven.

Ook de stuurinrichting zelf gaat niet vrijuit: het stuur lijkt over een kartelrand te draaien, en dat gaat op den duur irriteren. Je moet de boordcomputer bedienen door een knopje rechts van de digitale snelheidsmeter in te drukken, waardoor je je hand dóór het stuur moet steken. En wanneer je bovengemiddeld lang bent en wat breder gebouwd, zit je letterlijk schouder-aan-deurstijl en kun je de knoppen van de kachel haast met je knieën bedienen. Nog een klacht: de veiligheidsuitrusting is naar de huidige maatstaven wel erg karig.

Maar laten we alles in het juiste perspectief plaatsen. We hebben het hier over een elektrische auto die net iets duurder is dan 20.000 euro. Dan mag je natuurlijk niet verlangen dat hij zich onderweg gedraagt als een auto van 40.000 euro.

De Spring Electric voelt zich het lekkerst in de stad. Wanneer het verkeerslicht op groen springt, komt de auto vlot uit de startblokken. Daarbij is de bandenkeuze trouwens zeer van invloed op de hoeveelheid grip die de aangedreven voorwielen ondervinden.

De Spring stuur licht, laat zich eenvoudig door krappe ruimtes sturen en springt bij lagere snelheden bovendien heel zuinig met de stroomvoorraad om. De Dacia Spring Electric wil helemaal niet meedoen met de grote jongens: je krijgt wat je mag verwachten voor zo’n lage prijs.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Ontdek jouw perfecte elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl
▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.