ID.nl logo
Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

Review Dacia Spring Electric 65 - Extra pk's voor goedkoopste nieuwe EV

Voor gebruik in en om de stad is de Dacia Spring Electric ideaal. Dankzij een sterkere elektromotor met 65 in plaats van 44 pk moet de voordeligste EV van Nederland nu ook op de snelweg de wereld aankunnen. Hoe dat in de praktijk uitpakt, vertellen we in deze review.

Rampzalig
Conclusie

De Dacia Spring Electric 65 is een sympathiek autootje dat uiterst aantrekkelijk geprijsd is en als Extreme een redelijk complete standaarduitrusting heeft. Met zijn opgeschroefde motorvermogen is de Spring beslist beter geschikt voor gebruik buiten de gemeentegrenzen, al blijft hij door zijn onrustige weggedrag en overgevoeligheid voor zijwind een wat kwetsbare indruk maken. Als de snelweg tot je dagelijkse routine behoort, kun je voor zo'n 20.000 euro beter op zoek gaan naar een goede tweedehands EV met een wat grotere accu en een wat robuuster formaat. Voor gebruik in de stad is de Spring echter ideaal dankzij zijn handzame formaat en (zeer) zuinige aandrijflijn.

Plus- en minpunten
  • De goedkoopste (nieuwe) EV van Nederland
  • Extra vermogen zorgt voor vlottere prestaties
  • Ideaal voor stedelijk gebruik
  • Eenvoudige bediening
  • SEPP-subsidie: ruim 10% korting op de prijs
  • Bijbetalen voor 30 kW DC-laden
  • Erg gevoelig voor zijwind
  • Nauwelijks veiligheidsopties
  • Weinig reserves op de snelweg
  • 'Range anxiety' herleeft

©Igor Stuifzand | ID.nl

De nieuwe Extreme-uitvoering is herkenbaar aan de koperkleurige elementen voor het in- en exterieur.

Eerst even een rondje om de Dacia Spring

In het voorjaar van 2021 verschenen de eerste exemplaren van de Dacia Spring EV in het Nederlandse straatbeeld. Een vrolijke verschijning in zakformaat, met stoere wielkuipranden en oranje details die ‘m nog meer kleur op de wangen te geven. De Dacia Spring was veruit de goedkoopste (nieuwe) elektrische auto – en is dat nog steeds.

Kort nadat Dacia een nieuw merklogo introduceerde, kreeg de auto een bescheiden facelift. Een belangrijker wapenfeit is de komst van de Extreme-uitvoering, die wordt aangedreven door een veel krachtiger elektromotor. In plaats van de standaard 44 pk heeft de Spring Extreme een vermogen van 65 pk op de aangedreven voorwielen. Da's bijna 48 procent meer! Dat maakt de kleine Dacia een stuk bruikbaarder en aantrekkelijker.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Het interieur van de Dacia Spring is opgebouwd uit robuuste materialen. De koperkleurige details zijn voorbehouden aan de Extreme-versie.

Op de Extreme-uitvoering zijn de oranje elementen vervangen door koperkleurige onderdelen. Die kleur zien we nu op de spiegelkappen, in de dakrails en vlak onder de koplampen. Dacia heeft wat stickers met een hoogtekaartmotiefje op de auto geplakt, een motief dat terugkeert in de rubber vloermatten.

Ook de sierlijsten van de deurpanelen, de stiksels van de kunstleren stoelbekleding en de sierringen rond de ventilatieroosters en rond het centrale multimediascherm (met standaard navigatie en ondersteuning van Apple CarPlay en Android Auto) zijn allemaal koperkleurig uitgevoerd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

'D' is vooruit, 'N' staat voor neutraal en 'R' betekent achteruit. Zo eenvoudig kan het leven zijn.

Is de Dacia Spring een praktische auto?

Met een lengte van 3,73 meter en een breedte van 1,58 meter nestelt de Dacia Spring Electric zich in het segment van de kleinste auto’s, waarin ook de Kia Picanto, Suzuki Ignis en Hyundai i10 opereren. Deze modellen zijn echter niet leverbaar met een volledig elektrische aandrijflijn, en dat maakt de Dacia Spring Electric een uniek aanbod.

In druk stadsverkeer is de Spring door zijn compacte formaat en kleine draaicirkel heel praktisch. Standaard heeft hij vijf deuren, waarmee de toegang tot de achterbank en kofferbak dik in orde is. De achterklep biedt toegang tot een bagageruimte van 300 liter – daar kunnen de Kia Picanto en Hyundai i10 nog een voorbeeld aan nemen!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een inhoud van 300 liter is de bagageruimte een stuk groter dan die van de concurrentie.

Aan boord heb je voor kleine spulletjes tal van opbergmogelijkheden. De middenconsole heeft een diepe uitsparing, in de deurpanelen zitten ruime bakken en rechts is een volwaardig dashboardkastje geplaatst. De rugleuning van de achterbank kan alleen in z’n geheel worden neergeklapt. Wanneer je extra bagageruimte nodig hebt, lukt het dus niet meer om nog een derde passagier mee te nemen. Het maximum laadvermogen bedraagt 265 kilo, oftewel twee volwassenen en een redelijk complete kampeeruitrusting. De Spring Electric kan niet met een trekhaak worden geleverd.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De donkere kunststof randen om de wielkuipen geven de Spring een avontuurlijk uiterlijk.

Wat kost de Spring en wat heeft hij allemaal te bieden?

De Dacia Spring Electric is de goedkoopste elektrische (nieuwe) auto in de Nederlandse prijslijsten. Bij de versie met 44 pk stap je in voor 21.750 euro. Haal daar 2.950 euro Subsidie Elektrische Personenauto’s voor Particulieren (SEPP-aanschafsubsidie) vanaf en je zit ruimschoots onder de 20 mille. Daarmee kan de basisversie van de Spring – à 18.800 euro – zelfs tot de goedkoopste nieuwe auto’s van Nederland worden gerekend.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Je zit wat hoog en de stoelen ogen wat vlak, maar het zitcomfort is beslist in orde.

Uitgevoerd als Extreme wordt voor de Dacia Spring Electric met 65 pk een bedrag van 23.400 euro gevraagd. Met aftrek van de SEPP-subsidie betaal je 20.450 euro. Een completer uitgevoerde versie dan de Extreme is er niet. Airco, een multimediasysteem met 7-inch bedieningspaneel inclusief navigatie en smartphone-integratie (via een kabeltje), elektrische raambediening voor en achter, een achteruitrijcamera – het zit er allemaal op.

De veiligheidsuitrusting is echter bescheiden. De auto beschikt over een noodremsysteem dat automatisch ingrijpt, met een klein waarschuwingslampje in het instrumentarium om aan te geven dat je wel héél dicht op de achterbumper van je voorligger rijdt.

Standaard beschikt de Spring Electric over een 1-fase-boordlader die met een vermogen van 2,3 tot 7 kW de batterij oplaadt. Een DC-lader met een maximumlaadkracht van 30 kW heeft een meerprijs van 600 euro. Die had Dacia standaard moeten leveren – wat ons betreft beslist een onderwerp om ter sprake te brengen op de onderhandelingstafel!

©Igor Stuifzand | ID.nl

Navigatie is standaard. Het multimediasysteem is eenvoudig van opzet en zodoende gemakkelijk te bedienen.

Wat zijn de concurrenten van de Dacia Spring?

Tot dusverre had de Dacia Spring Electric van weinig concurrenten te duchten. Van vergelijkbaar formaat is de Renault Twingo E-Tech Electric. Met 82 pk heeft die een krachtiger motor, maar zijn batterij heeft ook een iets kleinere capaciteit. En de Twingo is duurder dan de Spring.

Ook de Fiat 500e zit ver boven de prijs van de Dacia en kan zodoende niet als serieuze concurrent worden gezien. Voor een vergelijkbare prijs moet het echter lukken om een gebruikt exemplaar met lage kilometerstand van de Renault Zoe of de elektrische drieling Seat Mii/Skoda Citigo/Volkswagen Up te vinden.

Onlangs heeft Citroën de nieuwe elektrisch aangedreven ë-C3 aangekondigd, maar die auto verschijnt pas in 2024 op de markt. Inclusief  SEPP-subsidie gaat de basisversie van de ë-C3 21.340 euro kosten. Hij is wat groter dan de Spring Electric en heeft een krachtiger motor (113 pk). Hij komt op een volle accu zo’n 300 kilometer ver.

Reken erop dat er bij Dacia wat mensen plotseling om frisse lucht verlegen zaten toen dit nieuws naar buiten kwam. Want voor nog geen 1.000 euro meer lijkt de Citroën ë-C3 een volwaardige instap-EV te zijn, waar de Dacia Spring Electric 65 Extreme weinig tegenin te brengen heeft.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met een vermogen van 65 pk hoef je buiten de stad niet meer alles eruit te persen wat erin zit.

De accutechniek en aandrijflijn onder de loep

De technische basis van de Dacia Spring wordt gevormd door een platform dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor groeimarkten zoals India en China. De auto wordt dan ook in China geproduceerd. In Europa zijn de eisen op het gebied van veiligheid echter veel strenger dan in deze gebieden, zodat de Spring voor export naar het westen flink gemodificeerd diende te worden. Om de prijs van de auto toch laag te houden, levert Dacia alleen de hoogst noodzakelijke veiligheidssystemen.

De elektromotor huist voorin. Doordat Dacia het maximumtoerental van de elektromotor heeft verhoogd, kon het vermogen met 48 procent worden opgeschroefd een welkome ‘boost’ om snel(ler) uit de startblokken te komen. Wat het extra vermogen met de prestaties doet, laat de folder zien.

Terwijl de basisversie met 44 pk in 19,1 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u optrekt, heeft de 65 pk sterke Extreme-variant voor dezelfde oefening nog maar 13,7 tellen nodig. Dat geeft je in druk verkeer net wat meer gemoedsrust; je kunt veel beter met de verkeersstroom meekomen en er zit niet zo snel meer iemand op je achterbumper te drukken.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Precies de informatie die je nodig hebt: de accuvulling in procenten, de resterende actieradius en het gemiddeld verbruik.

Aan de batterij heeft Dacia niets veranderd. Deze heeft een bruikbare capaciteit van 26,8 kWh. Door het hogere vermogen is de actieradius van de ‘high-power’ Spring logischerwijs kleiner dan die van de basisversie met 44 pk. Je levert daardoor 10 kilometer in op de WLTP-opgave en moet na 220 kilometer toch wel een laadpaal gevonden hebben om niet tot met een lege accu tot stilstand te komen.

De standaard boordlader van de Spring Electric laadt op met een maximumvermogen van 7 kW. Een DC-lader die tot 30 kW gaat, kost 600 euro extra. De laadpoort zit in het midden van de neus achter een dekseltje. Wat ons betreft een handige plek.

©Igor Stuifzand | ID.nl

Met de eindstreep op onze verbruiksronde in zicht moesten we toch nog even een laadpaal opzoeken.

Hoe presteert de Dacia Spring Electric 65 op onze standaard verbruiksronde?

We hebben de kaart erbij gepakt en een testroute van zo’n 170 kilometer uitgestippeld, waarop we voor een goede praktijkindicatie het verbruik van elke elektrische testauto zullen meten. De route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol zowel op 100 km/u als op 130 km/u vastzetten. We rijden onze verbruiksronde na de avondspits, zodat we bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen riskeren en over de gehele route weinig te maken hebben met druk (vracht)verkeer. Invloed op het weer hebben we niet; auto’s die we in het najaar of in de winter rijden, zullen een hoger stroomverbruik noteren dan auto’s die in de lente en de zomer aan bod komen. Belangrijkste verbruiksfactor bij een EV is de rijstijl van de bestuurder. We houden ons overal aan de voorgeschreven snelheden en maken van de test geen race of recordpoging 'zuinig rijden'. We zetten de airco op 21 graden en schakelen (indien aanwezig) het regeneratief remmen of ‘one-pedal driving’ in.

Tijdens onze standaard verbruiksronde rijden we met elke testauto een snelwegtraject van een kilometer of 20 met een snelheid van 130 km/u. Dat gaan we met de Spring Electric niet halen: Dacia geeft een topsnelheid op van 125 km/u. De Spring is echter prima in staat om langere tijd een kruissnelheid van 110 km/u aan te houden, dus om de snelwegetappe niet volledig met gevloerd acceleratiepedaal te rijden, houden we die vaart vast.

Het zit de Dacia echter niet mee tijdens de verbruikstest: het weer laat zich van zijn lelijkste kant zien. Het is 14 graden en op de snelweg krijgt de Spring slagregens en een stormachtige westenwind vol op zijn neus. Tja, daar zal de kleine Dacia in de praktijk wel vaker mee moeten te dealen, dus zetten we de enkele ruitenwisser op standje ‘turbo’ en knokken we ons door de harde tegenwind.

Doordat de Dacia Spring Electric zo hard heeft moeten zwoegen, worden we geconfronteerd met een ouderwets fenomeen: 'range anxiety', oftewel het onbehaaglijke gevoel dat je krijgt als je met de resterende stroomreserve niet meer thuis kunt komen. Hoewel we de 170 kilometer lange verbruiksronde met een volle accu startten, zullen we onderweg toch even een laadpaal moeten opzoeken.

Aan het eind van de verbruiksronde staat er op de boordcomputer een gemiddeld energieverbruik van 16,0 kWh/100 km, goed voor 167 kilometer op een volle batterij. Het verschil met de 14,5 kWh/100 km en de actieradius van 220 kilometer die Dacia zelf opgeeft, is door de loodzware snelwegkilometers echter snel verklaard.  Wanneer je zelden op de snelweg komt, is het officiële verbruik echter makkelijk te realiseren.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Dacia is smal en heeft een korte draaicirkel. Ideaal voor in de stad en daar net buiten.

En hoe bevalt de Dacia Spring op de weg?

We zouden hier een aardige waslijst kunnen opvoeren met punten die we in de Dacia Spring graag anders hadden gezien. Om te beginnen: zijn overgevoeligheid voor zijwind. Zeker wanneer je de snelheid wat opvoert, voel je zelfs bij een bescheiden windkracht al hoe de auto uit koers wordt gedwongen en je de knuisten om het stuur moet klemmen om binnen de lijntjes te blijven.

Ook de stuurinrichting zelf gaat niet vrijuit: het stuur lijkt over een kartelrand te draaien, en dat gaat op den duur irriteren. Je moet de boordcomputer bedienen door een knopje rechts van de digitale snelheidsmeter in te drukken, waardoor je je hand dóór het stuur moet steken. En wanneer je bovengemiddeld lang bent en wat breder gebouwd, zit je letterlijk schouder-aan-deurstijl en kun je de knoppen van de kachel haast met je knieën bedienen. Nog een klacht: de veiligheidsuitrusting is naar de huidige maatstaven wel erg karig.

Wie niet bovengemiddeld lang is, heeft er geen last van. Ben je wel lang, dan ondervind je algauw gebrek aan beenruimte en armslag.

Maar laten we alles in het juiste perspectief plaatsen. We hebben het hier over een elektrische auto die net iets duurder is dan 20.000 euro. Dan mag je natuurlijk niet verlangen dat hij zich onderweg gedraagt als een auto van 40.000 euro.

De Spring Electric voelt zich het lekkerst in de stad. Wanneer het verkeerslicht op groen springt, komt de auto vlot uit de startblokken. Daarbij is de bandenkeuze trouwens zeer van invloed op de hoeveelheid grip die de aangedreven voorwielen ondervinden.

De Spring stuur licht, laat zich eenvoudig door krappe ruimtes sturen en springt bij lagere snelheden bovendien heel zuinig met de stroomvoorraad om. De Dacia Spring Electric wil helemaal niet meedoen met de grote jongens: je krijgt wat je mag verwachten voor zo’n lage prijs.

©Igor Stuifzand | ID.nl

De Spring Electric wordt in China gebouwd, maar voldoet aan de kwaliteit die je van een Dacia mag verwachten.

Ontdek jouw perfecte elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl

Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.