ID.nl logo
EV opladen via stopcontact gevaarlijk? Let hier op!
© Halfpoint
Mobiliteit

EV opladen via stopcontact gevaarlijk? Let hier op!

Een elektrische auto opladen met een zogenoemde 'granny charger' of 230V-lader: is dat veilig of niet? Deze ouderwetse oplaadmethode heeft zowel voor- als nadelen. Lees meer over de risico's, voorzorgsmaatregelen en alternatieven voor traag laden via het stopcontact. Ontdek of het verstandig is om deze noodlader gewoon te gebruiken of dat een wallbox of laadpaal toch een betere keuze is.

In dit artikel lees je onder meer over:

✔️ Veiligheidsoverwegingen bij het laden via een stopcontact ✔️ Eisen aan de elektrische installatie en stopcontacten ✔️ Voor- en nadelen van de 'granny charger' of 230V-lader ✔️ Alternatieven zoals een wallbox of openbare laadpaal ✔️ Laadsnelheden en energieverliezen vergeleken ✔️ Kostenberekening van verschillende oplaadmethoden

Ook interessant om te lezen: Checklist voor je eigen laadpaal thuis

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Het is een apparaat dat veel eigenaren van een elektrische auto zullen kennen: de 230V-oplader, ook wel noodlader of ‘granny charger’ genoemd. Dat laatste vanwege de zeer lage oplaadsnelheid, want soms is er wel meer dan een etmaal nodig om een auto vol te laden. En er zijn meer nadelen, want het stopcontact en de elektrische installatie krijgen het bij gebruik van zo’n lader flink te verduren. Toch is zo’n lader niet per definitie onveilig. We zetten voor je uiteen wat er kan, waar je op moet letten en wat de voor- en nadelen zijn.

Veilige installatie

Voordat we kijken naar de benodigde spullen, beginnen we bij de basis: veiligheid. Want hoewel het opladen van een elektrische auto via het stopcontact technisch prima mogelijk is, moet zo'n stopcontact wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo is het belangrijk dat je een nieuw, modern en uiteraard geaard stopcontact gebruikt. Oudere, meer versleten stopcontacten klemmen de stekker vaak iets minder stevig vast, waardoor overgangsweerstanden kunnen ontstaan. Zo’n overgangsweerstand zorgt ervoor dat stroom wordt omgezet in warmte, soms zelfs zo veel dat hierdoor brand kan ontstaan. Een stopcontact dat bij normaal gebruik prima presteert, hoeft niet te voldoen voor het laden van een elektrische auto. Deze warmteontwikkeling treedt op bij grotere stroomsterktes.

Het voorkomen van zulke overgangsweerstanden is dus van groot belang. Een nieuw, hoogwaardig en goed aangesloten stopcontact kan dat helpen voorkomen. Als je helemaal zeker wilt zijn, laat je het stopcontact aanleggen door een elektricien. Ook als je redelijk zeker van je zaak bent, is het alsnog aan te raden om het stopcontact door een professional te laten controleren. Het gebruik van een verlengsnoer is af te raden, want met meer connecties loop je meer risico op overgangsweerstanden en bij het risico op brand geldt altijd: better safe than sorry!

Een manier om overgangsweerstanden te voorkomen, is de granny charger installeren als vaste lader. Als je daarvoor kiest, kun je de stekker en het stopcontact vervangen door een directe verbinding met je meterkast, waardoor je een extra factor die warmteontwikkeling kan veroorzaken uitsluit. Het heeft ook een nadeel: nu kun je de lader niet meer meenemen op vakantie. 

©Halfpoint

Eigen groep

De stroomvraag van een granny charger kan behoorlijk oplopen. Doorgaans leveren ze 10 tot 12 ampère, maar er zijn ook exemplaren die tot 16A gaan. Dat is ook de maximale belastbaarheid van een standaard groep in huis. Schakel je dus tijdens het laden van je auto een andere stroomverbruiker op deze groep in, dan raakt deze overbelast en zal de stop eruit slaan. Om dat te voorkomen, zijn veel van deze laders instelbaar en standaard afgesteld op 10 ampère. 

Je zult begrijpen dat deze instelling het laden aanzienlijk vertraagt. Wil je toch op maximaal 16A laden, dan kun je het stopcontact van je oplader het best op een eigen groep aansluiten. Ook dat heeft een grens, namelijk de maximale aansluitwaarde van jouw huis, die bij Nederlandse woningen doorgaans 25 ampère is. Zet je hierbij de wasdroger aan, die ook algauw 8 tot 10A aan stroom vraagt, dan zit je al aan de max. Conclusie: als je elektrisch rijdt, ontkom je eigenlijk niet aan een driefase-huisaansluiting.

Ook lezen: 3-fase of 1-fase? En hoe zit het met de meterkast?

Wat heb je nodig?

Nu weet je aan welke voorwaarden het veilig laden met de granny charger voldoet. Tijd om eens te kijken naar het apparaat zelf. Dat bestaat doorgaans uit een kunststof behuizing met aan de ene kant een (meestal) Mennekes-stekker, die in de laadpoort van je auto past, en aan de andere kant een geaarde 230V-huisstekker (Schuko).

In de beginfase van het elektrisch rijden werd deze lader vaak standaard meegeleverd met de auto. Inmiddels is dat niet altijd meer het geval. Let erop als je een nieuwe of gebruikte elektrische auto aanschaft. Mocht deze er niet bij zitten, dan kun je hem er misschien wel bij onderhandelen.

Heb je al een elektrische auto, maar nog geen ‘granny’, dan kun je die voor om en nabij de 200 euro nieuw aanschaffen. Ook worden ze zo nu en dan tweedehands aangeboden. Overweeg je de aanschaf van een gebruikte lader, controleer de kabels en behuizing dan wel goed op beschadigingen en zo mogelijk op werking. Kies in elk geval altijd voor een lader waarvan je het ampèrage zelf kunt instellen op bijvoorbeeld 10 in plaats van 16 ampère. De reden daarvoor hebben we hierboven al uitgebreid behandeld.

Hoe traag is laden via het stopcontact?

Goed, we hebben de granny charger in huis. Nu eens kijken naar de laadsnelheid, wat we doen aan de hand van de populaire Volvo EX30 Single Motor met een netto batterijcapaciteit van 49 kWh. Als we deze opladen met onze thuislader ingesteld op 10 ampère, komen we tot een laadsnelheid van (230 volt x 10 ampère) 2,3 kW. Het duurt daarmee ruim 21 uur om deze Volvo van helemaal leeg naar 100 procent vol te laden. Een situatie die in de praktijk niet vaak voorkomt, maar die wel een indicatie geeft van de laadduur. Ter indicatie: gebruik je een driefasige 11kW-wallbox, dan is de Volvo in zo’n vijf uur tijd helemaal opgeladen.

Gaan we uit van een praktijksituatie, waarbij de auto om 18.00 uur aan de lader wordt gehangen en om 7.30 uur wordt afgekoppeld, dan kan er in die tijd zo’n 31 kWh worden bijgeladen. In het geval van de Volvo betekent het dat je dagelijks 218 kilometer rijbereik kan bijladen, uitgaande van het WLTP-normverbruik van 14,2 kWh/100 km.

Langzamer laden niet voordeliger

Een belangrijke overweging voor het kiezen van de juiste laadoplossing zijn de kosten. Een granny charger laadt in de meeste gevallen weliswaar flink langzamer dan een wallbox of laadpaal, maar hij is in aanschaf ook al snel een factor 3 tot 5 goedkoper – en dan is die paal of box nog niet eens geïnstalleerd en heb je de netaansluiting nog niet laten verzwaren. Wel zal een vaste lader zich op termijn waarschijnlijk terugverdienen, want de laadverliezen bij het gebruik van de granny charger zijn vrij fors.

Recent onderzoek van de ADAC, de Duitse ANWB, toonde aan dat je bij een vaste aansluiting (wallbox) op een laadverlies van zo’n 10 procent kunt rekenen. Bij een ‘granny’ kan echter tot wel 30 procent aan energie verloren gaan. In de regel geldt: hoe hoger het vermogen waarmee je laadt, hoe minder stroom je verliest. 

Stel dat je jaarlijks 15.000 kilometer rijdt met de Volvo EX30, dan verbruikt de auto daarbij 1056 kWh aan elektriciteit. Wanneer je hem oplaadt via het stopcontact kan het totale verbruik oplopen tot wel 1372 kWh, terwijl het verlies bij gebruik van een driefase-wallbox beperkt blijft tot zo’n 105 kWh. Dat is een verschil van maar liefst 211 kWh, wat bij een stroomprijs van 35 cent per kWh een jaarlijks verschil van bijna 75 euro betekent.

EV laden via het stopcontact een goed idee?

De conclusie luidt dat een elektrische auto opladen via het stopcontact weliswaar kan, maar dat er risico’s en nadelen aan kleven. Gebruik je de lader met verstand, op een eigen groep en in combinatie met een professioneel getest stopcontact, dan is de kans dat er ongelukken gebeuren klein. Wel heb je altijd te maken met een relatief langzame lader en aanzienlijke laadverliezen. Het laten installeren van een wallbox of laadpaal is op de lange termijn prijstechnisch gunstiger. Maar zet je granny charger niet meteen te koop: voor noodgevallen is het altijd handig om er eentje achter de hand te hebben.

Toch een echte paal of wallbox? Check dan de deals hieronder!
▼ Volgende artikel
Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps
© Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com
Huis

Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

Google Maps is een veelgebruikte navigatie-app binnen zowel Android als iOS. Veel mensen zijn inmiddels gewend aan die app en hebben geen behoefte aan alternatieven. Maar als je om je heen kijkt, zijn er genoeg kaarten-apps die de moeite waard zijn.

In dit korte overzicht zetten we vier apps in het zonnetje. Mocht je Google Maps zat zijn, of minder van Google afhankelijk willen zijn, dan kun je één van de onderstaande apps uitproberen:

  1. Here WeGo
  2. Apple Maps
  3. Waze
  4. OsmAnd

Ook interessant: Maak kennis met Waze: een slim alternatief voor Google Maps

Google Maps is inmiddels meer dan alleen een app voor het navigeren. Je kunt er eveneens informatie over je omgeving of buurt mee opzoeken, en zodoende leuke plekjes ontdekken. Ook biedt de app informatie over bijvoorbeeld files en de luchtkwaliteit. Daarnaast laten mensen er zelf recensies en foto's op achter, waardoor je nog een beter beeld krijgt van wat er in jouw omgeving gebeurt. En vergeet de Steet View-functie niet om een omgeving elders op de wereld te verkennen.

Maar dit is natuurlijk niet de enige dienst die je op deze manier op je smartphone kunt gebruiken. In dit artikel bieden we vier alternatieven voor Google Maps aan.

GRATIS OF BETAALD? Alle apps die we in dit artikel noemen zijn gratis te gebruiken. Alleen in het geval van OsmAnd kun je eventueel kiezen voor een abonnement, met prijzen variërend van 1,82 tot 39,99 euro.

1- Here WeGo

De eerste app in dit korte lijstje is Here WeGo. Dit is een gratis te downloaden app, die in de basis hetzelfde doet als Google Maps – maar dan zonder Google. Je hebt toegang tot verschillende soorten navigatieopties, zoals wandelen, met de auto of het ov, en kunt directies opvragen die je van deur tot deur brengt. Daarnaast zijn er allerlei mogelijkheden waarmee je de reis, ongeacht het voertuig, personaliseert. Zo kun je kiezen voor de snelste of de kortste route (het verschil zit hem in snelheid) en of je in realtime omgeleid wil worden wanneer dat nodig is. Zo kan Here WeGo rekening houden met files en eventueel oponthoud. Verder zijn er twee weergavemodi: een zoals in Google Maps en een met een satellietbeeld van de omgeving.

Here WeGo is beschikbaar voor Android en iOS.

Watch on YouTube

🚲Leestip: Ga eropuit! De beste sites en apps voor wandelen en fietsen

2- Apple Maps

We kunnen het ons bijna niet voorstellen dat je dit niet weet als je een iPhone hebt, maar Apple biedt met zijn eigen kaartenapplicatie Apple Maps ook een prima alternatief voor Google Maps aan. Hoewel de software eerder onbruikbaar was, heeft de app de afgelopen jaren flinke sprongen vooruit gemaakt. Had je de app eerder afgeschreven, dan kun je je er nu aan wagen. Net zoals bij andere navigatie-applicaties heb je de keuze uit verschillende reisopties, zoals met de auto, de fiets en bijvoorbeeld een taxi. Apple Maps biedt routenavigatie, locatie delen, plaatskaarten en een interactieve 3D-weergave aan van allerlei omgevingen. Zo krijg je een beter beeld van wat er te beleven valt, of hoe er een stad, dorp of weg vormgegeven is.

Apple Maps is alleen beschikbaar voor iOS.

Watch on YouTube

3- Waze

Mocht je iemand zijn die uit het Google-ecosysteem wil stappen, of minder van Google afhankelijk wil zijn, dan is Waze wellicht niet de beste optie. Google is namelijk eigenaar van deze app. Maar voor andere gebruikers kan dit wel een goed alternatief zijn. Veel van de informatie die Waze presenteert, is namelijk afkomstig vanuit de community. Gebruikers houden andere mensen dus op de hoogte. Daardoor krijg je veel meer updates in realtime over wat er om je heen gebeurt of wanneer je eenmaal de weg op gaat. Ongelukken en dergelijke zijn daardoor geen verrassingen meer. Waze kan bovendien razendsnel andere routes aanbieden, en je kunt van tevoren aangeven dat je bepaalde wegen of gebieden wilt vermijden.

Waze is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

4- OsmAnd

OsmAnd is tot slot een navigatieapplicatie die volop gebruikmaakt van opensource-informatie. In dit geval gaat het om de data van OpenStreetMap. Dat is niet het enige dat dit zo'n sterke app maakt. Want OsmAnd legt voornamelijk de nadruk op offline gebruik. Zo kunnen gebruikers niet alleen hun eigen omgeving, maar ook gewoon de kaart van een volledig land offline beschikbaar maken. Dat zal de app dan ook meteen vragen op het moment dat je hem voor het eerst opent. Daardoor kun je niet alleen data besparen, ook heb je gewoon een goede kaart tot je beschikking wanneer je in een gebied bent met slecht internet. Verder is het fijn om te zien dat OsmAnd de basis op orde heeft als het gaat om de interface en navigatieopties. Alle basale functies die je mag verwachten van een kaartenapp zit in OsmAnd, dus je hoeft niets te missen.

OsmAnd is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

Liever een losse navigatie voor in je auto?

Voordeel: leidt je niet af met appjes en meldingen

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.