Waar moet je op letten bij het kopen van een autostoeltje?
De veiligheid van je kind gaat boven alles! Zodoende wil je er zeker van zijn dat je het beste autostoeltje koopt. Een autostoeltje kopen is echter zo simpel nog niet, want er zijn veel dingen waar je op moet letten. Idealiter wil je autostoeltjes testen voordat je je definitieve keuze maakt, maar dat kan meestal niet. Gelukkig kun je je met onze artikelen in ieder geval goed voorbereiden op je aankoop. Zo vertellen we je waar je op moet letten bij het kopen van een kinderzitje of een stoelverhoger. Wist je bijvoorbeeld dat je, als je voor een stoelverhoger in de auto kiest, het beste een exemplaar met rugleuning en hoofdsteun kunt kiezen?
Kies altijd voor een autostoeltje met goedkeuringslabel
Met een autostoeltje weet je zeker dat je je kind met een gerust hart kunt vervoeren in de auto. Kinderen kleiner dan 1,35 meter moet je volgens de wet sowieso vervoeren in een goedgekeurd autostoeltje. Goedgekeurd zijn kinderzitjes met ECE-labels, oftewel Europese keurmerken. Op dit moment zijn er twee keurmerken in omloop: de nieuwe regels autostoeltjes i-Size (ECE-R129-norm) of de oudere ECE-R44-norm. Een van de verschillen tussen deze keurmerken is dat de ECE R44-04 uitging van het gewicht van het kind, terwijl i-Size uitgaat van de lengte van het kind. Je vindt het veiligheid-autostoellabel terug op het autostoeltje; je herkent goedgekeurde stoeltjes aan een oranje label.
De verschillende soorten autostoeltjes
Sinds 2013 is de nieuwe i-Size-norm stapsgewijs ingevoerd. Als je een ouder autostoeltje hebt dat voldoet aan de R44-norm mag je die echter gewoon blijven gebruiken. Het kan dus zijn dat je nog zo’n ouder stoeltje hebt; daarom bespreken we hier allebei de keurmerken.
I-Size-autostoeltjes
De basis voor het kiezen van de beste autostoel gebeurt volgens de i-Size-norm aan de hand van de lengte van je kind. Er zijn zodoende ook geen vaste categorieën. In plaats daarvan geeft elke fabrikant zelf aan voor welke lengtes het kinderzitje in kwestie geschikt is. Dit wordt vaak uitgedrukt middels een minimale en maximale lengte.
ECE-R44-autostoeltjes
Het belangrijkste bij de keuze van een autostoeltje met dit oude keurmerk is het gewicht. Aan de hand van een minimaal en maximaal gewicht worden kinderzitjes ingedeeld in vijf groepen: 0, 0+, 1, 2 en 3. Aangezien er enige overlap in gewicht tussen de groepen zit, kun je bij het maken van een keuze ook de lengte en het postuur van je kind in acht nemen. Daarnaast kan een autostoeltje ook goedgekeurd zijn voor meerdere groepen. • Stoeltjes uit groep 0/0+ zijn geschikt voor kinderen tot 13 kg; ongeveer 0-12 maanden. • Stoeltjes uit groep 1 zijn geschikt voor kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg; ongeveer 1 tot 4 jaar. Qua lengte moet je denken aan minimaal 80 cm. • Stoeltjes uit groep 2 zijn geschikt voor kinderen met een gewicht van 15 tot 25 kg, die in groep 3 voor kinderen van 22 tot 36 kg. Deze twee groepen worden echter vaak samengevoegd. Omgerekend naar leeftijd gaat het om kinderen tussen de 4 en 10 jaar.
©PXimport
Zittingverhoger
Stoeltjes uit groep 2 en 3 worden ook wel eens gecombineerd in een verstelbare autostoel. Dit soort kinderzitjes noemen we ook wel zittingverhogers. Je zet je kind rechtstreeks met de veiligheidsgordel vast. Het voordeel is dat de gordel beter past, omdat je kind hoger zit. Pas echter op met een autostoelkussen! Sinds 2017 mogen zittingverhogers zonder rugleuning alleen gebruikt worden voor kinderen die langer dan 125 cm zijn en meer dan 22 kg wegen. Kleinere kinderen mogen alleen gebruik maken van een zittingverhoger mét rugleuning.
Voorwaars of achterwaarts plaatsen?
Een van de meest gestelde vragen is of je een autostoelje achterwaarts of voorwaarts moet plaatsen. Als autostoeltjes-regel geldt dat je kinderen tot 15 maanden tegen de rijrichting in plaatst, dus achterstevoren. Door deze positie hebben het hoofd en de nek van je kind namelijk meer steun bij een frontale botsing. Kies bij voorkeur pas voor een kinderzitje dat voorwaarts is geplaatst als je kind te zwaar wordt voor het achterwaartse zitje óf met het hoofd boven het zitje uitkomt. Wacht in ieder geval tot je kind ouder is dan 15 maanden oud én minimaal 70 cm lang is. Peuterautostoeltjes uit groep 1 worden bijvoorbeeld vaak met de rijrichting mee geplaatst.
De autostoel voorin of achterin?
Ondanks dat je het misschien het fijnst vindt om je kind voorin de auto te plaatsen, kun je een autostoeltje toch beter op de achterbank monteren. De veiligste plaats voor een kinderzitje is namelijk midden op de achterbank. Uit testen met autostoeltjes blijkt dat de kans op letsel bij een ongeluk hierbij het kleinst is. Mocht je echt geen plek hebben op de achterbank, dan kun je een autostoeltje voorin monteren op de passagiersstoel. Bij achterwaarts geplaatste zitjes is het dan echter wel een voorwaarde dat er geen airbag aanwezig is, of dat deze is uitgeschakeld. Bij kinderen in voorwaarts gerichte kinderstoelen geldt deze voorwaarde niet. In dat geval wordt echter wél geadviseerd om de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren te zetten.
Het type gordel en bevestigingsmethode van het autostoeltje
Er zijn twee manieren waarop je een autostoeltje kunt bevestigen in de auto: met Isofix of met autogordels. Kinderstoeltjes met gordelbevestiging zijn het meest bekend. Je maakt bij deze manier gebruik van de gewone driepuntsgordel in de auto. Een Isofix autostoel of een Isofix-onderstel wordt met bevestigingshaken verankerd aan de carrosserie van de auto. Pas op: auto’s die gemaakt zijn voor 2006, hebben vaak geen Isofix-bevestigingspunten.
Autostoeltjes met afneembare bekleding
Kleine kinderen knoeien, dus je ontkomt er niet aan: af en toe moet je de autostoelbekleding reinigen. Je kunt echter ook kiezen voor een kinderzitje met afneembare hoezen, die je gemakkelijk in de wasmachine kunt doen. Niet alleen makkelijk, maar ook leuk: je hebt namelijk de keuze uit allerlei kleuren en printjes.