ID.nl logo
Tien jaar iPhone: een overzicht
© Reshift Digital
Huis

Tien jaar iPhone: een overzicht

Op 9 januari 2007 kondigde Steve Jobs de allereerste iPhone aan. Een, voor die tijd, revolutionaire smartphone, die door critici met veel gehoon werd ontvangen, omdat Apple er nogal eigenaardige gedachten op nahield. Tien jaar later en heel wat iPhones verder is duidelijk dat Apple heel wat teweeg heeft gebracht.

Voordat Apple met de iPhone kwam, hadden smartphones geen aanraakschermen, en wilde het maar niet lukken om betaalde apps te realiseren. Mensen wilden niet betalen voor apps, bovendien was daar geen goede methode voor, én er was geruzie over de verdeelsleutel: ging het meeste naar de ontwikkelaars van de app, de fabrikant, of de provider? Apple bracht daar verandering in. We zetten tien jaar iPhones voor je op een rij.

iPhone (2007)

Hoewel voor die tijd revolutionair, zouden we de allereerste iPhone nu allesbehalve indrukwekkend vinden. Het was de eerste smartphone die het toetsenbord achterwege liet en ging voor bediening via een aanraakscherm. Het was ook de eerste smartphone waarop degelijk internet mogelijk was (afhankelijk van je verbinding). iPhone bevatte wel apps, maar die kwamen allemaal van Apple zelf. In Nederland is de originele iPhone nooit uitgebracht.

©PXimport

iPhone 3G (2008)

De eerste iPhone die in Nederland te koop was, was de iPhone 3G. Vergelijkbaar met het oorspronkelijke model uit 2007, maar nu met ondersteuning voor 3G én met GPS ingebouwd. Waar de eerste iPhone vooral populair was onder early adopters, was het de iPhone 3G die het toestel mainstream maakte. Dat kwam niet in de laatste plaats door de lancering van de App Store, waarmee ontwikkelaars in staat werden gesteld om apps te verkopen voor de iPhone. Providers ontvingen hier geen cent van, en waren daar allesbehalve blij mee.

©PXimport

iPhone 3GS (2009)

De iPhone 3GS was het eerste toestel waarbij de beroemde ‘s’ werd gebruikt, welke door de jaren heen bekend zou worden als het ‘tussentoestel’. Dit hield in: geen grote veranderingen aan het ontwerp, wel een aantal handige nieuwe functies. De ‘s’ stond overigens voor Speed. De camera kreeg een upgrade naar 3 megapixels en het was nu voor het eerst ook mogelijk om video te schieten. De 3GS was ook het model dat het eindelijk mogelijk maakte om teksten te kopiëren en plakken, een functie die belachelijk laat verscheen op een smartphone van dit kaliber.

©PXimport

iPhone 4 (2010)

De iPhone 4 was de eerste écht grote stap in de ontwikkeling van het toestel sinds de lancering van het eerste model drie jaar daarvoor. Het ontwerp was strakker, moderner en met een metalen rand die moest dienen als antenne. Die rand zorgde nogal voor wat ophef omdat het signaal weg zou vallen als je hem ‘verkeerd’ vasthield, hetgeen leidde tot de beroemde Apple quote: ‘you’re using it wrong’. De iPhone 4 was het eerste toestel met een Retina display en daarnaast had het een veel krachtigere processor. De camera kreeg een upgrade naar 5 megapixels, mét flitser. Ook was dit de eerste iPhone met een gyroscoop. De iPhone 4 kwam met iOS 4 (voorheen iPhone OS) waardoor multitasking mogelijk werd en, inmiddels niet meer weg te denken: FaceTime).

©PXimport

iPhone 4S (2011)

2011 was weer een s jaar, en hoewel dat in principe staat voor minimale upgrades, kreeg de camera een flinke metamorfose: namelijk 8 megapixels. Belangrijker dan de hardware, was in dit geval de software: iOS 5. Niet langer was het nodig om je iPhone te synchroniseren via je pc, Apple knipte het draadje door en vanaf dat moment zou alles draadloos zijn. Daarnaast was iOS 5 de versie waarin iMessage verscheen, en de spraakassistent Siri, al moesten we daar in Nederland nog wat langer op wachten. Een dag na de aankondiging van het toestel, overleed Apple-oprichter Steve Jobs.

©PXimport

iPhone 5 (2012)

Het volgende toestel, de iPhone 5, zorgde voor een flinke verandering, omdat Apple het toestel langer maakte; iets dat redelijk omstreden was, omdat Steve Jobs altijd had geroepen dat niemand een grotere iPhone nodig had. Tim Cook, die de leiding van het bedrijf inmiddels over had genomen, en de zijnen, dachten daar blijkbaar anders over. De iPhone 5 had nog steeds een 8 megapixelcamera, maar nu ook een HD camera voor Facetime aan de voorkant. Ook was het toestel weer vele malen sneller dan z’n voorganger, iets dat langzamerhand minder relevant begon te worden, omdat de toestellen al razendsnel waren. Met de komst van de iPhone 5 kwam ook iOS 6: de introductie van Apple Maps (Google Maps werd de deur gewezen), Passbook en meer functies voor Siri (waar wij op dat moment nog steeds geen drol aan hadden in Nederland).

©PXimport

iPhone 5C (2013)

2013 was het jaar waarin Apple besloot dat de release van één iPhone niet genoeg was, en het toestel kwam daarom met maar liefst twee toestellen. De iPhone 5C was in principe gewoon de iPhone 5 in een goedkoper nieuw jasje. Hiermee probeerde Apple kopers te paaien die wat minder konden of wilden uitgeven aan een smartphone.

©PXimport

iPhone 5S (2013)

Naast de iPhone 5C was er ook weer het beroemde S model. De iPhone 5S had een 64-bit A7 processor en een M7 Motion processor, waardoor de iPhone veel beter werd in het bijhouden van gegevens, voor, bijvoorbeeld, fitness apps. Ook de 5S moest het helaas nog steeds doen met een 8 megapixelcamera. Nieuw aan dit toestel was de vingerafdruksensor in combinatie met Touch ID, waardoor het mogelijk werd om je iPhone te ontgrendelen met behulp van je vingerafdruk.

©PXimport

iPhone 6 (2014)

Ook de iPhone 6 zorgde wederom voor een verandering in het ontwerp: het display zou voortaan een afmeting hebben van 4,7 inch. De 6 was ook het eerste model waarin NFC werd ingebouwd, om betalen mogelijk te maken via Apple Pay. Hoewel wij inmiddels van Siri konden genieten in Nederland, is Apple Pay iets dat tot op de dag van vandaag nog niet mogelijk is in Nederland. De camera kreeg ook eindelijk weer een upgrade, maar het aantal megapixels bleef nog steeds op 8 staan.

©PXimport

iPhone 6 Plus (2014)

De echt grote innovatie van 2014 schuilde echter in de iPhone 6 Plus, het eerste toestel van Apple met een display van maar liefst 5,5 inch. Tijdens de aankondiging werd het toestel dan ook meer dan eens gekscherend de iPad nano genoemd. De iPhone 6 Plus bevat alle specificaties van de iPhone 6, maar heeft een batterij die vele malen langer meegaat, én bevat een beeldstabilisator, waardoor video’s die je met het toestel schiet een stuk minder schokken.

©PXimport

iPhone 6S (2015)

Het was weer tijd voor een ‘s’ jaar, en dit jaar besloot Apple om weinig veranderingen door te voeren. Het ontwerp van de 6s is daarom vrijwel identiek aan dat van het voorgaande model. Het toestel introduceerde voor het eerst Force Touch, een technologie waarbij het aanraakscherm voelt hoe hard je drukt, waardoor er een hele nieuwe navigatielaag werd toegevoegd aan iOS. Ook werden hier voor het eerst de Live Photo’s geïntroduceerd, foto’s die bewegen wanneer je ze ingedrukt houdt. De camera heeft een flinke upgrade gekregen: 12 megapixels om precies te zijn, mét ondersteuning voor 4K video.

©PXimport

iPhone 6S Plus (2015)

Over de iPhone 6S Plus is eigenlijk niet zo heel veel interessants te melden. Het toestel is, wederom, identiek aan de iPhone 6S, met als verschil het 5,5-inch display en het feit dat de camera optische beeldstabilisatie bevat.

©PXimport

iPhone SE (2016)

Dit was een toestel dat eigenlijk niemand had zien aankomen. Het toestel werd gelanceerd in maart, in plaats van in september en het kan worden gezien als de opvolger van de iPhone 5S, met daarin een aantal van de technische snufjes uit de iPhone 6 (de processor, de iSight-camera, Live Photos enzovoort. De prijs van dit toestel lag een stuk lager dan die van de 6s.

©PXimport

iPhone 7 (2016)

Qua ontwerp is ook aan de iPhone 7 niets spectaculairs veranderd ten opzichte van z’n voorganger, met uitzondering van de gloednieuwe kleur: Jet Black (een kleur die stiekem gewoon doet denken aan het zwart van de iPhone 3GS. Nieuw aan dit toestel is ook het feit dat de Thuisknop geen fysieke knop meer is, maar softwarematig wordt aangestuurd. Hierdoor zou deze minder snel kapot moeten gaan. De iPhone 7 is ook het eerste toestel met stereo luidsprekers en heeft daarnaast een betere 12 MP sensor, met meer lichtgevoeligheid. De FaceTime-camera is in dit model gepromoveerd van 5 MP naar 7. Omstreden in dit toestel is het weglaten van de analoge koptelefoonuitgang. Koptelefoons moeten voortaan worden aangesloten via de Lightning-sensor, draadloos óf met de door Apple meegeleverde Dongle.

©PXimport

iPhone 7 Plus (2016)

Dit keer maakt het Plus-model wel degelijk verschil. Uiteraard krijg je wederom het grotere display én een batterij die langer meegaat voordat je moet opladen, maar anders aan dit toestel is ook de dubbele camera. Door deze camera kun je eenvoudig foto’s van ver en dichtbij nemen, maar daarnaast heeft Apple de Portret-functie toegevoegd. Met deze functie kun je foto’s maken waarbij (dankzij de twee camera’s) scherptediepte wordt gesimuleerd. Het is trucage, maar het effect is bijna niet van echt te onderscheiden.

©PXimport

En dan nu..

De iPhone 7s? 8? Edition? X? De geruchten gaan al weken, maar het wachten is op het Apple Event. Dan zullen we weten hoe de nieuwe iPhone heet, wat hij kan, wanneer we hem kunnen kopen en hoeveel we daarvoor moeten neerleggen.

Alvast nieuwsgierig wat je (waarschijnlijk) kunt verwachten? Je leest het hier!

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.