ID.nl logo
Review OnePlus Open - Hoe goed is goed genoeg?
Huis

Review OnePlus Open - Hoe goed is goed genoeg?

De OnePlus Open is de eerste vouwtelefoon van het Chinese merk die direct aan een aantal belangrijke eisen voldoet. Maar zijn die aspecten ook overtuigend genoeg voor een aanbeveling, en zo ja: kies jij dan voor een opvouwbaar toestel of een reguliere smartphone? De Open heeft een adviesprijs van 1.799 euro, een prijs die net onder de beschikbare concurrentie ligt.

Fantastisch
Conclusie

Onderaan de streep zijn we erg enthousiast over de OnePlus Open. Misschien nog wel enthousiaster dan over de Z Fold 5, omdat dit technisch gezien OnePlus’ eerste poging is. Het toestel voldoet aan allerlei voorwaarden op het gebied van ontwerp, snelheid, hardware, software en camera’s. Wat dat betreft is het fijn om te weten dat je niet alleen geld uitgeeft aan het vouwmechanisme als je de OnePlus Open in huis haalt. Je betaalt daadwerkelijk voor een high-end smartphone-ervaring, die op dit moment heel weinig concurrentie heeft. Maar dan rest nog de vraag: hoe goed is goed genoeg? Foldables worden voornamelijk omarmd door powerusers en early adopters. Met prijzen van minimaal 1.799 euro is het ook niet zo dat de Open voor Jan en alleman bereikbaar is. Daarnaast maakt het vouwtoestel een hoop dingen gemakkelijk en leuk, maar we zijn er nog niet van overtuigd dat de ervaring per se beter is dan die van platte smartphones. Dat neemt niet weg dat de foldable de laatste vijf jaar grote stappen heeft gezet, en de OnePlus Open is daar het beste voorbeeld van.

Plus- en minpunten
  • Een echte premium smartphone
  • Solide bouwkwaliteit
  • Elegant design
  • Niet zwaar of log
  • Vouwen voelt fijn aan
  • Processor en andere specs
  • Kwaliteit van de schermen
  • Software-ondersteuning
  • Duurzaamheid
  • Camerasysteem
  • Geen draadloos laden
  • Hoge aanschafprijs
  • Niet geschikt voor elke app
  • Niet in elke hoek te plaatsen

Hoewel we al vijf jaar allerlei soorten vouwtelefoons tegenkomen en ze elk jaar beter worden, laat een grote doorbraak op zich wachten. Hoe vaak zie je bijvoorbeeld iemand daadwerkelijk met een Samsung Galaxy Z Fold 5 rondlopen? Dit soort smartphones zijn vooralsnog gericht op zakelijke gebruikers en powerusers, waardoor de doelgroep relatief beperkt is. Die andere vouwtelefoons, van die klaptelefoons met een horizontale vouwlijn, doen het wat beter. Die zijn we wel degelijk weleens 'in het wild' tegengekomen.

De uitdaging voor OnePlus Open

Dat betekent een flinke uitdaging voor de OnePlus Open. Om een serieuze kans op deze jonge markt te maken, moet je meteen van goeden huize komen. Niet dat Samsungs toestellen slecht zijn (collega Rens Blom was immers best te spreken over de Z Fold 5), maar het Zuid-Koreaanse bedrijf heeft al vijf jaar de tijd gehad om de formule van dit type smartphone te verfijnen. Deze Open is de eerste poging van het Chinese merk om een vouwtelefoon uit te brengen (die sterk lijkt op de Oppo Find N3, een toestel van het zusterbedrijf dat z’n derde foldable uitbrengt).

In onze eerste week met het vouwtoestel zijn we positief verrast (en maken we directe vergelijkingen met marktleider Z Fold 5). En die positieve indrukken hebben we gelukkig niet meer hoeven loslaten. We zijn met name te spreken over het feit dat de vouwlijn in het midden van het opengeklapte scherm nagenoeg onzichtbaar is. Tijdens normaal gebruik zie je die lijn simpelweg niet zitten. Valt het licht net even anders, dan wil de lijn zich soms nog weleens laten zien, maar dat komt omdat die rimpels nog niet helemaal zijn weg te werken. Niettemin is dat bij dit toestel minimaal.

Het vouwen/dichtklappen zelf voelt na bijna een maand gebruik nog steeds bevredigend aan. Het kost heel weinig moeite het toestel open en dicht te vouwen, omdat de OnePlus Open het werk na een bepaalde hoek voor je uit handen neemt. Dan klapt-ie ineens open (of juist dicht), zonder dat je ervan schrikt. Dat gaat geleidelijk maar vlot. Helaas betekent dat ook dat je het toestel niet in elke hoek kunt openvouwen. Na een bepaald aantal graden heeft het scharnier de behoefte om helemaal opgevouwen te worden. Je kunt het scherm dus niet in elke hoek plaatsen die je wil, en dat is best jammer.

Solide, stevig en… betrouwbaar?

Aan de bouwkwaliteit ligt het in elk geval niet. Vouwtelefoons hebben de reputatie breekbaar te zijn. En ja, in vergelijking met traditionele smartphones kan er potentieel meer misgaan, maar je moet hoe dan ook zuinig zijn op je smartphone. De OnePlus Open heeft in elk geval een metalen frame om onder meer het bijzondere scharnier te beschermen. Dat scharnier zorgt tevens voor minimale openingen. Daardoor is de kans zeer klein dat er bijvoorbeeld stof of andere viezigheid in het toestel terechtkomt, waardoor het vouwmechanisme mogelijk kan beschadigen.

Ook heeft het scherm binnenin een beschermlaag die je er niet af mag halen. Dat is meer dan een simpele screenprotector. We komen dezelfde soort lagen ook bij de concurrentie tegen, dus dat zijn geen vreemde praktijken. Gelukkig oogt de OnePlus Open ontzettend premium. Niet alleen vanwege het metalen chassis, maar ook vanwege de groene kleurvariant die we inmiddels weken gebruiken. Het toestel weegt met ongeveer 250 gram ook veel meer dan andere toestellen van dit formaat. OnePlus lijkt qua ontwerp, beleving en scharnier de basis in elk geval perfect op orde te hebben.

De grote vraag is nu: hoe betrouwbaar is het toestel? Als in: hoelang gaat het mee en wanneer kun je problemen verwachten? OnePlus belooft dat het scharnier in staat is minimaal een miljoen vouwbewegingen te overleven. Dat is genoeg voor tien jaar gebruik, aangezien je het apparaat niet elke dag honderden keren openvouwt en weer dichtklapt. Natuurlijk kunnen er altijd problemen optreden, maar we hebben niet het idee dat die dan schering en inslag zijn. Daarvoor voelt het toestel te solide aan, en willen we – aangezien dit in feite al een derde iteratie is – het bedrijf de voordeel van de twijfel geven.

Twee beeldschermen, één telefoon

Dat OnePlus de basis op orde heeft, blijkt ook wel uit het dagelijks gebruik met de OnePlus Open. Zo is het heel prettig dat het scherm voorop bijvoorbeeld 6,3 inch groot is. Dat is iets kleiner dan andere premium smartphones, maar nog steeds groot genoeg voor comfortabel gebruik. Over de kwaliteit van het scherm kunnen we kort zijn: kleurrijker en helderder komen we ze zelden tegen. De kijkhoek is groot en alles oogt fijnscherp. De resolutie bedraagt 1.116 bij 2.484 pixels; met een pixeldichtheid van 431 pixels per inch (ppi) verbaast de kwaliteit ons dus niet.

Het display binnenin is even indrukwekkend. Dat is 7,8 inch groot en heeft een resolutie van 2.268 bij 2.440 pixels (en een ppi van 426). In beide gevallen is er ondersteuning voor Dolby Atmos-content en een maximale helderheid van 2.800 nits. Ook kunnen de schermen schakelen tussen 1 en 120 Hz, afhankelijk van de content. OnePlus wil met de Open echt een premium toestel van de bovenste plank presenteren, en tot nu toe lukt dat aardig: we zijn behoorlijk onder de indruk. Maar goed, daar is de prijs dan ook naar.

©WA | ID.nl

Niet elke app is geoptimaliseerd

Wanneer je van beeldscherm wisselt, beweegt de content vrolijk met je mee. Heb je dus een app open op het ene scherm, dan is die tevens beschikbaar op dat andere scherm. Ga je van binnen naar buiten, dan moet je nog een korte veegbeweging maken, maar voor de rest verloopt alles naadloos. Het enige wat er wel kan gebeuren, is dat bepaalde apps worden uitgerekt als ze niet zijn geoptimaliseerd voor tabletschermen. Vooral een app als Instagram is een doorn in het oog, maar mogelijk kom je dat probleem niet tegen met de juiste apps.

Maar wanneer heb je zo’n groter beeld nou echt nodig? We merken dat artikelen lezen heel plezierig is, en ook het tikken van berichten en mails gaat lekker op dat brede scherm. Daarnaast zijn de multitask-opties uitgebreid en kun je twee of drie apps naast elkaar draaien. Je kunt snel van app wisselen in het handige overzicht, en daardoor snel veel gedaan krijgen. Maar hoewel we de snelheid kunnen waarderen (daar is de processorkracht ook naar), echt levensveranderend is het gebruik niet.

Die gigantische cameraheuvel achterop

Misschien dat die gigantische camera daar nog verandering in kan brengen. Want voor veel mensen is een goede camera een must, en bepalend voor de aanschaf. Achterop zitten drie lenzen: een hoofdcamera van 48, een telelens van 64 en een ultragroothoeklens van 48 megapixel. Met het systeem kun je onder meer drie keer optisch en zonder kwaliteitsverlies inzoomen. Het zal niemand verbazen dat je met de camera’s op de OnePlus Open bij ideale omstandigheden prachtige foto’s maakt. Kleuren spatten van het scherm en details worden fijn vastgelegd.

Kleuren ogen veelal natuurgetrouw en levensecht, in tegenstelling tot de vaak wat kunstmatig aanvoelende beelden van een Samsung (en ja, ook zelfs Google of Apple). Verder is het tof dat je digitaal zelfs tot 120x keer kunt inzoomen. Maar of je dat wilt, is een tweede. Ergens na de 20x digitale zoom wordt het kwaliteitsverlies zo groot dat foto’s in feite onbruikbaar worden. Maar goed, smartphones hebben vaker dergelijke functies ‘omdat het kan’, en niet omdat ze per se handig zijn.

Daarnaast moet je er rekening mee houden dat de groothoeklens de zwakste camera is. Die laat het minste licht door en kan niet zo heel veel zonder kwaliteitsverlies inzoomen. Het contrast valt ook wat tegen, en daardoor ogen foto’s over het algemeen wat onnatuurlijk. De avondmodus maakt daarentegen wel indruk, zeker in combinatie met de hoofdlens. Het toestel is in staat om toch nog details vast te leggen wanneer het ergens volledig donker is. Verder is de kwaliteit van avondfotografie vergelijkbaar met andere OnePlus-toestellen.

0,5x

1x

4x

6x

120x

Prima software-ondersteuning

Tot slot kijken we nog even naar Android. Sowieso is het goed om te weten dat je mag rekenen op vier Android-upgrades; je krijgt tot en met medio 2027 de nieuwste Android-versies. Dat klinkt beter dan het is, aangezien Android 14 al om de hoek staat en OnePlus het toestel levert met Android 13. Qua beveiligingsupdates mag je rekenen op een extra jaar aan support; dat is dan wel weer prima. Hiermee ligt OnePlus op dezelfde lijn als Samsung, die eenzelfde updatebeleid garandeert. Prima software-ondersteuning dus; zo kan de OnePlus Open lekker lang mee.

OnePlus Open kopen?

Onderaan de streep zijn we erg enthousiast over de OnePlus Open. Misschien nog wel enthousiaster dan over de Z Fold 5, omdat dit technisch gezien OnePlus’ eerste poging is. Het toestel voldoet aan allerlei voorwaarden op het gebied van ontwerp, snelheid, hardware, software en camera’s. Wat dat betreft is het fijn om te weten dat je niet alleen geld uitgeeft aan het vouwmechanisme als je de OnePlus Open in huis haalt. Je betaalt daadwerkelijk voor een high-end smartphone-ervaring, die op dit moment heel weinig concurrentie heeft.

Maar dan rest nog de vraag: hoe goed is goed genoeg? Foldables worden voornamelijk omarmd door powerusers en early adopters. Met prijzen van minimaal 1.799 euro is het ook niet zo dat de Open voor Jan en alleman bereikbaar is. Daarnaast maakt het vouwtoestel een hoop dingen gemakkelijk en leuk, maar we zijn er nog niet van overtuigd dat de ervaring per se beter is dan die van platte smartphones. Dat neemt niet weg dat de foldable de laatste vijf jaar grote stappen heeft gezet, en de OnePlus Open is daar het beste voorbeeld van.

▼ Volgende artikel
AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

Dit artikel in het kort

AI zit inmiddels in bijna elke digitale dienst, maar de gevolgen daarvan zijn minder zichtbaar. In dit artikel lees je welke risico's daarbij horen, van hallucinaties en bias tot privacy, milieubelasting en de groei van synthetische media. Ook komen juridische vragen, economische verschuivingen en de grens tussen mens en machine aan bod. Je krijgt een breed overzicht van de belangrijkste risicozones en wat deze ontwikkelingen betekenen voor de samenleving.

Disclaimer:Het AI-domein verandert snel. De gegevens en cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de situatie tot Q3 2025; latere ontwikkelingen kunnen afwijken.

Lees ook: Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

In dit artikel bekijken we verschillende AI-risicozones. Wat is bijvoorbeeld de milieu-impact van AI? Hoe betrouwbaar zijn de antwoorden van chatbots? Wat als synthetische media (alles wat met AI wordt gemaakt) niet meer van echt te onderscheiden zijn? En hoe beïnvloeden AI-systemen onze economie, privacy en ons denkvermogen? De grens tussen mens en machine vervaagt.

Dit artikel is bedoeld voor wie voorbij de hype wil kijken en wil begrijpen wat er op het spel staat. Elk onderdeel behandelt een specifiek risico, met voorbeelden en toepassingen. Zo krijg je een goed beeld van de schaduwkanten van AI. Niet om de technologie af te wijzen, maar om er bewuster en verantwoordelijker mee om te gaan.

Als je de schaduwkanten ervan kent, kun je AI verantwoordelijker inzetten.

Ecologische voetafdruk

Hoewel AI vaak als iets immaterieels en 'in de cloud' wordt voorgesteld, is de milieu-impact allesbehalve onzichtbaar. De menselijke hersenen verbruiken continu ongeveer 20 watt, vergelijkbaar met een gloeilampje. Daarmee worden 86 miljard neuronen en duizenden synapsen per neuron gevoed.

Grote taalmodellen als GPT of Gemini vragen daarentegen enorm veel rekenkracht. De trainingsfase kan duizenden MWh vereisen en miljoenen liters water voor koeling, afhankelijk van het datacenter en de gebruikte hardware. Ook het gebruik (inferentie) is belastend: elke prompt/antwoord-interactie bij modellen uit deze klasse vraagt energie en koeling aan de serverzijde.

AI heeft dus een stevige ecologische voetafdruk. Tegelijk worden oplossingen ontwikkeld, zoals restwarmtehergebruik, luchtkoeling in plaats van waterkoeling, meer hernieuwbare energie en efficiëntere modellen. Denk aan compacte taalmodellen, zoals TinyML, quantisatietechnieken (kleinere getallen en minder geheugen) en lokaal draaiende AI's (edge AI).

©(c) Wikipedia, CC BY-SA

Microsoft heropent de nucleaire site Three Mile Island voor AI-datacenters.

(c) Wikipedia, CC BY-SA

Hallucinaties

AI-chatbots doen de gebruiker graag een plezier. Daarbij zijn ze opvallend overtuigend, ook wanneer ze onzin produceren, oftewel wanneer ze hallucineren.

Hallucinaties kunnen ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer juristen verwijzen naar niet-bestaande wetsartikelen of wanneer medische informatie klakkeloos wordt overgenomen. Controleer gevoelige informatie daarom altijd via meerdere bronnen. Doe dit zeker bij gevoelige of complexe thema's. Weet ook dat AI-modellen zich vaak verontschuldigen als je teruggeeft dat er een fout is gemaakt. Vervolgens herhalen ze zich doodleuk.

Hallucinaties zijn hardnekkiger bij fenomenen als data- en conceptdrift. Bij het eerste herkent het model je eigen input minder goed doordat de vorm afwijkt van de trainingsinput. Bij het tweede is de inputvorm hetzelfde gebleven, maar is de betekenis inmiddels veranderd. Meer weten over datadrift en conceptdrift.

Verder kan het model te veel details uit trainingsdata opnemen en zo irrelevante informatie meenemen (overfitting). Of omgekeerd: onvoldoende zinvolle data gebruiken (underfitting). Ook deze fenomenen kunnen het hallucineren versterken.

Hallucinatie door drifting: AI-modellen houden de werkelijkheid niet altijd even actief bij.

Wat is hallucineren?

Hallucineren is het moment waarop een AI-model met grote zekerheid iets vertelt dat niet klopt. Het systeem voorspelt woorden op basis van eerder waargenomen patronen en heeft geen inzicht in feiten of logica. Daardoor kan het wetsartikelen verzinnen, namen bedenken of cijfers opleveren die nergens op zijn gebaseerd. Dit gebeurt sneller bij complexe vragen of wanneer de context ontbreekt. Het is dus geen "zien" of "horen", maar simpelweg foutieve tekstproductie die overtuigend klinkt.

Bias en manipulatie

AI-modellen krijgen enorme datahoeveelheden van het internet als input. Deze zijn zelden neutraal, waardoor vooroordelen of een westers wereldbeeld in het leerproces sluipen. Dat zorgt voor vertekening of bias (vooringenomenheid). AI-modellen kunnen bijvoorbeeld vrouwen aan zorgberoepen linken en mannen aan leidinggevende functies, of etnische groepen benadelen bij risicobeoordelingen.

Bias is niet alleen maatschappelijk, maar ook technisch. Een model leert niet alleen wat er ín de data staat, maar ook hoe die data zijn verdeeld. Als een bepaalde bron oververtegenwoordigd is, of als een schrijfstijl vaker voorkomt, dan krijgt dat automatisch meer gewicht. De architectuur en trainingsmethode versterken die patronen. Daardoor kunnen antwoorden die objectief lijken toch subtiel een voorkeur bevatten.

Interessant is ook dat onderzoekers political compass-testvragen voorlegden aan grote AI-taalmodellen (LLM's). De conclusie: zowat alle LLM's situeren zich in het links-economische, sociaal-libertaire kwadrant. Besef dat ook deze testvragen een vooroordeel (kunnen) bevatten, wat aantoont hoe moeilijk het is bias correct te beoordelen.

Nog problematischer wordt het bij manipulatie, wanneer deze bias opzettelijk in het model zit. Denk aan AI-toepassingen in advertenties die inspelen op angsten of overtuigingen. Algoritmische sturing kan bovendien gemakkelijk tot gelijkgezinde groepen (echo chambers) en polarisering leiden.

Omdat AI-modellen zo complex zijn, is vaak onduidelijk hoe de output tot stand komt (de black box). Dit vergroot de transparantiebehoefte en verklaart waarom veel wetenschappers pleiten voor explainable AI, of LLM's en AI-algoritmen opensource willen maken.

De meeste LLM's bevinden zich in het links-libertaire kwadrant. Wij testen het hier zelf met GPT-4o en DeepSeek.

Synthetische media

De term synthetische media verwijst naar beelden, audio of tekst die volledig of deels AI-gegenereerd zijn. Denk aan deepfakes, nagebootste stemmen of automatisch gegenereerde nieuwsartikelen. Zulke toepassingen lijken creatief en handig, je maakt bijvoorbeeld een marketingvideo zonder camera of acteurs, maar de keerzijde is zorgwekkend.

Deepfakes kunnen personen dingen laten zeggen die zo zijn uitgesproken. Andersom kunnen echte beelden als deepfake worden afgedaan, ook wel 'the liar's dividend' genoemd. Deepnudes (gefingeerde naaktbeelden) kunnen dan weer gebruikt worden voor wraakporno.

Deze technologieën maken ook nepnieuws: desinformatie waarbij feiten doelbewust worden verdraaid. Dit tast het vertrouwen in communicatie en bewijsvoering aan en doet steeds meer mensen geloven in de maakbaarheid van de realiteit. Wat echt is, hangt vooral af van hoe je deze zelf vormgeeft. Feit en fictie raken verstrengeld, waardoor we belanden bij concepten als alternate truth en postrealiteit. Daarin wegen perceptie, gevoel en overtuiging zwaarder dan feiten. Synthetische media vragen daarom niet alleen om kritische blik, maar mogelijk ook om watermerken en regulering.

Donald J. Trump: van deepfake naar alternate truth.

Zelfbevlekking

AI-modellen gebruiken vrijwel alle beschikbare internetbronnen als trainingsmateriaal. Omdat generatieve AI zelf steeds meer online content produceert, gebruiken modellen ook hun eigen output opnieuw. Zo ontstaat een zichzelf versterkende kringloop waarbij AI zich voedt met AI-gegenereerde inhoud. Deze vorm van zelfbevlekking verhoogt het risico op kwaliteitsverlies in digitale content, ook wel slop of enshittification genoemd.

AI genereert output namelijk op basis van patronen, niet vanuit betekenis of intentie. Als deze patronen ook nog eens uit andere AI-bronnen komen, ontstaat een neerwaartse spiraal met nauwelijks nuancering en steeds herhaalde ideeën. Hierdoor verhoogt ook het risico op hallucinaties en bias en de mens raakt out-of-the-loop. Op termijn dreigt model collapse: AI-modellen worden minder intelligent naarmate ze vaker op eigen output trainen.

Sommigen spreken van een zombie-internet. Zo blijkt inmiddels al zeker vijf procent van de nieuwe Engelstalige Wikipedia-inhoud AI-gegenereerd te zijn. Bovendien nemen mensen typische AI-taal, met herkenbare woordkeuzes, steeds vaker over. Om deze dynamiek te doorbreken, moeten menselijke input en creativiteit centraal blijven staan in het AI-trainingsproces.

Dit boek werd volledig door AI gegenereerd en stond een tijdlang te koop bij Bol en Amazon (let op de auteursnaam).

Auteursrecht

AI roept fundamentele vragen op rond auteursrecht. Modellen worden getraind op grote hoeveelheden tekst, beeld en audio zonder dat makers altijd toestemming hebben gegeven. Dit leidt tot discussies over schending van auteursrecht.

Er lopen inmiddels meerdere rechtszaken tegen AI-bedrijven. Het gaat onder meer om claims rond ongeoorloofd gebruik van beschermde werken voor training en ongewenste herhaling van fragmenten in AI-output. Bedrijven worden daardoor steeds bewuster van licenties, databescherming en toestemmingseisen.

De VS en Europa hanteren verschillende juridische kaders. In de VS wordt soms gesproken van 'fair use' bij transformatief gebruik, terwijl Europa zich baseert op strengere richtlijnen en opt-out-mechanismen via het TDM-AI-protocol.

AI-output roept ook andere auteursrechtelijke vragen op. Wie is bijvoorbeeld de auteur van een AI-tekening? Is dat de modelontwikkelaar, de gebruiker of niemand? AI kan ook onbedoeld tekst- of beeldfragmenten uit het trainingsmateriaal overnemen, met mogelijk plagiaat. Er bestaat dus een juridische grijze zone en er is behoefte aan duidelijke regelgeving, aangepast aan de AI-evoluties.

Ook een specifieke stijl kopiëren, zoals die van de Japanse Ghibli-studio, is mogelijk een schending van het auteursrecht.

Privacy

AI kan verder een bedreiging voor onze privacy vormen. In China zie je dit scherp: gezichtsherkenning en camera's ondersteunen er een sociaal kredietsysteem. Burgers worden continu gevolgd. Wie een overtreding begaat, riskeert sancties.

Ook in het Westen ontstaan zorgwekkende trends. Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI bijvoorbeeld bouwt een databank met miljarden gezichten, geplukt uit sociale media en websites, zonder toestemming van de betrokkenen. Beveiligingsbedrijven gebruiken deze beelden om burgers te identificeren, nagenoeg zonder controle.

Een bijkomend gevaar is dat je zelf te veel prijsgeeft. Steeds meer AI-tools gebruiken bijvoorbeeld Retrieval-Augmented Generation (RAG), waarbij je eigen of andere data kunt uploaden voor betere antwoorden. Maar wie garandeert dat deze informatie niet elders wordt opgeslagen of hergebruikt?

Daarnaast ondermijnt AI je informatievrijheid via filterbubbels. Algoritmen tonen vooral inhoud die aansluit bij eerdere voorkeuren, waardoor je blik vernauwt en confirmation bias toeneemt: je vertrouwt vooral informatie die je bestaande overtuiging bevestigt. Gecombineerd met micro-targeting, waarbij je gericht wordt beïnvloed met politieke of commerciële boodschappen, ontstaan risico's op manipulatie.

AI met RAG: hoe worden je geüploade data gebruikt, zoals bij de populaire Google NotebookLM.

Geestelijke ontwikkeling

Steeds meer AI-tools nemen cognitieve taken over: ideeën bedenken, teksten samenvatten of wiskundeproblemen oplossen. Dit is handig, maar geeft ook risico's. Als je brein weinig wordt uitgedaagd, komt je mentale ontwikkeling in het gedrang.

Vooral jongeren (digital natives) zijn kwetsbaar. Schoolopdrachten worden sneller aan AI-bots uitbesteed dan zelf uitgewerkt. Daardoor oefenen ze minder op formulering, redenering en foutcorrectie, wat juist belangrijk is voor de intellectuele groei.

Dit daagt ook het onderwijs uit, bijvoorbeeld wat betreft lesmethodes. Mogelijk biedt een aanpak als flip the classroom enig soelaas: leerlingen bereiden thuis (met hulp van AI) de leerstof voor en in de klas worden samen oefeningen gemaakt en besproken.

Bovendien zijn AI-antwoorden vaak vlot geschreven, maar missen ze nuance of tegenstrijdige ideeën. Wie zijn denkproces voortdurend daaraan spiegelt, loopt het risico op vervlakking van mening en expressie.

AI-bots creëren ook onrealistische sociale verwachtingen. Ze zijn vaak opvallend geduldig en meegaand, wat mensen minder sociaal vaardig kan maken. Sommigen raken meer sociaal geïsoleerd of ontwikkelen parasociale relaties met bots als Replika en CharacterAI.

AI-bots als Character.ai komen erg empathisch over en sommige mensen ontwikkelen zelfs parasociale relaties.

Politiek en economie

AI dreigt ook de politiek-economische verhoudingen grondig te herschikken. Waar staten traditioneel economische groei sturen via beleidsinstrumenten (Keynesiaans model), nemen Big Tech-giganten het steeds meer over. Overheden worden afhankelijker van deze bedrijven, wat machtsasymmetrie versterkt. Er zijn al duidelijke tekenen van deregulatie: regels worden versoepeld om innovatie aan te trekken.

Ook op microniveau is de impact zichtbaar. Ontwikkelingen (zoals agentic AI) kunnen de economie en de productiviteit stimuleren en er ontstaan ook nieuwe functies, zoals prompt engineers, AI-ethici en data-curatoren. Maar helaas gaat het voornamelijk om laagbetaalde ghost workers die AI-modellen helpen trainen. Daarnaast veranderen veel jobs inhoudelijk, zoals in administratie, marketing, financiën en juridische diensten. Andere functies zullen ongetwijfeld verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld vertalers, copywriters, klantenservicemedewerkers, boekhoudassistenten en junior programmeurs zich ernstig zorgen maken.

AI zal daarnaast ongetwijfeld ook de internationale machtsverhoudingen beïnvloeden. Geopolitieke spelers als de VS en China dreigen met hun AI-overmacht nog dominanter te worden, ten koste van andere (supra)nationale entiteiten. Is Europa hier een goed voorbeeld van?

Projectie van een wereldwijd banenverlies in miljoenen over de komende jaren.

Bron: World Economic Forum.

Veiligheid

Vooralsnog kwamen vooral risico's aan bod die niet per se bedoeld of gewild zijn, maar er zijn ook partijen die bewust de destructieve kracht van AI inzetten. Zo worden cyberaanvallen steeds geavanceerder. Aanvallers gebruiken zelflerende algoritmen om netwerken te exploiteren. Er bestaan AI-tools die phishingmails opstellen, perfect afgestemd op het slachtofferprofiel.

Ook maatschappelijke structuren staan onder druk. Een AI die (via sociale media) nepnieuws verspreidt over bijvoorbeeld verkiezingen, kan wijdverspreide onrust veroorzaken. Door hun schaal en snelheid kunnen AI-systemen hele informatienetwerken ontregelen, zonder aanwijsbare dader.

Daarnaast loert het gevaar van verkeerde afstemming (misalignment): een AI die geen kwaad wil, maar schade aanricht omdat het doel fout werd geformuleerd. Denk aan een AI die waterverbruik wil beperken en daarom irrigatiesystemen stillegt.

Militaire toepassingen zijn er uiteraard ook. Autonome drones en zelflerende wapensystemen worden volop ontwikkeld. Grote spelers zijn bijvoorbeeld het Amerikaanse Anduril (AI-drones)en Palantir (militaire AI-software). Tekenend is dat een oprichter een ultranationalistisch manifest publiceerde waarin hij stelt dat de VS absoluut de AI-oorlog moet winnen.

Anduril Fury: nieuwe AI-drone (AAV, Autonomous Air Vehicle).

Cyborgisering

Misschien wel het grootste gevaar van AI dringt langzaam en ongemerkt ons leven binnen: cyborgisering. Dit is het vervagen van de grens tussen mens en de machine. Denk aan avatars die levensecht reageren, digitale dubbelgangers van echte personen of AI-influencers met miljoenen volgers. Daardoor wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden waar de mens stopt en de machine begint.

Nieuwe categorieën digitale wezens duiken op, zoals virtuele klantenadviseurs, AI-therapeuten en synthetische gezelschapsdieren. Een Spaanse vrouw trouwde zelfs met een AI-hologram.

Op termijn ontstaat er een samenleving waarin mensen voortdurend zijn verbonden met AI, via brillen, lenzen, implantaten of herseninterfaces (denk aan Neuralink van Elon Musk: AI-in-the-human). Technieken als de Turingtest of Winograd-challenge volstaan al lang niet meer om mens van machine te onderscheiden. Daardoor komen autonomie en authenticiteit steeds meer onder druk te staan.

Cyborgisering roept fundamentele vragen op. In hoeverre blijven we menselijk? Wellicht is niet iedereen een transhumanist zoals Ray Kurzweil, die reikhalzend uitkijkt naar de singulariteit: het moment waarop AI slimmer wordt dan de mens.

Taxonomie van de digitale mens: een sluipend gevaar?

Dingen leren zónder AI?

Zo deden we dat vroeger
▼ Volgende artikel
Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday
Huis

Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday

Black Friday staat weer voor de deur en dat betekent dat je overspoeld wordt met aanbiedingen. Maar let goed op voordat je op de bestelknop drukt: uit onderzoek van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat veel van deze 'megadeals' in werkelijkheid misleidend zijn. Driekwart van de onderzochte winkels houdt zich niet aan de regels.

De toezichthouder nam 24 grote webshops en fysieke winkels onder de loep. De conclusie is schokkend: maar liefst 18 van de 24 winkels gaan de fout in met hun kortingsacties.

Sjoemelen met de 'van-prijs'

De grootste valkuil voor consumenten zit hem in de zogenoemde 'van-prijs'. Wettelijk is vastgelegd dat de doorgestreepte prijs (waar de korting vanaf gaat) de laagste prijs moet zijn die de winkel in de afgelopen 30 dagen heeft gerekend.

In de praktijk lappen veel winkeliers deze regel aan hun laars. Ze baseren de korting bijvoorbeeld op de (vaak veel hogere) adviesprijs, of een oude prijs van maanden geleden. Hierdoor lijkt het alsof je een enorme korting pakt, terwijl je in werkelijkheid soms nauwelijks goedkoper – of zelfs duurder – uit bent.

Volgens Fleur Severijns van de ACM is dit niet alleen oneerlijk tegenover de consument, maar ook tegenover concurrenten die wél netjes de regels volgen. De toezichthouder heeft de overtredende winkels aangeschreven. Vorig jaar kregen ketens als Leen Bakker en Jysk al boetes van boven de een ton voor dit soort praktijken; dat risico lopen de huidige overtreders nu ook.

Ook Bol, Amazon en Wehkamp genoemd

De ACM maakt de namen van de 18 winkels nog niet bekend, omdat zij nog bezwaar mogen maken. De Consumentenbond deed echter eigen onderzoek en noemt man en paard. Volgens de bond gaan onder andere Amazon, Wehkamp en Bol de mist in:

  • Amazon: Adverteert vaak met doorgestreepte adviesprijzen die hoger liggen dan de gangbare verkoopprijs.

  • Wehkamp: De bond vond voorbeelden waarbij de prijs tijdens een 'aanbieding' zelfs hoger lag dan de prijs in de periode ervoor.

  • Bol: Het platform stelt dat de '30-dagen-regel' niet werkt omdat prijzen te snel schommelen. Zij hanteren een eigen 'meestal-prijs', wat volgens de wet ook gebruikt mag worden als vergelijkingsmateriaal voor een korting.

Waarom trappen we erin?

Winkeliers worden steeds creatiever in het verhullen van de werkelijke prijshistorie. Niels Holtrop, universitair docent Marketing, legt aan de NOS uit dat dit een bewust psychologisch spel is. Omdat aanbiedingen vaak tijdelijk zijn, ontstaat er bij consumenten de angst om de deal te missen (Fear Of Missing Out).

Doordat het voor de ACM onmogelijk is om elke (kleine) webshop te controleren, nemen veel winkeliers de gok. "Prijsconcurrentie is een krachtig wapen; klanten zijn er enorm gevoelig voor," aldus Holtrop.

Wat kun je doen?

Controleer zelf of de prijzen van producten niet stiekem zijn verhoord door gebruik te maken van de prijshistorie. Op vergelijkingssites kun je bijvoorbeeld zien wat het prijsverloop van een bepaald product is geweest gedurende een jaar.

Op Kieskeurig.nl kun je bijvoorbeeld de prijsdalers bekijken, hier vind je producten die de afgelopen periode sterk in prijs zijn gedaald.