ID.nl logo
Geocachen voor beginners: Wie zoekt, die vindt
© Reshift Digital
Huis

Geocachen voor beginners: Wie zoekt, die vindt

Geocachen is een leuke manier om met een smartphone of gps-apparaat op avontuur te gaan. Je volgt het spoor dat iemand anders voor jou heeft uitgezet tot je uiteindelijk de schat vindt. Dat kan een mooi vergezicht zijn of een verborgen kerkje in een bos, maar levert altijd een mooie wandeling op. Hoe begin je ermee?

Geocachen is de Nederlandse vervoeging van het Engelse ‘geocaching’, dat op zijn beurt een samenvoeging is van ‘geo’ (wereld) en ‘caching’ (verbergen). 

Bij geocachen ga je met behulp van een smartphone of gps-apparaat op zoek naar een verborgen schat. Om te beginnen met geocachen, is het handig een account aan te maken op geocaching.com en de bijbehorende Geocaching-app op de smartphone te installeren.

Geocachen is gratis, maar je kunt ook ‘premium-lid’ worden. Je steunt dan de ontwikkeling van de app en website, en kunt preciezer filteren in de vele caches, kaarten offline gebruiken, meer dan drie caches per dag downloaden en krijgt ook toegang tot meer soorten caches. 

Om te beginnen is een gratis account voldoende. Vind je geocachen leuk, dan is een abonnement zijn geld wel waard.

Je eerste cache vinden

Om een eerste cache te selecteren, klik je in de app op Kaart of op de website op Zoek naar geocaches in jouw buurt. Sleep de kaart naar de plek waar je wilt gaan cachen. Er zijn meerdere soorten caches, maar voor de eerste keer is een traditionele cache de beste keuze. 

Dit is de originele cache-variant, waarbij je op zoek gaat naar één locatie: de plek waar de cache verstopt is. Traditionele geocaches herken je aan het groene logo.

Via Filters kun je de zoektocht beperken tot alleen de Traditional caches en caches die bij het Lidmaatschapstype horen. Klik op Gereed om het filter toe te passen. Klik op een cache om de beschrijving te openen en kijk ook naar aanvullende gegevens zoals wanneer deze voor het laatst gevonden is. Let ook op de scores voor de moeilijkheid en het terrein. Begin eenvoudig.

©PXimport

Om ook echt naar de eerste geocache te gaan, klik je op Navigeer. De app geeft nu de afstand en richting tot de cache. Geocachen is nadrukkelijk geen routenavigatie, de bedoeling is zelf de weg te vinden en liefst te voet. Af en toe een verkeerd pad pakken, vastlopen tegen een sloot of afgesloten weg, het hoort er allemaal bij en maakt geocachen juist zo leuk. Hier zit nog het avontuur in dat we door Google Maps en TomTom zijn kwijtgeraakt.

Is de cache te ver weg en gebeurt het eerste deel per auto of fiets, klik dan op de Auto boven in de app om de routenavigatie te starten. Nader je de cache, activeer dan de Kompas-view via het kleine kompassymbool bovenin. De app toont nu de afstand tot de cache én de richting om te lopen.

Heb je de cache bereikt, dan is het zaak de schat te vinden. Een typische cache is een waterdichte container verstopt onder een struik, in een boom of vastgemaakt onder een bankje. Maar houd je ogen open, want de fantasie van de cachemakers is groot. 

©PXimport

©PXimport

Heb je de cache gevonden, open deze dan en noteer naam, datum en tijd in het logboek. Stop daarna alles terug en verberg de cache zoals je die hebt aangetroffen. Registreer je vondst ook op de Geocaching-website via Geocache loggen of in de app via Log.

Lukt het niet de cache te vinden, kijk dan naar sporen van eerdere geocachers. Soms staat er in de cachebeschrijving ook een Hint. Deze is vaak ROT13-gecodeerd, wat wil zeggen dat elke letter vervangen moet worden door de letter dertien posities verder in het alfabet (A = N, B = O etc.).

Multi-caches en waypoints

Elke geocache wereldwijd heeft een uniek nummer dat begint met GC, gevolgd door een reeks cijfers en letters. Deze code vind je terug in de beschrijving en vaak ook bij de cache zelf. Alleen in Nederland liggen al meer dan 43.000 geocaches. Een deel daarvan zijn zogeheten multi-caches, je herkent ze aan het oranje pictogram met twee containers.

Een multi-cache is een speurtocht langs meerdere punten, waypoints genaamd. Deze vind je onder Waypoints bij de cache-informatie. In de app laten ze zich eenvoudig openen, afvinken en kun je er telkens naartoe navigeren door op het kompasteken te klikken. 

Een populaire soort multi-cache is die waarbij je op verschillende tussenlocaties de cijfers verzamelt of bij elkaar moet puzzelen die samen de locatie van de cache geven.

Geografische coördinaten Voor het aangeven van de locatie van een waypoint of cache gebruiken geocachers de voor elke plek unieke geografische coördinaten. Deze worden gevormd door de kruising van een lengte- en breedtegraad, denkbeeldige lijnen die van noord naar zuid of evenwijdig aan de evenaar over de wereldbol zijn getrokken. Er bestaan meerdere manieren om zo’n coördinaat te schrijven: met decimalen (N 50.91721° E 5.91775°), graden en decimale minuten (N 50° 55.032’ E 5° 55.065’) en graden, minuten en seconden (N 50° 55’ 1.956’’ E 5° 55’ 3.9’’). Dit lijkt verwarrend, maar iedere goede gps-app of gps-apparaat kan met elk van deze schrijfwijzen overweg. Nederland ligt ten oosten van de meridiaan van Greenwich bij Londen die als nul-gradenlijn geldt, dus op het oostelijk halfrond, tussen de 4° en 6° oosterlengte. Ook ligt ons land boven de evenaar, de andere nullijn, en daarmee op het noordelijk halfrond tussen de 51° en 53° noorderbreedte.

Puzzels oplossen en meer

Om een cache te vinden, moet je soms ook puzzels oplossen. Dit komt veel voor bij mysterie-caches, een van de premium-soorten, maar ook bij multi-caches is het geen ongewoon fenomeen.

Veel puzzels laten zich oplossen met pen en papier, maar soms is meer nodig. Dan kan een geocaching-toolkit in de vorm van een app handig zijn. Zijn er echt speciale vaardigheden of zaken nodig om de cache te vinden of openen, dan staat dit vaak in de beschrijving van de cache aangegeven, zoals bij deze cache waarvan de code met een 9volt-batterij via kleurenlampjes op de zijkant moet worden afgelezen. 

©PXimport

Behalve een logboek kan een cache ook andere zaken bevatten zoals trackables. Dit zijn voorwerpen die van cache naar cache reizen. Elke trackable heeft een unieke code. Neem je een trackable mee of leg je die juist weer in een cache, log dit dan bij de trackable in de app of op de site.

Dit geldt niet voor de swag (klein speelgoed voor kinderen) die ook in caches voorkomt. Voor swag geldt alleen: iets meenemen is iets anders terugplaatsen. Het maakt geocachen ook heel leuk voor kinderen.

Zelf een cache verstoppen

Het is tenslotte niet alleen leuk om op zoek te gaan naar caches, maar ook om zelf een cache te maken en verstoppen. Iedereen kan het, al zijn er wel een paar zaken om rekening mee te houden. 

Vraag bijvoorbeeld toestemming wanneer de cache niet op je eigen terrein ligt, zorg voor een goede behuizing en, in geval van een multi-cache, controleer of je puzzels en waypoints wel kloppen. Op geocaching.com/play/hide vind je meer informatie over eigen caches.

Veel speurplezier!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.