ID.nl logo
Apple is zakelijk gezien nog nergens
© Reshift Digital
Huis

Apple is zakelijk gezien nog nergens

Is de technologie van Apple volwassen genoeg om in het bedrijfsleven gebruikt te worden? En in hoeverre mag de IT-afdeling een bepalende factor zijn in de aanschaf van technologie?

In een eerder artikel op Infoworld.com noemde mijn collega Galen Gruman Apple zeer interessant voor het bedrijfsleven. Ik wil niet in discussie treden over de mate waarin Apple's technologie klaar is voor bedrijven - ik vertrouw op zijn deskundigheid als het om Apple-technologie gaat.

Maar het telt niet alleen of Apple in staat is IT te plezieren, het gaat er ook om of Apple bereid is zijn zakelijke klanten op een deugdelijke manier te ondersteunen. Gezien Apple's geschiedenis met 'flip-flops' in relatie tot directe support voor zakelijke klanten en zijn haat-liefde verhouding met distributeurs, neigt het antwoord op de vraag of Apple klaar is voor het bedrijfsleven naar een ontkenning.

Maar het is niet alleen Apple. Door de gehele technische zakelijke architectuurlaag heen, zijn leverancierkarakteristieken minstens zo belangrijk als de technologie die ze verkopen.

Ik wil hier wat achtergronden schetsen: In de vroege dagen van de personal computer, die begon met PC-DOS en eindigde bij Windows 98, had Microsoft zakelijk succes op dezelfde manier als Apple dat nu heeft. Er was zeer zeker geen sprake van consumerisatie, maar het was ook zeker geen resultaat van actieve bemoeienis van IT. Nee, pc's kwamen bedrijven binnen als tegenreactie, als een rebels protest tegen IT's gecentraliseerde controle over de computeractiva van een bedrijf.

In deze dagen was de ondersteuning vanuit Microsoft voor enterprise IT zeer beperkt. Maar waarom zou het zich daarover druk maken? Enterprise IT was geen klant - het was de tegenstander.

De omslag bij Microsoft

Dit veranderde met de komst van Windows NT en Microsofts beslissing om ook in het datacenter bepalend te gaan worden. Microsoft kwam er vanzelf achter dat het verantwoordelijkheid moest dragen voor de support, wilde het zijn producten aan enterprise IT kunnen verkopen. Hoe dan ook, Microsoft stopte met het ondersteunen van technologische rebellie en begon zakelijke IT-klanten te ondersteunen, niet alleen met zijn producten, maar met zijn gehele benadering van sales en services.

Van CIO's die ik de laatste tijd heb gesproken, heb ik begrepen dat Apple nog tot een dergelijke conclusie moet komen. Waarschijnlijk omdat het, net als het vroege Microsoft, zijn afnemers in de zakelijke IT nog niet als klanten ziet.

Als dit een wedstrijd is tussen Apple versus Microsoft, dan leidt het eindelijk tot een gemakeerde conclusie over hoe belangrijk het bedrijfsleven voor de leveranciers is. De Microsoft/Apple-situatie is net zo'n stammenstrijd als de Amerikaanse politiek - teveel mensen kiezen eerst een kant en gaan dan pas op zoek naar argumenten.

Laten we onze horizon eens verder verbreden. Enterprise IT leidt of is actief betrokken in de evaluatie van een breed palet aan technologieën - niet alleen in het front-office waar Microsoft en Apple elkaar beconcurreren, maar overal. Zaken als features en functionaliteit - wat een product doet en hoe het dat doet - is slechts een kwart van wat van belang is voor het kiezen van de optimale oplossing voor een bedrijf. Dan blijft er nog driekwart over.

Businessmanagers en eindgebruikers vinden features en functionaliteit belangrijk. Dat geldt ook voor IT, maar IT vindt het ook belangrijk om te zien hoe goed producten in elkaar zitten en op welke platformen zij gebouwd zijn.

De checklist van de IT-afdeling

Als het om een applicatie gaat, wordt in het evaluatieproces gekeken naar de ontwikkelingstools die een leverancier gebruikt en of de onderliggende databases voldoet aan de principes van datanormalisatie en in welke mate het product ondersteuning biedt voor maatwerk.

Als het om een databasemanagementsysteem gaat, zijn eigenschappen als stabiliteit en prestaties zeer belangrijk. Ook wordt gekeken naar of het draait op het standaardbesturingssysteem en naar virtualisatietechnologieen. Daarnaast mogen beheer en security niet buiten beschouwing worden gelaten.

Op dit laatstgenoemd gebied vinden tussen IT en de rest van het bedrijf conflicten plaats omdat businessgebruikers vooral op features letten, terwijl IT iets wil hebben dat het kan ondersteunen, kan beveiligen en integreren met de rest van de applicaties en informatieportfolio's van het bedrijf.

Het simpele feit dat met sommige bedrijven makkelijker is samen te werken dan met de andere en dat bij de ene leverancier meer ondersteuning geboden wordt dan bij de ander, maakt dat bijvoorbeeld IBM hoog wordt aangeslagen, terwijl Oracle het met beduidend mindere rapportcijfers moet doen. Microsoft probeert aan te klampen, terwijl Apple, zoals gezegd, nog niet als volwaardige speler meetelt.

De fatale misser van Dell

Op het gebied van hardware herinneren we ons nog de tijd waarin Dell hun business-support callcenter naar een lageloonland verplaatste, waar slecht voorbereide techneuten klanten in gebrekkig Engels te woord stonden. Dit leidde ertoe dat veel klanten in de armen van concurrenten gedreven werden, ondanks dat de technologie van Dell hier niet onder te lijden had.

Het gemak waarmee zaken gedaan kan worden met een bedrijf is slechts een kant van de medaille. Een andere is de stabiliteit van de leverancier. In de meeste gevallen doet productkwaliteit niet ter zake als de leverancier failliet gaat of het product en de ondersteuning ervan zonder aankondiging stopzet.

Dan is er nog de plek van het product in de markt en het momentum. Zelfs producten die door grote, stabiele leveranciers worden verkocht kunnen marktweesjes worden – dit is zeer onaantrekkelijk voor klanten, ook al is de technologie zelf goed.

Kosten

Het draait voor IT daarnaast om de financiële deal: De prijs van het product, de kosten van ondersteuning en licentievoorwaarden. Het is voor een leverancier die serieus genomen wil worden dodelijk om op elk gewenst moment zijn voorwaarden aan te passen. Ook voorwaarden die niet langer gelden als een bedrijf wordt overgenomen of voorwaarden waarin IT geen of alleen tegen hogere kosten gebruik mag maken van virtualisatie zijn dealbreakers. (Ja, ik heb het weer over Oracle.)

Als je verantwoordelijkheid draagt voor de enterprise IT-architectuur binnen je organisatie, zorg je ervoor dat je bedrijf al deze factoren (features en functionaliteit, interne comptabiliteit, leverancierkarakteristieken en structuur van de overeenkomst) meeneemt in iedere technologische evaluatie.

Dit vormt voor startups een bron van frustratie. Deze jonge technologische spelers kunnen op weinig punten rekenen als IT hun financiële stabiliteit en gewicht in de markt evalueert.

Apple heeft nog een lange weg te gaan

Wat betekent dit voor Apple en Microsoft? Het betekent dat IT altijd verder zal kijken dan features en functionaliteit. Ook is een goede bouwkwaliteit lang niet voldoende om werkelijk mee te gaan tellen.

Het is niet gezegd dat IT aan alle producten dezelfde eisen stelt. Hoewel de kwaliteit van de technische ondersteuning van een leverancier belangrijk is als het gaat om een SAN-oplossing of een CMS-product, is het veel minder belangrijk als het gaat om producten waarbij sprake is van minimale integratie en het vooral om persoonlijke effectiviteit gaat.

Er is geen hard antwoord of een altijd tellende ‘best practice’ die op ieder bedrijf toepasbaar is. Alles draait om de context – jouw context. Maar is dit niet altijd het geval?

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.