ID.nl logo
Ping! 5 dingen die je echt niet in de magnetron moet stoppen
© Linda Bestwick
Huis

Ping! 5 dingen die je echt niet in de magnetron moet stoppen

Je kent het wel: je hebt haast en wilt snel iets opwarmen in de magnetron. Maar pas op: je kunt niet zomaar alles in de magnetron stoppen. In dit artikel vertellen we je precies wat je beter kunt vermijden en waarom.

In dit artikel lees je wat je echt niet in de magnetron mag zetten. Omdat het kan smelten, exploderen (geen ping! maar pang! dus) of brand veroorzaken. Ook lees je hoe je kunt controleren of iets magnetronbestendig is en welke materialen je er wél in mag stoppen.

Lees ook: De grootste misverstanden over eten opwarmen: wat is waar en wat is niet waar?

1: Metaal

Metalen zoals aluminiumfolie, lepels en vorken reflecteren de microgolven in de magnetron. Dit veroorzaakt vonken en kan zelfs brand veroorzaken. Als je per ongeluk toch metaal in de magnetron hebt gestopt, haal dan meteen de stekker uit het stopcontact. Laat de magnetron afkoelen voordat je het metalen voorwerp verwijdert. Zelfs kleine stukjes metaal kunnen al voor problemen zorgen, dus check altijd of er geen metalen randjes of decoraties op servies zitten, of dat er nog ergens een randje aluminiumfolie aan zit. Ook chique keramiek met een gouden randje zet je, wegens vonkgevaar, beter niet in de magnetron.

2: Plastic & piepschuim

Niet al het plastic is geschikt voor de magnetron. Kijk daarom altijd op de onderkant van het plastic bakje of beker. Staat hier het magnetronbestendig symbool? Dan weet je zeker dat het veilig is. Anders is het beter om het bakje niet te gebruiken. Plastic dat niet magnetronbestendig is kan namelijk smelten of giftige stoffen afgeven in de magnetron. Ook piepschuim mag niet in de magnetron. Twijfel je? Gebruik dan glazen of keramische schalen.

3: Eieren

Nooit doen: een ei in de magnetron leggen om het te koken. Door de opwarming bouwt druk zich op in het ei, wat kan leiden tot een explosie. Dit geeft een enorme rotzooi en je magnetron kan er stuk van gaan. Wil je toch eieren klaarmaken? Prik dan van tevoren een gaatje in de dooier om de druk te verminderen. Of klop losgeklopte eieren in een magnetronbestendig schaaltje - dat is wel veilig.

©Suttiruk.ok

4: Appels, druiven en perziken

Het is niet zo dat je helemaal geen fruit in de magnetron mag doen. Je moet alleen oppassen met fruit dat nog in de schil zit, zoals appels, druiven en perziken. Als je dit soort fruit met schil en al in de magnetron stopt, houdt de schil het vocht tegen. Hierdoor gaat het fruit koken komt heel je magnetron onder de plakkerige jam te zitten. Wil je toch fruit met schil en al in de magnetron doen, snijd het dan eerst in stukjes. Zo kan het vocht er wel uit.

5: Natte kledingstukken

Snel even een paar natte handschoenen of een favoriet shirt dat net gewassen is drogen in de magnetron? Doe maar niet. Kleding bestaat vaak uit een mix van uit verschillende materialen zoals katoen, polyester en soms zelfs metaaldraad. Deze materialen gedragen zich allemaal anders bij verhitting in de magnetron. Synthetische stoffen kunnen smelten en metaalgaren kan zorgen voor vonken en in het ergste geval brand. Net zoals knopen en ritsen trouwens. P.S. Hoe je natte kleding dan wél snel droog krijgt lees je in dit artikel.

Lees ook: Zo maak je je magnetron schoon met middelen die je al in huis hebt

Kat in de magnetron? Ken je dat verhaal van die man die zijn kat in de magnetron stopte en die, toen het beestje dat niet overleefde, de maker van de magnetron aanklaagde? Er had immers niet in de handleiding gestaan dat katten níet in de magnetron mogen! Dat verhaal is een urban myth, een broodje aap dus. Het doet al sinds midden jaren 70 de ronde, maar er is geen bewijs dat het echt gebeurd is. We gaan er overigens van uit dat je wel weet dat je katten (of honden, cavia's, konijnen, parkieten enzovoorts) nooit in de magnetron moet stoppen!

©Didik Saputra

❓ Zo controleer je of iets in de magnetron mag

Als je niet zeker weet of een voorwerp magnetronbestendig is, kun je dit op twee manieren controleren:

1: Kijk of er een magnetronbestendig symbool op het voorwerp staat. Dit geeft aan dat het veilig is.
2: Doe de vuistregeltest: zet het voorwerp 30 seconden met een kop water in de magnetron. Wordt het heet? Dan absorbeert het de microgolven en is het niet veilig. Blijft het koud? Dan is magnetrongebruik waarschijnlijk geen probleem.

©Olga Klyushina

✅ Dit mag wél veilig in de magnetron

Glas, keramiek of aardewerk kun je veilig in de magnetron stoppen. Deze materialen absorberen geen microgolven en zijn dus altijd veilig. Ook stevig plastic met magnetronsymbool is prima. Vis bereiden en papillotte, dus in papier, is ook geen probleem, zolang het papier maar geen coating heeft. Potjes babyvoeding en groenten kun je er ook in zetten. Zorg wel dat je het deksel er eerst af haalt. Overigens wordt voor babyvoeding aangeraden om het liever au bain-marie te verwarmen, dus in een pan met warm water op het fornuis.

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: