ID.nl logo
Weg met microplastics in de zee: afbreekbaar textiel heeft de toekomst!
© Maximilian - stock.adobe.com
Huis

Weg met microplastics in de zee: afbreekbaar textiel heeft de toekomst!

Een T-shirt van zeewier. Een onesie van inktvis. Zijn biologisch afbreekbare organische stoffen de toekomst? Synthetische stoffen laten microplastics los bij het wassen. Dat is een enorm probleem. Daarom wordt gezocht naar alternatieven. Hoe zit het en kun je al inktviskleding bestellen?

In dit artikel:

  • Bij elke wasbeurt gaan er microvezels uit je kleding mee met het spoelwater.
  • Als je je synthetische kleding wast, zijn dit microplastics. Je weet wel, waar de zee inmiddels behoorlijk vol mee zit. En de vis. De grond. Zelfs ons bloed. Eigenlijk alles, dus.
  • Vooral fast fashion is enorm vervuilend. Door microplastics, maar ook de uitstoot tijdens productie en vervoer van kleding is enorm.

Meer weten over die microplastics tijdens het wassen? Lees: Microplastics in de wasmachine: het onzichtbare gevaar van onze kleding

Waarom zijn microplastics in kleding een probleem?

Microplastics zijn kleine plastic deeltjes, die loskomen tijdens het wassen van synthetische vezels. Ze belanden in het milieu en dat kan flinke gevolgen hebben. Jaarlijks veroorzaakt textiel in Nederland ongeveer 100 ton microplastics, waardoor het textiel de op vier na grootste bron van deze vervuilende deeltjes is.

Wereldwijd komt maar liefst 35 procent van alle microplastics in de oceanen uit wasmachines. De meest voorkomende materialen die deze plastic deeltjes produceren, zijn polyester, nylon en fleece. Alle materialen laten vezels los tijdens het wassen, maar bij de synthetische stoffen is het een probleem op grote schaal.

De gevolgen voor het milieu en de gezondheid zijn niet mals. Microplastics belanden in waterwegen en oceanen en kunnen via voedsel en lucht ons lichaam binnendringen. Hier zorgt het mogelijk voor schade aan DNA en overdracht van ziekteverwekkende organismen. Het probleem van microplastics groeit snel, met meer dan 80 procent van het kraanwater dat sporen van deze deeltjes bevat.

Niet alleen loslatende microplastics zijn het probleem

Dat microplastics loslaten tijdens het wassen is een probleem. Een ander probleem is de korte levensduur van kleding. We kopen meer kleding dan ooit en het verdwijnt ook sneller weer in de prullenbak.

Deze fast fashion, die ook nog eens bovengemiddeld veel gebruik maakt van synthetische materialen, is een enorme vervuiler. Niet alleen qua overtollige kleding, ook waterverbruik, watervervuiling en uitstoot. Een gemiddeld katoenen overhemd produceert 2,1 kilogram koolstofdioxide. Een polyester overhemd produceert meer dan twee keer zoveel (5,5 kilogram).

©Anna Anatol - stock.adobe.com

Zijn organische materialen de oplossing? Ook organische materialen laten vezels los tijdens het wassen. Minder erg, bij katoen of wol. Het zijn tenslotte natuurlijke materialen, plantaardig zelfs.

Maar zo onschuldig zijn ze ook weer niet. Ze zijn meestal enorm bewerkt tijdens het proces van kleding maken. Meestal geverfd ook. Daar worden chemicaliën bij gebruikt. Die komen, samen met de natuurlijke vezeltjes, ook via het spoelwater in de oceanen terecht. Máár, het zijn geen microplastics.

Innovaties in kledingstoffen om het milieu te sparen

Veel van de huidige kledingstukken zijn geweven van op plastic gebaseerde acryl-, nylon- of polyestergarens. We weten al dat hierdoor een hoop troep in het milieu terechtkomt.

Gelukkig vindt er flink wat innovatie plaats. Onderzoekers denken dat sommige kledingstukken van de toekomst weleens helemaal ‘bio-engineered’ zouden kunnen zijn. Ze worden dan bijvoorbeeld gemaakt van levende bacteriën, algen, gist, dierlijke cellen of schimmels, die afbreken in niet-giftige stoffen wanneer ze uiteindelijk worden weggegooid. Of als ze worden gewassen.

Dit zou afval en vervuiling flink verminderen. Bovendien is er minder afval tijdens de productie zelf. Veel van deze organismen kunnen gekweekt worden om in mallen te passen. Het is dan mogelijk om de exacte hoeveelheid textiel te produceren die nodig is om een kledingstuk te maken, zonder dat er overtollig materiaal ontstaat dat weggegooid moet worden.

©Microgen - stock.adobe.com

Voorbeelden van innovatieve stoffen : zeewier

Het duurzame merk Pangaia maakt stof van zeewier. Zeewier groeit snel en op veel plekken en neemt CO₂ op uit zeewater. Sowieso een fijne plant.

Algen uit zeewier worden ook gebruikt als duurzaam alternatief. Ze groeien snel en makkelijk, wat het op grote schaal interessant maakt. Wetenschappers hebben er een vezel van gemaakt die kan worden geverfd met niet-chemische pigmenten, zoals geplette insectenschalen. De vezel kan worden verwerkt tot garen en zo tot kleding. Eerst wordt zogenoemd alginaat (eigenlijk een suiker) gewonnen uit kelp. Vervolgens wordt dat alginaatpoeder omgezet in een gel op waterbasis, waaraan plantaardige kleurstoffen (zoals wortelsap) worden toegevoegd. Tot slot wordt de gel verwerkt tot lange vezelstrengen die tot stof geweven kunnen worden.

Watch on YouTube

De wetenschappers noemen de stof sterk en flexibel, twee eigenschappen die belangrijk zijn voor grootschalig gebruik in de kledingindustrie. In China, waar veel kleding wordt verwerkt, viel daarbij ook nog eens op dat algen van nature brandwerend zijn. Dat betekent dat er mogelijk minder giftige vlamvertragers aan kleding hoeven te worden toegevoegd. De alg breekt ook sneller af dan katoen - de meest voorkomende natuurlijke kledingvezel - en er zijn geen pesticiden of grote stukken land voor nodig om het te verbouwen. Een flinke winst voor het klimaat, dus.

Kleding van paddenstoelen

Modeontwerpster Stella McCartney maakt al een tijd gebruik van innovatieve materialen. Zo maakt ze gebruik van paddenstoelen om een soort leer-lookalike van te maken. Nu is Stella McCartney niet direct fast fashion te noemen, want de kleding is nogal prijzig, maar innovatie moet ergens beginnen.

Kleed je in ananas en wijnafval

Andere voorbeelden van opvallende herkomst zijn onder meer vezels uit ananasbladeren (Piñatex). Dit duurzame alternatief, ook wel bekend als ananasleer, maakt gebruik van bijproducten van de ananasindustrie. Zo draagt het bij aan het verminderen van afval.
Ook wijnleer is een innovatief vegan biomateriaal dat deels is gemaakt van bijproducten van de wijnproductie. Vegea, een Italiaans bedrijf, hergebruikt druivenschillen en zaden om een ​​vegan 'leer' te maken dat 100% recyclebaar is. En een extra excuus voor een glas rood of wit…

Piepers passen

Zelfs aardappelen worden fashion. Ze worden gebruikt als bioplastic en staan bekend om een mooie gladde afwerking en natuurlijk hun duurzaamheid. Je vindt de stof al in mode en interieurontwerp. Brillen kunnen bijvoorbeeld al van aardappelafval worden gemaakt, maar ook textiel voor meubels.

Cactusleer

Cactusleer, gebruikt door merken als Karl Lagerfeld en H&M, is afkomstig van de organische teelt van de nopalcactus in Mexico. Dit ademende, flexibele en deels biologisch afbreekbare materiaal biedt een duurzaam alternatief in de mode. Net als Orange Fiber, een materiaal gemaakt van bijproducten van citrusvruchtensap. Het is de grondstof voor een zachte, zijdeachtige en lichtgewicht garen. Het is een alternatief voor traditionele materialen zoals viscose.

©pernsanitfoto - stock.adobe.com

Dit zijn niet de enige voorbeelden. Er is veel onderzoek op dit gebied. Wie weet heb je dit soort materialen al eens gedragen, zonder dat je het doorhad.

Inktviskleding

Vissenhuid wordt al lang gebruikt voor kleding. Maar ook de inktvis is een inspiratiebron voor de mode. Zijn (of haar) huid dan.

Inktvissen zijn fantastische dieren. In feite zijn het de kameleons van de zee: hun huid kleurt mee met de omgeving. De toepassing van de inktvis-inspiratie gaat dan ook verder dan alleen mode.

Geïnspireerd door de lenige tentakels, rekbaarheid en kleurrijke veranderingen van octopussen hebben wetenschappers een heel flexibele huid bedacht die oplicht in verschillende kleuren. Deze speciale stof kan handig zijn voor bepaalde machines of zelfs robots, maar ook in artistieke toepassingen. Denk aan mouwen die als schermen fungeren. Een team, onder leiding van Robert Shepherd van de Cornell University, heeft een soort huid gemaakt met vijf lagen, waaronder een kern van siliconen die oplicht in diverse kleuren.

Momenteel is er nog veel stroom voor nodig (niet duurzaam), maar het team werkt eraan om de huid dunner te maken, zodat deze op batterijen kan werken in plaats van directe stroomaansluiting.

©kozorog - stock.adobe.com

Kleding die je niet hoeft te wassen

De vezels die een probleem zijn laten vooral los tijdens het wassen. Niet (of minder) wassen is dus ook een mogelijke oplossing. Unbound Merino ontwikkelde een soort wol die niet, of nauwelijks, in de was hoeft. De wol is behandeld met een wasachtig laagje dat lanoline heet. Dit is vet dat van nature ook in schapenwol voorkomt. Dit zou geurtjes en vuil als het ware buitenhouden. Je zou weken zonder wassen kunnen gaan. In elk geval neemt wol minder bacteriën op dan veel andere stoffen, dus je kunt inderdaad vaker wollen kleding dragen voor je het wast.

De CEO van Levis zegt zelf zijn spijkerbroek nauwelijks te wassen. Alleen als ‘ie echt vies is. Schijnt de broek ook mooier van te blijven. Iets minder vaak broeken en jasjes wassen, dat lukt je vast wel!

Leestip: Wat is beter voor het milieu: wassen met de hand of met de wasmachine?


🥻Helemaal duurzaam is je eigen kleding maken, dus zorg voor een goede machine!
▼ Volgende artikel
Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon
© AK | ID.nl
Huis

Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon

Een oven wordt flink heet tijdens het gebruik, en ook in een magnetron met grill- of ovenfunctie kan de temperatuur behoorlijk oplopen. Daardoor verdampt vet of spettert eten sneller tegen de binnenkant van de deur. Zelfs bij een gewone magnetron kunnen spetters en condens zich ophopen op het ruitje. Na een tijdje is het glas zo vettig of bruin dat je nauwelijks nog naar binnen kunt kijken. Niet gevaarlijk, wél vervelend. Gelukkig is het schoonmaken van die ruit minder lastig dan je denkt!

Dit artikel in het kort:

  • Hoe ontstaat die aanslag eigenlijk?
  • Wat heb je nodig?
  • Stap voor stap schoonmaken
  • Let op bij zelfreinigende ovens
  • Wat moet je níet doen?
  • En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Lees ook: Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Hoe ontstaat die vettige aanslag eigenlijk?

Tijdens het verwarmen van eten verdampt vet. In een oven branden die vetdruppeltjes langzaam in op het glas, zeker bij temperaturen boven de 180 graden. Ook etensresten die over de rand borrelen of spetteren kunnen tegen het ruitje aankomen. In een magnetron gebeurt min of meer hetzelfde, al speelt condens daar ook een rol. Het resultaat is een doffe waas die met alleen een vaatdoekje niet meer weggaat.

Wat heb je nodig?

Met een paar alledaagse schoonmaakmiddelen kun je die bruine aanslag al te lijf gaan:

🞐 Warm water
🞐 Scheutje afwasmiddel
🞐 Zachte doek (liefst microvezel)
🞐 Oude tandenborstel
🞐 Klein beetje baking soda
🞐 Schoonmaakazijn of citroensap
🞐 Eventueel een plastic schrapertje (géén metaal)

Let op: laat de oven of magnetron altijd goed afkoelen voor je begint.

Stap voor stap schoonmaken

Begin met de buitenkant van de ruit. Maak een lauwwarm sopje met afwasmiddel en veeg het glas schoon met een microvezeldoek. Hardnekkige plekken? Maak een dik papje van baking soda en een beetje water. Smeer dit op de vlekken en laat het tien minuten zitten. Daarna veeg je het eenvoudig weg met een vochtige doek.

Voor de binnenkant helpt het om vet eerst los te weken. Maak een doek nat met heet water en een flinke scheut azijn of citroensap. Houd deze een paar minuten tegen de binnenkant van het ruitje aan – of leg de doek er voorzichtig op, als dat lukt. De warmte en het zuur helpen om het vet los te weken. Gebruik daarna een tandenborstel om voorzichtig langs de randjes te schrobben.

Sommige ovens hebben een dubbele glasplaat. In veel gevallen kun je die losmaken om ook daar tussen schoon te maken. Kijk hiervoor in de handleiding van je oven: vaak zitten er klemmetjes of schroeven aan de bovenrand van de ovendeur. Wees voorzichtig en zorg dat je alles stevig terugplaatst.

©Андрей Журавлев

Let op bij zelfreinigende ovens

Heb je een zelfreinigende oven? Dan werkt het schoonmaken net even anders. Sommige ovens hebben een pyrolysefunctie: hierbij wordt de oven verhit tot zo'n 500 graden, waardoor vet en vuil veranderen in as. Dat kun je daarna eenvoudig opvegen met een doek. Andere modellen gebruiken katalyse of stoomreiniging. In al deze gevallen geldt: gebruik géén agressieve middelen op de wanden of het glas, want daarmee kun je de speciale coating beschadigen.

Ook belangrijk: de ruit kan tijdens zo'n reinigingsprogramma flink heet worden. Wacht dus altijd tot de oven volledig is afgekoeld voor je eraan begint. En poets het glas alleen met zachte doeken en neutrale middelen, zoals lauw water met een druppeltje afwasmiddel. Baking soda of citroen kun je in dit geval beter vermijden, tenzij je zeker weet dat jouw oven geen speciale coating heeft.

Wat moet je níet doen?

Gebruik geen schuursponsjes of staalwol. Ook ovenreiniger en agressieve sprays zijn geen goed idee op glas: ze kunnen het ruitje beschadigen of dof maken. Gebruik bij voorkeur ook geen mesjes of metalen schrapers – hoe verleidelijk dat soms ook is. Krassen zijn snel gemaakt en vrijwel niet meer weg te werken.

En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Veeg de ruit na elk gebruik even kort na met een vochtige doek, vooral als je ziet dat er gespetterd is. Dat kost je amper tijd en voorkomt dat vuil zich opbouwt. Gebruik je ovenschalen die kunnen overkoken? Zet er een lekbak onder. En voor magnetrons werkt een eenvoudig spatdekseltje echt verrassend goed – die vangt het meeste op.

▼ Volgende artikel
Wifi-problemen op je laptop? Zo krijg je de verbinding weer terug
© fizkes
Huis

Wifi-problemen op je laptop? Zo krijg je de verbinding weer terug

Niets zo frustrerend als een laptop die geen wifi-verbinding wil maken. Gelukkig is dat meestal geen ramp en kun je het in veel gevallen gewoon zelf oplossen. In dit artikel nemen we je stap voor stap mee langs de mogelijke oorzaken – en hoe je ze verhelpt.

Weinig is zo vervelend als een laptop zonder wifi. In de meeste gevallen is dat gelukkig snel op te lossen door het volgen van de volgende stappen:

• De basis controleren • Apparaten opnieuw opstarten • De netwerktools van Windows inzetten

Lees ook: 5 manieren om je wifi-snelheid te verbeteren

Is je laptop wel het probleem?

Voordat je diep de instellingen induikt, is het slim om even te checken waar het probleem precies zit. Doen andere apparaten het wel gewoon op hetzelfde netwerk, zoals je telefoon of tablet? Dan zit de fout vrijwel zeker in je laptop. In dat geval kun je verder met de tips hieronder.

©NicoElNino

Staat wifi wel aan?

Het klinkt misschien gek, maar soms is het antwoord simpel: wifi staat uit. Veel laptops hebben een fysieke knop of een sneltoets waarmee je draadloos internet in- of uitschakelt. Die kun je per ongeluk hebben aangetikt. Controleer dus eerst even of wifi wel is ingeschakeld. Twijfel je, kijk dan even in de handleiding of online op de site van de fabrikant.

Een herstart doet soms wonderen

Soms is er niet eens een duidelijke oorzaak aan te wijzen voor wifi-problemen. Toch helpt het vaak om je laptop gewoon opnieuw op te starten. Tijdelijke haperingen in het systeem verdwijnen dan vanzelf en de netwerkverbinding wordt opnieuw opgezet. Een snelle stap met verrassend veel effect.

Ook je modem kan weleens een reset gebruiken

Zelfs als je andere apparaten nog gewoon online zijn, is het soms toch een goed idee om je modem kort van de stroom te halen. Door het apparaat opnieuw op te starten, worden de netwerkinstellingen ververst. Dat kan net het verschil maken. Check bij twijfel even de instructies van je internetprovider: die legt vaak precies uit hoe je dit veilig doet.

©BritCats Studio

Slecht bereik? Kijk eens naar de afstand

Heb je nog wél verbinding, maar is het traag of valt het signaal steeds weg? Dan zit je misschien gewoon te ver van het modem, of wordt het signaal gehinderd door dikke muren of storende apparaten in huis. Denk aan magnetrons of bluetooth-apparatuur. Probeer of het beter gaat als je dichter bij de router gaat zitten, of verplaats het modem zelf naar een centralere plek.

Laat Windows het probleem opsporen

Hebben die stappen niet geholpen? Laat dan Windows zelf even zoeken naar de oorzaak. Klik rechtsonder in je taakbalk met de rechtermuisknop op het wifi-symbool en kies Problemen oplossen. Je laptop voert dan een netwerkdiagnose uit. Volg rustig de aanwijzingen op – met een beetje geluk is het euvel zo gevonden én opgelost.

De netwerkadapter opnieuw instellen

Lukt het niet via de probleemoplosser, dan kun je proberen de netwerkadapter te resetten. Dat klinkt spannender dan het is: je stelt de verbinding opnieuw in met de standaardwaarden. In Windows 10 ga je via Start naar Instellingen > Netwerk en internet en kies je onder het tabblad Status voor Netwerk resetten. In Windows 11 vind je die functie onder Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerde netwerkinstellingen. Klik daar op Netwerk opnieuw instellen, daarna op de knop Nu opnieuw instellen en start je laptop daarna opnieuw op.

Update je wifi-stuurprogramma

Soms werkt het ook om de software van je netwerkadapter bij te werken. Open hiervoor Apparaatbeheer, vouw het menu Netwerkadapters uit en klik met je rechtermuisknop op de adapter waar 'Wi-Fi' of 'Wireless' in de naam staat. Kies vervolgens Stuurprogramma bijwerken en laat Windows automatisch naar de nieuwste versie zoeken.

Nog steeds geen verbinding?

Als het na al deze stappen nog steeds niet lukt om online te komen, is er mogelijk meer aan de hand. Misschien is je netwerkkaart defect of is er een ander hardwareprobleem. In dat geval kun je het beste contact opnemen met een reparateur of de klantenservice van de fabrikant. Maar in de meeste gevallen is dat niet nodig en helpt een van de bovenstaande stappen je snel weer op weg.