Weg met microplastics in de zee: afbreekbaar textiel heeft de toekomst!
Een T-shirt van zeewier. Een onesie van inktvis. Zijn biologisch afbreekbare organische stoffen de toekomst? Synthetische stoffen laten microplastics los bij het wassen. Dat is een enorm probleem. Daarom wordt gezocht naar alternatieven. Hoe zit het en kun je al inktviskleding bestellen?
In dit artikel:
- Bij elke wasbeurt gaan er microvezels uit je kleding mee met het spoelwater.
- Als je je synthetische kleding wast, zijn dit microplastics. Je weet wel, waar de zee inmiddels behoorlijk vol mee zit. En de vis. De grond. Zelfs ons bloed. Eigenlijk alles, dus.
- Vooral fast fashion is enorm vervuilend. Door microplastics, maar ook de uitstoot tijdens productie en vervoer van kleding is enorm.
Meer weten over die microplastics tijdens het wassen? Lees: Microplastics in de wasmachine: het onzichtbare gevaar van onze kleding
Waarom zijn microplastics in kleding een probleem?
Microplastics zijn kleine plastic deeltjes, die loskomen tijdens het wassen van synthetische vezels. Ze belanden in het milieu en dat kan flinke gevolgen hebben. Jaarlijks veroorzaakt textiel in Nederland ongeveer 100 ton microplastics, waardoor het textiel de op vier na grootste bron van deze vervuilende deeltjes is.
Wereldwijd komt maar liefst 35 procent van alle microplastics in de oceanen uit wasmachines. De meest voorkomende materialen die deze plastic deeltjes produceren, zijn polyester, nylon en fleece. Alle materialen laten vezels los tijdens het wassen, maar bij de synthetische stoffen is het een probleem op grote schaal.
De gevolgen voor het milieu en de gezondheid zijn niet mals. Microplastics belanden in waterwegen en oceanen en kunnen via voedsel en lucht ons lichaam binnendringen. Hier zorgt het mogelijk voor schade aan DNA en overdracht van ziekteverwekkende organismen. Het probleem van microplastics groeit snel, met meer dan 80 procent van het kraanwater dat sporen van deze deeltjes bevat.
Niet alleen loslatende microplastics zijn het probleem
Dat microplastics loslaten tijdens het wassen is een probleem. Een ander probleem is de korte levensduur van kleding. We kopen meer kleding dan ooit en het verdwijnt ook sneller weer in de prullenbak.
Deze fast fashion, die ook nog eens bovengemiddeld veel gebruik maakt van synthetische materialen, is een enorme vervuiler. Niet alleen qua overtollige kleding, ook waterverbruik, watervervuiling en uitstoot. Een gemiddeld katoenen overhemd produceert 2,1 kilogram koolstofdioxide. Een polyester overhemd produceert meer dan twee keer zoveel (5,5 kilogram).
©Anna Anatol - stock.adobe.com
Zijn organische materialen de oplossing? Ook organische materialen laten vezels los tijdens het wassen. Minder erg, bij katoen of wol. Het zijn tenslotte natuurlijke materialen, plantaardig zelfs.
Maar zo onschuldig zijn ze ook weer niet. Ze zijn meestal enorm bewerkt tijdens het proces van kleding maken. Meestal geverfd ook. Daar worden chemicaliën bij gebruikt. Die komen, samen met de natuurlijke vezeltjes, ook via het spoelwater in de oceanen terecht. Máár, het zijn geen microplastics.
Innovaties in kledingstoffen om het milieu te sparen
Veel van de huidige kledingstukken zijn geweven van op plastic gebaseerde acryl-, nylon- of polyestergarens. We weten al dat hierdoor een hoop troep in het milieu terechtkomt.
Gelukkig vindt er flink wat innovatie plaats. Onderzoekers denken dat sommige kledingstukken van de toekomst weleens helemaal ‘bio-engineered’ zouden kunnen zijn. Ze worden dan bijvoorbeeld gemaakt van levende bacteriën, algen, gist, dierlijke cellen of schimmels, die afbreken in niet-giftige stoffen wanneer ze uiteindelijk worden weggegooid. Of als ze worden gewassen.
Dit zou afval en vervuiling flink verminderen. Bovendien is er minder afval tijdens de productie zelf. Veel van deze organismen kunnen gekweekt worden om in mallen te passen. Het is dan mogelijk om de exacte hoeveelheid textiel te produceren die nodig is om een kledingstuk te maken, zonder dat er overtollig materiaal ontstaat dat weggegooid moet worden.
©Microgen - stock.adobe.com
Voorbeelden van innovatieve stoffen : zeewier
Het duurzame merk Pangaia maakt stof van zeewier. Zeewier groeit snel en op veel plekken en neemt CO₂ op uit zeewater. Sowieso een fijne plant.
Algen uit zeewier worden ook gebruikt als duurzaam alternatief. Ze groeien snel en makkelijk, wat het op grote schaal interessant maakt. Wetenschappers hebben er een vezel van gemaakt die kan worden geverfd met niet-chemische pigmenten, zoals geplette insectenschalen. De vezel kan worden verwerkt tot garen en zo tot kleding. Eerst wordt zogenoemd alginaat (eigenlijk een suiker) gewonnen uit kelp. Vervolgens wordt dat alginaatpoeder omgezet in een gel op waterbasis, waaraan plantaardige kleurstoffen (zoals wortelsap) worden toegevoegd. Tot slot wordt de gel verwerkt tot lange vezelstrengen die tot stof geweven kunnen worden.
De wetenschappers noemen de stof sterk en flexibel, twee eigenschappen die belangrijk zijn voor grootschalig gebruik in de kledingindustrie. In China, waar veel kleding wordt verwerkt, viel daarbij ook nog eens op dat algen van nature brandwerend zijn. Dat betekent dat er mogelijk minder giftige vlamvertragers aan kleding hoeven te worden toegevoegd. De alg breekt ook sneller af dan katoen - de meest voorkomende natuurlijke kledingvezel - en er zijn geen pesticiden of grote stukken land voor nodig om het te verbouwen. Een flinke winst voor het klimaat, dus.
Kleding van paddenstoelen
Modeontwerpster Stella McCartney maakt al een tijd gebruik van innovatieve materialen. Zo maakt ze gebruik van paddenstoelen om een soort leer-lookalike van te maken. Nu is Stella McCartney niet direct fast fashion te noemen, want de kleding is nogal prijzig, maar innovatie moet ergens beginnen.
Kleed je in ananas en wijnafval
Andere voorbeelden van opvallende herkomst zijn onder meer vezels uit ananasbladeren (Piñatex). Dit duurzame alternatief, ook wel bekend als ananasleer, maakt gebruik van bijproducten van de ananasindustrie. Zo draagt het bij aan het verminderen van afval.
Ook wijnleer is een innovatief vegan biomateriaal dat deels is gemaakt van bijproducten van de wijnproductie. Vegea, een Italiaans bedrijf, hergebruikt druivenschillen en zaden om een vegan 'leer' te maken dat 100% recyclebaar is. En een extra excuus voor een glas rood of wit…
Piepers passen
Zelfs aardappelen worden fashion. Ze worden gebruikt als bioplastic en staan bekend om een mooie gladde afwerking en natuurlijk hun duurzaamheid. Je vindt de stof al in mode en interieurontwerp. Brillen kunnen bijvoorbeeld al van aardappelafval worden gemaakt, maar ook textiel voor meubels.
Cactusleer
Cactusleer, gebruikt door merken als Karl Lagerfeld en H&M, is afkomstig van de organische teelt van de nopalcactus in Mexico. Dit ademende, flexibele en deels biologisch afbreekbare materiaal biedt een duurzaam alternatief in de mode. Net als Orange Fiber, een materiaal gemaakt van bijproducten van citrusvruchtensap. Het is de grondstof voor een zachte, zijdeachtige en lichtgewicht garen. Het is een alternatief voor traditionele materialen zoals viscose.
©pernsanitfoto - stock.adobe.com
Dit zijn niet de enige voorbeelden. Er is veel onderzoek op dit gebied. Wie weet heb je dit soort materialen al eens gedragen, zonder dat je het doorhad.
Inktviskleding
Vissenhuid wordt al lang gebruikt voor kleding. Maar ook de inktvis is een inspiratiebron voor de mode. Zijn (of haar) huid dan.
Inktvissen zijn fantastische dieren. In feite zijn het de kameleons van de zee: hun huid kleurt mee met de omgeving. De toepassing van de inktvis-inspiratie gaat dan ook verder dan alleen mode.
Geïnspireerd door de lenige tentakels, rekbaarheid en kleurrijke veranderingen van octopussen hebben wetenschappers een heel flexibele huid bedacht die oplicht in verschillende kleuren. Deze speciale stof kan handig zijn voor bepaalde machines of zelfs robots, maar ook in artistieke toepassingen. Denk aan mouwen die als schermen fungeren. Een team, onder leiding van Robert Shepherd van de Cornell University, heeft een soort huid gemaakt met vijf lagen, waaronder een kern van siliconen die oplicht in diverse kleuren.
Momenteel is er nog veel stroom voor nodig (niet duurzaam), maar het team werkt eraan om de huid dunner te maken, zodat deze op batterijen kan werken in plaats van directe stroomaansluiting.
©kozorog - stock.adobe.com
Kleding die je niet hoeft te wassen
De vezels die een probleem zijn laten vooral los tijdens het wassen. Niet (of minder) wassen is dus ook een mogelijke oplossing. Unbound Merino ontwikkelde een soort wol die niet, of nauwelijks, in de was hoeft. De wol is behandeld met een wasachtig laagje dat lanoline heet. Dit is vet dat van nature ook in schapenwol voorkomt. Dit zou geurtjes en vuil als het ware buitenhouden. Je zou weken zonder wassen kunnen gaan. In elk geval neemt wol minder bacteriën op dan veel andere stoffen, dus je kunt inderdaad vaker wollen kleding dragen voor je het wast.
De CEO van Levis zegt zelf zijn spijkerbroek nauwelijks te wassen. Alleen als ‘ie echt vies is. Schijnt de broek ook mooier van te blijven. Iets minder vaak broeken en jasjes wassen, dat lukt je vast wel!
Leestip: Wat is beter voor het milieu: wassen met de hand of met de wasmachine?