ID.nl logo
Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten
© Ivan Kmit - stock.adobe.com
Huis

Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten

Het zelf aanleggen van een terras lijkt in eerste instantie misschien een lastige klus, maar met een goede voorbereiding en de juiste materialen is het makkelijker dan je denkt. Hoe je begint en waar je allemaal op moet letten bij het aanleggen van een terras, lees je in dit artikel.


In dit artikel leggen we uit hoe je zelf een terras aanlegt. We kijken naar: Type bestrating | Ontwerp | Straatzand | Afgraven en egaliseren | Opsluitbanden | Zand aanbrengen | De eerste tegel of steen | Stenen op maat maken | Zand gladstrijken en aandrukken | Afwerken

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig


☀️ Nieuw terras of terras vervangen?
In je eigen tuin heb je waarschijnlijk al een goed idee van waar je je nieuwe terras wilt aanleggen. Ga je een bestaand terras vernieuwen, dan heb je minder werk wat betreft het klaarmaken van je werkveld, behalve dat je je oude bestrating wel eerst moet verwijderen.

Type bestrating

Voordat je überhaupt gaat beginnen met het aanleggen van een terras, bedenk je voor jezelf wat voor soort terras je wilt en welk type bestrating je daarvoor wilt gebruiken. Het soort tuin dat je hebt, maar ook het type woning of omgeving kunnen meespelen in de keuze van de juiste bestrating. Er zijn diverse soorten tegels van verschillende materialen, allemaal met andere eigenschappen. Zo zijn er tegels met een coating waardoor ze langer kleurecht blijven, maar er bestaan ook onbehandelde stenen en tegels waarbij na verloop van tijd kleurverlies zal optreden. De vuistregel is hier: hoe meer bescherming stenen of tegels hebben, des te duurder ze zijn. Laat je dus goed informeren bij een steenhandel of hoveniersbedrijf over de voor- en nadelen van de diverse soorten verkrijgbare bestrating.

Ontwerp

Je kunt voor jezelf uittekenen hoe het terras er ongeveer uit moet komen te zien. Maak een schets van je terras op papier en teken dat ontwerp in je tuin uit met behulp van paaltjes, latjes of bamboestokken. Je hebt dan globaal een idee hoeveel ruimte je terras gaat innemen. Je kunt ook gebruik maken van software om je te helpen je terrasgrootte en -positie te bepalen. In ons artikel over het online ontwerpen van je tuin lees je daar meer over.

©PXimport

Bedenk eerst waar je terras moet komen en hoe het eruit moet gaan zien.


🔨 Dit gereedschap heb je nodig

Als je zelf aan de slag gaat met het aanleggen van een terras, is het handig als je in ieder geval beschikt over het onderstaand gereedschap en persoonlijke bescherming:

• Stevige werkhandschoenen en -schoenen
Rubberhamer
Kniebeschermers
• Een afrijlat of andere rechte lat
Waterpas
Spade of bats (voor de leek: een schep)
Hark

• Handig om te huren: stenenknipper



Straatzand

Voor bestratingen wordt altijd zogeheten wit zand gebruikt. Bij bouwmarkten en leveranciers van bestratingen wordt dit zand ook ophoogzand of straatzand genoemd. Wit zand is gezuiverd en gezeefd zand dat door zijn compactheid, stabiliteit en waterdoorlatendheid ideaal is voor bestratingen. Als je een terras gaat aanleggen, dan is het aan te raden een ondergrond van 10 à 15 centimeter wit zand te gebruiken. Minder kan ook, maar de kans op instabiliteit wordt dan groter, vooral in gebieden met bijvoorbeeld klei- of veengrond. In die laatstgenoemde gebieden is het verstandig om eerst een ondergrond van een centimeter of 10 met puin en 20 cm straatzand te leggen als basis. Hierdoor kan het water beter wegsijpelen en is het terras stabieler. Straatzand is bij iedere bouwmarkt te koop. Afhankelijk van de grootte van je terras kun je losse zakken ophoogzand per stuk van 25 kilo kopen, of je koopt in één keer een zogeheten big bag van 1000 kilo, goed genoeg voor 0,65 kubieke meter zand.

Afgraven en egaliseren

Professionele stratenmakers en hoveniers maken vaak gebruik van een trilplaat om de ondergrond en het witte zand eerst alvast aan te trillen voordat begonnen wordt met bestraten. Dat intrillen gebeurt secuur door mensen die weten hoe zo’n trilplaat werkt. Als je zelf een terras gaat aanleggen heb je zo’n trilplaat niet per se nodig. Zo’n apparaat is namelijk zwaar en lastig te bedienen. Je kunt ze huren, maar dan heb je wel een aanhanger nodig.

©Oliver Boehmer - bluedesign

Voor eenvoudig straatwerk in je eigen tuin is een trilplaat niet per se nodig.

Met goede materialen en wat wilskracht kun je zelf al heel veel doen. Op de plek waar het terras moet komen, graaf je eerst de grond voldoende diep uit, tussen de 20 en 30 cm. Die diepte is afhankelijk van de eerder besproken grondtypen. Nadat je de grond voldoende en egaal hebt uitgegraven, gebruik je een hark om de grond te verdelen zodat alles even hoog komt te liggen en eventuele oneffenheden worden gelijkgetrokken. Eventueel kun je de hark ook omkeren zodat je de grond mooi glad kunt trekken. Daarna kun je de ondergrond gaan aanstampen. Dat doe je gewoon ‘ouderwets’ met je voeten. Loop bijvoorbeeld van buiten naar binnen een rondje en stamp hard met de hakken van je voeten op de ondergrond. Herhaal dit een paar keer totdat je het idee hebt dat de ondergrond niet meer inzakt.

Geen zin in vieze schoenen of heb je hier de kracht niet voor? Dan kun je ook kiezen voor een grond-of betonstamper om de ondergrond mee aan te stampen. Daarbij gebruik je de kracht van je handen om de ondergrond mee aan te stampen.

Opsluitbanden

Afhankelijk van waar je je terras gaat aanleggen, kun je ervoor kiezen om opsluitbanden te gebruiken. Opsluitbanden zijn betonnen randen van 1 meter lang en – afhankelijk van het type – 15 tot 20 cm hoog en 5, 6 of 8 cm breed. Opsluitbanden voorkomen dat je terras ‘wegloopt’: de tegels aan de buitenste randen van het terras kunnen door die opsluitbanden dan geen kant op en houden daarmee ook het gehele terras goed op zijn plaats.

©MG | ID.nl

Met opsluitbanden die stevig zijn geplaatst zorg je ervoor dat je bestrating op zijn plaats blijft.

Opsluitbanden zijn aan te raden in tuinen waarbij de omliggende tuingrond lager ligt dan je terras of waarbij de omliggende grond minder stevig is. Leg je een terras aan dat grenst aan een woning, garage of schuur, dan hoef je aan de zijde van de stenen muur van dat gebouw geen opsluitbanden te gebruiken. Als je een terras aanlegt in een grasveld zijn opsluitbanden ook niet per se nodig, maar je zou bijvoorbeeld wel je de randen van het terras kunnen afwerken met klinkers; dat oogt vaak wat fraaier.

Als je opsluitbanden gebruikt, plaats deze dan voordat je de rest van je stenen of tegels aanlegt. De opsluitbanden fungeren dan als leidraad voor de rest van de bestrating. Bovendien kun je ze dan gebruiken om recht langs te bestraten. Let er wel op dat de bestrating zelf ongeveer 1 à 2 centimeter hoger komt te liggen dan de opsluitbanden zelf. Door de zwaarte en diepte waarin ze worden gelegd zullen opsluitbanden nauwelijks meer verzakken, maar bestrating doet dat over het algemeen nog wel. Om te voorkomen dat je tegels tot onder de rand van de opsluitbanden zakken, zorg je er dus voor dat de bestrating hoger ligt.

©Sergii - stock.adobe.com

Let je bestrating altijd 1 tot 2 cm hoger dan de opsluitband.

Opsluitbanden leg je bij voorkeur ook op wit straatzand, en tik je met een rubberhamer het zand in. Pas wel op met de dunnere modellen opsluitbanden: als je te hard op het midden van de afsluitband slaat of als je niet genoeg ophoogzand onder het midden van de band hebt liggen, dan is de kans groot dat deze breekt! Om de afsluitbanden stevig in de grond te krijgen, is het verstandig om aan de buitenzijde van de band de grond stevig aan te stampen, zodat ze niet zomaar naar buiten toe kunnen zakken.

De hoek om Als we ervan uitgaan dat je een vierkant terras gaat aanleggen, en je gebruikt opsluitbanden, dan moet je ervoor zorgen dat de hoeken overal haaks op elkaar staan. Je wilt niet dat je tijdens het aanleggen van de bestrating erachter komt dat een van de rij opsluitbanden niet evenredig loopt aan de rest van je randen. De juiste hoek afmeten doe je het best met een winkelhaak. Een grote winkelhaak van bijvoorbeeld 60x40cm is daarvoor afdoende. Voor beide zijden van een terras zorg je er verder ook voor dat breedte tussen de binnenste en buitenste opsluitband gelijk is. Daarvoor gebruik je een rolmaat met blokkeersysteem; dat laatste zorgt ervoor dat je de rolmaat helemaal kunt uittrekken zonder dat deze weer vanzelf oprolt; dat meet een stuk handiger.

Zand aanbrengen

Na het aanstampen breng je het straatzand aan. Verdeel met een spade of bats het zand zo gelijkmatig mogelijk over je werkterrein. Gebruik ook hier de (omgekeerde) hark om alle oneffenheden eruit te halen en het zand op de goede hoogte te brengen. Dit is ook het moment om alvast rekening te houden met het afschot. Afschot is de manier waarop een terras afloopt naar een bepaalde kant, zodat het regenwater kan weglopen.

Bij een terras dat bijvoorbeeld aan een woning ligt, leg je het deel aan de kant van de woning hoger (maar uiteraard wel gelijk aan of ietsje lager dan de drempel van een eventuele deur) dan het andere uiteinde: in dit geval loopt het regenwater af naar de tuinzijde. Afschot kan ook aan beide zijden van een terras worden aangelegd, dan laat je het regenwater weglopen naar de zijkanten. Hoe je dat precies doet, hangt af van je wensen, zolang je maar rekening houdt met een afschot van 1 tot maximaal 2 cm per meter. Dus ieder meter dat het terras lang is, gaat het terras 1 tot 2 cm naar beneden. Deze hoek is voldoende om het regenwater rustig af te voeren.

Werken in (dag)delen Afhankelijk van de grootte van je project doe je er goed aan om van tevoren voor jezelf (en je eventuele helpers) te bepalen hoeveel tijd je wilt nemen voor je bestratingsklus. Onderschat dit niet! Als je een terras zelf aanlegt – en misschien niet heel veel ervaring hebt – kun je daar afhankelijk van de grootte zomaar een paar dagen mee bezig zijn. Trek er dus voldoende tijd voor uit. Wees ook niet teleurgesteld als je niet alles in één keer afkrijgt: vooral in het begin zul je misschien wat moeten oefenen met leggen of wat tijd nodig hebben om het zand mooi egaal op de juiste hoogte te krijgen.

De eerste tegel of steen

De eerste steen of tegel die je legt is het vertrekpunt voor de gehele bestrating. Het is niet heel moeilijk om een terras strak en netjes aan te leggen. Maar ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Leg de eerste rij tegels of stenen waarmee je begint zo strak mogelijk en in een mooie rechte lijn. Daarvoor kun je gebruik maken van een metseldraad om de rechte lijn mee te bepalen. Dit is nylon draad dat stevig is en bij strak spannen niet doorzakt. Je gebruikt dit draad dus niet alleen om recht langs te leggen, maar ook om de exacte hoogte van je bestrating te bepalen. Je stenen komen dan precies onder de onderzijde van het metseldraad te liggen. Gebruik je het draad ook om waterpas te leggen? Maak dan gebruik van een lijnwaterpas: dit is een kleine, lichtgewicht waterpas die je aan je metseldraad kunt hangen, zodat je de draad waterpas kunt maken. Het metseldraad span je tussen twee kleine paaltjes, bijvoorbeeld bamboestokken of houten latjes, die je een stukje de grond in slaat.

©Sergii - stock.adobe.com

Een metseldraad kun je gebruiken om je stenen langs een rechte lijn te leggen.

Vind je het werken met metseldraad lastig, dan kun je er ook voor kiezen om een lange houten dunne lat als basis te laten dienen. Het voordeel van een houten lat is dat je je stenen recht tegen die lat kunt aanleggen, zodat je een mooie rechte lijn krijgt. Leg die lat dan wel op de zijkant en controleer of je lat ook echt recht is. Een andere optie is gebruik te maken van een zogeheten richt- of afrijlat. Dit is een lange aluminium lat die soms ook voorzien is van een waterpas. Deze afrijlat kun je ook gebruiken om het straatzand waterpas te krijgen, zoals je verderop kunt lezen, maar deze afrijlat kun je dus ook inzetten om je eerste rij stenen recht te leggen. Leg je je bestrating langs opsluitbanden, dan is het recht leggen geen probleem, maar hoef je er alleen rekening mee te houden dat je je tegels of stenen ongeveer 1 tot 1,5 centimeter hoger dan de opsluitband moet leggen.

Let goed op wanneer je start met een eerste rij stenen die begint bij de bebouwing. Hoewel je zou verwachten dat een gemetselde muur van bijvoorbeeld je huis kaarsrecht is, is dat vaak niet het geval: er zijn altijd bakstenen die net wat uitsteken. Je kunt zo’n muur dus niet altijd als basis gebruiken voor het leggen van een rechte lijn. Begin je bij bebouwing, zorg er dan voor dat je altijd ongeveer 1 à 2 cm vanaf de muur begint met het leggen van je stenen. Zo heb je voldoende speling en is het makkelijker om een rechte lijn te leggen. De ontstane kier tussen de m uur en de bestrating kun je later weer opvullen met overtollig straatzand of invegen met invoegzand.

©MG | ID.nl

Stenen kun je ook eenvoudig recht leggen langs de dunne zijde van een lange plank.

Stenen op maat maken

Stenen en vooral tegels netjes op maat maken is zonder het juiste gereedschap lastig. Je komt altijd op een punt dat je je tegels of stenen kleiner moet maken om het geheel passend te krijgen. Zeker als je je bestrating in het zogeheten halfverband wil leggen. Halfverband is een bestratingspatroon waarbij de stenen per rij telkens op de helft liggen ten opzichte van de vorige rij. Dit betekent dat de buitenkant van de stenen van de ene rij zich bevinden in het midden van de stenen van de rij ervoor.

Hierdoor ontstaat er een trapsgewijs patroon dat zorgt voor een stevige en stabiele bestrating. Aan de beide uiteinden van een bestrating in halfverband moet je dus tegels of stenen hebben die de helft langer zijn. Voor de bekende stoeptegels van 30x30 zijn er tegels van 15x30 te koop, waardoor het leggen in halfverband makkelijker gaat. Voor klinkers en grotere tegels is die mogelijkheid er meestal niet, dus die stenen moet je op maat maken.

De meest eenvoudige manier waarop je dat doet, is door gebruik te maken van een stenenknipper. Een stenenknipper kun je zien als een dubbelzijdige kniptang waarbij aan de boven- en onderkant twee scherpe ijzeren ‘messen’ zijn geplaatst. Je legt een steen of tegel tussen die ijzers en klemt hem met behulp van schroeven vast, waarna je met de hefboom de ijzers naar elkaar toe duwt. Door de druk van de ijzers aan de boven- en onderkant breekt de steen precies op het punt waar de ijzers tegen de steen aankomen. Dit levert netjes afgesneden stenen op en je krijgt een mooier resultaat dan wanneer je de stenen zelf kleiner maakt met bijvoorbeeld een ijzeren blokhamer.

Een andere mogelijkheid om vooral tegels op maat mee te maken is een haakse slijper; een elektrische zaakmachine met een diamanten zaagblad. Zo'n apparaat werkt goed maar vereist een stabiele hand en maakt bovendien veel lawaai (110dB en meer). Een stenenknipper is wat ons betreft een veiliger (en stiller) alternatief, maar als je grotere tegels van meer dan 30x30 moet verkleinen, is zo'n haakse slijper vaak het enige alternatief, omdat de meeste stenenknippers maximaal 30x30-tegels aankunnen.

©andrey gonchar - stock.adobe.com

Met een haakse slijper zaag je stenen, maar gehoorbescherming en voorzichtingheid is geboden.


Zand gladstrijken en aandrukken

Met een afrijlat of gewone rechte lat kun je het straatzand gladstrijken en licht aandrukken. Gebruik een waterpas om het zand mooi recht te krijgen, terwijl je met de lat het overtollige zand wegschuift. Doe dit werk steeds stukje bij beetje: heb je een deel van het zand mooi strak en zacht aangedrukt, begin dan alvast met een deel van de bestrating en werk steeds een stukje verder. Hiermee voorkom je dat je te veel oppervlakte in één keer gladstrijkt, dat je later misschien weer per abuis oneven maakt door er overheen te lopen. Beter is het om bijvoorbeeld een stuk van anderhalf bij anderhalf meter aan te pakken, en dan steeds weer een stukje glad te strijken en te bestraten. Heb je al wat meer ervaring met bestraten, dan kun je het werkoppervlak natuurlijk helemaal naar eigen inzicht aanpassen.

©MG | ID.nl

Zachtjes tikken, niet meppen! Het lijkt misschien logisch om een tegel of steen er zo hard mogelijk in te slaan, maar dat is niet per se de beste manier. Bij de eerste te leggen steen of tegel kan dat wel, zodat die goed op zijn plek ligt en lager in het zand, maar voor alle opvolgende stenen zorg je ervoor dat je met de afrijlat het zand niet hoger legt dan zo’n anderhalf centimeter dan de onderkant van de eerste gelegde tegel of steen. Met andere woorden: de opeenvolgende steen mag zo’n anderhalf centimeter boven de eerste steen uitkomen. Met een rubberhamer tik je de steen of tegel vervolgens anderhalf centimeter het zand in om de bovenkant gelijk te krijgen met de vorige steen. Hiervoor is niet veel kracht nodig; een paar keer zachtjes tikken zou voldoende moeten zijn.

Blijf daarnaast ook altijd in dezelfde richting straten, bijvoorbeeld van links naar rechts. Ga niet eerst een lange rij tegels of stenen in de lengte legen en vanuit daar weer in de breedte, want iedere millimeter die je in de lengte (ongemerkt) uitloopt, zorgt ervoor dat de andere rijen niet meer goed passen.

En hoewel dat misschien niet altijd even natuurlijk voelt, werk je ook het liefst van je af. Je zit dus op je knieën op (het eerste deel van) de bestrating en werkt naar buiten toe, van je af. Zo voorkom je dat je het zandbed telkens verstoort en je - door teveel druk van je voeten of knieën op dat zandbed - steeds zand moet aanvullen.

Afwerken

Wanneer je klaar bent met je straatwerk, en je alles mooi passend hebt gekregen, is het tijd voor de afwerking. Eventuele afwijkingen in hoogtes van stenen of tegels kun je nu nog corrigeren. Omdat we je in dit artikel hebben verteld dat een trilplaat niet per se nodig is om je bestrating te egaliseren, gaan we anders te werk. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van een balk of vierkante paal van zo’n 40 cm lang en zo’n 5 tot 10 cm dik, bijvoorbeeld een stuk van een schuttingpaal. Door die balk of paal steeds een stuk over het terras te schuiven, terwijl je er met de rubberhamer op slaat, tril je je terras als het ware handmatig in.

Leg de balk ook op plekken waar eventueel nog wat oneffenheden zijn, en gebruik de kracht van de rubberhamer om de balk de tegels op gelijke hoogte te krijgen. Ben je helemaal klaar en tevreden? Dan is de laatste stap het invegen van (wit)zand. Je kunt het overtollige straatzand gebruiken om je terras in te vegen, maar brekerszand is beter. De korrels van dat zand hebben een hoekiger structuur en zorgt ervoor dat de bestrating goed op zijn plaats blijft, doordat het zand tussen de voegen blijft en wordt samengedrukt.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot
© Philips
Huis

Consumenten testen: de Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot

Wil je een schoon huis zonder zelf aan de slag te moeten? De Philips HomeRun 9000-serie stofzuiger-dweilrobot combineert stofzuigen en dweilen in één apparaat. Volgens het Review.nl Testpanel is deze robot een tijdbesparende oplossing voor drukke huishoudens. Toch zijn er ook verbeterpunten. Je leest hieronder hoe de robot presteert, wat gebruikers ervan vinden en of hij past bij jouw schoonmaakbehoeften.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips XU9100/00 Homerun 9000-serie Robotstofzuiger met dweilfunctie (zoals dit apparaat voluit heet) belooft met zijn geavanceerde technologie en slimme functies een moeiteloze schoonmaakervaring. Met stofzuigen en dweilen in één beweging en een zelfreinigend basisstation moet dit de ideale oplossing zijn voor een schoon huis. Maar hoe presteert hij in de praktijk? We hebben de ervaringen van meerdere testers verzameld om een compleet beeld te krijgen.

Stijlvol, maar fors ontwerp

De vormgeving van de HomeRun 9000 wordt over het algemeen als positief ervaren. Testers noemen het een mooi vormgegeven apparaat, al is hij wel wat aan de grote kant. Niettemin is deze Philips-stofzuiger kleiner dan vergelijkbare modellen in deze prijsklasse.

Vitruvius is vooral te spreken over het strakke design, en Raijmakers vindt de stofzuiger ook mooi om te zien. Het basisstation oogt modern, maar neemt flink wat ruimte in beslag. Laurens Stiekema merkt daarbij echter op: "Het apparaat is degelijk en gemaakt van mooie materialen."

Toch zien sommige testers het formaat ook als een nadeel. Jannette vindt het een groot apparaat en Tomvda93 wijst op het forse basisstation: "Het is groot, maar dat betekent gelukkig ook minder onderhoud."

©Philips

Krachtige prestaties met slimme technologie

De HomeRun 9000-serie moet het hebben van zijn krachtige zuigprestaties. Dave2024 is enthousiast: "De zuigkracht is indrukwekkend: vuil, stof en zelfs de fijnste deeltjes worden efficiënt opgezogen."

Ook Chris prijst de prestaties: "De stofzuigfunctie presteert uitstekend en de vloeren zijn merkbaar schoner, zowel qua zicht als gevoel." Daarnaast vindt Stefan93 de zelfstandigheid van het apparaat een groot pluspunt: "Na de eerste keer vullen van het reservoir kan de stofzuiger ongeveer een maand zijn eigen ding doen zonder enige aandacht."

Hoewel de prestaties over het algemeen goed worden beoordeeld, merkt JG op dat sommige moeilijk bereikbare plekken, zoals hoeken, minder grondig worden gereinigd vergeleken met andere robotstofzuigers. Tester FvBuren voegt toe: "De stofzuiger kan behoorlijk luid zijn op de hoogste zuigstand, wat storend kan zijn als je in de buurt bent."

Een opvallend voordeel is de manier waarop de stofzuiger omgaat met obstakels. Vitruvius merkt op: "Waar ik met de eerdere 7000-serie af en toe vastlopers had bij kleden of meubelpoten, gaat de 9000-serie er moeiteloos omheen."

©Philips

Dweilfunctie doet zijn werk goed

De dweilfunctie van de Philips HomeRun 9000 krijgt eveneens veel lof. Chris merkt op: "Wat dit model echt onderscheidt, is de dweilfunctie. Het systeem houdt het water schoon en de vloeren zijn na gebruik merkbaar schoner." Dat is te danken aan de PowerCyclone Aqua-technologie, die ervoor zorgt dat de dweil tijdens het schoonmaken continu wordt gespoeld met schoon water, terwijl vuil water direct wordt afgevoerd.

Ook Doolie is enthousiast: "Ik was verbaasd hoe keurig de vloer eruit zag na het schoonmaken, zelfs met een langharige hond in huis."

Er was bij sommige testers verwarring over de werking van de dweil op houten vloeren. JG meldde eerder dat de dweil lang nat bleef en strepen achterliet, maar dat lijkt mogelijk te wijten aan specifieke instellingen of omstandigheden, aangezien de dweil na elke schoonmaakbeurt in het basisstation met warme lucht wordt gedroogd. Dit droogproces voorkomt dat de dweil vochtig blijft en zorgt ervoor dat hij snel weer klaar is voor de volgende schoonmaakbeurt.

"De dweilfunctie werkt beter dan bij eerdere modellen, echt een verbetering!"

- Tester Chris

Eerdere softwareproblemen opgelost

De bediening via de Philips HomeRun-app wordt door de meeste testers als gebruiksvriendelijk ervaren. Stefan93 zegt: "De app maakt het eenvoudig om het schoonmaakschema aan te passen en de robot te besturen."

Hoewel sommige testers in het verleden problemen ondervonden met de app, zoals vastlopers of verbindingsproblemen, zijn deze issues inmiddels verholpen dankzij updates. Gebruiker WidgetTWW merkte destijds op: "De app voelde nog niet af; vertalingen en stabiliteit lieten te wensen over." Echter, recente updates hebben de stabiliteit en gebruikservaring verbeterd, waardoor deze problemen nu verleden tijd zijn.

©Philips

Zelfstandig en onderhoudsarm

Een van de grote pluspunten van de HomeRun 9000 is het all-in-one basisstation, dat de stofbak leegt, de dweil reinigt en het water ververst. Dat betekent dat je weinig onderhoud aan de stofzuiger hebt. Een van onze testers zegt: "Ik heb al weken niet met de hand hoeven stofzuigen of dweilen – wat een gemak!"

Toch heeft het basisstation een paar nadelen. Behalve het grote formaat kan het flink wat geluid maken, vooral bij het legen en drogen van de dweil. 

✅ Pluspunten

  • Krachtige zuigkracht en effectieve dweilfunctie
  • Zelfreinigend basisstation bespaart veel onderhoud
  • Gebruiksvriendelijke app voor schema's en zones
  • Werkt stil en botst nauwelijks tegen meubels

❌ Minpunten

  • Vrij fors
  • Wat luidruchtig in de hoogste stand
  • Hoge prijs

Conclusie: een slimme hulp, nu nóg beter

De Philips HomeRun 9000 series robotstofzuiger met dweilfunctie is een indrukwekkend apparaat dat stofzuigen en dweilen moeiteloos combineert. Dankzij de krachtige zuigkracht en de innovatieve PowerCyclone Aqua-technologie zorgt deze robot voor een grondige en hygiënische schoonmaak.

Eerdere problemen met de app en software zijn inmiddels opgelost, wat het gebruiksgemak verder heeft verbeterd. Het apparaat blijft groot en prijzig, maar de tijdsbesparing en het gemak maken het voor veel gebruikers de investering waard.

Voor wie een zelfstandige schoonmaakhulp zoekt en weinig tijd wil besteden aan onderhoud, is dit een uitstekende keuze.

Meer weten over deze Philips-robotstofzuiger?

Check het op Kieskeurig.nl!
▼ Volgende artikel
De voor- en nadelen van een aparte vriezer in de garage of schuur
© AK~AI | ID.nl
Huis

De voor- en nadelen van een aparte vriezer in de garage of schuur

Denk je eraan om een aparte vriezer aan te schaffen? Meer vriesruimte is natuurlijk hartstikke handig, maar houd er ook rekening mee dat een extra vriezer veel stroom kan vreten. In dit artikel vertellen we je meer over de voor- en nadelen van een extra vriezer én geven we tips om de nadelen enigszins te beperken.

⏱ Dit artikel in het kort Als je een tweede vriezer overweegt, is het goed om voor jezelf na te gaan of je het apparaat daadwerkelijk nodig hebt. Een extra vriezer die je amper gebruikt zorgt vooral voor een hoger energieverbruik. Ook in aankoop is een vriezer vaak duur. Maar als je hem wél goed gebruikt, kun je er veel plezier van hebben. Zo heb je altijd ruimte voor je diepvriesproducten én houd je meer overzicht in de vriesruimte van je koelvriescombinatie.

Ook interessant: ❄️ Deze functies kun je allemaal vinden op een vriezer

Of je nu vaak etentjes organiseert, een groot gezin hebt, wekelijks aan mealpreppen doet, vaak bulkinkopen doet, een moestuin hebt en veel groenten en fruit invriest of gewoon regelmatig kliekjes invriest – extra vriesruimte is altijd mooi meegenomen. Een standaard koelvriescombinatie beschikt vaak maar over een beperkte hoeveelheid vriesruimte van zo'n drie tot vijf lades, wat voor sommige mensen simpelweg niet genoeg is. In dat geval is het geen gekke gedachte om een tweede vriezer aan te schaffen, die je bijvoorbeeld in de schuur, garage of bijkeuken zet. Nu is een nieuwe vriezer natuurlijk nogal een uitgave en ook in het gebruik kunnen de kosten van zo'n extra diepvriezer aardig oplopen. Het is daarom goed om eerst te kijken naar de voor- en nadelen van een aparte vriezer, zodat je geen spijt krijgt van je aankoop.

Voordelen

Er is uiteraard één goede reden waarom je een aparte vriezer zou willen aanschaffen: meer opslagruimte voor alles wat je wilt invriezen. Zo kun je met een extra vriezer volop gebruikmaken van aanbiedingen in het diepvriesschap van de supermarkt, maar je kunt er bijvoorbeeld ook maaltijden, vis en vlees, brood en zelfgekweekte groenten en fruit in kwijt. En vergeet ijsjes en ijsblokjes in de zomer niet; die liggen in een standaard koelvriescombinatie toch vaak maar in de weg. Het fijne aan aparte vriezers is dat ze over het algemeen lekker ruim van formaat zijn. Zo beschikken standaard modellen over een inhoud tussen de 150 en 300 liter en kun je in een vrieskist (liggend model) nóg meer kwijt: tussen de 200 en 500 liter. Met een aparte vriezer kom je dus nooit vriesruimte tekort en heb je altijd eten in huis. Scheelt weer een paar keer per week last-minute boodschappen doen.

©Hedgehog94

Nog een voordeel: met een aparte vriezer houd je de vriesruimte van je koelvriescombinatie een stuk overzichtelijker. Je legt hier bijvoorbeeld je kliekjes en andere kortetermijnproducten in, terwijl je de extra vriesruimte in de schuur of garage reserveert voor grootverpakkingen of andere producten die je niet direct nodig hebt. Een extra vriezer is ook ideaal om desserts en andere speciale gerechten in te bewaren, bijvoorbeeld tijdens de feestdagen.

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Nadelen

Helaas: zo'n extra vriezer heeft ook nadelen. Naast dat een nieuwe vriezer vaak een dure aankoop is (aan een standaard model ben je zo'n 300 euro kwijt, een vrieskist is vaak nog duurder), vreet zo'n extra apparaat ook behoorlijk wat stroom. Zo verbruikt een gemiddelde vrieskast ongeveer 250 kWh per jaar, wat met een energieprijs van € 0,30 per kWh neerkomt op 75 euro. Vrieskisten zijn over het algemeen wat zuiniger dan vrieskasten, maar in de totale jaarkosten scheelt het weinig. Daarnaast kiezen mensen voor hun schuur of garage doorgaans niet de meest moderne en energiezuinige vriezer, en het zijn juist de oude modellen die veel stroom vreten – vaak wel twee tot drie keer zoveel als nieuwe, energiezuinige modellen.

©qwartm

De kosten van een extra vriezer kunnen nog verder oplopen als de vriesruimte van het apparaat niet volledig wordt benut. Voor het koelen van lucht moet een vriezer namelijk extra hard werken. Sommige vriezers hebben daarnaast moeite met onverwarmde ruimtes zoals garages of schuren. Koelen gaat dan moeilijker en minder efficiënt, wat naast een hoger energieverbruik ook tot voedselbederf kan leiden.

Tips voor een extra vriezer

Gelukkig kun je een aantal dingen doen om het energieverbruik van je nieuwe vriezer tot een minimum te beperken. De eerste stap is kiezen voor een energiezuinig model. Vriezers met energielabel A en B zijn helaas nauwelijks, dus energielabel C is in dit geval een prima keuze. Controleer daarnaast goed of je nieuwe vriezer – als je hem in de schuur of garage zet – geschikt is voor onverwarmde ruimtes, zodat hij straks niet onnodig hard staat te koelen. En koop vooral niet een te grote vriezer; zonde van het aankoopbedrag, maar ook van de energiekosten die je er uiteindelijk aan kwijt bent. Is je vriezer toch tijdelijk wat leger? Vul hem dan met waterflessen. Let op: vul de flessen niet helemaal vol, want dan kunnen ze knappen!