ID.nl logo
Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten
© Ivan Kmit - stock.adobe.com
Huis

Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten

Het zelf aanleggen van een terras lijkt in eerste instantie misschien een lastige klus, maar met een goede voorbereiding en de juiste materialen is het makkelijker dan je denkt. Hoe je begint en waar je allemaal op moet letten bij het aanleggen van een terras, lees je in dit artikel.


In dit artikel leggen we uit hoe je zelf een terras aanlegt. We kijken naar: Type bestrating | Ontwerp | Straatzand | Afgraven en egaliseren | Opsluitbanden | Zand aanbrengen | De eerste tegel of steen | Stenen op maat maken | Zand gladstrijken en aandrukken | Afwerken

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig


☀️ Nieuw terras of terras vervangen?
In je eigen tuin heb je waarschijnlijk al een goed idee van waar je je nieuwe terras wilt aanleggen. Ga je een bestaand terras vernieuwen, dan heb je minder werk wat betreft het klaarmaken van je werkveld, behalve dat je je oude bestrating wel eerst moet verwijderen.

Type bestrating

Voordat je überhaupt gaat beginnen met het aanleggen van een terras, bedenk je voor jezelf wat voor soort terras je wilt en welk type bestrating je daarvoor wilt gebruiken. Het soort tuin dat je hebt, maar ook het type woning of omgeving kunnen meespelen in de keuze van de juiste bestrating. Er zijn diverse soorten tegels van verschillende materialen, allemaal met andere eigenschappen. Zo zijn er tegels met een coating waardoor ze langer kleurecht blijven, maar er bestaan ook onbehandelde stenen en tegels waarbij na verloop van tijd kleurverlies zal optreden. De vuistregel is hier: hoe meer bescherming stenen of tegels hebben, des te duurder ze zijn. Laat je dus goed informeren bij een steenhandel of hoveniersbedrijf over de voor- en nadelen van de diverse soorten verkrijgbare bestrating.

Ontwerp

Je kunt voor jezelf uittekenen hoe het terras er ongeveer uit moet komen te zien. Maak een schets van je terras op papier en teken dat ontwerp in je tuin uit met behulp van paaltjes, latjes of bamboestokken. Je hebt dan globaal een idee hoeveel ruimte je terras gaat innemen. Je kunt ook gebruik maken van software om je te helpen je terrasgrootte en -positie te bepalen. In ons artikel over het online ontwerpen van je tuin lees je daar meer over.

©PXimport

Bedenk eerst waar je terras moet komen en hoe het eruit moet gaan zien.


🔨 Dit gereedschap heb je nodig

Als je zelf aan de slag gaat met het aanleggen van een terras, is het handig als je in ieder geval beschikt over het onderstaand gereedschap en persoonlijke bescherming:

• Stevige werkhandschoenen en -schoenen
Rubberhamer
Kniebeschermers
• Een afrijlat of andere rechte lat
Waterpas
Spade of bats (voor de leek: een schep)
Hark

• Handig om te huren: stenenknipper



Straatzand

Voor bestratingen wordt altijd zogeheten wit zand gebruikt. Bij bouwmarkten en leveranciers van bestratingen wordt dit zand ook ophoogzand of straatzand genoemd. Wit zand is gezuiverd en gezeefd zand dat door zijn compactheid, stabiliteit en waterdoorlatendheid ideaal is voor bestratingen. Als je een terras gaat aanleggen, dan is het aan te raden een ondergrond van 10 à 15 centimeter wit zand te gebruiken. Minder kan ook, maar de kans op instabiliteit wordt dan groter, vooral in gebieden met bijvoorbeeld klei- of veengrond. In die laatstgenoemde gebieden is het verstandig om eerst een ondergrond van een centimeter of 10 met puin en 20 cm straatzand te leggen als basis. Hierdoor kan het water beter wegsijpelen en is het terras stabieler. Straatzand is bij iedere bouwmarkt te koop. Afhankelijk van de grootte van je terras kun je losse zakken ophoogzand per stuk van 25 kilo kopen, of je koopt in één keer een zogeheten big bag van 1000 kilo, goed genoeg voor 0,65 kubieke meter zand.

Afgraven en egaliseren

Professionele stratenmakers en hoveniers maken vaak gebruik van een trilplaat om de ondergrond en het witte zand eerst alvast aan te trillen voordat begonnen wordt met bestraten. Dat intrillen gebeurt secuur door mensen die weten hoe zo’n trilplaat werkt. Als je zelf een terras gaat aanleggen heb je zo’n trilplaat niet per se nodig. Zo’n apparaat is namelijk zwaar en lastig te bedienen. Je kunt ze huren, maar dan heb je wel een aanhanger nodig.

©Oliver Boehmer - bluedesign

Voor eenvoudig straatwerk in je eigen tuin is een trilplaat niet per se nodig.

Met goede materialen en wat wilskracht kun je zelf al heel veel doen. Op de plek waar het terras moet komen, graaf je eerst de grond voldoende diep uit, tussen de 20 en 30 cm. Die diepte is afhankelijk van de eerder besproken grondtypen. Nadat je de grond voldoende en egaal hebt uitgegraven, gebruik je een hark om de grond te verdelen zodat alles even hoog komt te liggen en eventuele oneffenheden worden gelijkgetrokken. Eventueel kun je de hark ook omkeren zodat je de grond mooi glad kunt trekken. Daarna kun je de ondergrond gaan aanstampen. Dat doe je gewoon ‘ouderwets’ met je voeten. Loop bijvoorbeeld van buiten naar binnen een rondje en stamp hard met de hakken van je voeten op de ondergrond. Herhaal dit een paar keer totdat je het idee hebt dat de ondergrond niet meer inzakt.

Geen zin in vieze schoenen of heb je hier de kracht niet voor? Dan kun je ook kiezen voor een grond-of betonstamper om de ondergrond mee aan te stampen. Daarbij gebruik je de kracht van je handen om de ondergrond mee aan te stampen.

Opsluitbanden

Afhankelijk van waar je je terras gaat aanleggen, kun je ervoor kiezen om opsluitbanden te gebruiken. Opsluitbanden zijn betonnen randen van 1 meter lang en – afhankelijk van het type – 15 tot 20 cm hoog en 5, 6 of 8 cm breed. Opsluitbanden voorkomen dat je terras ‘wegloopt’: de tegels aan de buitenste randen van het terras kunnen door die opsluitbanden dan geen kant op en houden daarmee ook het gehele terras goed op zijn plaats.

©MG | ID.nl

Met opsluitbanden die stevig zijn geplaatst zorg je ervoor dat je bestrating op zijn plaats blijft.

Opsluitbanden zijn aan te raden in tuinen waarbij de omliggende tuingrond lager ligt dan je terras of waarbij de omliggende grond minder stevig is. Leg je een terras aan dat grenst aan een woning, garage of schuur, dan hoef je aan de zijde van de stenen muur van dat gebouw geen opsluitbanden te gebruiken. Als je een terras aanlegt in een grasveld zijn opsluitbanden ook niet per se nodig, maar je zou bijvoorbeeld wel je de randen van het terras kunnen afwerken met klinkers; dat oogt vaak wat fraaier.

Als je opsluitbanden gebruikt, plaats deze dan voordat je de rest van je stenen of tegels aanlegt. De opsluitbanden fungeren dan als leidraad voor de rest van de bestrating. Bovendien kun je ze dan gebruiken om recht langs te bestraten. Let er wel op dat de bestrating zelf ongeveer 1 à 2 centimeter hoger komt te liggen dan de opsluitbanden zelf. Door de zwaarte en diepte waarin ze worden gelegd zullen opsluitbanden nauwelijks meer verzakken, maar bestrating doet dat over het algemeen nog wel. Om te voorkomen dat je tegels tot onder de rand van de opsluitbanden zakken, zorg je er dus voor dat de bestrating hoger ligt.

©Sergii - stock.adobe.com

Let je bestrating altijd 1 tot 2 cm hoger dan de opsluitband.

Opsluitbanden leg je bij voorkeur ook op wit straatzand, en tik je met een rubberhamer het zand in. Pas wel op met de dunnere modellen opsluitbanden: als je te hard op het midden van de afsluitband slaat of als je niet genoeg ophoogzand onder het midden van de band hebt liggen, dan is de kans groot dat deze breekt! Om de afsluitbanden stevig in de grond te krijgen, is het verstandig om aan de buitenzijde van de band de grond stevig aan te stampen, zodat ze niet zomaar naar buiten toe kunnen zakken.

De hoek om Als we ervan uitgaan dat je een vierkant terras gaat aanleggen, en je gebruikt opsluitbanden, dan moet je ervoor zorgen dat de hoeken overal haaks op elkaar staan. Je wilt niet dat je tijdens het aanleggen van de bestrating erachter komt dat een van de rij opsluitbanden niet evenredig loopt aan de rest van je randen. De juiste hoek afmeten doe je het best met een winkelhaak. Een grote winkelhaak van bijvoorbeeld 60x40cm is daarvoor afdoende. Voor beide zijden van een terras zorg je er verder ook voor dat breedte tussen de binnenste en buitenste opsluitband gelijk is. Daarvoor gebruik je een rolmaat met blokkeersysteem; dat laatste zorgt ervoor dat je de rolmaat helemaal kunt uittrekken zonder dat deze weer vanzelf oprolt; dat meet een stuk handiger.

Zand aanbrengen

Na het aanstampen breng je het straatzand aan. Verdeel met een spade of bats het zand zo gelijkmatig mogelijk over je werkterrein. Gebruik ook hier de (omgekeerde) hark om alle oneffenheden eruit te halen en het zand op de goede hoogte te brengen. Dit is ook het moment om alvast rekening te houden met het afschot. Afschot is de manier waarop een terras afloopt naar een bepaalde kant, zodat het regenwater kan weglopen.

Bij een terras dat bijvoorbeeld aan een woning ligt, leg je het deel aan de kant van de woning hoger (maar uiteraard wel gelijk aan of ietsje lager dan de drempel van een eventuele deur) dan het andere uiteinde: in dit geval loopt het regenwater af naar de tuinzijde. Afschot kan ook aan beide zijden van een terras worden aangelegd, dan laat je het regenwater weglopen naar de zijkanten. Hoe je dat precies doet, hangt af van je wensen, zolang je maar rekening houdt met een afschot van 1 tot maximaal 2 cm per meter. Dus ieder meter dat het terras lang is, gaat het terras 1 tot 2 cm naar beneden. Deze hoek is voldoende om het regenwater rustig af te voeren.

Werken in (dag)delen Afhankelijk van de grootte van je project doe je er goed aan om van tevoren voor jezelf (en je eventuele helpers) te bepalen hoeveel tijd je wilt nemen voor je bestratingsklus. Onderschat dit niet! Als je een terras zelf aanlegt – en misschien niet heel veel ervaring hebt – kun je daar afhankelijk van de grootte zomaar een paar dagen mee bezig zijn. Trek er dus voldoende tijd voor uit. Wees ook niet teleurgesteld als je niet alles in één keer afkrijgt: vooral in het begin zul je misschien wat moeten oefenen met leggen of wat tijd nodig hebben om het zand mooi egaal op de juiste hoogte te krijgen.

De eerste tegel of steen

De eerste steen of tegel die je legt is het vertrekpunt voor de gehele bestrating. Het is niet heel moeilijk om een terras strak en netjes aan te leggen. Maar ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Leg de eerste rij tegels of stenen waarmee je begint zo strak mogelijk en in een mooie rechte lijn. Daarvoor kun je gebruik maken van een metseldraad om de rechte lijn mee te bepalen. Dit is nylon draad dat stevig is en bij strak spannen niet doorzakt. Je gebruikt dit draad dus niet alleen om recht langs te leggen, maar ook om de exacte hoogte van je bestrating te bepalen. Je stenen komen dan precies onder de onderzijde van het metseldraad te liggen. Gebruik je het draad ook om waterpas te leggen? Maak dan gebruik van een lijnwaterpas: dit is een kleine, lichtgewicht waterpas die je aan je metseldraad kunt hangen, zodat je de draad waterpas kunt maken. Het metseldraad span je tussen twee kleine paaltjes, bijvoorbeeld bamboestokken of houten latjes, die je een stukje de grond in slaat.

©Sergii - stock.adobe.com

Een metseldraad kun je gebruiken om je stenen langs een rechte lijn te leggen.

Vind je het werken met metseldraad lastig, dan kun je er ook voor kiezen om een lange houten dunne lat als basis te laten dienen. Het voordeel van een houten lat is dat je je stenen recht tegen die lat kunt aanleggen, zodat je een mooie rechte lijn krijgt. Leg die lat dan wel op de zijkant en controleer of je lat ook echt recht is. Een andere optie is gebruik te maken van een zogeheten richt- of afrijlat. Dit is een lange aluminium lat die soms ook voorzien is van een waterpas. Deze afrijlat kun je ook gebruiken om het straatzand waterpas te krijgen, zoals je verderop kunt lezen, maar deze afrijlat kun je dus ook inzetten om je eerste rij stenen recht te leggen. Leg je je bestrating langs opsluitbanden, dan is het recht leggen geen probleem, maar hoef je er alleen rekening mee te houden dat je je tegels of stenen ongeveer 1 tot 1,5 centimeter hoger dan de opsluitband moet leggen.

Let goed op wanneer je start met een eerste rij stenen die begint bij de bebouwing. Hoewel je zou verwachten dat een gemetselde muur van bijvoorbeeld je huis kaarsrecht is, is dat vaak niet het geval: er zijn altijd bakstenen die net wat uitsteken. Je kunt zo’n muur dus niet altijd als basis gebruiken voor het leggen van een rechte lijn. Begin je bij bebouwing, zorg er dan voor dat je altijd ongeveer 1 à 2 cm vanaf de muur begint met het leggen van je stenen. Zo heb je voldoende speling en is het makkelijker om een rechte lijn te leggen. De ontstane kier tussen de m uur en de bestrating kun je later weer opvullen met overtollig straatzand of invegen met invoegzand.

©MG | ID.nl

Stenen kun je ook eenvoudig recht leggen langs de dunne zijde van een lange plank.

Stenen op maat maken

Stenen en vooral tegels netjes op maat maken is zonder het juiste gereedschap lastig. Je komt altijd op een punt dat je je tegels of stenen kleiner moet maken om het geheel passend te krijgen. Zeker als je je bestrating in het zogeheten halfverband wil leggen. Halfverband is een bestratingspatroon waarbij de stenen per rij telkens op de helft liggen ten opzichte van de vorige rij. Dit betekent dat de buitenkant van de stenen van de ene rij zich bevinden in het midden van de stenen van de rij ervoor.

Hierdoor ontstaat er een trapsgewijs patroon dat zorgt voor een stevige en stabiele bestrating. Aan de beide uiteinden van een bestrating in halfverband moet je dus tegels of stenen hebben die de helft langer zijn. Voor de bekende stoeptegels van 30x30 zijn er tegels van 15x30 te koop, waardoor het leggen in halfverband makkelijker gaat. Voor klinkers en grotere tegels is die mogelijkheid er meestal niet, dus die stenen moet je op maat maken.

De meest eenvoudige manier waarop je dat doet, is door gebruik te maken van een stenenknipper. Een stenenknipper kun je zien als een dubbelzijdige kniptang waarbij aan de boven- en onderkant twee scherpe ijzeren ‘messen’ zijn geplaatst. Je legt een steen of tegel tussen die ijzers en klemt hem met behulp van schroeven vast, waarna je met de hefboom de ijzers naar elkaar toe duwt. Door de druk van de ijzers aan de boven- en onderkant breekt de steen precies op het punt waar de ijzers tegen de steen aankomen. Dit levert netjes afgesneden stenen op en je krijgt een mooier resultaat dan wanneer je de stenen zelf kleiner maakt met bijvoorbeeld een ijzeren blokhamer.

Een andere mogelijkheid om vooral tegels op maat mee te maken is een haakse slijper; een elektrische zaakmachine met een diamanten zaagblad. Zo'n apparaat werkt goed maar vereist een stabiele hand en maakt bovendien veel lawaai (110dB en meer). Een stenenknipper is wat ons betreft een veiliger (en stiller) alternatief, maar als je grotere tegels van meer dan 30x30 moet verkleinen, is zo'n haakse slijper vaak het enige alternatief, omdat de meeste stenenknippers maximaal 30x30-tegels aankunnen.

©andrey gonchar - stock.adobe.com

Met een haakse slijper zaag je stenen, maar gehoorbescherming en voorzichtingheid is geboden.


Zand gladstrijken en aandrukken

Met een afrijlat of gewone rechte lat kun je het straatzand gladstrijken en licht aandrukken. Gebruik een waterpas om het zand mooi recht te krijgen, terwijl je met de lat het overtollige zand wegschuift. Doe dit werk steeds stukje bij beetje: heb je een deel van het zand mooi strak en zacht aangedrukt, begin dan alvast met een deel van de bestrating en werk steeds een stukje verder. Hiermee voorkom je dat je te veel oppervlakte in één keer gladstrijkt, dat je later misschien weer per abuis oneven maakt door er overheen te lopen. Beter is het om bijvoorbeeld een stuk van anderhalf bij anderhalf meter aan te pakken, en dan steeds weer een stukje glad te strijken en te bestraten. Heb je al wat meer ervaring met bestraten, dan kun je het werkoppervlak natuurlijk helemaal naar eigen inzicht aanpassen.

©MG | ID.nl

Zachtjes tikken, niet meppen! Het lijkt misschien logisch om een tegel of steen er zo hard mogelijk in te slaan, maar dat is niet per se de beste manier. Bij de eerste te leggen steen of tegel kan dat wel, zodat die goed op zijn plek ligt en lager in het zand, maar voor alle opvolgende stenen zorg je ervoor dat je met de afrijlat het zand niet hoger legt dan zo’n anderhalf centimeter dan de onderkant van de eerste gelegde tegel of steen. Met andere woorden: de opeenvolgende steen mag zo’n anderhalf centimeter boven de eerste steen uitkomen. Met een rubberhamer tik je de steen of tegel vervolgens anderhalf centimeter het zand in om de bovenkant gelijk te krijgen met de vorige steen. Hiervoor is niet veel kracht nodig; een paar keer zachtjes tikken zou voldoende moeten zijn.

Blijf daarnaast ook altijd in dezelfde richting straten, bijvoorbeeld van links naar rechts. Ga niet eerst een lange rij tegels of stenen in de lengte legen en vanuit daar weer in de breedte, want iedere millimeter die je in de lengte (ongemerkt) uitloopt, zorgt ervoor dat de andere rijen niet meer goed passen.

En hoewel dat misschien niet altijd even natuurlijk voelt, werk je ook het liefst van je af. Je zit dus op je knieën op (het eerste deel van) de bestrating en werkt naar buiten toe, van je af. Zo voorkom je dat je het zandbed telkens verstoort en je - door teveel druk van je voeten of knieën op dat zandbed - steeds zand moet aanvullen.

Afwerken

Wanneer je klaar bent met je straatwerk, en je alles mooi passend hebt gekregen, is het tijd voor de afwerking. Eventuele afwijkingen in hoogtes van stenen of tegels kun je nu nog corrigeren. Omdat we je in dit artikel hebben verteld dat een trilplaat niet per se nodig is om je bestrating te egaliseren, gaan we anders te werk. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van een balk of vierkante paal van zo’n 40 cm lang en zo’n 5 tot 10 cm dik, bijvoorbeeld een stuk van een schuttingpaal. Door die balk of paal steeds een stuk over het terras te schuiven, terwijl je er met de rubberhamer op slaat, tril je je terras als het ware handmatig in.

Leg de balk ook op plekken waar eventueel nog wat oneffenheden zijn, en gebruik de kracht van de rubberhamer om de balk de tegels op gelijke hoogte te krijgen. Ben je helemaal klaar en tevreden? Dan is de laatste stap het invegen van (wit)zand. Je kunt het overtollige straatzand gebruiken om je terras in te vegen, maar brekerszand is beter. De korrels van dat zand hebben een hoekiger structuur en zorgt ervoor dat de bestrating goed op zijn plaats blijft, doordat het zand tussen de voegen blijft en wordt samengedrukt.

▼ Volgende artikel
Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten
© maglara
Huis

Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten

Een laptop meenemen op vakantie lijkt handig. Even foto's uitzoeken, een filmpje kijken of wat werk afronden. Maar afhankelijk van je bestemming en manier van reizen zijn er een paar dingen waar je van tevoren goed over na moet denken. Of je nu gaat kamperen in een tent, met de caravan op pad gaat of een huisje of hotel boekt, iedere situatie stelt z'n eigen eisen aan hoe je je laptop gebruikt, beschermt en voorbereidt.

⛺ Dit artikel in het kort

Laptop mee op vakantie? We vertellen waar je op moet letten wanneer je:

  • gaat kamperen in een tent
  • er met de caravan op uit trekt
  • een huisje of hotelkamer huurt
  • naar het buitenland gaat

Lees ook: Alternatieve checklist: 19 tips voor een zorgeloze vakantie

Kamperen: zonder stroom of wifi

Wie gaat kamperen in een tent, heeft meestal geen stroomvoorziening of wifi tot zijn beschikking. De laptop moet het dus doen op de accu, en je internetverbinding moet je zelf regelen. Zorg daarom dat je laptop volledig is opgeladen voordat je vertrekt. Als je meerdere dagen zonder stopcontact zit, kan een powerbank met een hoge capaciteit uitkomst bieden, al moet die dan wel geschikt zijn voor laptops. Niet elk model levert voldoende vermogen.

Wifi is er op de meeste campings wel, maar vaak alleen bij de receptie of het sanitairgebouw, en meestal niet gratis of stabiel. Wil je toch online kunnen, dan kun je je smartphone gebruiken als hotspot. Dat heet tethering: je telefoon fungeert dan als een soort draagbare wifi-router via je mobiele dataverbinding. Check vooraf bij je provider of je databundel groot genoeg is en of tethering is toegestaan in het buitenland. Grote downloads, zoals systeemupdates of cloudsynchronisatie, kunnen je databundel snel opslokken. Zet automatische updates daarom uit en pauzeer de synchronisatie met diensten als OneDrive of Google Drive zolang je via je telefoon online bent.

Houd er ook rekening mee dat in afgelegen gebieden mobiel internet soms traag of onbetrouwbaar is. Download daarom bij voorkeur alles wat je nodig denkt te hebben voor je vertrekt, van kaarten en routes tot films of series. Zo houd je grip op je verbruik én voorkom je onaangename verrassingen bij thuiskomst.

©TeTe Song

Caravan: iets meer luxe, maar nog steeds beperkingen

Wie met een caravan reist, heeft het vaak net wat makkelijker. Sommige staanplaatsen hebben een stroomaansluiting en er zijn meestal meer voorzieningen. Toch geldt ook hier dat je niet kunt rekenen op snel of onbeperkt internet. Installeer een VPN op je laptop als je gebruik wilt maken van publieke netwerken. Daarmee versleutel je je verbinding, zodat anderen niet zomaar kunnen meekijken of gegevens onderscheppen. Dit is vooral belangrijk als je e-mails checkt, online bankiert of inlogt op accounts.

Zelfs als je een wifi-netwerk kunt gebruiken, is het verstandig om automatische updates op je laptop tijdelijk uit te schakelen. Het klopt dat bij gebruik van wifi dataverbruik in principe geen rol speelt, tenzij je op een plek zit waar je moet betalen per MB of waar het netwerk bewust is afgeknepen. Wat wél vaak speelt op campings of in hotels: de verbinding is traag, instabiel of wordt gedeeld met veel andere gasten. Grote downloads zoals systeemupdates kunnen dan het netwerk zwaar belasten, waardoor alles tergend langzaam gaat of zelfs vastloopt. Door updates uit te stellen, houd je de verbinding werkbaar voor jezelf en anderen.

Heb je helemaal geen wifi tot je beschikking, dan ben je aangewezen op mobiel internet via je smartphone. Hoe je dat het beste aanpakt, heb je al eerder in dit artikel kunnen lezen.

©InsideCreativeHouse

Huisje of hotel: alles bij de hand, maar blijf alert

In een vakantiewoning of hotel hoef je je over de stroomvoorziening doorgaans geen zorgen te maken en ook is er meestal wel een wifinetwerk dat redelijk functioneert. Toch blijft het belangrijk om alert te zijn. De beveiliging van dit soort vakantienetwerken is vaak minimaal. Zonder VPN is je verbinding eenvoudig te onderscheppen. Gebruik daarom altijd een VPN-dienst of kies ervoor om vertrouwelijke zaken, zoals het inloggen op je bank, uit te stellen tot je op een vertrouwd netwerk zit.

Zorg ook in deze situatie voor een recente back-up. Denk aan synchronisatie met OneDrive, Google Drive of iCloud, maar ook aan een kopie op een externe ssd of usb-stick. Mocht je laptop gestolen worden of beschadigd raken, dan heb je in elk geval je bestanden nog.

Vooraf en onderweg back-uppen?

Snelle externe ssd's vind je bij

In het buitenland: adapter, handbagage en verzekering

Ga je naar het buitenland, dan zijn er extra zaken om op te letten. Niet elk land gebruikt dezelfde stopcontacten en netspanning. Een universele wereldstekker is daarom handig, zeker als je meerdere apparaten mee hebt. Voor sommige bestemmingen heb je ook een spanningsomvormer nodig, hoewel moderne opladers vaak meerdere voltages aankunnen. Check dit op het label van je oplader.

Bij vliegreizen moet je goed kijken naar de bagageregels. Bij budgetmaatschappijen zoals Ryanair of Easyjet mag je soms maar één stuk handbagage meenemen. Dat betekent kiezen: een rugzak met je laptop of een trolley met kleding. Wil je beide, dan moet je bijbetalen. Stop je laptop liever niet in ruimbagage. Niet alleen vanwege de kans op beschadiging, maar ook omdat lithiumbatterijen daar eigenlijk niet thuishoren en zelfs geweigerd kunnen worden. Als het echt niet anders kunt, gebruik dan een stevige hoes of laptoptas, leg je laptop midden in je bagage tussen kleding en meld bij het inchecken dat er elektronica in zit.

Schade, verlies of diefstal: hoe zit het met de verzekering?

Schade of verlies van je laptop tijdens de vakantie valt in sommige gevallen onder je reisverzekering. Vaak zit hier wel een maximumbedrag aan verbonden en gelden er voorwaarden, zoals aantoonbare braaksporen bij diefstal. Controleer daarom vooraf of je laptop verzekerd is en of je eventueel een aanvullende dekking nodig hebt. Bij sommige inboedelverzekeringen is tijdelijke dekking in het buitenland mogelijk. Maak ook foto's van je apparatuur en noteer serienummers. Dit helpt bij aangifte of schadeclaims.

Nog even dit: voorbereid op pad

Een goede voorbereiding voorkomt veel gedoe. Werk je besturingssysteem en antivirussoftware bij vóór vertrek, zodat je onderweg niet verrast wordt door verplichte updates. Kijk of je genoeg opslagruimte hebt voor je vakantiefoto's of -video's. Denk ook aan offline gebruik: stel je e-mailclient in op offline modus, download navigatiekaarten en sla films of series lokaal op. Apps als Netflix en Disney+ bieden standaard de mogelijkheid om titels offline te bewaren.

Pas ook je tweestapsverificatie aan voordat je vertrekt. Wie normaal via sms een code ontvangt, kan in het buitenland tegen problemen aanlopen, vooral als het Nederlandse nummer niet werkt of buiten bereik is. Gebruik liever een authenticator-app, zoals Google Authenticator of Authy. Daarmee ontvang je je inlogcodes ook zonder mobiele verbinding, zolang je je smartphone maar bij je hebt.

Tot slot: laat je laptop niet in de volle zon liggen, in een warme auto of op een vochtige plek in de tent. Hitte en vocht zijn funest voor de elektronica. Gebruik bij voorkeur een waterdichte hoes of sleeve en bewaar hem op een droge plek in de schaduw. Fijne vakantie!

 

▼ Volgende artikel
Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes
© Hisense
Huis

Hisense 65U7Q PRO – Prima middenklasser met een paar hardnekkige minpuntjes

Hisense richt zijn pijlen op het middensegment, en deze 65U7Q Pro is daar een goed voorbeeld van. Het toestel verbetert een aantal zwakke punten van zijn voorganger en stoot daarmee duidelijk door naar de betere toestellen. Maar Hisense heeft niet alle minpunten weggewerkt. Bovendien toont de nieuwe versie van het VIDAA U-systeem dat niet alle aanpassingen een verbetering zijn.

Goed
Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro biedt sterk contrast, goede HDR-prestaties en uitgebreide gamingmogelijkheden dankzij vier HDMI 2.1-poorten. De beeldkwaliteit is duidelijk verbeterd ten opzichte van zijn voorganger. Wel blijven de HDR-tonemapping wisselvallig en het VIDAA U-platform beperkt qua lokale apps en overzichtelijkheid.

Plus- en minpunten
  • Goede piekhelderheid
  • Verbeterd contrast en veel schaduwdetail
  • Prima bewegingsscherpte en 240Hz-modus
  • Goede beeldverwerking
  • Mooie HDR-beelden
  • Dolby Vision IQ met Precision Detail en HDR10+
  • VIDAA U werkt vlot
  • 4x HDMI 2.1 met alle gaming-features
  • Degelijke audiokwaliteit, Dolby Atmos en DTS:X
  • Dynamische tonemapping is niet altijd een verbetering
  • Lokale streaming-apps nog steeds niet allemaal beschikbaar
  • Thuisscherm kan verwarrend zijn
  • Matige kijkhoek
Specificaties

Adviesprijs: 1.399 euro Wat: Ultra HD LCD-tv (MiniLED FALD met 560 zones) Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (v2.1, eARC/ARC, ALLM, VRR, 4K120), 1x minijack (composiet video + stereo), 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 1x hoofdtelefoon, 2x antenne, 1x ethernet, wifi 5 (802.11b/g/n/ac), bluetooth Extra's: Dolby Vision IQ with Precision Detail, HDR10+ Adaptive, HDR10, HLG, VIDAA U9 OS, USB/DLNA-mediaspeler, AirPlay 2, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1446 x 896 x 326 mm (incl. voet) Gewicht: 21,6 kg (incl. voet) Verbruik: SDR 84 kWh/1000h (E) / HDR 180 kWh/1000h (G)

Wie in het middensegment voor een televisie shopt, levert onvermijdelijk wat in op het gebied van design. De U7Q Pro is daarop geen uitzondering. Het toestel oogt degelijk, maar springt niet in het oog als een staaltje van topdesign. In tegenstelling tot zijn voorganger heeft hij nu wel een relatief vlakke rug. Daardoor springt het 7,5 cm dikke profiel wat meer in het oog, al maskeren de schuine zijdes dat enigszins. Het toestel staat op een centrale voet die bestaat uit twee voetsteunen afgedekt met een kunststof plaat. Het resultaat oogt wat saai en verraadt zijn middenklasse-roots. De afwerking van het toestel zelf is degelijk, de voet mocht misschien iets geraffineerder.

Aansluitingen

Hisense is overgeschakeld op een nieuw hardwareplatform en dat komt in elk geval met één voordeel. De U7Q Pro beschikt nu over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 48 Gbit/s bandbreedte leveren. Dat is vooral voor hardcore gamers van belang. Die kunnen nu een soundbar aansluiten via ARC/eARC en hebben daarnaast de mogelijkheid om meerdere 4K120-bronnen te gebruiken.

Pc-gamers krijgen nog meer goed nieuws: zij kunnen nu een verversingsfrequentie tot 165 Hz in 4K gebruiken, en zelfs tot 288Hz in Full HD. De tv ondersteunt bovendien ALLM, HDMI VRR en AMD FreeSync, en is bovendien NVIDIA G-Sync Compatible. De input-lag scoort geen topresultaat, maar wel meer dan behoorlijk: 14,2 ms bij 4K60 en 10,1 ms bij 2K120.

De U7Q Pro is daarnaast uitgerust met twee usb-poorten, een minijack-ingang voor composiet video en stereo, een hoofdtelefoonaansluiting, optisch digitale audio-uitgang, ethernet, wifi 5 en bluetooth. Even opletten bij wandmontage, want de ethernetpoort, een van de usb-poorten en de optisch digitale audio-uitgang wijzen naar achteren. De rest van de aansluitingen bevindt zich aan de zijkant. De tv heeft een enkelvoudige DVB-T/T2/C-tuner, een DVB-S/S2-tuner en een CI+-slot. Met behulp van externe usb-opslag kun je live-tv pauzeren of opnemen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Verbeterde piekhelderheid en contrast

Vorig jaar worstelde de U79NQ met een matig contrast en doorsnee piekhelderheid. De U7Q Pro probeert dat duidelijk te verbeteren. Net als de voorganger gebruikt hij een VA-paneel met miniled-achtergrondverlichting, maar het aantal zones is opgetrokken van 384 naar 560 (28 x 20). In de HDR Filmmaker-modus meten we 1537 nits piekhelderheid op het 10%-venster; dat is 40 procent verbetering ten opzichte van het voorgaande model. Daartegenover haalt het volledig witte scherm maar 423 nits, en dat is dan weer 25 procent lager dan vorig jaar. Mogelijk heeft Hisense de optimalisatie gericht op speculaire highlights in plaats van algemene helderheid.

Ook het contrast is verbeterd, al blijft het eigen ANSI-contrast van het VA-paneel onveranderd op een eerder bescheiden 3190:1. Maar in de Filmmaker-modus verbetert de local dimming (in de Laag-stand) dat naar een mooie 7100:1 en zelfs 18.930:1 op eenvoudiger testpatronen. Dat is een degelijk resultaat, maar loopt nog steeds wat achter op concurrenten.

De zone-aansturing is prima, hoewel aan de leidende randen van heldere objecten een subtiele dimming zichtbaar kan zijn, vooral tegen een erg donkere achtergrond. Hogere local dimming-instellingen bieden geen substantiële contrastverbetering, maar introduceren wel merkbaar verlies van zwartdetail en onderdrukking van kleinere lichtaccenten. De voorzichtige dimming-aanpak zorgt er ook voor dat vage halo-effecten zichtbaar blijven, met name op donkere achtergronden en in HDR-content.

Door de matige kijkhoek wordt dat duidelijk zichtbaar als je te ver opzij zit. Kijk je echt bij volledige verduistering, dan kun je overwegen om de lokale dimming naar de medium-stand te schakelen. Het paneel van ons testmodel had wat beperkte uniformiteitsproblemen, waardoor soms een 'dirty screen effect' zichtbaar was bij heldere beelden. Denk eraan dat dit kan variëren tussen individuele toestellen.

HDR-content en kalibratie

Met ondersteuning voor HDR10, HDR10+, Dolby Vision IQ met Precision Detail is de U7Q Pro perfect uitgerust voor het breedste aanbod aan HDR-content. Dolby Vision IQ levert consistent de beste resultaten met uitstekende diepte en nuance. HDR10-prestaties zijn dankzij betere tonemapping duidelijk mooier dan vorig jaar. Er blijft meer contrast in het beeld en het 92% P3-kleurbereik ondersteunt rijke, verzadigde kleuren.

De HDR Tonemapping geeft een wat gemengd resultaat. Het kan witdetail en heldere kleurtinten beter zichtbaar maken, maar donkere beelden worden donkerder, terwijl heldere fragmenten helderder worden. Dat is zelden gewenst, dus het gebruik van deze instelling blijft twijfelachtig.

Zowel de SDR als de HDR Filmmaker-modus zijn redelijk goed gekalibreerd; de fouten die we opmerken zijn zelden duidelijk zichtbaar. In SDR merken we dat de grijsschaal wat naar geel uitwijkt, maar gelukkig zonder kwalijke gevolgen op huidskleuren. In HDR is het resultaat beter: de grijsschaal is neutraal, maar iets te donker terwijl kleuren dan weer vaak wat te helder zijn. Beide leveren uitstekende schaduwdetails, alleen heel donkere HDR-beelden ondervinden wat last van het beperkte contrast.

©Hisense

Beeldverwerking

De Hi-View AI Engine Pro levert prestaties die grotendeels in lijn liggen met die van de vergelijkbare modellen van vorig jaar. Dat betekent prima deinterlacing van 1080i-content en prima ruisonderdrukking voor willekeurige ruis. De prestaties met blokruis (gevolg van MPEG-compressie) blijven echter wat aan de zwakke kant. De upscaling levert mooie resultaten die weliswaar relatief zachte beelden opleveren. Je kunt de scherpte-instelling iets verhogen of met behulp van de superresolutie-instelling wat extra detail zichtbaar maken.

Hoe dan ook blijft het opletten met dvd-beelden, omdat die van relatief lage kwaliteit zijn en fouten daardoor makkelijker zichtbaar zijn. Zo kan superresolutie daar voor een overmatig uitgevlakte look zorgen, of voor onnatuurlijk scherpe randen. Voor de meeste instellingen (ruisonderdrukking, superresolutie) is de laagste stand bovendien erg voorzichtig, terwijl de medium-stand soms juist wat te sterk is.

Goede punten zijn er voor de weergave van 10 bit-gradienten, zoals in HDR-content. Die zijn mooi geleidelijk zonder duidelijke strookvorming. In SDR-content zijn zichtbare kleurstroken weg te werken met de Kleurverloop-instelling. Je kunt ook deze het best op de laagste stand zetten, ook al werkt die niet alle problemen weg. De medium stand is ook hier iets te agressief en kan detail verwijderen.

Het paneel heeft een goede bewegingsscherpte, zeker met behulp van de optie 'Hoge Verversingssnelheid', die een verversingssnelheid van 240 Hz gebruikt in ruil voor het verlies van wat verticaal detail. Het is een prima optie voor sport en mogelijk zelfs voor film, al zien we daar minder noodzaak. Vind je het schokken bij lange camerabewegingen storend, activeer dan Ultra Smooth Motion; de processor creëert dan vloeiende beweging zonder veel beeldfouten.

Stevige audio

De audioconfiguratie is wat steviger dan vorig jaar. De 2.1-opstelling is uitgebreid met twee zijwaarts gerichte luidsprekers naar een 2.1.2-configuratie. Het totale vermogen gaat daarmee van 40 naar 50 watt. De Hisense haalt flink wat volume uit dat vermogen, maar heeft moeite om de controle te bewaren als je echt veel volume vraagt. Dan hoor je vervorming en af en toe zelfs wat klanken die doen vermoeden dat het chassis trilt.

De U7Q Pro ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X, en met de zijwaarts gerichte luidsprekers is er een goed surround-effect en beperkt hoogte-effect. De woofer zorgt voor goede basondersteuning. In deze prijsklasse vinden we de prestaties goed; die zullen voor veel mensen dan ook volstaan.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Erg druk thuisscherm

VIDAA U9 brengt een aantal veranderingen, maar blijft wel bij zijn basisprincipes. Dit 2023-artikel met een volledig overzicht van VIDAA U7 geeft aan je wat je zoal kunt verwachten. Wat is er veranderd? Het lokale aanbod aan apps groeit, zij het erg traag. HBO Max en Streamz (BE) zijn aan de lijst toegevoegd, maar NOS Live, NPO Start, Pathé Thuis, Ziggo Go, VRT Max en GoPlay ontbreken nog steeds.

Op het thuisscherm staat de lijst met apps nu onderaan; centraal in beeld staat voortaan een lijst aanbevelingen. Die heeft nu helemaal links een tegel voor de meest recent gebruikte bron en een tegel voor de ingangen. Dat zijn redelijke wijzigingen. Wat we echter storend vinden, is dat de reclame-carrousel bovenaan erg snel van item wisselt. Dat is op zich al verwarrend: wie een item in de app-lijst selecteert, ziet die twee rijen van plaats verwisselen, terwijl er onderaan nogmaals een banner met reclame de kop opsteekt. Dat zorgt ervoor dat er te veel activiteit is op het thuisscherm, zodat de gebruikservaring onrustig wordt. Hisense pusht ook heel hard zijn associatie met FIFA, ook niet echt aangenaam. Het begint op overmatige reclame te lijken.

De afstandsbediening is op wat kleine wijzigingen na overgenomen van vorig jaar. Ze is aangenaam in gebruik, vooral door de toetsen met zachte maar duidelijke aanslag. De ingebouwde oplaadbare batterij wordt gevoed door een fotovoltaïsch (zonne)paneel. Doordat dat aan de voorzijde is geplaatst, is de afstandsbediening relatief lang van vorm, maar dat stoort eigenlijk nooit.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

De Hisense 65U7Q Pro presenteert een duidelijk beter contrast dan zijn voorganger, die op dat vlak wat onderpresteerde. Een aantal minpunten is echter wel gebleven. Zo blijft dynamische tonemapping voor HDR een lastige zaak: soms verbetert het beeld, soms verslechtert het. VIDAA U heeft een paar extra lokale apps gekregen, maar redelijk wat lokale apps zijn na meerdere jaren nog steeds niet beschikbaar. De nieuwe layout van het thuisscherm lijkt ons ook te druk; dat kan verwarrend zijn.

Op het gebied van beeldkwaliteit is er duidelijke verbetering met sterkere contrastprestaties en meer piekhelderheid. Voor HDR heb je ruime formaat-ondersteuning en prima weergave met voldoende impact. Gamers krijgen extra mogelijkheden dankzij de vier HDMI 2.1-poorten en goede bewegingsscherpte met zelfs een optie om tot 4K165 of 2K288 te gaan. De nieuwe behuizing heeft ook plaats gegeven aan een iets ruimere audio-oplossing met degelijke resultaten. De 65U7Q Pro lijkt ons goed geprijsd voor wat hij biedt, maar heeft mogelijk wel stevige concurrentie van gelijkwaardige TCL-modellen.