ID.nl logo
Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten
© Ivan Kmit - stock.adobe.com
Huis

Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten

Het zelf aanleggen van een terras lijkt in eerste instantie misschien een lastige klus, maar met een goede voorbereiding en de juiste materialen is het makkelijker dan je denkt. Hoe je begint en waar je allemaal op moet letten bij het aanleggen van een terras, lees je in dit artikel.


In dit artikel leggen we uit hoe je zelf een terras aanlegt. We kijken naar: Type bestrating | Ontwerp | Straatzand | Afgraven en egaliseren | Opsluitbanden | Zand aanbrengen | De eerste tegel of steen | Stenen op maat maken | Zand gladstrijken en aandrukken | Afwerken

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig


☀️ Nieuw terras of terras vervangen?
In je eigen tuin heb je waarschijnlijk al een goed idee van waar je je nieuwe terras wilt aanleggen. Ga je een bestaand terras vernieuwen, dan heb je minder werk wat betreft het klaarmaken van je werkveld, behalve dat je je oude bestrating wel eerst moet verwijderen.

Type bestrating

Voordat je überhaupt gaat beginnen met het aanleggen van een terras, bedenk je voor jezelf wat voor soort terras je wilt en welk type bestrating je daarvoor wilt gebruiken. Het soort tuin dat je hebt, maar ook het type woning of omgeving kunnen meespelen in de keuze van de juiste bestrating. Er zijn diverse soorten tegels van verschillende materialen, allemaal met andere eigenschappen. Zo zijn er tegels met een coating waardoor ze langer kleurecht blijven, maar er bestaan ook onbehandelde stenen en tegels waarbij na verloop van tijd kleurverlies zal optreden. De vuistregel is hier: hoe meer bescherming stenen of tegels hebben, des te duurder ze zijn. Laat je dus goed informeren bij een steenhandel of hoveniersbedrijf over de voor- en nadelen van de diverse soorten verkrijgbare bestrating.

Ontwerp

Je kunt voor jezelf uittekenen hoe het terras er ongeveer uit moet komen te zien. Maak een schets van je terras op papier en teken dat ontwerp in je tuin uit met behulp van paaltjes, latjes of bamboestokken. Je hebt dan globaal een idee hoeveel ruimte je terras gaat innemen. Je kunt ook gebruik maken van software om je te helpen je terrasgrootte en -positie te bepalen. In ons artikel over het online ontwerpen van je tuin lees je daar meer over.

©PXimport


🔨 Dit gereedschap heb je nodig

Als je zelf aan de slag gaat met het aanleggen van een terras, is het handig als je in ieder geval beschikt over het onderstaand gereedschap en persoonlijke bescherming:

• Stevige werkhandschoenen en -schoenen
Rubberhamer
Kniebeschermers
• Een afrijlat of andere rechte lat
Waterpas
Spade of bats (voor de leek: een schep)
Hark

• Handig om te huren: stenenknipper



Straatzand

Voor bestratingen wordt altijd zogeheten wit zand gebruikt. Bij bouwmarkten en leveranciers van bestratingen wordt dit zand ook ophoogzand of straatzand genoemd. Wit zand is gezuiverd en gezeefd zand dat door zijn compactheid, stabiliteit en waterdoorlatendheid ideaal is voor bestratingen. Als je een terras gaat aanleggen, dan is het aan te raden een ondergrond van 10 à 15 centimeter wit zand te gebruiken. Minder kan ook, maar de kans op instabiliteit wordt dan groter, vooral in gebieden met bijvoorbeeld klei- of veengrond. In die laatstgenoemde gebieden is het verstandig om eerst een ondergrond van een centimeter of 10 met puin en 20 cm straatzand te leggen als basis. Hierdoor kan het water beter wegsijpelen en is het terras stabieler. Straatzand is bij iedere bouwmarkt te koop. Afhankelijk van de grootte van je terras kun je losse zakken ophoogzand per stuk van 25 kilo kopen, of je koopt in één keer een zogeheten big bag van 1000 kilo, goed genoeg voor 0,65 kubieke meter zand.

Afgraven en egaliseren

Professionele stratenmakers en hoveniers maken vaak gebruik van een trilplaat om de ondergrond en het witte zand eerst alvast aan te trillen voordat begonnen wordt met bestraten. Dat intrillen gebeurt secuur door mensen die weten hoe zo’n trilplaat werkt. Als je zelf een terras gaat aanleggen heb je zo’n trilplaat niet per se nodig. Zo’n apparaat is namelijk zwaar en lastig te bedienen. Je kunt ze huren, maar dan heb je wel een aanhanger nodig.

©Oliver Boehmer - bluedesign

Met goede materialen en wat wilskracht kun je zelf al heel veel doen. Op de plek waar het terras moet komen, graaf je eerst de grond voldoende diep uit, tussen de 20 en 30 cm. Die diepte is afhankelijk van de eerder besproken grondtypen. Nadat je de grond voldoende en egaal hebt uitgegraven, gebruik je een hark om de grond te verdelen zodat alles even hoog komt te liggen en eventuele oneffenheden worden gelijkgetrokken. Eventueel kun je de hark ook omkeren zodat je de grond mooi glad kunt trekken. Daarna kun je de ondergrond gaan aanstampen. Dat doe je gewoon ‘ouderwets’ met je voeten. Loop bijvoorbeeld van buiten naar binnen een rondje en stamp hard met de hakken van je voeten op de ondergrond. Herhaal dit een paar keer totdat je het idee hebt dat de ondergrond niet meer inzakt.

Geen zin in vieze schoenen of heb je hier de kracht niet voor? Dan kun je ook kiezen voor een grond-of betonstamper om de ondergrond mee aan te stampen. Daarbij gebruik je de kracht van je handen om de ondergrond mee aan te stampen.

Opsluitbanden

Afhankelijk van waar je je terras gaat aanleggen, kun je ervoor kiezen om opsluitbanden te gebruiken. Opsluitbanden zijn betonnen randen van 1 meter lang en – afhankelijk van het type – 15 tot 20 cm hoog en 5, 6 of 8 cm breed. Opsluitbanden voorkomen dat je terras ‘wegloopt’: de tegels aan de buitenste randen van het terras kunnen door die opsluitbanden dan geen kant op en houden daarmee ook het gehele terras goed op zijn plaats.

©MG | ID.nl

Opsluitbanden zijn aan te raden in tuinen waarbij de omliggende tuingrond lager ligt dan je terras of waarbij de omliggende grond minder stevig is. Leg je een terras aan dat grenst aan een woning, garage of schuur, dan hoef je aan de zijde van de stenen muur van dat gebouw geen opsluitbanden te gebruiken. Als je een terras aanlegt in een grasveld zijn opsluitbanden ook niet per se nodig, maar je zou bijvoorbeeld wel je de randen van het terras kunnen afwerken met klinkers; dat oogt vaak wat fraaier.

Als je opsluitbanden gebruikt, plaats deze dan voordat je de rest van je stenen of tegels aanlegt. De opsluitbanden fungeren dan als leidraad voor de rest van de bestrating. Bovendien kun je ze dan gebruiken om recht langs te bestraten. Let er wel op dat de bestrating zelf ongeveer 1 à 2 centimeter hoger komt te liggen dan de opsluitbanden zelf. Door de zwaarte en diepte waarin ze worden gelegd zullen opsluitbanden nauwelijks meer verzakken, maar bestrating doet dat over het algemeen nog wel. Om te voorkomen dat je tegels tot onder de rand van de opsluitbanden zakken, zorg je er dus voor dat de bestrating hoger ligt.

©Sergii - stock.adobe.com

Opsluitbanden leg je bij voorkeur ook op wit straatzand, en tik je met een rubberhamer het zand in. Pas wel op met de dunnere modellen opsluitbanden: als je te hard op het midden van de afsluitband slaat of als je niet genoeg ophoogzand onder het midden van de band hebt liggen, dan is de kans groot dat deze breekt! Om de afsluitbanden stevig in de grond te krijgen, is het verstandig om aan de buitenzijde van de band de grond stevig aan te stampen, zodat ze niet zomaar naar buiten toe kunnen zakken.

De hoek om Als we ervan uitgaan dat je een vierkant terras gaat aanleggen, en je gebruikt opsluitbanden, dan moet je ervoor zorgen dat de hoeken overal haaks op elkaar staan. Je wilt niet dat je tijdens het aanleggen van de bestrating erachter komt dat een van de rij opsluitbanden niet evenredig loopt aan de rest van je randen. De juiste hoek afmeten doe je het best met een winkelhaak. Een grote winkelhaak van bijvoorbeeld 60x40cm is daarvoor afdoende. Voor beide zijden van een terras zorg je er verder ook voor dat breedte tussen de binnenste en buitenste opsluitband gelijk is. Daarvoor gebruik je een rolmaat met blokkeersysteem; dat laatste zorgt ervoor dat je de rolmaat helemaal kunt uittrekken zonder dat deze weer vanzelf oprolt; dat meet een stuk handiger.

Zand aanbrengen

Na het aanstampen breng je het straatzand aan. Verdeel met een spade of bats het zand zo gelijkmatig mogelijk over je werkterrein. Gebruik ook hier de (omgekeerde) hark om alle oneffenheden eruit te halen en het zand op de goede hoogte te brengen. Dit is ook het moment om alvast rekening te houden met het afschot. Afschot is de manier waarop een terras afloopt naar een bepaalde kant, zodat het regenwater kan weglopen.

Bij een terras dat bijvoorbeeld aan een woning ligt, leg je het deel aan de kant van de woning hoger (maar uiteraard wel gelijk aan of ietsje lager dan de drempel van een eventuele deur) dan het andere uiteinde: in dit geval loopt het regenwater af naar de tuinzijde. Afschot kan ook aan beide zijden van een terras worden aangelegd, dan laat je het regenwater weglopen naar de zijkanten. Hoe je dat precies doet, hangt af van je wensen, zolang je maar rekening houdt met een afschot van 1 tot maximaal 2 cm per meter. Dus ieder meter dat het terras lang is, gaat het terras 1 tot 2 cm naar beneden. Deze hoek is voldoende om het regenwater rustig af te voeren.

Werken in (dag)delen Afhankelijk van de grootte van je project doe je er goed aan om van tevoren voor jezelf (en je eventuele helpers) te bepalen hoeveel tijd je wilt nemen voor je bestratingsklus. Onderschat dit niet! Als je een terras zelf aanlegt – en misschien niet heel veel ervaring hebt – kun je daar afhankelijk van de grootte zomaar een paar dagen mee bezig zijn. Trek er dus voldoende tijd voor uit. Wees ook niet teleurgesteld als je niet alles in één keer afkrijgt: vooral in het begin zul je misschien wat moeten oefenen met leggen of wat tijd nodig hebben om het zand mooi egaal op de juiste hoogte te krijgen.

De eerste tegel of steen

De eerste steen of tegel die je legt is het vertrekpunt voor de gehele bestrating. Het is niet heel moeilijk om een terras strak en netjes aan te leggen. Maar ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Leg de eerste rij tegels of stenen waarmee je begint zo strak mogelijk en in een mooie rechte lijn. Daarvoor kun je gebruik maken van een metseldraad om de rechte lijn mee te bepalen. Dit is nylon draad dat stevig is en bij strak spannen niet doorzakt. Je gebruikt dit draad dus niet alleen om recht langs te leggen, maar ook om de exacte hoogte van je bestrating te bepalen. Je stenen komen dan precies onder de onderzijde van het metseldraad te liggen. Gebruik je het draad ook om waterpas te leggen? Maak dan gebruik van een lijnwaterpas: dit is een kleine, lichtgewicht waterpas die je aan je metseldraad kunt hangen, zodat je de draad waterpas kunt maken. Het metseldraad span je tussen twee kleine paaltjes, bijvoorbeeld bamboestokken of houten latjes, die je een stukje de grond in slaat.

©Sergii - stock.adobe.com

Vind je het werken met metseldraad lastig, dan kun je er ook voor kiezen om een lange houten dunne lat als basis te laten dienen. Het voordeel van een houten lat is dat je je stenen recht tegen die lat kunt aanleggen, zodat je een mooie rechte lijn krijgt. Leg die lat dan wel op de zijkant en controleer of je lat ook echt recht is. Een andere optie is gebruik te maken van een zogeheten richt- of afrijlat. Dit is een lange aluminium lat die soms ook voorzien is van een waterpas. Deze afrijlat kun je ook gebruiken om het straatzand waterpas te krijgen, zoals je verderop kunt lezen, maar deze afrijlat kun je dus ook inzetten om je eerste rij stenen recht te leggen. Leg je je bestrating langs opsluitbanden, dan is het recht leggen geen probleem, maar hoef je er alleen rekening mee te houden dat je je tegels of stenen ongeveer 1 tot 1,5 centimeter hoger dan de opsluitband moet leggen.

Let goed op wanneer je start met een eerste rij stenen die begint bij de bebouwing. Hoewel je zou verwachten dat een gemetselde muur van bijvoorbeeld je huis kaarsrecht is, is dat vaak niet het geval: er zijn altijd bakstenen die net wat uitsteken. Je kunt zo’n muur dus niet altijd als basis gebruiken voor het leggen van een rechte lijn. Begin je bij bebouwing, zorg er dan voor dat je altijd ongeveer 1 à 2 cm vanaf de muur begint met het leggen van je stenen. Zo heb je voldoende speling en is het makkelijker om een rechte lijn te leggen. De ontstane kier tussen de m uur en de bestrating kun je later weer opvullen met overtollig straatzand of invegen met invoegzand.

©MG | ID.nl

Stenen op maat maken

Stenen en vooral tegels netjes op maat maken is zonder het juiste gereedschap lastig. Je komt altijd op een punt dat je je tegels of stenen kleiner moet maken om het geheel passend te krijgen. Zeker als je je bestrating in het zogeheten halfverband wil leggen. Halfverband is een bestratingspatroon waarbij de stenen per rij telkens op de helft liggen ten opzichte van de vorige rij. Dit betekent dat de buitenkant van de stenen van de ene rij zich bevinden in het midden van de stenen van de rij ervoor.

Hierdoor ontstaat er een trapsgewijs patroon dat zorgt voor een stevige en stabiele bestrating. Aan de beide uiteinden van een bestrating in halfverband moet je dus tegels of stenen hebben die de helft langer zijn. Voor de bekende stoeptegels van 30x30 zijn er tegels van 15x30 te koop, waardoor het leggen in halfverband makkelijker gaat. Voor klinkers en grotere tegels is die mogelijkheid er meestal niet, dus die stenen moet je op maat maken.

De meest eenvoudige manier waarop je dat doet, is door gebruik te maken van een stenenknipper. Een stenenknipper kun je zien als een dubbelzijdige kniptang waarbij aan de boven- en onderkant twee scherpe ijzeren ‘messen’ zijn geplaatst. Je legt een steen of tegel tussen die ijzers en klemt hem met behulp van schroeven vast, waarna je met de hefboom de ijzers naar elkaar toe duwt. Door de druk van de ijzers aan de boven- en onderkant breekt de steen precies op het punt waar de ijzers tegen de steen aankomen. Dit levert netjes afgesneden stenen op en je krijgt een mooier resultaat dan wanneer je de stenen zelf kleiner maakt met bijvoorbeeld een ijzeren blokhamer.

Een andere mogelijkheid om vooral tegels op maat mee te maken is een haakse slijper; een elektrische zaakmachine met een diamanten zaagblad. Zo'n apparaat werkt goed maar vereist een stabiele hand en maakt bovendien veel lawaai (110dB en meer). Een stenenknipper is wat ons betreft een veiliger (en stiller) alternatief, maar als je grotere tegels van meer dan 30x30 moet verkleinen, is zo'n haakse slijper vaak het enige alternatief, omdat de meeste stenenknippers maximaal 30x30-tegels aankunnen.

©andrey gonchar - stock.adobe.com


Zand gladstrijken en aandrukken

Met een afrijlat of gewone rechte lat kun je het straatzand gladstrijken en licht aandrukken. Gebruik een waterpas om het zand mooi recht te krijgen, terwijl je met de lat het overtollige zand wegschuift. Doe dit werk steeds stukje bij beetje: heb je een deel van het zand mooi strak en zacht aangedrukt, begin dan alvast met een deel van de bestrating en werk steeds een stukje verder. Hiermee voorkom je dat je te veel oppervlakte in één keer gladstrijkt, dat je later misschien weer per abuis oneven maakt door er overheen te lopen. Beter is het om bijvoorbeeld een stuk van anderhalf bij anderhalf meter aan te pakken, en dan steeds weer een stukje glad te strijken en te bestraten. Heb je al wat meer ervaring met bestraten, dan kun je het werkoppervlak natuurlijk helemaal naar eigen inzicht aanpassen.

©MG | ID.nl

Zachtjes tikken, niet meppen! Het lijkt misschien logisch om een tegel of steen er zo hard mogelijk in te slaan, maar dat is niet per se de beste manier. Bij de eerste te leggen steen of tegel kan dat wel, zodat die goed op zijn plek ligt en lager in het zand, maar voor alle opvolgende stenen zorg je ervoor dat je met de afrijlat het zand niet hoger legt dan zo’n anderhalf centimeter dan de onderkant van de eerste gelegde tegel of steen. Met andere woorden: de opeenvolgende steen mag zo’n anderhalf centimeter boven de eerste steen uitkomen. Met een rubberhamer tik je de steen of tegel vervolgens anderhalf centimeter het zand in om de bovenkant gelijk te krijgen met de vorige steen. Hiervoor is niet veel kracht nodig; een paar keer zachtjes tikken zou voldoende moeten zijn.

Blijf daarnaast ook altijd in dezelfde richting straten, bijvoorbeeld van links naar rechts. Ga niet eerst een lange rij tegels of stenen in de lengte legen en vanuit daar weer in de breedte, want iedere millimeter die je in de lengte (ongemerkt) uitloopt, zorgt ervoor dat de andere rijen niet meer goed passen.

En hoewel dat misschien niet altijd even natuurlijk voelt, werk je ook het liefst van je af. Je zit dus op je knieën op (het eerste deel van) de bestrating en werkt naar buiten toe, van je af. Zo voorkom je dat je het zandbed telkens verstoort en je - door teveel druk van je voeten of knieën op dat zandbed - steeds zand moet aanvullen.

Afwerken

Wanneer je klaar bent met je straatwerk, en je alles mooi passend hebt gekregen, is het tijd voor de afwerking. Eventuele afwijkingen in hoogtes van stenen of tegels kun je nu nog corrigeren. Omdat we je in dit artikel hebben verteld dat een trilplaat niet per se nodig is om je bestrating te egaliseren, gaan we anders te werk. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van een balk of vierkante paal van zo’n 40 cm lang en zo’n 5 tot 10 cm dik, bijvoorbeeld een stuk van een schuttingpaal. Door die balk of paal steeds een stuk over het terras te schuiven, terwijl je er met de rubberhamer op slaat, tril je je terras als het ware handmatig in.

Leg de balk ook op plekken waar eventueel nog wat oneffenheden zijn, en gebruik de kracht van de rubberhamer om de balk de tegels op gelijke hoogte te krijgen. Ben je helemaal klaar en tevreden? Dan is de laatste stap het invegen van (wit)zand. Je kunt het overtollige straatzand gebruiken om je terras in te vegen, maar brekerszand is beter. De korrels van dat zand hebben een hoekiger structuur en zorgt ervoor dat de bestrating goed op zijn plaats blijft, doordat het zand tussen de voegen blijft en wordt samengedrukt.


Toch liever professionele hulp?

▼ Volgende artikel
CachyOS: gratis Windows-alternatief met bekende freeware
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

CachyOS: gratis Windows-alternatief met bekende freeware

Reageert Windows op jouw (oude) pc of laptop stroperig? Via allerlei kunstgrepen kun je de boel mogelijk nog wat vlottrekken, maar verwacht geen wonderen. Iets wat écht helpt, is de installatie van een lichtgewicht besturingssysteem. De relatief nieuwe en gratis Linux-distributie CachyOS is hiervoor heel geschikt. Je komt in de overzichtelijke gebruikersomgeving heel wat vertrouwde namen tegen.

In dit artikel vertellen we je hoe je de Linux-distributie CachyOS op jouw pc aan de praat krijgt:

  • Maak eerst een opstartbare usb-stick
  • Installeer vervolgens CachyOS met behulp van de usb-stick
  • Werk het systeem bij
  • Installeer de gewenste programma's

Lees ook: Geef Linux ook eens een kans!

CachyOS is tot dusver onderbelicht gebleven. Ten onrechte, want volgens de bekende informatieve website Distrowatch wint dit besturingssysteem in rap tempo terrein. Niet voor niets staat CachyOS inmiddels in de top tien van populairste Linux-systemen.

Systeemeisen

CachyOS is niet veeleisend. Zo kun je het besturingssysteem op vrijwel elke computer met een dualcore-processor en 3 GB werkgeheugen installeren. Houd verder rekening met minimaal 30 GB schijfruimte. Dit zijn de minimale eisen. Voor een soepele werking adviseren de makers om het pakket op een systeem met 4 GB werkgeheugen en een ssd te installeren.

Opstartbare usb-stick maken

Je hebt van CachyOS een zogeheten image nodig. Hiermee ga je op een later moment de installatie in orde maken. Er bestaan verschillende versies van het besturingssysteem. In dit artikel gaan we aan de slag met de desktopeditie. Surf naar www.cachyos.org/download en klik op Download Desktop Edition / Direct om het iso-bestand op te slaan.

Je kunt CachyOS het beste vanaf een opstartbare usb-stick installeren. Je moet het opslagmedium hiervoor klaarmaken. Er bestaan diverse hulpprogramma’s waarmee dat kan. De ontwikkelaar adviseert balenaEtcher. Dit tooltje is voor Windows, macOS en Linux beschikbaar. Verbind eerst een usb-stick met minimaal 8 GB opslagruimte met een willekeurige computer en start het programma daarna op. Via Flash from file selecteer je in de verkenner het iso-bestand. Klik nu op Select target en vink de usb-stick aan. Bevestig met Select. Je klikt als laatste op Flash om de opstartbare usb-stick te creëren.

Live-omgeving

Het is nu de bedoeling om de beoogde CachyOS-computer met de zojuist gemaakte usb-stick op te starten. Sluit de opslagdrager aan en schakel het systeem in. Druk tijdens de opstartfase op een specifieke toets om het computermenu (BIOS of UEFI) te openen. Vaak is dat F2, maar het kan bijvoorbeeld ook F10, F12 of Delete zijn. Dat verschilt per computer. Het is nu zaak om de usb-stick als eerste opstartschijf te selecteren. Kijk of je een onderdeel als Boot, Boot Priority of iets soortgelijks kunt vinden. Met behulp van de muis of pijltjestoetsen kun je vaak de opstartvolgorde wijzigen. Als dat eenmaal is gelukt, herstart je de computer.

Zodra het menu van CachyOS verschijnt, kies je voor een standaardinstallatie. Dat is doorgaans de bovenste optie. Bevestig vervolgens met Enter. Na even wachten komt de live-omgeving tevoorschijn. Dat is in feite een voorproefje van het besturingssysteem waarin je alvast wat zaken kunt uitproberen. Klik in het welkomstvenster op Launch installer om de definitieve installatie te starten.

Voorafgaand aan de installatie kom je eerst in de live-omgeving van CachyOS terecht.

Installatie uitvoeren

Je controleert in het installatiescherm of de Nederlandse taal is geselecteerd en kiest in het volgende venster de juiste regio. Via Volgende selecteer je de gewenste toetsenbordindeling. Klik verder en bepaal op welke partitie je CachyOS wilt installeren. Wil je met een schone lei beginnen, dan ligt de optie Wis schijf voor de hand. Wijs daarna in het uitrolmenu ext4 aan als bestandssysteem. Daarmee creëer je namelijk een stabiele werkomgeving.

Overigens kun je CachyOS eventueel ook naast Windows installeren. Voor het inrichten van zo’n dualboot-systeem moet je de juiste partitie aan de Linux-distributie toewijzen. Maak een keuze en bevestig met Volgende.

Het besturingssysteem is in allerlei sausjes beschikbaar. Voor deze workshop selecteren we Plasma Desktop, maar het staat je vrij om een ander uiterlijk te kiezen. In het volgende scherm voeg je eventueel extra onderdelen toe, al kan dat ook op een later moment. Laat de standaardinstellingen ongewijzigd en klik wederom op Volgende. Vul nu een naam, gebruikersnaam en computernaam in. Je bedenkt ook een wachtwoord. Via Volgende / Installeer / Install Now wordt de installatie uitgevoerd. Je zet na afloop een vinkje voor Nu herstarten en klikt op Voltooid.

Je kunt tussen maar liefst zeventien lay-outs kiezen!

Eerste kennismaking

Als de installatie is gelukt, start het zojuist geïnstalleerde Linux-systeem voor het eerst op. Typ het wachtwoord om door te gaan naar het bureaublad. Elke keer dat CachyOS opent, verschijnt er een welkomstvenster. Klik dat nog niet weg, want je hebt hiermee snel toegang tot enkele handige onderdelen. Daar gaan we zo dadelijk mee aan de slag.

Vanaf het prille begin hebben andere personen niet zomaar toegang tot jouw computer.

Wie Windows gewend is, hoeft vermoedelijk niet lang te wennen aan de navigatiestructuur. Klik linksonder op het logo van CachyOS om het startmenu te openen. Hier zijn flink wat applicaties over verschillende categorieën verdeeld. Kies bijvoorbeeld Systeem / Dolphin om een bestandsbrowser te openen. Hier vind je alle lokaal opgeslagen foto’s, video’s, documenten en overige bestanden. Daarnaast bevindt zich in Dolphin ook een prullenbak met verwijderde items.

Verder staan helemaal rechts van de taakbalk diverse systeempictogrammen. Daarmee regel je onder andere het geluid en de netwerktoegang. Via het kleine pijltje komen er nog meer pictogrammen tevoorschijn. Vraag bijvoorbeeld een overzicht van recente meldingen op of pas de energie-opties aan. Tot slot kun je hier ook scherminstellingen wijzigen.

Dolphin is een soort verkenner waarin je alle bestanden kunt terugvinden.

CachyOS bijwerken

Net zoals bij elk besturingssysteem is het belangrijk om de boel regelmatig bij te werken. Hiervoor komt het eerder genoemde welkomstvenster goed van pas. Heb je dat weggeklikt, dan haal je het weer tevoorschijn. Klik in het menu op Systeem en CachyOS Hello. Ga nu naar Programma’s / Aanpassingen en Systeem bijwerken. Na opgave van het juiste wachtwoord checkt een hulpprogramma of er updates zijn. Tik op de J-toets en Enter om het besturingssysteem bij te werken. Je sluit na afloop het venster met Enter.

Vertrouwde tooltjes

Elk besturingssysteem valt of staat met de beschikbare programma’s. Dat zit bij CachyOS wel goed. Er zijn zelfs een aantal nuttige tooltjes voorgeïnstalleerd. Zo gebruik je Cachy Browser om op internet te surfen en VLC Media Player om naar video’s te kijken. Verder vind je in het menu een fotoviewer (Gwenview), tekstverwerker (KWrite) en analyseprogramma (Systeemmonitor).

In Systeemmonitor zie je in hoeverre de processor en het werkgeheugen worden belast.

Je kunt in CachyOS nog veel meer toepassingen installeren. Klik in het welkomstscherm rechtsonder op Programma’s installeren. Er opent een venster met vijftien categorieën. Je klikt voor een categorie op het pijltje om de onderliggende tooltjes te tonen. Op die manier kom je allerlei vertrouwde namen op het spoor. Firefox is bijvoorbeeld een bekende browser, terwijl je met Thunderbird e-mailaccounts kunt beheren. Voor kantoortoepassingen is het LibreOffice-pakket een aanrader. Je komt daarnaast onder andere toepassingen voor e-bookbeheer (Calibre), fotobewerking (GIMP) en videomontages (Kdenlive) tegen. De keuze is reuze!

Wil je iets installeren? Zet dan achter een of meerdere programma’s een vinkje. Je kiest daarna Systeem bijwerken. Typ in het verschenen commandovenster het juiste wachtwoord en bevestig met Enter. Nadat alle programmagegevens zijn opgehaald, druk je achtereenvolgens op de J-toets en Enter. Is de installatie afgerond? Sluit dan met Enter het commandovenster. De freeware nestelt zich automatisch in het startmenu.

Je kunt vanuit CachyOS in één klap diverse bekende programma’s installeren.

Snelkoppelingen maken

Buiten een fraaie achtergrond is het bureaublad van CachyOS verder helemaal kaal. Daar kun je eenvoudig iets aan doen. Creëer van je favoriete programma’s snelkoppelingen, zodat je ze voortaan vlot kunt opstarten. Navigeer in het startmenu naar een toepassing. Klik erop met de rechtermuisknop en kies Aan bureaublad toevoegen. Daarnaast kun je ook bestanden en mappen op het bureaublad plaatsen. Dat werkt simpel, want je sleept een map of bestand gewoon naar het bureaublad. Kies vervolgens in het contextmenu Hierheen verplaatsen, Hierheen kopiëren, of Hierheen verbinden.

Als je een browser dagelijks gebruikt, plaats je hiervan een snelkoppeling op het bureaublad.

Tot slot

In dit artikel komen alleen de basisbeginselen van CachyOS aan bod. Je kunt je ontdekkingstocht natuurlijk op eigen houtje vervolgen, want het besturingssysteem kent verrassend veel mogelijkheden. Bekijk alle onderdelen in het startmenu, zodat je CachyOS goed leert kennen.

Vooral het hulpprogramma Systeeminstellingen is de moeite waard. Hier kun je diverse zaken van de computer naar eigen wens aanpassen. Denk bijvoorbeeld aan het gedrag van de muis, het touchpad, het toetsenbord en de monitor. Je kunt ook de achtergrond, het thema en het lettertype wijzigen. Gebruik bovenaan zo nodig de zoekfunctie om een bepaalde instelling te vinden. Veel computerplezier!

In de Systeeminstellingen pas je talloze zaken naar eigen smaak aan, zoals het kleurenschema.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Rijtest: de vernieuwde Kia EV6 komt verder, laadt sneller
© Kia
Mobiliteit

Rijtest: de vernieuwde Kia EV6 komt verder, laadt sneller

Met 10.000 exemplaren op de weg is de Kia EV6 een gevestigde naam in Nederland. Drie jaar na de introductie blijft het model opvallen binnen zijn klasse, zelfs met zijn originele specificaties. Nu heeft de EV6 een update gekregen. Irwin van InstaAutoVlog testte de vernieuwde versie.

Dit artikel in het kort:

  • De Kia EV6 facelift heeft een vernieuwde Star Map-lichtsignatuur en modernere details zoals nieuwe bumpers, velgen, en een matblauwe kleur.
  • Het interieur biedt een verbeterd infotainmentsysteem, meer usb-c-poorten, en een snellere telefoonlader.
  • De nieuwste batterijen verhogen de capaciteit tot maximaal 84 kWh, met een bereik tot 582 kilometer.
  • Dankzij 800V-technologie kan de EV6 sneller laden zonder onderbrekingen, nu tot 258 kW.
  • Rijdynamiek en comfort zijn geoptimaliseerd met lichtere dempers en verbeterde geluidsisolatie.

Lees ook: Video | De Kia EV3 is de nieuwe leider in zijn segment

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Star Map-lichtsignatuur

De vernieuwde Kia EV6 valt op door zijn nieuwe Star Map-lichtsignatuur, die aansluit bij de stijl van andere Kia-modellen zoals de EV3 en EV9. Ook heeft de auto een strakker design met de LED Matrix-koplampen en een ander vormgegeven voorbumper, inclusief active air flaps.  Ook de 19 of 20 inch lichtmetalen wielen hebben een ander ontwerp gekregen. De achterbumper ziet er anders uit, en de wagen is verkrijgbaar in andere kleurstellingen, waaronder matblauw.

©Kia

Interieur en infotainment

Het interieur van de Kia EV6 is vernieuwd met een stuurwiel dat qua ontwerp aansluit bij de EV3. De middentunnel is voorzien van materialen die minder gevoelig zijn voor krassen en vingerafdrukken, en er zijn meerdere USB-C-aansluitingen toegevoegd. Het infotainmentsysteem is verbeterd: het scherm reageert sneller, en dankzij de Connected Car Navigation Cockpit (ccNc) biedt het nauwkeurigere EV-routeplanning, cloudgebaseerde navigatie en ondersteuning voor draadloos Apple CarPlay en Android Auto. Via OTA-updates blijft het systeem up-to-date.

©Kia

Biometrie en starten via de app

De draadloze telefoonlader in de Kia EV6 heeft een upgrade gekregen en levert nu 15 watt vermogen, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de eerdere 5 watt. Ook het Meridian-audiosysteem is verfijnd. Daarnaast is er nu een vingerafdrukscanner op de middentunnel waarmee de auto kan worden gestart. Voor het ontgrendelen en vergrendelen van de auto wordt gebruikgemaakt van een 2.0 digitale sleutel, die via een smartphone werkt.

©Kia

Bereik: 428 tot 582 kilometer

De EV6 beschikt over een lichtere vierde-generatie batterij, die per cel meer energie vast kan houden en daardoor een grotere capaciteit heeft: van 58 naar 63 en van 77,4 naar 84kWh. De Standard Range heeft een bereik van maximaal 428 kilometer en de Long Range maximaal 582 kilometer. Het verbeterde regeneratief remsysteem heeft een piek van 250 kW. 

Ondanks de toegenomen kiloWatturen kan je de batterij nog steeds in 18 minuten van 10 naar 80 procent snelladen. De halverwege het snellaadproces aanwezige pauze van het oude model, om alle cellen te controleren, is verdwenen. 

©Kia

Dynamischer rij-ervaring

De Kia EV6 is uitgerust met de derde generatie Frequency Selective Dampers, ontworpen om zowel rijdynamiek als comfort te verbeteren. Deze dempers zijn lichter en compacter, wat bijdraagt aan een verbeterde rijervaring. Kia heeft daarnaast extra aandacht besteed aan geluidsisolatie, onder meer door de vloerbedekking los te koppelen van de bodemplaat. De EV6 behoudt zijn sportieve karakter en biedt een dynamischere rij-ervaring dan concurrenten zoals de IONIQ 5 of XPENG G6.

©Kia

Video Kia EV6

Meer weten en zien over de nieuwe Kia EV6? Bekijk dan de video van InstaAutoVlog

Watch on YouTube