ID.nl logo
Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten
© Ivan Kmit - stock.adobe.com
Huis

Zelf een terras aanleggen? Dit is waar je op moet letten

Het zelf aanleggen van een terras lijkt in eerste instantie misschien een lastige klus, maar met een goede voorbereiding en de juiste materialen is het makkelijker dan je denkt. Hoe je begint en waar je allemaal op moet letten bij het aanleggen van een terras, lees je in dit artikel.


In dit artikel leggen we uit hoe je zelf een terras aanlegt. We kijken naar: Type bestrating | Ontwerp | Straatzand | Afgraven en egaliseren | Opsluitbanden | Zand aanbrengen | De eerste tegel of steen | Stenen op maat maken | Zand gladstrijken en aandrukken | Afwerken

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig


☀️ Nieuw terras of terras vervangen?
In je eigen tuin heb je waarschijnlijk al een goed idee van waar je je nieuwe terras wilt aanleggen. Ga je een bestaand terras vernieuwen, dan heb je minder werk wat betreft het klaarmaken van je werkveld, behalve dat je je oude bestrating wel eerst moet verwijderen.

Type bestrating

Voordat je überhaupt gaat beginnen met het aanleggen van een terras, bedenk je voor jezelf wat voor soort terras je wilt en welk type bestrating je daarvoor wilt gebruiken. Het soort tuin dat je hebt, maar ook het type woning of omgeving kunnen meespelen in de keuze van de juiste bestrating. Er zijn diverse soorten tegels van verschillende materialen, allemaal met andere eigenschappen. Zo zijn er tegels met een coating waardoor ze langer kleurecht blijven, maar er bestaan ook onbehandelde stenen en tegels waarbij na verloop van tijd kleurverlies zal optreden. De vuistregel is hier: hoe meer bescherming stenen of tegels hebben, des te duurder ze zijn. Laat je dus goed informeren bij een steenhandel of hoveniersbedrijf over de voor- en nadelen van de diverse soorten verkrijgbare bestrating.

Ontwerp

Je kunt voor jezelf uittekenen hoe het terras er ongeveer uit moet komen te zien. Maak een schets van je terras op papier en teken dat ontwerp in je tuin uit met behulp van paaltjes, latjes of bamboestokken. Je hebt dan globaal een idee hoeveel ruimte je terras gaat innemen. Je kunt ook gebruik maken van software om je te helpen je terrasgrootte en -positie te bepalen. In ons artikel over het online ontwerpen van je tuin lees je daar meer over.

©PXimport

Bedenk eerst waar je terras moet komen en hoe het eruit moet gaan zien.


🔨 Dit gereedschap heb je nodig

Als je zelf aan de slag gaat met het aanleggen van een terras, is het handig als je in ieder geval beschikt over het onderstaand gereedschap en persoonlijke bescherming:

• Stevige werkhandschoenen en -schoenen
Rubberhamer
Kniebeschermers
• Een afrijlat of andere rechte lat
Waterpas
Spade of bats (voor de leek: een schep)
Hark

• Handig om te huren: stenenknipper



Straatzand

Voor bestratingen wordt altijd zogeheten wit zand gebruikt. Bij bouwmarkten en leveranciers van bestratingen wordt dit zand ook ophoogzand of straatzand genoemd. Wit zand is gezuiverd en gezeefd zand dat door zijn compactheid, stabiliteit en waterdoorlatendheid ideaal is voor bestratingen. Als je een terras gaat aanleggen, dan is het aan te raden een ondergrond van 10 à 15 centimeter wit zand te gebruiken. Minder kan ook, maar de kans op instabiliteit wordt dan groter, vooral in gebieden met bijvoorbeeld klei- of veengrond. In die laatstgenoemde gebieden is het verstandig om eerst een ondergrond van een centimeter of 10 met puin en 20 cm straatzand te leggen als basis. Hierdoor kan het water beter wegsijpelen en is het terras stabieler. Straatzand is bij iedere bouwmarkt te koop. Afhankelijk van de grootte van je terras kun je losse zakken ophoogzand per stuk van 25 kilo kopen, of je koopt in één keer een zogeheten big bag van 1000 kilo, goed genoeg voor 0,65 kubieke meter zand.

Afgraven en egaliseren

Professionele stratenmakers en hoveniers maken vaak gebruik van een trilplaat om de ondergrond en het witte zand eerst alvast aan te trillen voordat begonnen wordt met bestraten. Dat intrillen gebeurt secuur door mensen die weten hoe zo’n trilplaat werkt. Als je zelf een terras gaat aanleggen heb je zo’n trilplaat niet per se nodig. Zo’n apparaat is namelijk zwaar en lastig te bedienen. Je kunt ze huren, maar dan heb je wel een aanhanger nodig.

©Oliver Boehmer - bluedesign

Voor eenvoudig straatwerk in je eigen tuin is een trilplaat niet per se nodig.

Met goede materialen en wat wilskracht kun je zelf al heel veel doen. Op de plek waar het terras moet komen, graaf je eerst de grond voldoende diep uit, tussen de 20 en 30 cm. Die diepte is afhankelijk van de eerder besproken grondtypen. Nadat je de grond voldoende en egaal hebt uitgegraven, gebruik je een hark om de grond te verdelen zodat alles even hoog komt te liggen en eventuele oneffenheden worden gelijkgetrokken. Eventueel kun je de hark ook omkeren zodat je de grond mooi glad kunt trekken. Daarna kun je de ondergrond gaan aanstampen. Dat doe je gewoon ‘ouderwets’ met je voeten. Loop bijvoorbeeld van buiten naar binnen een rondje en stamp hard met de hakken van je voeten op de ondergrond. Herhaal dit een paar keer totdat je het idee hebt dat de ondergrond niet meer inzakt.

Geen zin in vieze schoenen of heb je hier de kracht niet voor? Dan kun je ook kiezen voor een grond-of betonstamper om de ondergrond mee aan te stampen. Daarbij gebruik je de kracht van je handen om de ondergrond mee aan te stampen.

Opsluitbanden

Afhankelijk van waar je je terras gaat aanleggen, kun je ervoor kiezen om opsluitbanden te gebruiken. Opsluitbanden zijn betonnen randen van 1 meter lang en – afhankelijk van het type – 15 tot 20 cm hoog en 5, 6 of 8 cm breed. Opsluitbanden voorkomen dat je terras ‘wegloopt’: de tegels aan de buitenste randen van het terras kunnen door die opsluitbanden dan geen kant op en houden daarmee ook het gehele terras goed op zijn plaats.

©MG | ID.nl

Met opsluitbanden die stevig zijn geplaatst zorg je ervoor dat je bestrating op zijn plaats blijft.

Opsluitbanden zijn aan te raden in tuinen waarbij de omliggende tuingrond lager ligt dan je terras of waarbij de omliggende grond minder stevig is. Leg je een terras aan dat grenst aan een woning, garage of schuur, dan hoef je aan de zijde van de stenen muur van dat gebouw geen opsluitbanden te gebruiken. Als je een terras aanlegt in een grasveld zijn opsluitbanden ook niet per se nodig, maar je zou bijvoorbeeld wel je de randen van het terras kunnen afwerken met klinkers; dat oogt vaak wat fraaier.

Als je opsluitbanden gebruikt, plaats deze dan voordat je de rest van je stenen of tegels aanlegt. De opsluitbanden fungeren dan als leidraad voor de rest van de bestrating. Bovendien kun je ze dan gebruiken om recht langs te bestraten. Let er wel op dat de bestrating zelf ongeveer 1 à 2 centimeter hoger komt te liggen dan de opsluitbanden zelf. Door de zwaarte en diepte waarin ze worden gelegd zullen opsluitbanden nauwelijks meer verzakken, maar bestrating doet dat over het algemeen nog wel. Om te voorkomen dat je tegels tot onder de rand van de opsluitbanden zakken, zorg je er dus voor dat de bestrating hoger ligt.

©Sergii - stock.adobe.com

Let je bestrating altijd 1 tot 2 cm hoger dan de opsluitband.

Opsluitbanden leg je bij voorkeur ook op wit straatzand, en tik je met een rubberhamer het zand in. Pas wel op met de dunnere modellen opsluitbanden: als je te hard op het midden van de afsluitband slaat of als je niet genoeg ophoogzand onder het midden van de band hebt liggen, dan is de kans groot dat deze breekt! Om de afsluitbanden stevig in de grond te krijgen, is het verstandig om aan de buitenzijde van de band de grond stevig aan te stampen, zodat ze niet zomaar naar buiten toe kunnen zakken.

De hoek om Als we ervan uitgaan dat je een vierkant terras gaat aanleggen, en je gebruikt opsluitbanden, dan moet je ervoor zorgen dat de hoeken overal haaks op elkaar staan. Je wilt niet dat je tijdens het aanleggen van de bestrating erachter komt dat een van de rij opsluitbanden niet evenredig loopt aan de rest van je randen. De juiste hoek afmeten doe je het best met een winkelhaak. Een grote winkelhaak van bijvoorbeeld 60x40cm is daarvoor afdoende. Voor beide zijden van een terras zorg je er verder ook voor dat breedte tussen de binnenste en buitenste opsluitband gelijk is. Daarvoor gebruik je een rolmaat met blokkeersysteem; dat laatste zorgt ervoor dat je de rolmaat helemaal kunt uittrekken zonder dat deze weer vanzelf oprolt; dat meet een stuk handiger.

Zand aanbrengen

Na het aanstampen breng je het straatzand aan. Verdeel met een spade of bats het zand zo gelijkmatig mogelijk over je werkterrein. Gebruik ook hier de (omgekeerde) hark om alle oneffenheden eruit te halen en het zand op de goede hoogte te brengen. Dit is ook het moment om alvast rekening te houden met het afschot. Afschot is de manier waarop een terras afloopt naar een bepaalde kant, zodat het regenwater kan weglopen.

Bij een terras dat bijvoorbeeld aan een woning ligt, leg je het deel aan de kant van de woning hoger (maar uiteraard wel gelijk aan of ietsje lager dan de drempel van een eventuele deur) dan het andere uiteinde: in dit geval loopt het regenwater af naar de tuinzijde. Afschot kan ook aan beide zijden van een terras worden aangelegd, dan laat je het regenwater weglopen naar de zijkanten. Hoe je dat precies doet, hangt af van je wensen, zolang je maar rekening houdt met een afschot van 1 tot maximaal 2 cm per meter. Dus ieder meter dat het terras lang is, gaat het terras 1 tot 2 cm naar beneden. Deze hoek is voldoende om het regenwater rustig af te voeren.

Werken in (dag)delen Afhankelijk van de grootte van je project doe je er goed aan om van tevoren voor jezelf (en je eventuele helpers) te bepalen hoeveel tijd je wilt nemen voor je bestratingsklus. Onderschat dit niet! Als je een terras zelf aanlegt – en misschien niet heel veel ervaring hebt – kun je daar afhankelijk van de grootte zomaar een paar dagen mee bezig zijn. Trek er dus voldoende tijd voor uit. Wees ook niet teleurgesteld als je niet alles in één keer afkrijgt: vooral in het begin zul je misschien wat moeten oefenen met leggen of wat tijd nodig hebben om het zand mooi egaal op de juiste hoogte te krijgen.

De eerste tegel of steen

De eerste steen of tegel die je legt is het vertrekpunt voor de gehele bestrating. Het is niet heel moeilijk om een terras strak en netjes aan te leggen. Maar ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Leg de eerste rij tegels of stenen waarmee je begint zo strak mogelijk en in een mooie rechte lijn. Daarvoor kun je gebruik maken van een metseldraad om de rechte lijn mee te bepalen. Dit is nylon draad dat stevig is en bij strak spannen niet doorzakt. Je gebruikt dit draad dus niet alleen om recht langs te leggen, maar ook om de exacte hoogte van je bestrating te bepalen. Je stenen komen dan precies onder de onderzijde van het metseldraad te liggen. Gebruik je het draad ook om waterpas te leggen? Maak dan gebruik van een lijnwaterpas: dit is een kleine, lichtgewicht waterpas die je aan je metseldraad kunt hangen, zodat je de draad waterpas kunt maken. Het metseldraad span je tussen twee kleine paaltjes, bijvoorbeeld bamboestokken of houten latjes, die je een stukje de grond in slaat.

©Sergii - stock.adobe.com

Een metseldraad kun je gebruiken om je stenen langs een rechte lijn te leggen.

Vind je het werken met metseldraad lastig, dan kun je er ook voor kiezen om een lange houten dunne lat als basis te laten dienen. Het voordeel van een houten lat is dat je je stenen recht tegen die lat kunt aanleggen, zodat je een mooie rechte lijn krijgt. Leg die lat dan wel op de zijkant en controleer of je lat ook echt recht is. Een andere optie is gebruik te maken van een zogeheten richt- of afrijlat. Dit is een lange aluminium lat die soms ook voorzien is van een waterpas. Deze afrijlat kun je ook gebruiken om het straatzand waterpas te krijgen, zoals je verderop kunt lezen, maar deze afrijlat kun je dus ook inzetten om je eerste rij stenen recht te leggen. Leg je je bestrating langs opsluitbanden, dan is het recht leggen geen probleem, maar hoef je er alleen rekening mee te houden dat je je tegels of stenen ongeveer 1 tot 1,5 centimeter hoger dan de opsluitband moet leggen.

Let goed op wanneer je start met een eerste rij stenen die begint bij de bebouwing. Hoewel je zou verwachten dat een gemetselde muur van bijvoorbeeld je huis kaarsrecht is, is dat vaak niet het geval: er zijn altijd bakstenen die net wat uitsteken. Je kunt zo’n muur dus niet altijd als basis gebruiken voor het leggen van een rechte lijn. Begin je bij bebouwing, zorg er dan voor dat je altijd ongeveer 1 à 2 cm vanaf de muur begint met het leggen van je stenen. Zo heb je voldoende speling en is het makkelijker om een rechte lijn te leggen. De ontstane kier tussen de m uur en de bestrating kun je later weer opvullen met overtollig straatzand of invegen met invoegzand.

©MG | ID.nl

Stenen kun je ook eenvoudig recht leggen langs de dunne zijde van een lange plank.

Stenen op maat maken

Stenen en vooral tegels netjes op maat maken is zonder het juiste gereedschap lastig. Je komt altijd op een punt dat je je tegels of stenen kleiner moet maken om het geheel passend te krijgen. Zeker als je je bestrating in het zogeheten halfverband wil leggen. Halfverband is een bestratingspatroon waarbij de stenen per rij telkens op de helft liggen ten opzichte van de vorige rij. Dit betekent dat de buitenkant van de stenen van de ene rij zich bevinden in het midden van de stenen van de rij ervoor.

Hierdoor ontstaat er een trapsgewijs patroon dat zorgt voor een stevige en stabiele bestrating. Aan de beide uiteinden van een bestrating in halfverband moet je dus tegels of stenen hebben die de helft langer zijn. Voor de bekende stoeptegels van 30x30 zijn er tegels van 15x30 te koop, waardoor het leggen in halfverband makkelijker gaat. Voor klinkers en grotere tegels is die mogelijkheid er meestal niet, dus die stenen moet je op maat maken.

De meest eenvoudige manier waarop je dat doet, is door gebruik te maken van een stenenknipper. Een stenenknipper kun je zien als een dubbelzijdige kniptang waarbij aan de boven- en onderkant twee scherpe ijzeren ‘messen’ zijn geplaatst. Je legt een steen of tegel tussen die ijzers en klemt hem met behulp van schroeven vast, waarna je met de hefboom de ijzers naar elkaar toe duwt. Door de druk van de ijzers aan de boven- en onderkant breekt de steen precies op het punt waar de ijzers tegen de steen aankomen. Dit levert netjes afgesneden stenen op en je krijgt een mooier resultaat dan wanneer je de stenen zelf kleiner maakt met bijvoorbeeld een ijzeren blokhamer.

Een andere mogelijkheid om vooral tegels op maat mee te maken is een haakse slijper; een elektrische zaakmachine met een diamanten zaagblad. Zo'n apparaat werkt goed maar vereist een stabiele hand en maakt bovendien veel lawaai (110dB en meer). Een stenenknipper is wat ons betreft een veiliger (en stiller) alternatief, maar als je grotere tegels van meer dan 30x30 moet verkleinen, is zo'n haakse slijper vaak het enige alternatief, omdat de meeste stenenknippers maximaal 30x30-tegels aankunnen.

©andrey gonchar - stock.adobe.com

Met een haakse slijper zaag je stenen, maar gehoorbescherming en voorzichtingheid is geboden.


Zand gladstrijken en aandrukken

Met een afrijlat of gewone rechte lat kun je het straatzand gladstrijken en licht aandrukken. Gebruik een waterpas om het zand mooi recht te krijgen, terwijl je met de lat het overtollige zand wegschuift. Doe dit werk steeds stukje bij beetje: heb je een deel van het zand mooi strak en zacht aangedrukt, begin dan alvast met een deel van de bestrating en werk steeds een stukje verder. Hiermee voorkom je dat je te veel oppervlakte in één keer gladstrijkt, dat je later misschien weer per abuis oneven maakt door er overheen te lopen. Beter is het om bijvoorbeeld een stuk van anderhalf bij anderhalf meter aan te pakken, en dan steeds weer een stukje glad te strijken en te bestraten. Heb je al wat meer ervaring met bestraten, dan kun je het werkoppervlak natuurlijk helemaal naar eigen inzicht aanpassen.

©MG | ID.nl

Zachtjes tikken, niet meppen! Het lijkt misschien logisch om een tegel of steen er zo hard mogelijk in te slaan, maar dat is niet per se de beste manier. Bij de eerste te leggen steen of tegel kan dat wel, zodat die goed op zijn plek ligt en lager in het zand, maar voor alle opvolgende stenen zorg je ervoor dat je met de afrijlat het zand niet hoger legt dan zo’n anderhalf centimeter dan de onderkant van de eerste gelegde tegel of steen. Met andere woorden: de opeenvolgende steen mag zo’n anderhalf centimeter boven de eerste steen uitkomen. Met een rubberhamer tik je de steen of tegel vervolgens anderhalf centimeter het zand in om de bovenkant gelijk te krijgen met de vorige steen. Hiervoor is niet veel kracht nodig; een paar keer zachtjes tikken zou voldoende moeten zijn.

Blijf daarnaast ook altijd in dezelfde richting straten, bijvoorbeeld van links naar rechts. Ga niet eerst een lange rij tegels of stenen in de lengte legen en vanuit daar weer in de breedte, want iedere millimeter die je in de lengte (ongemerkt) uitloopt, zorgt ervoor dat de andere rijen niet meer goed passen.

En hoewel dat misschien niet altijd even natuurlijk voelt, werk je ook het liefst van je af. Je zit dus op je knieën op (het eerste deel van) de bestrating en werkt naar buiten toe, van je af. Zo voorkom je dat je het zandbed telkens verstoort en je - door teveel druk van je voeten of knieën op dat zandbed - steeds zand moet aanvullen.

Afwerken

Wanneer je klaar bent met je straatwerk, en je alles mooi passend hebt gekregen, is het tijd voor de afwerking. Eventuele afwijkingen in hoogtes van stenen of tegels kun je nu nog corrigeren. Omdat we je in dit artikel hebben verteld dat een trilplaat niet per se nodig is om je bestrating te egaliseren, gaan we anders te werk. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van een balk of vierkante paal van zo’n 40 cm lang en zo’n 5 tot 10 cm dik, bijvoorbeeld een stuk van een schuttingpaal. Door die balk of paal steeds een stuk over het terras te schuiven, terwijl je er met de rubberhamer op slaat, tril je je terras als het ware handmatig in.

Leg de balk ook op plekken waar eventueel nog wat oneffenheden zijn, en gebruik de kracht van de rubberhamer om de balk de tegels op gelijke hoogte te krijgen. Ben je helemaal klaar en tevreden? Dan is de laatste stap het invegen van (wit)zand. Je kunt het overtollige straatzand gebruiken om je terras in te vegen, maar brekerszand is beter. De korrels van dat zand hebben een hoekiger structuur en zorgt ervoor dat de bestrating goed op zijn plaats blijft, doordat het zand tussen de voegen blijft en wordt samengedrukt.

▼ Volgende artikel
Bedien je slimme apparaten met een zelfgebouwd touchscreen
© InfiniteFlow - stock.adobe.com
Huis

Bedien je slimme apparaten met een zelfgebouwd touchscreen

Houd je van knutselen én automatiseer je alles in en om je huis met Home Assistant? Kijk dan zeker eens naar ESPHome. Je kunt eindeloos variëren met componenten. Dankzij de koppeling met Home Assistant bouw je gemakkelijk en voor weinig geld een lichtschakelaar of sensor, om maar wat te noemen. De LVGL-bibliotheek zorgt ervoor dat je nu ook eenvoudig met een touchscreen en zelfbedachte gebruikersinterface kunt werken. We laten zien hoe dat werkt met tips voor passende projecten.

In dit artikel laten we zien hoe je een touchscreen-interface bouwt voor Home Assistant met ESPHome en LVGL:

  • Installeer ESPHome en configureer een ESP32-microcontroller voor je project
  • Sluit een touchscreen aan en stel de juiste GPIO-pinnen en drivers in
  • Gebruik LVGL-widgets voor een interactieve interface
  • Integreer je touchscreen met Home Assistant voor directe bediening van je slimme apparaten

Lees ook: 5 fouten die je niet moet maken in je smarthome

Code downloaden

In dit artikel staat een voorbeeld van wat YAML-code. Omdat YAML erg gevoelig is voor foute spaties, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. In het bestand espcode.txt staan alle regels voorbeeldcode zoals ze in dit artikel aan bod komen. Maar je vindt ook een uitgewerkt voorbeeld in het bestand cyd-demo.yaml. Beide bestanden zijn hier te downloaden.

Uitgewerkt voorbeeld

Het meest uitgewerkte voorbeeld voor de demo met LVGL vind je op deze GitHub-pagina van auteur Gertjan Groen. In de code die je kunt downloaden (ook in het losse bestand cyd-demo.yaml) hebben we ook de RGB-led op de achterzijde toegevoegd, die je bijvoorbeeld als statusmelding kunt gebruiken. Verder is een timer toegevoegd om de backlight te regelen, zodat deze bij inactiviteit wordt uitgeschakeld. Tot slot laten we zien hoe je de GPIO-pinnen kunt gebruiken via de I2C-bus. Op de GitHub-pagina vind je nog meer handige informatie.

ESPHome maakt het heel makkelijk om apparaten te maken voor een slim huis, zoals je eigen sensors. Zo bouwden we eerder al eens een luchtkwaliteitsmonitor, een infraroodzender/ontvanger en een controller met drukknoppen en leds, waarmee je apparaten kunt bedienen en de status aflezen. Hoe je dat doet, lees je in dit artikel: Zo maak je met ESPHome apparaten geschikt voor je smarthome.

De basis voor ESPHome is een kleine, voordelige en zuinige microcontroller, meestal de ESP32. ESPHome ondersteunt enorm veel componenten en biedt daardoor haast onbegrensde mogelijkheden. We helpen je kort op weg met ESPHome, maar gaan ook meteen een stapje verder met de toevoeging van een touchscreen en de LVGL-bibliotheek. Daar kun je sinds augustus 2024 officieel gebruik van maken binnen ESPHome.

Met LVGL kun je aan de hand van widgets een grafische gebruikersinterface opbouwen en weergeven (zie kader ‘Grafische interfaces met widgets’). Soms kom je de term HMI (Human Machine Interface) tegen, waarmee een grafische gebruikersinterface voor het bedienen van apparatuur wordt bedoeld.

De kracht van ESPHome is dat je niet alleen lokaal aangesloten apparaten bedienbaar kunt maken, bijvoorbeeld via een relais, maar ook alle apparaten die je binnen Home Assistant gebruikt.

Grafische interfaces met widgets

LVGL staat voor Light and Versatile Graphics Library. Het is een opensource-bibliotheek die sinds 2016 bestaat. Je kunt ermee werken binnen ESPHome, Arduino, Tasmota en openHASP. Het laatste project is zelfs specifiek bedoeld voor microcontrollerfirmware met LVG.

De bibliotheek is heel licht, waardoor het soepel en snel kan werken op apparaten met beperkte capaciteit, bijvoorbeeld met een microcontroller. Bovendien kan LVGL flexibel met verschillende lay-outs, schermformaten en invoermethodes werken. Naast touchscreens kun je ook bijvoorbeeld muis, toetsenbord, losse knoppen en draaiknoppen toevoegen.

Via meer dan dertig widgets kun je een grafische gebruikersinterface opbouwen. Het uiterlijk is via thema’s en stijlen eenvoudig aan te passen. Bovendien kun je met animaties werken.

LVGL wordt gebruikt in slimme apparaten zoals thermostaten, smartwatches en keukenapparatuur, en zelfs in touchscreens voor industriële omgevingen. Op de website vind je enkele interactieve demo’s voor bekende toepassingen, waarbij de gebruikersinterface in de browser wordt getoond.

Met LVGL kun je via widgets een gebruikersinterface bouwen.

1 Wat gaan we doen?

Met ESPHome kun je relatief eenvoudig apparaatjes voor je slimme huis maken. Een voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld Arduino en MicroPython is dat je niet hoeft te programmeren. Je hoeft alleen een configuratiebestand te maken waarin je de gebruikte microcontroller, verbindingsgegevens voor je wifi-netwerk en alle aangesloten componenten aanduidt. Hierna wordt firmware gemaakt en weggeschreven op je microcontroller. Alleen die eerste keer is dit soms wat lastig. Heb je het eenmaal werkend? Alle keren erna kun je heel eenvoudig de configuratie aanpassen en over-the-air (OTA) naar de microcontroller sturen.

In dit artikel gaan we met LVGL werken. Hiermee kun je binnen ESPHome grafische interfaces maken via widgets. Voor veel projecten zul je daarom niet eens componenten hoeven aan te sluiten, maar heb je genoeg aan een touchscreen. Denk bijvoorbeeld aan een lichtknop en helderheidsregeling voor een slimme lamp in Home Assistant, zoals we in dit artikel demonstreren. Je kunt natuurlijk ook geavanceerdere gebruikersinterfaces maken voor vrijwel elk apparaat in Home Assistant.

©pozitivo - stock.adobe.com

Je kunt bijvoorbeeld zelf een gebruikersinterface voor je slimme lampen bouwen, zodat je ze eenvoudig kunt bedienen.

2 Wat heb je nodig?

Wat hardware betreft, is het vrij eenvoudig. De ESP32-chip heeft snel de voorkeur boven de verouderde ESP8266-versie, zeker als je met een touchscreen gaat werken. De Raspberry Pi Pico W (zie gelijknamig kader) is ook een optie, maar die wordt nog niet volledig ondersteund binnen ESPHome.

Makkelijk om mee te starten is een eenvoudig ontwikkelbordje rondom de ESP32 dat je voor ongeveer 5 euro kunt aanschaffen. Het is wel fijn als je hier goede documentatie bij hebt, zodat je op zijn minst weet waar alle aansluitingen zitten.

Er zijn diverse varianten van de ESP32-module. Bekende opties zijn de ESP-WROOM-32E, ESP32-C3 en ESP32-S3. De ESP32-C3 wordt vaak in extra compacte bordjes gebruikt, die je onder de naam ‘super mini’ tegenkomt – handig als je niet veel aansluitingen nodig hebt of niet veel ruimte hebt.

De ESP32-S3 is een fijne optie vanwege de beschikbaarheid van PSRAM (Pseudo Static RAM), een voordelig type werkgeheugen dat onder meer nuttig is bij grafische toepassingen. Staat een touchscreen centraal in jouw project en wil je snel van start, overweeg dan een model met ingebouwde ESP32-chip (zie volgende paragraaf).

De ESP32-module is in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.

Raspberry Pi Pico W

De Raspberry Pi Pico is een voordelige en flexibele serie ontwikkelbordjes rondom de RP2040-microcontroller. De eerste versie verscheen in januari 2021. De Pico W is vanwege de wifi-connectiviteit een interessante optie voor ESPHome. Recent werd de Pico 2 W aangekondigd die op meerdere fronten is verbeterd. Dat model is op het moment van schrijven echter nog niet geschikt voor ESPHome.

De Raspberry Pi Pico W is ook bruikbaar in Home Assistant.

3 Touchscreen

Als je een touchscreen gaat gebruiken in je ESPHome-project, dan kun je eventueel een los exemplaar op de microcontroller aansluiten en configureren. Maar je kunt ook een touchscreen met ingebouwde ESP32 kiezen. Dat is vaak veel handiger en goedkoper. Je hoeft niet te solderen en kunt direct een gebruikersinterface bouwen in YAML-code. Het scheelt ook wat tijd. Bovendien zijn er zelfs modellen compleet met behuizing.

Kies een scherm dat door ESPHome wordt ondersteund. De website van ESPHome geeft goede suggesties. Je kunt ook afgaan op ervaringen van anderen. Het kan dan een iets grotere uitdaging zijn om de juiste configuratie voor je display in ESPHome te vinden. Je zult daarbij waarschijnlijk wel even moeten experimenteren, niet alleen bij het instellen van je display, maar ook bijvoorbeeld voor het touchgedeelte. Zelfs bij het vrij gangbare touchscreen dat we in dit artikel gebruiken, was dat een beetje prutsen.

Kies een touchscreen dat door ESPHome wordt ondersteund.

4 Scherm met ESP32

Voor dit artikel hebben we een eenvoudige ESP32-2432S028 gebruikt, met een resistief touchscreen van 2,8 inch met 240 × 320 pixels. Dit model wordt ook wel de ‘Cheap Yellow Display’ genoemd, wat vooral met de gele printplaat te maken heeft.

Er zijn meerdere varianten. Zo wordt in de schermpjes vaak de ILI9341-chip als aansturing gebruikt, maar soms ook de ILI9342, zoals in ons exemplaar. Dat vergt dan een heel kleine, maar noodzakelijke aanpassing in je configuratie.

Je kunt het scherm flexibel inzetten voor je IoT-projecten. Zoek je een wat groter touchscreen, dan kun je bijvoorbeeld de CrowPanel van Elecrow overwegen. Die is er in een versie van 5 inch (ca. 32 euro) en 7 inch (ca. 42 euro), inclusief acrylbehuizing en verzending via de fabrikant. Beide versies hebben een touchscreen met hoge resolutie van 800 × 480 pixels en zijn voorzien van de modernere ESP32-S3-chip. Het touchscreen is capacitief, wat zeker voor kleinere bedieningselementen fijner werkt dan het resistieve touchscreen in ons goedkope alternatief.

Tegenwoordig bestaan er ook ronde touchscreens. Een leuke optie (zij het met beperkte schermruimte) is de ESP32-2424S012 met een ESP32-C3-microcontroller, een rond kleuren-touchscreen van 1,28 inch en in een witte of zwarte behuizing. Makerfabs heeft een vergelijk schermpje zonder behuizing. De LilyGo T-RGB heeft een wat groter 2,1inch-scherm (zonder behuizing), maar is ruim twee keer zo duur.

De ESP32-2432S028 is een voordelig scherm (onder), een wat duurder alternatief is het capacitieve 5inch-aanraakscherm met ESP32 van Elecrow (boven).

5 Add-ons voor ESPHome

Hoewel je bijvoorbeeld een pc met Python kunt gebruiken voor het bewerken van je configuratiebestanden en het flashen van de microcontroller met de software voor ESPHome, is het meestal veel makkelijker om de add-on voor ESPHome binnen Home Assistant te gebruiken. Dat geeft ook een ander groot voordeel: je kunt de configuratie voor alle apparaten met ESPHome binnen Home Assistant beheren. Je zult zeker in de testfase veel wijzigingen aan de configuratie moeten maken.

Via de add-on voor ESPHome voeg je eenvoudig microcontrollers toe.

6 Microcontroller toevoegen

We gaan nu een verse microcontroller toevoegen. Je kunt eventueel ESPHome Web gebruiken om de microcontroller voor te bereiden voor gebruik met ESPHome, maar wij geven zoals gezegd de voorkeur aan de ESPHome-add-on, die je binnen Home Assistant kunt openen.

Je kunt voor deze methode de microcontroller gewoon via usb aansluiten op je eigen pc, maar dit vereist wel dat je Home Assistant opent via een beveiligde https-verbinding. Lukt dat niet? Als alternatief kun je de microcontroller ook via usb aansluiten op het systeem met Home Assistant zelf, voordat je verder gaat in ESPHome.

Het dashboard van ESPHome toont alle toegevoegde apparaten.

Ook leuk: Werk met wat je hebt: creëer je eigen alarmsysteem met Home Assistant

7 Configuratie

Klik binnen ESPHome op New device om een nieuwe microcontroller te initialiseren. Vul bij Name een naam in voor het apparaat. Bij Network name vul je de naam (SSID) in van het wifi-netwerk waarmee de microcontroller moet verbinden en bij Password het bijbehorende wachtwoord. Klik dan op Next.

In de volgende stap zal ESPHome een configuratiebestand maken, firmware bouwen en de microcontroller flashen. Klik daarvoor dus eerst op Connect. Als het goed is, kun je nu de com-poort selecteren waarmee de microcontroller is verbonden. Zie je geen com-poort, dan zul je eerst drivers moeten installeren. De instructies krijg je als je het venster sluit zonder een com-poort te selecteren. Als de verbinding is gelukt, zal de installatie verdergaan. Lukt het niet? Dan kun je kiezen voor Skip this step gevolgd door een handmatige configuratie.

Vul een naam in en de details voor het wifi-netwerk.

Toepassingen voor een touchscreen

Er zijn veel leuke toepassingen voor een touchscreen. Zo kun je bijvoorbeeld een soort weerstation maken, dat je voorziet van actuele informatie van Home Assistant. Ook kun je live de opbrengst van je zonnepanelen laten zien of het verbruik in huis. Je zou een schermpje voor Music Assistant kunnen maken met bijvoorbeeld de weergave van het nummer en volumeregeling (zie ook: Met Music Assistant ben jij de baas over jouw muziekcollectie). Tot slot kun je een scherm gebruiken voor statusmeldingen of loggegevens.

8 Touchscreen met ESP32

We gebruiken in dit artikel zoals gezegd de ESP32-2432S028 als voorbeeld. Dit is een touchscreen met ingebouwde ESP32-chip. Dit apparaatje kun je direct toevoegen aan ESPHome: precies zoals in paragraaf 7 staat omschreven, al moesten we in dit geval na het aanwijzen van de com-poort wel de boot-knop even indrukken.

Overigens bevat het apparaat meestal een voorgeprogrammeerde demo met een gebruikersinterface op basis van LVGL. Die zie je als je hem zo uit de doos op een voeding aansluit. Je kunt daarmee meteen de werking controleren. Je zult bij een model met resistief aanraakscherm overigens iets harder moeten drukken dan je misschien gewend bent.

We gebruiken dit voordelige 2,8inch-aanraakscherm, dat ook wel ‘Cheap Yellow Display’ wordt genoemd.

9 Schermconfiguratie

Na het toevoegen van je touchscreen heb je direct een basisconfiguratie voor ESPHome. Via Edit kun je deze configuratie aanpassen. Zowel voor het aansturen van het display als de registratie van het aanraken wordt SPI (Serial Peripheral Interface) gebruikt. Voor onze ESP32-2432S028 is dit de configuratie, rekening houdend met de gebruikte interne GPIO-pinnen:

We voegen nu eerst de configuratie van het display toe en in paragraaf 11 het touchgedeelte. Voor het display is de configuratie als volgt:

Merk op dat er ook een (oudere) variant van dit touchscreen is met de ILI9341. In dat geval gebruik je model: ILI9341 en invert_colors: false. Na het maken van de aanpassingen kies je Install. Je kunt nu kiezen hoe je de firmware wilt overbrengen. Meestal kies je Wirelessly voor over-the-air-updates. Het apparaat hoeft daarbij niet meer met jouw pc te zijn verbonden.

Binnen ESPHome kun je eenvoudig de configuratie bewerken.

10 LVGL-bibliotheek

Binnen ESPHome kon je voorheen met displays werken door binnen de component display met lambda bijvoorbeeld teksten met een bepaald lettertype naar je scherm te sturen. Als je LVGL gaat gebruiken, gebruik je geen lambda meer, maar alleen LVGL en widgets. Als eerste voegen we de LVGL-bibliotheek toe aan de YAML-code:

lvgl:
  buffer_size: 25%

De optie buffer_size is ons geval noodzakelijk, vanwege de afwezigheid van PSRAM. In paragraaf 13 voegen we ook nog widgets toe. Omdat we dat hier nog niet hebben gedaan, zie je na het flashen als het goed is een demo met een knop, checkbox, cirkel met tekst en schuifbalk.

11 Configuratie touchscreen

Bediening via het scherm is nog niet mogelijk. Daarvoor moeten we het touchscreen toevoegen aan de configuratie van ESPHome:

Bewaar de aanpassingen en installeer de nieuwe firmware. Controleer of je de demo goed kunt bedienen. De regels onder on_touch zorgen dat in de logs de geregistreerde coördinaten worden getoond. Er kunnen aanpassingen nodig zijn in de regels onder calibration en transform.

12 Backlight

Het display is voorzien van een achtergrondverlichting (backlight) via pin 21. We definiëren deze output als volgt:

Daarna configureren we de achtergrondverlichting, waarbij we verwijzen naar de hierboven gedefinieerde output.

Na het flashen zal de backlight standaard aanstaan. Eventueel kun je deze vanuit Home Assistant aan- en uitzetten en de helderheid ervan regelen, bijvoorbeeld op basis van afwezigheid. Je kunt ook een script maken om de helderheid bij inactiviteit terug te brengen. Daarvoor verwijzen we je naar het uitgewerkte voorbeeld op GitHub (zie kader ‘Code downloaden’).

Binnen Home Assistant kun je eventueel ook de backlight aan- en uitzetten.

13 Widgets toevoegen

Onder de regel lvgl kun je nu de gewenste LVGL-componenten toevoegen aan je YAML-configuratie. Denk aan bijvoorbeeld knoppen, schuifregelaars, grafieken of labels. In dit voorbeeld voegen we aan de bovenkant alleen twee widgets toe voor een dimbare led, te weten een schakelaar (button) en schuifregelaar (slider).

De meeste opties dienen voor het positioneren van de widget. We geven bijvoorbeeld de breedte (width) en hoogte (height) aan, halen de widgets iets van de rand of met x en y, en regelen de uitlijning met align. Het gedeelte bij on_click zorgt dat de bewuste lamp in Home Assistant wordt omgeschakeld bij het klikken op de button. Voor de slider doen we hetzelfde onder on_release. Die acties zijn overigens om veiligheidsredenen niet direct mogelijk. In paragraaf 16 leggen we uit hoe je dit kunt toestaan.

We voegen in dit voorbeeld alleen twee eenvoudige widgets toe.

Cookbook voor ESPHome en LVGL

We houden het hier redelijk eenvoudig, maar je kunt natuurlijk veel geavanceerdere gebruikersinterfaces maken. Zo is bijvoorbeeld een geneste structuur mogelijk, kun je op verschillende manieren een grid maken, en met pagina’s individuele schermen of secties in je gebruikersinterface maken. Daarbij kan elke pagina zijn eigen widgets hebben. ESPHome geeft op zijn website in een ‘cookbook’ nog wat praktische voorbeelden voor het werken met LVGL, ook in combinatie met Home Assistant.

De website van ESPHome heeft veel voorbeelden voor het werken met LVGL.

14 Interactie met Home Assistant

De entiteit voor de dimbare lamp heeft in Home Assistant de naam light.wledkantoor. De waardes zijn nodig om de widgets de juiste status te kunnen geven. Daarom voegen we hieronder een binary_sensor toe voor de status (aan of uit) en een sensor voor het helderheidsniveau. We werken vervolgens bij on_state en on_value de widgets bij als de status verandert in Home Assistant. Bij id vul je uiteraard de id van de betreffende widget in.

Gebruik de logfunctie om te zien of bijvoorbeeld een status verandert.

15 Toevoegen aan Home Assistant

De add-on voor ESPHome hebben we gebruikt om de microcontroller van firmware te voorzien. Maar je zult het apparaat hierna nog wel moeten toevoegen aan Home Assistant. Dat is heel eenvoudig: het wordt automatisch gevonden. In Home Assistant zie je via Instellingen / Apparaten en diensten het bewuste apparaat direct terug op het tabblad Integraties. Klik op de knop Toevoegen om het aan Home Assistant toe te voegen.

Het apparaat met ESPHome moet je nog toevoegen aan Home Assistant.

16 Acties toestaan

Als je het touchscreen bedient, zal Home Assistant een melding geven dat het ESPHome-apparaat heeft geprobeerd een actie in Home Assistant uit te voeren. Standaard is dit om veiligheidsredenen niet toegestaan, maar dit is eenvoudig op te lossen.

Ga naar Instellingen / Apparaten en klik dan onder het kopje Geconfigureerd op ESPhome. Achter het bewuste apparaat klik je vervolgens op Configureren. Zet een vinkje bij Toestaan dat het apparaat Home Assistant-acties uitvoert. Klik op Verzenden. Hierna zijn alle acties zoals het omschakelen van de lamp en regelen van de helderheid wel toegestaan.

Zorg dat het apparaat acties in Home Assistant mag uitvoeren.

▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming: