ID.nl logo
🔥 Barbecueën als een pro: 10 tips om een grillmeester te worden
© Jelena
Huis

🔥 Barbecueën als een pro: 10 tips om een grillmeester te worden

Het barbecueseizoen is in volle gang en de warme zomeravonden nodigen uit om regelmatig de barbecue aan te steken, om samen met vrienden en familie te genieten in de tuin. Verfijn je barbecue-skills door op bepaalde valkuilen te letten, ongeacht of je een houtskool-, gas- of elektrische barbecue hebt. Met deze tips word jij een barbecuemeester!

🔥 In dit artikel gaan we dieper in op de volgende topics:

  1. Tips voor een gasbarbecue
  2. Houtskool en briketten van goede kwaliteit
  3. Elektrische barbecueën als het regent?
  4. Directe en indirecte warmte voor de juiste bereiding
  5. Aanmaakblokjes om de barbecue aan te steken
  6. Houd je barbecue schoon voor een prettige ervaring
  7. Het juiste moment om te beginnen met bakken
  8. Bakken met of zonder deksel
  9. Wanneer gebruik je Hot & Fast of Low & Slow?
  10. Handige gadgets die je kunnen helpen bij het barbecueën

Tip 1: Let hier op bij een gasbarbecue

Een gasbarbecue biedt veel mogelijkheden, zoals wokken, grillen, bakken, braden en roosteren. Er zijn echter een aantal punten waar je op moet letten:

  1. Controleer de geldigheidsdatum van de gasfles.

  2. Controleer de gasslang op gaatjes en vervang deze indien nodig.

  3. Zorg ervoor dat de gasfles altijd rechtop staat en draai het gas pas open als je de barbecue aansteekt.

  4. Steek eerst de branders aan die het verst van de brandstofbron verwijderd zijn, om zo luchtzakken te voorkomen.

  5. Verwarm de gasbarbecue de eerste 10 minuten met alle branders op de hoogste stand.

  6. Normaal gesproken hoef je vlees en groenten maar één keer om te draaien.

  7. Gebruik niet alle branders als je het deksel gesloten houdt.

Tip 2: Kies voor houtskool of briketten van goede kwaliteit

Een populaire barbecue is er een houtskoolbarbecue. Liefhebbers beweren dat je het proeft als je houtskool gebruikt, dus kiezen ze ervoor om te barbecueën met houtskool of briketten. Zorg ervoor dat je altijd houtskool of briketten van goede kwaliteit gebruikt. Voor een kamado zijn grote stukken houtskool het best, terwijl briketten beter geschikt zijn voor een kogelbarbecue. Kokosbriketten zijn handig voor het langzaam garen van vlees of vis. Je kunt ook rookhout gebruiken om een unieke smaak aan het vlees of de vis toe te voegen. Er zijn verschillende smaken rookhout beschikbaar, dus kies wat het best bij je gerecht past.

©NIEKy< | APQ

Tip 3. Zet de elektrische barbecue niet aan tijdens regen

Bij het gebruik van een elektrische barbecue is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de barbecue niet nat wordt. Misschien een beetje een open deur, maar controleer daarom altijd van tevoren het weerbericht. Water kan kortsluiting veroorzaken, wat weer een brand kan veroorzaken. Daarnaast moet je erop letten dat het warmte-element niet versleten of roestig is. Check dat altijd voordat je de barbecue opnieuw gebruikt.

Tip 4: Steek de houtskoolbarbecue aan met de juiste materialen

Steek een barbecue aan met behulp van aanmaakblokjes en doe dat een uur van tevoren, zodat de kooltjes de tijd hebben om goed heet te worden. Of gebruik aanmaakwokkels (houtschaafsel gedrenkt in was). Dat brandt lang, hard en is bijna rook- en geurloos. Deze optie is ideaal voor de brikettenstarter. Gebruik geen spiritus of andere brandbare vloeistoffen; dat kan een chemische bijsmaak aan het eten geven.

Tip 5: Kies voor indirecte of directe garing

Bij het barbecueën met houtskool zijn er twee methodes voor het garen van vlees of vis: directe en indirecte garing. Voor vlees dat korter dan 20 minuten op de barbecue moet, zoals steak, gebruik je directe warmte. Plaats het vlees op het rooster boven de houtskool of de briketten en sluit het deksel. Voor vlees dat langer dan 20 minuten moet garen, pas je indirecte warmte toe. Schuif hiervoor de houtskool of briketten naar de zijkant. Leg het vlees in het midden van het rooster en sluit het deksel.

Tip 6: Begin pas met bakken bij de juiste temperatuur

Zodra de grootste vlammen weg zijn, leggen sommige mensen al enthousiast het vlees of de vis op de barbecue, terwijl die dan nog niet op de juiste temperatuur is. Als de barbecue en daarmee het rooster nog te koud is, krijg je geen mooie grillstrepen, geen rokerige smaak (bij een houtskoolbarbecue) en loop je het risico dat het vlees aan het rooster blijft plakken. Als de barbecue daarentegen te heet is, is de kans groot dat het vlees te gaar of taai wordt, of aan de buitenkant verbrandt terwijl de binnenkant nog niet gaar is.

Wacht geduldig tot de barbecue de juiste temperatuur heeft bereikt voordat je begint en haal het vlees of de vis er pas af wanneer het goed gegaard is.

SoortGaringTemperatuur van de kern
EendMedium / Well done65°C / 79 tot 82°C
EendenborstMedium / Well done50 tot 55°C / 60 tot 65°C
GanzenborstMedium rare / Well done65 tot 70°C / 80°C
GanzenpootWell done80°C
Geit (steak en vlees aan het bot)Medium / Medium / Well done60 tot 63°C / 64 tot 68°C / 70°C en hoger
GeitengehaktWell done70 tot 72°C
Hert of ree (filet, bout of rug)Medium rare55°C
KabeljauwWell done60°C
KalfsvleesMedium / Well done60 tot 65°C / 70 tot 75°C
Kip en kalkoenfiletWell done70 tot 72°C
Kip en kalkoen (dij, poot of vleugel)Well done85°C
KreeftWell done57 tot 60°C
LamsgehaktWell done70 tot 72°C
Lamsvlees (steaks en vlees aan het bot)Rare / Medium rare / Medium / Well done50 tot 55°C / 55 tot 60°C 60 tot 63°C / 70°C en hoger
MarlijnMedium rare52°C
RosbiefRare / Medium / Well done48°C / 53°C / 58°C
RundergehaktWell done70 tot 72°C
Rundergehakt (van steak)Medium rare / Medium55 tot 58°C / 60 tot 63°C
RunderrolladeRare / Medium / Well done50 tot 52°C / 60 tot 63°C / 70°C
Rundvlees (steaks en vlees aan het bot)Rare / Medium rare / Medium / Well done50 tot 52°C / 55 tot 58°C / 60 tot 63°C / 70°C en hoger
Rundvlees (worst)Well done70°C en hoger
TonijnRare35°C
VarkensgehaktWell done70 tot 72°C
Varkensrollade (schouder of filet)Medium / Well done62°C / 70°C of hoger
Varkensvlees (pulled pork)Well done89°C
Varkensvlees (ribben)Well done70°C en hoger
Varkensvlees (vlees aan het bot)Medium / Well done60 tot 63°C / 70°C en hoger
Varkensvlees (worst)Well done70°C en hoger
Varkensvlees (schouder)Well done70°C en hoger
Wild zwijn (bout, filet of rug)Well done60°C
WitvisWell done60°C
ZalmMedium rare55°C
ZwaardvisMedium rare52°C

Tip 7: Wel of niet grillen met een gesloten deksel

Een gelijkmatige warmte is essentieel voor bereiding van sommige vlees- of vissoorten. Telkens wanneer je de deksel van de barbecue haalt, onderbreek je het garingsproces. Plaats daarom de deksel op de barbecue en vermijd het te vaak oplichten ervan. De deksel zorgt er ook voor dat het vlees sappig blijft. Als je houtskool of briketten gebruikt, trekt de rooksmaak heerlijk in het gerecht. Dat geldt met name als je de Low & Slow-techniek toepast (zie Tip 8).

Tip 8: Kies een barbecuetechniek

Bepaal van tevoren welke techniek je wilt gebruiken. Je hebt de keuze uit Hot & Fast en Low & Slow. De Hot & Fast-techniek wordt gebruikt bij het grillen van steak, zodat de buitenkant een heerlijke korst krijgt en de binnenkant medium-gaar is. Bij deze techniek leg je het vlees direct boven de kolen op het rooster. Het is belangrijk om zo veel mogelijk zuurstof toe te laten.

Low & Slow wordt gebruikt voor het langzaam garen van grote stukken vlees op een lage temperatuur, waardoor het vlees mals en sappig blijft. Deze techniek lijkt op sudderen. Je plaatst het vlees niet direct boven de kolen, maar naast de hittebron. Hierbij gebruik je minder zuurstof, zodat het vuur niet te heet wordt. Doe de deksel dus op de barbecue.

🔥 Heb je geen tijd of zin om het vlees lang van tevoren te marineren? Gebruik dan een dry rub-kruidenmix. Dit is veel eenvoudiger en sneller dan marinade. Ideaal voor een last-minute barbecue-avondje.

Tip 9: Gebruik handige gadgets en gereedschap voor het barbecueën

Maak het jezelf gemakkelijker door handige gadgets en gereedschap voor het barbecueën aan te schaffen. Een goed begin is de Meater Plus, een slimme draadloze thermometer die je verbindt met de bijbehorende app. Dit apparaat maakt je barbecue-ervaring een stuk eenvoudiger.

Als het schoonmaken van de barbecue je weerhoudt om regelmatig te grillen, is de Grillbot ideaal. Deze robot heeft borstels aan de onderkant waarmee hij het vuil van het rooster schrobt. En als je geen zin hebt om aanmaakblokjes te gebruiken, is de Looflighter het perfecte product voor jou. Hiermee steek je je barbecue binnen no-time aan.

Tip 10: Maak de barbecue voor en na gebruik schoon

Het schoonmaken van de barbecue is misschien niet het leukste klusje, maar het is wel noodzakelijk. Zorg er altijd voor dat je de barbecue schoonmaakt nadat je hem hebt gebruikt. Verwijder voedselresten en maak het rooster schoon. Het is namelijk niet lekker als er verkoolde restjes aan het rooster blijven kleven. Dat kan ook een ongewenste smaak geven. Voor meer tips over het schoonmaken van de barbecue lees je deze 5 handige tips voor een brandschone barbecue.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!