Zet privacywetgeving in tegen databoeven
Na het misbruiken van Facebook-gegevens door Cambridge Analytica werd opeens pijnlijk data wat de kracht van big data is. De gebruikers laten onbewust zoveel informatie achter dat zaken als politieke voorkeuren, seksuele geaardheid, medische of psychische problemen met redelijke zekerheid kunnen worden worden vastgesteld op basis van bezochte sites, likes, berichten en andere informatie.
Door Brenno de Winter
Soms is het gebruik van die data reuze handig. Een dienst als Tinder kan zo mensen goed aan elkaar koppelen op basis van het Facebook-profiel. De wordt zo gekneed dat de dienst bijna griezelig goed werkt. Zo heb ik mijn huidige vrouw leren kennen, waarbij niet alleen interesses, sociale achtergrond, werkveld en netwerk overeenkomen, maar ook op veel politieke onderwerpen de match eng klopt. Wat er daarna met de data gebeurt, weet ik niet.
Wie er toegang krijgt tot de data kan veel mensen weinig schelen. Ook Facebook moet geld verdienen en daarom is het gebruik door adverteerders is niet meer dan logisch. Dat die data ook misbruikt kan worden toont Cambridge Analytica. Zij zetten de data, mogelijk ten onrechte, in om een beeld te vormen van gebruikers en die met de juiste toonzetting voor verkiezingen te benaderen.
Asbestproblematiek
Natuurlijk kennen we het gezegde ‘dat als de dienst gratis is, ben jij het product’. Maar het maakt nogal uit hoe dat vorm krijgt. De toestemming die we geven, kan natuurlijk geen blanco cheque zijn. De privacywetgeving die in mei ingaat verplicht niet alleen om duidelijk uit te leggen wat er met data gebeurt. Als de toestemming wordt ingetrokken – wat onder de nieuwe wet altijd kan – moeten ook anderen stoppen met het gebruik van de gegevens.
Facebook zegt echter dat het regelen van de privacy en daarmee het voldoen aan deze regels jaren kan duren. Een typisch voorbeeld van een veelkoppig monster waar we als gebruikers weinig regie over hebben. Dat doet sterk denken aan de asbest-problematiek. Ook daar duurt het een lange tijd voor de gevaren zich manifesteren, maar als het mis gaat is de schade onherstelbaar.
Facebook doet sterk denken aan de asbest-problematiek - Brenno de Winter
-
©PXimport
Ingrijpen
Natuurlijk kunnen we er ons eenvoudig vanaf maken door te roepen dat we het zelf doen, diensten niet moeten gebruiken of dan maar geen gegevens moeten verstrekken. Maar de profielen van Facebook en andere diensten worden op zoveel manieren gevuld dat je eraan onttrekken heel lastig is. En daarnaast is niet de gebruiker het probleem, maar het bedrijf. Alleen een overheid heeft de middelen om in te grijpen bij bedrijven als Facebook en Cambridge Analytics.
Daar ligt nu een schone taak. Het zijn bedrijven die gegevens misbruiken, die verantwoordelijk zijn voor het lekken van de gegevens. Zij zijn het dus die helder moeten vertellen hoe ze de data gebruiken. Dat laatste gebeurt vaak alleen in vage bewoordingen, omdat het verhaal onprettig is. Net als bij asbest zou je de gevaren aan gebruikers moeten voorleggen. In mei is de Europese privacywetgeving bindend. Een mooi moment om te gaan ingrijpen en dwingend dit soort praktijken te stoppen.