ID.nl logo
Zelf mobiele apps bouwen
© PXimport
Huis

Zelf mobiele apps bouwen

Wil je zelf mobiele apps bouwen? De komende maanden zullen we laten zien wat er allemaal komt kijken bij het bouwen en publiceren van een app. We gaan een Android-app maken met de ontwikkeltools van dit platform.

Voordat de smartphone er was, had je alleen simpele mobieltjes om mee te bellen, hooguit met een handjevol extra’s. Zo kon je bijvoorbeeld op de Nokia 6110 uit 1997 het iconische spelletje Snake spelen. Dat wordt over het algemeen gezien als de eerste mobiele app. Verder had je enkele simpele toepassingen als een rekenmachine, agenda en valutaconverter.

Bij hedendaagse smartphones is bellen bijzaak; de apps waar ze vol mee staan zijn interessanter en bieden eindeloze mogelijkheden. Met dank aan de kracht van de smartphone, die is volgestopt met elektronica, zoals een modem voor mobiel internet, wifi, bluetooth, gps, microfoon, luidspreker, camera en allerlei sensoren die zelfs de kleinste bewegingen registreren.

Wat is een app?

Een smartphone is eigenlijk een kleine computer, met een touchscreen als voornaamste bedieningsmethode. Het toestel heeft een mobiel besturingssysteem, specifiek ontwikkeld om de hardware te ondersteunen. Android is bijvoorbeeld nauw verwant aan Linux en gebruikt zelfs een Linux-kernel. Een app kun je eenvoudigweg zien als een softwareprogramma voor dat besturingssysteem. De term app is, dankzij het succes van de smartphone, tegenwoordig algemeen voor softwareprogramma’s. In deze cursus gaan we een app voor Android bouwen met de ontwikkeltools voor dit platform. Maar eerst verkennen we – in dit deel – ook andere bouwmogelijkheden.

©PXimport

Een app of een webapp?

We zijn de hype weliswaar een beetje voorbij, maar het blijft voor velen een droom om een eigen app te maken. De potentie is enorm: vrijwel iedereen loopt met een smartphone rond. Mondiaal gaat het weliswaar om ‘slechts’ 45 procent van de wereldbevolking, maar in vrijwel alle meer ontwikkelde landen ligt dat percentage boven de 85 procent. Nederland blijkt zelfs koploper: meer dan 93 procent is hier in het bezit van een smartphone. Op de gemiddelde smartphone zijn 60 tot 90 apps geïnstalleerd. Verdient jouw app een plekje op al die toestellen? En op welke manieren kun je die app dan bouwen?

©PXimport

Slepen en neerzetten met app-builders

Een speciale manier om een app te maken, is met zogeheten drag-and-drop app-builders. De meeste werken via een browser. Je kunt alle schermen van je app maken door onderdelen naar het venster te slepen en content toe te voegen, zonder dat je kennis van programmeren hoeft te hebben. Daarom noemen we ze ook wel no-code- of low-code-platforms. Bekende voorbeelden zijn Appy Pie, AppSheet en GoodBarber. Zulke tools zijn handig als je snel resultaat wilt, maar je bent wel gebonden aan standaardcomponenten of templates, en kunt het niet volledig naar je hand zetten. Bovendien zit je vaak aan een abonnement vast, waarvan de prijs flink kan oplopen als je niet genoeg hebt aan de basisfunctionaliteit.

©PXimport

Native app

Een app die specifiek is ontwikkeld voor een bepaald mobiel besturingssysteem noemen we een native app. Dat is ook wat we in deze cursus gaan maken. Ze worden meestal gemaakt met de ontwikkelomgeving en programmeertaal die bij het platform hoort. Bij Android is de ontwikkelomgeving veelal Android Studio en de programmeertaal Kotlin of Java. Bij iOS heet de voornaamste ontwikkelomgeving Xcode en de programmeertaal doorgaans Swift of Objective-C.

Je moet de ontwikkelomgeving én programmeertaal leren kennen, net als de ins en outs van het platform. Dat is best een uitdaging. Maar een native app kan wel álle mogelijkheden benutten en werkt vaak sneller, vloeiender en intuïtiever dan op andere manieren gebouwde apps. De integratie met andere apps is eveneens beter. Je merkt aan alles dat zo’n app specifiek voor het platform is gemaakt. Toch hoef je niet altijd zo’n native app te ontwikkelen. Soms heb je genoeg aan bijvoorbeeld een webapp of hybride app.

Webapp

Met webtechnologieën als html, css en JavaScript kun je websites maken die er op elk apparaat goed uitzien. Ze worden responsief genoemd omdat ze zich aan de scherm- of venstergrootte van het apparaat aanpassen. Je kunt nog een stapje verder gaan en een mooie app-achtige gebruikersinterface maken. Bibliotheken of frameworks voor JavaScript kunnen je daarbij helpen. Het resultaat noemen we een webapp.

Een goed voorbeeld is Facebook: de gebruikersinterface van de website voelt in veel opzichten aan als een app. Het bouwen van een webapp is interessant als je ervaring hebt met webdesign. Wel blijft het resultaat altijd ‘gewoon’ een website die de gebruiker moet openen in de browser en niet een installeerbare app. Al kan er wel een mooi icoontje voor worden gemaakt voor op het beginscherm.

©PXimport

Website vermomt als app

Als je een responsieve website hebt, zou je eventueel een native app kunnen maken die deze website in een kaal browservenster laat zien. Bij Android gebruik je daarvoor de component WebView. Het gebeurt in de praktijk, maar het is niet aanbevolen. De toegevoegde waarde voor een gebruiker is namelijk erg beperkt. Er is geen verschil als de website in een echte browser wordt geopend.

Hybride app

Een hybride app is in de basis een webapp, maar dan in het jasje van een app, geschikt voor zowel Android als iOS. Je kunt de app distribueren via de betreffende appstores. Een hybride app is eenvoudig voor meerdere platforms uit te brengen, ook wel cross-platform genoemd. Er zijn speciale frameworks voor het maken van hybride apps. De populairste zijn Ionic en React Native. Verder heb je bijvoorbeeld PhoneGab en Cordova. Vooral React Native is in opkomst. Het is een mooie optie als je veel ervaring hebt met JavaScript, waar het sterk op leunt. De apps die je hiermee bouwt zijn bijna niet te onderscheiden van native apps, maar kennen ook hun beperkingen. Zo kun je vaak niet alle hardware van de smartphone gebruiken.

In de cursusreeks Programmeren van Tech Academy leer je op een interactieve manier je eigen apps bouwen

©PXimport

Android of iOS

In de markt voor smartphones heerst al sinds jaar en dag een strijd tussen smartphones met Android en de iPhone van Apple – zonder duidelijke winnaar. Beide platforms bieden een eigen ontwikkelomgeving en gebruiken een andere programmeertaal. Wil je een native app maken, dan zul je dus moeten kiezen voor welk platform je die (in eerste instantie) gaat maken. In deze les zetten we de belangrijkste verschillen uiteen om je te helpen bij de keuze.

Marktaandeel Android versus iOS

Volgens StatCounter heeft Android in Nederland een marktaandeel van 56,94 procent, iOS moet het doen met 42,58 procent. Deze percentages schommelen wat door de jaren heen. Puur cijfermatig is de potentiële afzetmarkt met Android in Nederland het grootst. Als je je met jouw app op andere landen richt, zien de cijfers er anders uit. Maar ook dan heeft Android meestal de overhand, met een wereldwijd marktaandeel van 72,92 procent tegenover 26,53 procent voor iOS.

©PXimport

Besturingssystemen

Android staat bekend om zijn aanpassingsmogelijkheden en keuzevrijheid, met dank aan bijna 400 fabrikanten die producten voor het platform maken. Kenmerkend voor iOS en de iPhone zijn de fijne gebruikservaring en het strakke ontwerp. Apple was zeker in het begin vaak de trendsetter wat betreft nieuwe functies, die later vaak in net wat andere vorm in Android verschenen. Tegenwoordig gebeurt dat meestal andersom. Maar alles bij elkaar opgeteld zijn de besturingssystemen nu behoorlijk vergelijkbaar. Beide bieden ze bijvoorbeeld een sterke beveiliging, volop voorzieningen om je privacy te bewaren, handige clouddiensten en rijke mogelijkheden voor notificaties en widgets. Bovendien worden zowel Android als iOS actief onderhouden met regelmatige updates en vernieuwingen.

Verscheidenheid smartphones

Een belangrijk verschil vanuit ontwikkelaarsoogpunt is dat je bij Android rekening moet houden met een enorme verscheidenheid aan fabrikanten en toestellen, met bijvoorbeeld uiteenlopende schermafmetingen en -verhoudingen of technische mogelijkheden. Daarnaast zijn er heel veel versies van Android in omloop. Fabrikanten zijn nooit heel trouw geweest met het uitbrengen van updates. Ook Apple heeft inmiddels een hele rits iPhones geproduceerd in verschillende soorten en maten waar je rekening mee moet houden, maar het aantal is veel beperkter, net als de onderlinge verschillen tussen de apparaten. Bovendien draait op het gros van – niet al te oude – apparaten gewoon de laatste iOS-versie. Dat maakt het als ontwikkelaar makkelijker om nieuwe functies te benutten.

©PXimport

Ontwikkelomgeving en hardware

Google en Apple hebben elk een eigen gratis ontwikkelomgeving voor het maken van apps. Voor Android is dat Android Studio, beschikbaar voor Windows, macOS, Linux en Chrome OS. Apple stelt Xcode beschikbaar om apps voor iOS te maken. Deze software kun je alleen op macOS installeren. Je kunt die beperking eventueel omzeilen door een virtuele machine met macOS te gebruiken binnen je eigen besturingssysteem, zoals Windows. Dat kan bijvoorbeeld met de gratis Virtual Box-software van Oracle. Het druist wel tegen de licentievoorwaarden van Apple in.

Een ander alternatief – het ‘nabouwen’ van een Mac (ook wel Hackintosh genoemd) – is ook een optie, maar is evenmin een officiële methode en door hardware-beveiligingen steeds lastiger. Wil je voor dit platform gaan ontwikkelen, dan ontkom je er bijna niet aan een Mac, MacBook of eventueel een losse Mac mini aan te schaffen.

Breder ontwikkelen

Je zult er veel tijd en moeite in moeten steken om een app voor een bepaald platform te maken. En wil je de app dan ook nog voor het andere platform uitbrengen, dan krijg je opnieuw met een vergelijkbare leercurve te maken. Het zogeheten cross-platform ontwikkelen is een manier om dat te voorkomen (zie kader ‘Cross-platform ontwikkelen?’), maar een nadeel is dat deze ontwikkelomgevingen meestal minder gebruiksvriendelijk zijn. Ook is het soms lastiger om de app te optimaliseren en om specifieke hardware- of software-eigenschappen van een platform te benutten.

Je inspanningen worden dus zeker beloond als je je in Android óf iOS en in de toegepaste ontwikkelomgeving en programmeertaal verdiept. Je hoeft je daarbij zeker niet tot apps voor smartphones te beperken. Zonder al te veel moeite kun je dezelfde app geschikt maken voor tablets, zolang je hier rekening mee houdt bij het bouwen van de gebruikersinterface. En met smartphones en tablets houdt het nog lang niet op …

©PXimport

Cross-platform ontwikkelen?

Wil je een native app maken die voor elk platform geschikt is? Dan kun je een cross-platform ontwikkelomgeving overwegen. Een bekend voorbeeld is Xamarin, waarin je met de programmeertaal C# werkt. Heb je ervaring met het maken van websites? Dan kun je zoals eerder aangehaald ook een hybride app overwegen met bijvoorbeeld React Native. Ook dan kun je het resultaat distribueren via appstores. Voor bovenstaande opties geldt echter dat je niet altijd alle mogelijkheden van het smartphoneplatform kunt benutten.

Andere hardware

Zowel Android als iOS wordt breed ingezet. Zo wordt Android bijvoorbeeld in de vorm van Android TV als besturingssysteem in diverse smart-tv’s en losse mediaspelers gebruikt. Ook bestaan er smartwatches – de zogenoemde wearables – met Wear OS, wat in feite een aangepaste editie van Android is. Ook op deze platforms kunnen apps geheel zelfstandig draaien. En al deze apps kun je met Android Studio maken.

Voor Apple geldt bovenstaande ook. Zo kun je met dezelfde Xcode-ontwikkelomgeving apps maken voor Apple TV (dat tvOS gebruikt), voor Apple Watch (met watchOS) en ook voor macOS, het desktopbesturingssysteem. Natuurlijk komt alle hardware wel weer met zijn eigen uitdagingen, zodra je daar een app voor gaat maken. Maar je kunt eenvoudiger instappen. Niet alleen de ontwikkelomgeving en programmeertaal zijn dezelfde, ook de stappen voor het bouwen van de app hebben veel gemeenschappelijk. In no-time heb je er dus een nieuwe doelgroep bij.

Hoe maak je een app?

In deze cursus gaan we zoals gezegd een native app maken voor Android. Hoewel oefenen vooropstaat, kun je ook al wat nuttige apps maken. Dit hele proces wordt nog leuker als je al een idee voor een app hebt. In deze les geven we je alvast wat tips, die overigens ook bij het ontwikkelen voor iOS goed van toepassing zijn.

Idee voor een app

De gedachte om echt iets unieks te maken, moet je misschien loslaten. Er zijn immers al zo’n 3 miljoen apps voor Android uitgebracht. Veel apps zijn variaties op of combinaties van oude, bestaande ideeën. Maar daar is niets mis mee! Enkele tips om inspiratie op te doen:

- Neem een bestaande app als uitgangspunt en kijk hoe je die beter kunt maken. Tussen de reviews van apps kun je ook lezen wat er volgens de gebruikers aan schort.

- Bepaalde apps zijn in het buitenland een succes, maar niet aangepast aan de Nederlandse situatie. Wellicht kun je een variant maken voor onze markt.

- Sommige apps zijn succesvol onder iOS-gebruikers, maar hebben geen goed alternatief voor Android. Misschien kun jij daar voor zorgen.

- Een goede manier om ideeën op te doen, is via een brainstormsessie waarin je bijvoorbeeld praktische problemen in het dagelijkse leven als uitgangspunt neemt, waar een app bij kan helpen.

- Je kunt ook kijken naar opensource-apps voor Android, waarvoor de broncode bijvoorbeeld op GitHub staat. Zo heb je relatief snel een kant-en-klare app die je daarna beter of mooier kunt maken.

©PXimport

Idee uitwerken

Heb je een idee voor een app, dan is het tijd dat verder uit te werken. Denk na over de mogelijkheden die de app moet bieden en kijk wat er technisch haalbaar is. Maak dan een eerste versie. Hiervoor hoef je niet alles uit de kast te trekken. Begin met een eenvoudige maar bruikbare app, in het Engels ook wel ‘minimum viable product’ genoemd. Je kunt de app daarna verder uitbreiden door de terugkoppeling van anderen samen te voegen met je eigen ideeën. Vraag vroeg in het ontwikkelproces ook kennissen en familieleden om feedback. Wees niet bang voor negatief commentaar, maar probeer hier je voordeel uit te halen door de app nog beter te maken.

Het bouwen

Als je de app gaat bouwen, ontwerp dan eerst de schermen van de app, ook wel gebruikersinterface genoemd. En denk na over de navigatie tussen de schermen. Daarna kun je de code gaan schrijven en interactie met elementen van de gebruikersinterface afhandelen. Dat is de lastigste stap, zeker als je nog niet zo veel programmeerervaring hebt. Er is gelukkig gedegen documentatie en je kunt talloze voorbeelden gebruiken. In deze cursus helpen we je op weg met het bouwen van je app en geven we je tips met hulpbronnen voor als je vastzit!

©PXimport

▼ Volgende artikel
eXodus - dit zijn alternatieven voor X
© gguy - stock.adobe.com
Huis

eXodus - dit zijn alternatieven voor X

Wat hebben organisaties als KRO-NCRV, NS, Bits of Freedom en Oxfam Novib met elkaar gemeen? Dat ze niet langer actief zijn op het socialmediaplatform X. Waarom willen ze dat niet meer? Wat speelt er bij X? Welke alternatieven zijn er?

In dit artikel bespreken we de ondergang van X en welke alternatieven er voor X zijn:

  • Fediverse
  • Mastodon
  • Threads
  • Bluesky

Ben je een pionier? Dan heb je misschien ook wel interesse in één van deze alternatieve browsers

Sinds juli 2023 voegden veel media maandenlang ‘Twitter’ toe achter elke vermelding van X. Velen moesten namelijk nog wennen aan de nieuwe naam. Elon Musk, die Twitter in oktober 2022 voor 44 miljard dollar kocht, vond dat X beter paste bij zijn visie om het microblogging-platform om te vormen tot een allesomvattend digitaal ecosysteem, vergelijkbaar met WeChat in China. Musk lijkt trouwens een opvallende affiniteit te hebben met de letter X, wat ook zichtbaar is in projecten als SpaceX, Tesla Model X en xAI. Veel gebruikers waren niet gerust op deze overname, en niet geheel onterecht, want Musk heeft inmiddels ingrijpende veranderingen doorgevoerd.

X: aanpassingen

Kort na de overname herstelde Musk eerder geschorste accounts, waaronder die van controversiële figuren als Donald Trump, Andrew Tate en Kanye West. Het platform stopte bovendien met het handhaven van het beleid tegen desinformatie rond Covid-19. En waar vroeger een gratis verificatiesysteem was, waarbij Twitter invloedrijke personen en organisaties een blauw vinkje gaf, is dat nu puur commercieel: wie betaalt, krijgt een vinkje. Het staat niet langer voor authenticiteit, maar toont enkel aan dat een gebruiker betaalt voor X Premium en zo extra functionaliteit en zichtbaarheid krijgt.

Daarnaast introduceerde X de For You-feed, een sectie met aanbevelingen op basis van gebruikersvoorkeuren en -gedrag, maar ook beïnvloed door strategische beleidsbeslissingen. Dit gebeurt via een AI-gestuurd algoritme, waarvan slechts delen openbaar zijn gemaakt, wat vragen oproept over transparantie en mogelijke bias.

Het moderatiebeleid veranderde eveneens. Tweets die de richtlijnen schenden, worden niet meer verwijderd, maar zijn enkel minder zichtbaar (‘Freedom of Speech, Not Reach’). Daarnaast is er een verschuiving naar gemeenschapsgestuurde moderatie (‘Community Notes’), waardoor factchecking minder centraal en vaak trager verloopt.

De algoritmen van X roepen bij velen vragen op over de transparantie en mogelijke bias.

Fediverse

Musk zelf noemt deze aanpassingen democratischer, maar voor veel gebruikers hebben deze aanpassingen geleid tot een meer toxische inhoud. Daarbij worden specifieke groepen kritisch bekeken en beoordeeld, onder wie liberalen en de LGBTQ+-gemeenschap.

De cijfers lopen uiteen, maar de meeste bronnen zijn het er wel over eens dat heel wat gebruikers en organisaties het platform hebben verlaten sinds de overname door Musk.

Twee jaar geleden leek er maar één echt alternatief te zijn: Fediverse, dat gebruikers meer controle gaf over hun data en de moderatie.

Fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’ en kun je zien als een netwerk van onderling verbonden platformen en servers, die onafhankelijk worden beheerd door organisaties of individuen. Bij traditionele socialmediaplatforms ben je afhankelijk van één centrale organisatie. Daardoor kun je met bijvoorbeeld een Instagram-account niet zomaar gebruikers van X bereiken. De gemeenschappelijke protocollen binnen het Fediverse, zoals het populaire ActivityPub, maken onderlinge communicatie juist wel mogelijk. Je kunt dus een account aanmaken op een server en vervolgens communiceren en gegevens uitwisselen met gebruikers op andere platformen. Binnen het Fediverse beweeg je dus vrijelijk tussen verschillende servers en platformen.

Het Fediverse-netwerk bevat talrijke platformen, waarvan de meeste door het ActivityPub-protocol zijn verbonden (afbeelding: Per Axbom, CC BY-SA 4.0, Wikimedia Commons).

Mastodon

Mastodon was – en is nog steeds – het populairste Fediverse-platform, maar dat bleek helaas niet geschikt voor het grote publiek. Veel (mainstream) gebruikers vonden het namelijk verwarrend dat ze zelf een server moesten kiezen bij registratie. Ook de interface en gebruikerservaring waren minder gestroomlijnd dan bij Twitter/X. Door de decentrale structuur werkten sommige servers ook traag of werden ze slecht beheerd.

Daarnaast bood Mastodon slechts beperkte ondersteuning voor video en live-updates en ontbraken universeel doorzoekbare inhoud en trending topics, waardoor populaire discussies moeilijker te volgen waren. Bekende personen waren er ook nauwelijks actief, en veel gebruikers hadden moeite om hun sociale netwerk opnieuw op te bouwen. Eind 2023 bereikte Mastodon een piek in regelmatige bezoekers, maar de groei vlakte al snel af.

De interface van Mastodon, met vertrouwde ingrediënten als tijdlijn, meldingen en favorieten.

Threads

Mastodon behoudt weliswaar een niche bij privacybewuste en opensource-enthousiastelingen, maar bleek dus te ingewikkeld en gefragmenteerd voor de doorsneegebruiker. Vanaf eind 2023 zochten velen daarom hun toevlucht tot traditionelere sociale netwerken als LinkedIn, Instagram en vooral Threads.

Dit laatste platform werd medio 2023 door Meta (Mark Zuckerberg) gelanceerd als reactie op de groeiende kritiek op Twitter/X. Het is direct gekoppeld aan Instagram, waardoor gebruikers hun bestaande account kunnen gebruiken.

De interactiemogelijkheden binnen Threads lijken sterk op die van X, met opties als liken, citeren, posten en reageren. Ook doet het veel denken aan het oude Twitter: je volgt zelf mensen of vertrouwt op het algoritme. Volgens veel gebruikers is dit algoritme vooral ontworpen om politieke discussies en nieuwsverwijzingen te mijden. Al kun je zelf wel bepaalde mensen volgen. Het platform toont daarnaast vaak berichten die reacties willen uitlokken (‘engagement bait’). Op dit platform vind je veel beroemdheden en influencers, en de meeste content is vrij luchtig.

Threads werkt trouwens ook aan ondersteuning voor het ActivityPub-Fediverse, wat de dienst compatibel maakt met onder meer Mastodon.

Ook bij Threads kun je zelf bepalen wie je wilt volgen.

Bluesky

Hoewel Threads momenteel veel meer maandelijkse gebruikers heeft (circa 275 miljoen), trekt ook het microblogging-platform Bluesky tegenwoordig een groeiend aantal voormalige X-gebruikers aan (circa 30 miljoen). Ter vergelijking: X zou nu nog zo’n 500 miljoen maandelijkse gebruikers tellen, terwijl Mastodon er ongeveer 15 miljoen heeft.

Bluesky wordt gerund door Bluesky Social. Het werd begin 2023 officieel gelanceerd, maar ontstond al in 2021, opgericht door Jack Dorsey, medeoprichter van Twitter.

Net als Mastodon is Bluesky een gedistribueerd netwerk, maar het is wel gebruiksvriendelijker, mede dankzij het modernere, open protocol AT (Authenticated Transfer). Het platform streeft naar transparantie en wil ook gebruikers zelf hun eigen algoritme laten maken en verfijnen.

Er zijn nog geen advertenties en de tijdlijn toont berichten in chronologische volgorde, zonder verborgen algoritme. In principe kun je ook zelf een server kiezen, al is dat in de praktijk nagenoeg altijd hostingprovider bsky.social. Gevorderde gebruikers kunnen zelfs een eigen server hosten (PDS, personal data server).

Bluesky wordt momenteel vooral bevolkt door Amerikaanse gebruikers, en het valt nog af te wachten in welke mate ook het aantal actieve Nederlandse en Vlaamse gebruikers zal toenemen. In het vervolg van dit artikel maken we grondiger kennis met Bluesky, waarbij we vooral focussen op hoe je volgaccounts en berichtgeving meer naar eigen hand kunt zetten, met onder meer migratie, startpakketten, lijsten, feeds en ook extra diensten.

Meer dan Threads verwelkomt Bluesky ook politieke discussies.

Account

Je kunt Bluesky gebruiken via je browser of de app, beschikbaar in de officiële appstores van Android en Apple. Na installatie kies je de interface-taal (waaronder Nederlands) en registreer je je met een e-mailadres, wachtwoord, geboortedatum en ‘gebruikershandle’. Vervolgens upload je een profielafbeelding of kies je een avatar, en na het aanduiden van je interesse(s) kun je direct aan de slag. Je moet nog wel even een verificatiecode invullen die je via e-mail krijgt.

Bluesky: na een snelle registratie ben je er klaar voor.

Ontdekken en volgen

Wanneer je de startpagina opent, zie je twee secties: Discover en Following. In Discover verschijnen direct berichten, gebaseerd op de interesses die je bij registratie hebt opgegeven. Je ziet hier ook trending topics en populaire posts binnen de gemeenschap. Je kunt deze feed personaliseren via aangepaste feeds, door er zelf een te creëren of een passend algoritme te kiezen.

In de sectie Following zie je berichten van accounts die je volgt. Aanvankelijk is deze leeg, behalve het Bluesky-account. Om iemand te volgen, houd je de muis boven de post header (met accountnaam, tijdstip en berichttitel) en klik je op +Volgen. Dit verandert in Volgend; klik hierop als je het account niet langer wilt volgen. Berichten van gevolgde accounts verschijnen vervolgens in de sectie Following.

Het vergt slechtsr een muisklik om iemand te (ont)volgen.

Zoeken en migreren

Er zijn verschillende manieren om snel extra accounts aan je volglijst toe te voegen. Open de rubriek Zoeken (tik in de mobiele app op het pictogram met drie streepjes) en vul in de zoekbalk een onderwerp in, zoals Artificial intelligence. Selecteer een geschikt account en klik op +Volgen.

Wil je accounts van Twitter/X ook op Bluesky volgen, dan gaat dit het snelst met de browserextensie Sky Follower Bridge, beschikbaar in de officiële Chrome- en Firefox-webstores. Na installatie start je de extensie en meld je je aan met je Bluesky-handle of e-mailadres en een app-wachtwoord.

Om zo’n wachtwoord (met beperkte machtigingen) te maken, ga je in Bluesky naar Instellingen, kies je Privacy en beveiliging, selecteer je App-wachtwoorden en klik je op +App-wachtwoord toevoegen. Geef het een naam, bijvoorbeeld SkyFollowerBridge, bevestig met Volgende, kopieer of noteer het wachtwoord en klik pas daarna op Gereed.

Na aanmelding open je je lijst met gevolgde accounts op X via www.x.com/<je_accountnaam>/following. Klik op de extensieknop en kies Find Bluesky Users. De extensie zoekt naar actieve Bluesky-accounts in je lijst. Klik op View Detected Users en daarna op Follow on Bluesky om de gewenste accounts te volgen.

Sky Follower Bridge automatiseert het migratieproces van gevolgde accounts van X naar Bluesky.

Startpakketten

Een andere handige manier om je volglijst uit te breiden is met startpakketten. Als je een interessant account vindt, klik je erop om de profielpagina te openen en ga je naar het onderdeel Startpakketten. Met wat geluk heeft deze persoon al pakketten aangemaakt: dit zijn verzamelingen accounts rond een specifiek onderwerp. Open zo’n pakket, bekijk de tabbladen Personen en Berichten en volg gewenste accounts via de knop +Volgen.

Je kunt ook zelf startpakketten maken. Ga naar Profiel en open het tabblad Startpakketten. Klik op Aanmaken, geef je pakket een naam en voeg een beschrijving toe. Druk op Volgende en voeg minstens acht accounts toe die relevante berichten posten. Klik weer op Volgende om eventueel feeds toe te voegen of kies voor Overslaan. Daarna kun je anderen uitnodigen via een QR-code of door de link te kopiëren.

Je kunt ook je eigen startpakketten creëren en deze met anderen delen.

Lijsten en feeds

Je kunt zelf ook een reeks gebruikers opsommen en deze lijsten eventueel delen. Open hiervoor de rubriek Lijsten en klik op +Nieuw. Vul een naam en omschrijving in en bevestig met Opslaan. Voeg gebruikers toe en bekijk hun berichten vanuit de lijst. Klik op Vastzetten op startpagina om de lijst als aparte feed naast Discover en Following te tonen.

Je beheert feeds rechtstreeks via de rubriek Feeds. Onder Ontdek nieuwe feeds kun je voorgestelde feeds toevoegen of zelf zoeken via de zoekbalk. Klik op een feed bij Mijn feeds om de berichten te bekijken.

Gebruik het tandwielpictogram bij Feeds om feeds via het pinicoon op je startpagina vast te zetten of hieruit weg te halen. Niet-vastgezette feeds kun je hier ook verwijderen.

Je kunt eigen feeds creëren, bijvoorbeeld met een no-code tool als Skyfeed.app. Meld je aan met je Bluesky-account en een app-wachtwoord (zie ook de paragraaf ‘Zoeken en migreren’). Klik op Create your first feed en voeg in de Visual Editor (of JSON Editor) de gewenste blokken toe, zoals Input, Remove, RegEx, Sort by en Limit. Bevestig met Publish Feed.

Kopieer de feed-ID achteraan de gegenereerde link en deel deze met anderen. Zij hoeven alleen de rubriek Feeds in Bluesky te openen en het ID in de zoekbalk Search feeds te plakken om je feed toe te voegen.

Met een app als Skyfeed kun je ook eigen feeds creëren en deze met anderen delen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)
Huis

Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)

Vandaag zijn het vooral Odido-abonnees die te kampen hebben met storing, maar ook als je klant bent bij bijvoorbeeld KPN, VodafoneZiggo, Ben, Simpel of Delta komt het voor: je kunt niet bellen en/of internetten. Als zo'n storing wat langer duurt, kun je recht hebben op compensatie. In dit artikel lees je wanneer je waar recht op hebt en hoe je die compensatie kunt aanvragen.

Een landelijke storing bij je internet, tv of telefoon is niet alleen vervelend, maar kan ook financiële gevolgen hebben. Gelukkig is in Nederland wettelijk vastgelegd dat je in sommige gevallen recht hebt op een vergoeding. Maar hoe werkt dat precies? Wanneer heb je recht op compensatie, hoe hoog is die vergoeding en waar kun je terecht bij jouw provider?

Volgens de Telecommunicatiewet heb je als consument of kleinzakelijke gebruiker recht op compensatie als er sprake is van een volledige netwerkstoring die twaalf uur of langer duurt. Dat betekent dat alle onderdelen van je abonnement uitvallen: dus bijvoorbeeld zowel internet als televisie en telefonie. Regionale storingen vallen ook onder deze regeling, zolang je binnen het getroffen gebied woont of werkt. Sommige providers hanteren uit zichzelf een iets soepelere norm en keren al bij acht uur storing een vergoeding uit, maar dat is niet verplicht. De wettelijke grens ligt op twaalf uur.

De hoogte van de vergoeding is gekoppeld aan de maandelijkse kosten van je abonnement. Bij een storing van twaalf tot vierentwintig uur ontvang je één dertigste van je maandbedrag. Duurt de storing langer, dan loopt het bedrag op met telkens nog een dertigste per extra dag. Voor prepaid-gebruikers geldt een vergoeding van vijftig cent per dag. De vergoeding wordt meestal verrekend op je volgende factuur. Je hoeft er als klant wel iets voor te doen: in de meeste gevallen moet je zelf een aanvraag indienen via de website of app van je provider.

Verzamel bewijs

Heb je last gehad van een storing, controleer dan altijd eerst hoe lang die precies heeft geduurd. De meeste providers publiceren actuele storingsmeldingen op hun website. Noteer de begindatum en -tijd en maak eventueel een screenshot als bewijs. Zodra de storing voorbij is, kun je je aanvraag indienen. Meestal kan dat nog tot enkele maanden na de storing, maar wacht niet te lang. Het aanvragen van compensatie gaat soms via een speciale pagina, in andere gevallen moet je daarvoor contact opnemen met de klantenservice. Hieronder staan handige links naar de grootste providers om je verder te helpen.

©Website Odido

Bron: Odido

Compensatie aanvragen doe je zo:

Bij KPN kun je een compensatieverzoek indienen via je persoonlijke KPN-pagina, waar je moet inloggen met je KPN ID.
👉 Meer lezen/aanvragen compensatie KPN


Vodafone-klanten kunnen hun aanvraag doen via de Vodafone-app of de klantenservice.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Vodafone


Ziggo heeft een aparte compensatiepagina, waar je een storing kunt melden en direct je vergoeding kunt aanvragen. Die staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ziggo


Ook bij Odido geldt de wettelijke grens van twaalf uur. Op de veelgestelde vragen-pagina lees je hoe je een claim kunt indienen. Odido zegt zelf een formulier online te zetten wanneer een storing langer dan twaalf uur geduurd heeft.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Odido


Ben, dat gebruikmaakt van het netwerk van Odido, heeft dezelfde regeling. Informatie over compensatie vind je op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ben


Simpel, dat ook gebruikmaakt van het Odido-netwerk, verwijst je naar je persoonlijke accountomgeving voor het melden van een storing. De klantenservicepagina staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Simpel


Bij Delta kun je compensatie aanvragen via MijnDELTA of per brief. Uitleg staat op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Delta

Dus: meer dan twaalf uur storing? Compensatie!

Samengevat: bij een volledige uitval van je netwerk van twaalf uur of meer heb je recht op een vergoeding van minimaal één dertigste van je maandbedrag. Bij sommige providers kun je al eerder compensatie krijgen, maar dat is geen wettelijke verplichting. De meeste providers maken het aanvragen makkelijk via hun eigen omgeving of app. Heb je geen toegang tot je account, dan kun je altijd contact opnemen met de klantenservice. De verwerking duurt meestal een paar weken. Laat je niet afschepen als je recht hebt op compensatie. De regeling is wettelijk vastgelegd!