ID.nl logo
Zelf infographics maken doe je zo
© PXimport
Huis

Zelf infographics maken doe je zo

Ellenlange tabellen met gortdroog cijfermateriaal inzetten om je publiek te overtuigen … we wensen je veel succes! Houd het liever wat luchtiger met een paar fraaie infographics. Dat verteert veel beter en houdt de aandacht gaande. In dit artikel lees je hoe je zulke instructieve plaatjes opbouwt.

Tip 01: Verhaal opbouwen

Voor je ook maar aan het ontwerp van een infografiek begint, is het belangrijk een concreet doelpubliek voor ogen te hebben. Tracht na te gaan – of je minstens af te vragen – welke vragen of problemen ze hebben. Het is de bedoeling dat je infografiek daarop zoveel mogelijk een antwoord biedt. Zo’n infografiek moet dus logisch opgebouwd zijn en bevat het liefst een ‘verhaal’. Begin met een duidelijke titel, gevolgd door een korte introductie waarin je het behandelde probleem omschrijft. Daarna komt het centrale argument, ondersteund door feiten, cijfers en aantrekkelijke grafieken en diagrammen. Je sluit af met een conclusie: wat heeft deze infografiek aangetoond en wat kan het publiek er concreet mee aanvangen?

©PXimport

Een goede infografiek vertelt een sterk verhaal

-

Tip 02: Data presenteren

Naarmate je informatie en visualisaties toevoegt, loop je natuurlijk meer risico dat je publiek zomaar wat over je infografiek dwaalt en de echte verhaallijn mist. Dat kun je weliswaar wat verhelpen met pijlen of stippellijnen die de flow van het verhaal aangeven, maar ook de manier waarop je je data presenteert is van belang. Er bestaan namelijk verschillende types infografieken. Tijdlijnen, flowcharts, kaarten en contrasterende vergelijkingen horen tot de populairste types. Het behandelde topic zal grotendeels bepalen welk type de voorkeur verdient.

Besteed ook voldoende aandacht aan de stijl, maar strooi niet te kwistig met kleuren en lettertypes. Minder is immers meer, en dat geldt ook voor infografieken. Houd bovendien in het achterhoofd dat infografieken vaak ‘shareable’ zijn, veel meer dan saaie cijfertabellen. Om een groter publiek te bereiken, kun je dus ook gebruikmaken van sociale media.

Tip 03: Voorbeelden vinden

Vanaf tip 07 stellen we je weliswaar een all-in-one-tool voor het ontwerpen van infografieken voor, maar we laten je graag eerst kennismaken met enkele online hulpmiddelen die je kunnen helpen – ook wanneer je met minder gespecialiseerde apps aan de slag gaat, zoals je vertrouwde tekstverwerker of MS Publisher.

Om inspiratie op te doen voor je topic kun je natuurlijk eerst even googelen naar iets als infographic <topic>. Ook bij Pinterest levert zo’n speurtocht gegarandeerd succes op.

Je kunt verder nog aankloppen bij webapps die bedoeld zijn om online infografieken te creëren. De meeste van deze diensten hebben namelijk een uitgebreid scala aan sjablonen aan boord en daar put je vast ook heel wat inspiratie uit. Een voorbeeld: hier kun je terecht voor tientallen thematisch geordende infografieken.

©PXimport

Inspiratieloos? Pinterest laat vast die lamp weer branden!

-

Tip 04: Afbeeldingen vinden

Wanneer je op zoek gaat naar afbeeldingen om je infografiek te verluchten, let er dan op niet zomaar auteursrechtelijk beschermd materiaal te gebruiken. Gelukkig zijn er nog genoeg bronnen waarin je stockfoto’s vrij mag downloaden en gebruiken. Dit fotomateriaal is doorgaans gekoppeld aan een CC-licentie (Creative Commons) en het licentietype maakt duidelijk wat je precies met de plaatjes mag doen. Er zijn zes types beschikbaar, met cryptische afkortingen (BY, BY-SA, BY-ND, BY-NC, BY-NC-SA en BY-NC-ND). Je vindt deze hier toegelicht.

Zo vind je in Google Afbeeldingen deze CC-licenties terug: klik op Tools / Gebruiksrechten. Ook fotosharingservice Flickr laat je via het uitklapmenu bij Any license op CC-licenties filteren. Andere bruikbare bronnen zijn bijvoorbeeld nog Morguefile en Pixabay. Of wat dacht je van Foter, met 335 miljoen rechtenvrije stockfoto’s?

©PXimport

Tip 05: Fonts vinden

Een fraai gevormd maar goed leesbaar lettertype maakt je infografiek meteen een stuk aantrekkelijker. Vind je je gading niet in Office of Windows, dan weet de collectie op www.dafont.com je vast te verleiden. Deze database bevat circa 43 duizend lettertypes, opgedeeld in doorzoekbare categorieën als Gothic, Script en Holiday. Druk op de Download-knop bij zo’n font, pak het zip-bestand uit en klik met rechts op het otf- of ttf-bestand om het meteen op je systeem te installeren. Ook Font Squirrel bevat een aardige collectie gratis fonts die zich op diverse criteria laat filteren.

Als je een leuk lettertype hebt gevonden, maar niet weet hoe het heet, dan komt WhatTheFont! van pas. Maak een screenshot van het font en upload die naar WhatTheFont! Met wat geluk weet die de naam inclusief mogelijke alternatieven voor je op te diepen.

©PXimport

Tip 06: Kleurenpalet vinden

Afbeeldingen en lettertypes kunnen een infographic maken of kraken, maar dat geldt net zo goed voor het kleurenpalet. Vier kleuren is doorgaans een goed maximum, waarbij twee of drie kleuren op subtiele manier de hoofdkleur ondersteunen. Wellicht zal het logo van je vereniging of bedrijf de hoofdkleur bepalen, maar het thema zelf kan vaak ook inspirerend werken.

De webapp Coolors kan je alvast helpen bij het zoeken naar complementaire kleuren. Je kunt bijvoorbeeld vertrekken van de hoofdkleur van een afbeelding: klik linksonder op het knopje Adjust, selecteer het gewenste kleurformaat (HSB, RGB enzovoort) en stel de beoogde kleur in. Zet die vervolgens vast met het slot-icoontje. Telkens als je nu op de spatiebalk drukt, genereert Coolors een ander kleurenschema. Afgeleide tinten krijg je met de knop Toggle alternative shades. Die kun je eventueel gebruiken als je absoluut meer dan vier kleuren in je infografiek wilt.

©PXimport

Tip 07: Sjabloon vinden

Vergt het sprokkelen van plaatjes, fonts en kleurenschema’s te veel tijd of energie? Dan kun je voor het ontwerpen van complete infografieken altijd nog aankloppen bij diverse webapps. Bekende en degelijke tools zijn alvast Venngage, Info.gram, Canva, Easel.ly en Piktochart.

Nagenoeg alle services bieden een gratis variant aan, maar zodra je extra opties of meer geavanceerde mogelijkheden wenst, moet je de knip trekken. Dat geldt overigens ook voor onze eigen favoriet, PiktoChart: de non-profit Pro-versie kost zo’n 40 dollar (ca. 36 euro) per jaar. We tonen je in een notendop hoe je met deze tool aan de slag gaat.

Meld je via Sign up aan bij de app – dat kan overigens ook met je Google- of Facebook-account. Even later beland je dan in je persoonlijke dashboard. Hier klik je meteen op Create New en op Infographic. Fiets even door het sjabloonaanbod en klik op Preview en op Use Template bij een geschikt sjabloon. Je belandt nu in de online editor.

©PXimport

PiktoChart is een van de betere online infografiektools

-

Tip 08: Sjabloon bewerken

Het sjabloon blijkt uit verschillende blokken opgebouwd, maar je kunt probleemloos extra blokken toevoegen via het plusknopje. Een al bestaand blok verwijderen gaat net zo makkelijk, via het knopje met het kruis. Met hetzelfde gemak dupliceer je ook een geselecteerd blok (Clone Block) of verplaats je het naar boven of onderen (Move Up en Move Down). En voor wie al te voortvarend was: met de knoppen Undo en Redo trek je aan de noodrem.

Dubbelklik op een tekstvak om tekst aan te passen. Via de knoppen bovenaan kun je die mooi vormgeven. Met de voorlaatste knop verplaats je een (tekst)object meer naar de voor- of achtergrond, zodat overlappingen mogelijk worden. Zodra je een tekstvak selecteert, verschijnen er ook handgrepen waarmee je de grootte aanpast of het vak roteert. Een eigen tekstvak toevoegen doe je met de knop Text in het linkerpaneel. Of je versleept een geschikt tekstframe uit het middenpaneel naar de gewenste plek op je infografiek.

Tip 09: Visueel optimaliseren

Je kunt uiteraard ook plaatjes toevoegen. Klik op Graphics in het linkerpaneel en kies een geschikte subrubriek: Shapes & icons, Lines, Photos of Photo Frames. Deze laatste fungeren als maskers. Sleep je een foto naar zo’n masker, dan neemt de foto die vorm aan. Open de rubriek Uploads om eigen afbeeldingen toe te voegen. Jammer genoeg beperkt de gratis versie van PiktoChart je tot een magere 40 MB opslagruimte. Afbeeldingen laten zich net als tekstvakken ook schalen, roteren en verplaatsen.

In ditzelfde paneel tref je bovendien de rubriek Background aan: geselecteerde blokken voorzie je langs deze weg meteen van een andere achtergrond. Er zijn tal van patronen beschikbaar waarvan je ook nog de kleur en transparantiegraad kunt aanpassen. De optie Color Scheme helpt je bij het kiezen van een passend kleurenschema. Eigen kleurenschema’s ontwerpen is alleen mogelijk voor gebruikers met een betaald account.

De knop Tools ten slotte huisvest drie interessante opties: Charts, Maps en zelfs Videos (althans voor YouTube- en Vimeo-clips). Handig bij Charts is dat je cijfergegevens direct kunt invoeren, maar ook uploaden via eigen xls(x)-, ods- en csv-bestanden.

Je afgewerkte infografiek deel je via Share in de vorm van een weblink of je downloadt het resultaat in png-formaat. Het pdf-formaat blijkt voor de gratis versie net een brug te ver. Veel succes.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem
© Rens Blom
Gezond leven

Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem

De Motorola Moto Watch Fit is een fitnesstracker met een groot scherm, waarop je naast de tijd ook je sportieve activiteiten en smartphonemeldingen kunt volgen. Motorola zegt dat je de wearable slechts eens in de twee weken hoeft op te laden. En hij kost maar 80 euro! In deze review lees je onze ervaringen met deze gadget.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op door zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

Plus- en minpunten
  • Erg betaalbaar
  • Goed scherm
  • Lange accuduur
  • Werkt naar behoren ...
  • ... de hartslagmeter uitgezonderd
  • Werkt niet met een iPhone
  • Qua functies en software wat beperkt

De adviesprijs is een groot pluspunt van de Moto Watch Fit. Bij een bekende webwinkel kun je de fitnesstracker op moment van schrijven zelfs voor minder dan 60 euro oppikken. Voor zo'n prijs is het de vraag wat je wel en niet kunt verwachten. Nou, in elk geval een prima ontwerp. De Moto Watch Fit weegt slechts 25 gram, is waterdicht en kan ook tegen stof. Het meegeleverde stoffen groene bandje voelt wat eenvoudig aan, maar werkt naar behoren en irriteert niet. Fijn is dat Motorola adapters meelevert, zodat je een ander (eigen) bandje aan de fitnesstracker kunt bevestigen.

©Rens Blom

©Rens Blom

Het scherm van de wearable heeft een diagonaal van 1,9 inch (4,8 cm). Dat is vrij fors. De Moto Watch Fit kan daarom wat lomp ogen om een smallere pols en staat beter om een wat bredere pols. Op het grote scherm zie je de tijd, meldingen en andere informatie wel lekker duidelijk. Het scherm kan fel genoeg, oogt scherp en toont dankzij het oleddisplay mooie kleuren. We kunnen zeggen dat we positief verrast zijn door de schermkwaliteit.

©Rens Blom

App en metingen

Houd er rekening mee dat de Moto Watch Fit alleen werkt met een Android-smartphone (dat hoeft geen model van Motorola te zijn). Als je een Apple iPhone gebruikt, kun je niets met de Moto Watch Fit. Na het installeren van de Moto Watch-smartphoneapp en het verplicht aanmaken van een Motorola-account, koppel je de fitnesstracker aan je smartphone. Je kiest een wijzerplaat, stelt in welke app-meldingen wel en niet op je horlogescherm mogen verschijnen en kunt andere zaken aanpassen. De app werkt prima en geeft ook duidelijk inzicht in gezondheidsstatistieken die door het horloge verzameld zijn.

©Rens Blom

De Moto Watch Fit kan aardig wat zaken meten. Van je stappen en je slaap tot sportieve sessies, je hartslag en hoeveel calorieën je verbrandt. Veel metingen vinden we – afgezet tegen nauwkeurig bewezen wearables – goed genoeg, maar de hartslagmeter van de Watch Fit zit vaak te hoog. Gelet op het prijspunt zijn we tevreden over hoe de fitnesstracker onze gezondheid in kaart brengt, maar zoals Motorola zelf ook aangeeft: staar je er niet blind op en gebruik de wearable niet voor medische doeleinden.

©Rens Blom

Niet bellen

Dat we met een spotgoedkope gadget te maken hebben, merken we ook aan het ontbreken van sommige technische functies. Een microfoon en luidspreker ontbreken bijvoorbeeld. Je kunt dus niet bellen met de Moto Watch Fit. De wearable kan überhaupt geen geluid opnemen en ook geen geluid maken. Lekker rustig, kun je ook denken. Meldingen van bijvoorbeeld WhatsApp, je e-mail-app en andere apps kun je bekijken op het horlogescherm, maar niet beantwoorden.

©Rens Blom

Op het horloge vind je wel basale doch nuttige apps als een timer, stopwatch, ademhalingsoefeningen en wekker. Ook kun je je telefoon laten rinkelen, als je die kwijt bent. Die laatste functie werkt alleen als de telefoon en smartwatch via bluetooth met elkaar verbonden zijn.

Geweldige accuduur

De beperkte slimheid van de Moto Watch Fit in combinatie met energiezuinige onderdelen leiden tot een geweldige accuduur. Motorola schermt met een gebruikstijd tot zestien dagen en daar kunnen wij ons in vinden. Na zeven dagen gebruik is de batterij bijna 50 procent teruggelopen. Opladen doet het horloge snel via een meegeleverd kabeltje.

Motorola Moto Watch Fit kopen?

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op met zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

▼ Volgende artikel
Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders
© Krakenimages.com - stock.adobe.com
Mobiliteit

Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders

Vakantievoorpret is heerlijk, maar inpakken is vaak een ander verhaal. Te veel, te weinig, iets vergeten of juist drie keer hetzelfde mee: het overkomt iedereen weleens. Een goede voorbereiding scheelt stress én overgewicht op het vliegveld. In dit artikel lees je welke fouten veel mensen maken bij het inpakken van hun vakantiekoffer – fouten die jij nu natuurlijk nooit meer maakt!

De 8 meest gemaakte inpakfouten

❌ 1: Geen checklist gebruiken ❌ 2: Te veel meenemen ‘voor de zekerheid’ ❌ 3: Vloeistoffen niet apart verpakken ❌ 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen ❌ 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen ❌ 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen ❌ 7: Geen rekening houden met handbagageregels ❌ 8: Zware spullen bovenop leggen

Lees ook: Valt de vakantie tegen? Dit is wat je kunt doen (ook achteraf!)

Of je nu met het vliegtuig of met de auto op vakantie gaat: hoe beter je koffer is ingedeeld, hoe makkelijker je alles terugvindt. Je kleding blijft netter, je hoeft minder te graaien én je houdt ruimte over voor souvenirs en andere aankopen die je mee terug naar huis wilt nemen.

Fout 1: Geen checklist gebruiken

Zonder checklist ga je af op je geheugen, en dat blijkt zelden waterdicht. In de haast of vermoeidheid vergeet je al snel iets essentieels: je oplader, een zonnebril, medicijnen of ondergoed. Een lijst geeft overzicht en rust. Je kunt er al een week van tevoren aan beginnen, zodat je tijd hebt om nog iets te kopen of te wassen. Denk in categorieën: kleding, toiletspullen, apparatuur, documenten. Ook handig: check op de dag van vertrek de lijst nog eens terwijl je je tas dichtdoet. Gebruik papier of een checklist-app, zolang je maar iets hebt om letterlijk af te vinken. Het kost je 10 minuten, maar voorkomt veel ergernis op reis.

Tip: op internet kun je op allerlei plekken inpak-checklists downloaden, bijvoorbeeld vanaf de site van de ANWB. Je geeft aan op wat voor soort vakantie je gaat (bijvoorbeeld autovakantie, vliegvakantie of kamperen) en krijgt dan een bijpassende checklist die je kunt downloaden als PDF. Je kunt die lijsten ook prima gebruiken als inspiratiebron, want ze zijn erg uitgebreid (zie Fout 2). Waarschijnlijk heb je een aantal dingen die erop staan niet echt nodig!

Fout 2: Te veel meenemen 'voor de zekerheid'

Iedereen kent het: je stopt nog snel extra kleding of schoenen in je koffer, voor het geval dat. Maar in de praktijk draag je vaak de helft niet. Die dikke trui (voor als het 's avonds afkoelt … spoiler alert: het koelt meestal minder af dan je dacht), dat derde jurkje voor 'misschien een chic diner'… het komt de hele vakantie je koffer niet uit. Kies liever voor kleding die je kunt combineren: een broek die bij meerdere tops past, een jurk die zowel overdag als 's avonds kan. Houd rekening met het klimaat, je geplande activiteiten en wasmogelijkheden op locatie. Als je toch iets mist, kun je het vaak ook ter plekke kopen.

©Mike Watson Images Limited

Fout 3: Vloeistoffen niet apart verpakken

Shampooflesjes, zonnebrand of vloeibare make-up die los tussen je spullen zitten, vormen een risico. Door drukverschillen tijdens de vlucht of simpelweg een loszittend dopje, kan de inhoud gaan lekken. Resultaat: vlekken in je kleding, beschadigde souvenirs of andere schade. Stop vloeistoffen daarom altijd in een aparte toilettas of een afsluitbaar plastic zakje. Reisflesjes met kliksluiting zijn compacter en beter af te sluiten. Zet doppen stevig vast en gebruik een extra stukje plakband als je twijfelt of ze echt goed dicht zitten.

Fout 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen

Schoenen zijn stug, onhandig van vorm en vaak ook vies. Als je ze los tussen je kleding stopt, kunnen ze vlekken veroorzaken of je nette kleding kreuken. Beter: stop ze in een plastic zak of speciale schoenenzak en plaats ze onderin je koffer, bij de wieltjes. Zo vormen ze een stabiele basis en blijven andere spullen beschermd. Vul de schoenen met sokken, ondergoed of kleine accessoires: dat bespaart ruimte en houdt de schoenen in vorm. Neem maximaal twee paar mee (naast het paar dat je aan hebt): één comfortabel en één geschikt voor het weer of een nette gelegenheid.

Fout 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen

Op vakantie koop je vaak meer dan je van plan was: kleding, lekkernijen, lokale producten of cadeautjes. Als je je koffer op de heenweg al helemaal volstouwt, past dat er niet meer bij. Gevolg: stress bij het inpakken en overbagage (ja, dat is een woord). Vooral als je gaat vliegen moet je flink bijbetalen voor elke extra kilo gewicht die niet binnen de normaal geboekte ruimbagage valt. Laat daarom bewust ruimte over in je koffer. Je hebt speciale kofferorganizers, packing cubes genoemd. Dat zijn rechthoekige zakjes van stof met ritsen die je in je koffer gebruikt om verschillende soorten kleding gescheiden en compact op te bergen - bijvoorbeeld één cube voor ondergoed, één voor shirts en één voor broeken. Zorg er op de heenweg voor dat je er eentje leeg laat, voor de terugreis. En: moet echt álles mee terug naar huis? Een fles shampoo waar nog maar een bodempje in zit, die teenslippers die na al dat flaneren echt helemaal versleten zijn: sommige dingen kun je eigenlijk het beste weggooien op je vakantieadres.

Reis je met de auto? Zorg dan dat je een of twee stevige extra tassen bij je hebt. Je hoeft dan niet je koffer propvol te doen, maar kunt toch alles wat je wilt mee terug naar huis nemen. Ook handig, vooral als je etenswaren meeneemt: een elektrische koelbox die op de sigarettenaansteker kan.

©nito

Fout 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen

Veel mensen vouwen hun kleding zoals thuis in de kast: netjes opgestapeld. Maar in een koffer werkt dat onhandig. Vouwen leidt sneller tot kreukels, en opgestapelde kleding maakt het zoeken lastig. Door kleding op te rollen blijft het gladder én neemt het minder ruimte in. Je ziet bovendien in één oogopslag wat je bij je hebt. Wil je het nog georganiseerder aanpakken? Gebruik packing cubes of ziplockzakken om kleding per soort, dag of activiteit in te delen. Zo pak je snel uit en houd je je koffer overzichtelijk.

Fout 7: Geen rekening houden met handbagageregels

Reis je alleen met handbagage, dan gelden er strikte regels. Niet alleen qua afmetingen en gewicht, maar ook voor wat je wel of niet mag meenemen. Zo mogen vloeistoffen alleen in verpakkingen van maximaal 100 ml, en moeten ze samen in één hersluitbaar doorzichtig zakje van maximaal 1 liter passen. Elektronica moet apart getoond worden bij de beveiliging. Controleer daarom vóór vertrek de regels van je luchtvaartmaatschappij, want die verschillen per maatschappij. Een klein verschil in formaat of gewicht kan er al voor zorgen dat je moet bijbetalen of dat je toch op ruimbagage aangewezen bent.

Fout 8: Zware spullen bovenop leggen

Zware items horen onderin je koffer, bij de wielen. Als je ze bovenop legt – denk aan boeken, toilettassen of elektronische apparaten – ligt het gewicht op je kleding. Dat veroorzaakt vouwen en kreukels, en maakt je koffer ook instabiel tijdens het rollen. Leg zwaardere spullen dus eerst in de koffer, plat en dicht bij de wieltjes. Daarbovenop leg je de lichtere kleding. Zo blijft je bagage beter in balans en komt alles netter aan. Reis je met handbagage? Dan geldt dit nog meer, omdat je tas vaak rechtop in het bagagevak staat.


📸 Handzame camera's voor je vakantiefoto's