Als u uw computer deelt met anderen of uw pc in een netwerk of thuisgroep gebruikt, zijn gebruikersaccounts onmisbaar. Met gebruikersaccounts kunt u de gegevens, instellingen en programma's per gebruiker aanpassen. Zo geeft u iedereen een eigen, afgeschermde werkomgeving en houdt u meer controle over hoe er met Windows wordt gewerkt. Zo kunt u op basis van gebruikersaccounts bijvoorbeeld bepalen wanneer de computer mag worden gebruikt en of gedeelde mappen toegankelijk zijn. In deze workshop maken we gebruikersaccounts aan, stellen we deze in en richten we de toegang tot de thuisgroep optimaal in.

1. Gebruikersaccounts maken

Bij de installatie van Windows 7 wordt standaard één gebruikersaccount gemaakt. Zorg ervoor dat elke gebruiker een eigen account heeft. Open het menu Start en kies Configuratiescherm. Klik op Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht en kies voor Gebruikersaccounts toevoegen of verwijderen. Een overzicht van bestaande accounts verschijnt. Kies Een nieuw account maken, kies een geschikte naam en selecteer als accounttype Standaardgebruiker. Klik op Account maken. Het account wordt toegevoegd en is gebruiksklaar.

©PXimport

2. Standaardgebruiker

In de vorige stap las u over het kiezen van een accounttype. Windows 7 maakt onderscheid tussen twee soorten accounts: Standaardgebruiker en Administrator. Uit veiligheidsoogpunt doet u er goed aan altijd te kiezen voor de standaardgebruiker. Dit account heeft minder rechten dan een administrator, maar geeft gebruikers voldoende vrijheid bij het aanpassen van instellingen en het gebruiken van software. Maakt u iedereen administrator, dan loopt u een onnodig veiligheidsrisico. Kwaadaardige programma's kunnen administratorrechten misbruiken om schade toe te brengen.

©PXimport

3. Afbeelding

Elk gebruikersaccount heeft een eigen afbeelding. U selecteert deze bij het maken van het account. U kunt een eigen afbeelding kiezen door te klikken op de optie Zoeken naar meer afbeeldingen. Bent u niet tevreden met de standaardafbeeldingen, dan kunt u deze ook vervangen door uw eigen afbeeldingenset. Open de map C:\ProgramData\Microsoft\User Account Pictures\Default Pictures en vul deze map met uw eigen afbeeldingen. Zorg ervoor dat het bmp-afbeeldingen zijn met een afmeting van 128 bij 128 pixels.

©PXimport

Gebruikersaccount verwijderen

Gebruikersaccounts die u niet meer gebruikt, verwijdert u. In het Configuratiescherm kiest u voor Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht / Gebruikersaccounts toevoegen of verwijderen. Kies Een ander account beheren, klik op het account dat u wilt verwijderen en kies account verwijderen. U hebt nu de mogelijkheid om een aantal bestanden (waaronder de inhoud van de mappen Documenten, Afbeeldingen, Video's en het bureaublad) in een archiefmap op het bureaublad te plaatsen. Klik dan op Bestanden bewaren of op Bestanden verwijderen als u de bestanden niet meer nodig hebt.

©PXimport

4. Wachtwoordregels

Per gebruiker kunt u bepalen hoe strikt Windows met wachtwoorden is. U maakt hiervoor gebruik van het onderdeel Lokale gebruikers en groepen. Druk op de toetscombinatie Windows-toets+R en typ Lusrmgr.msc. Klik op OK. Links in het venster klikt u op Gebruikers. Dubbelklik hierna op de gebruiker voor wie u de rechten wilt aanpassen. Wilt u niet dat het wachtwoord kan worden veranderd? Plaats een vinkje bij Gebruiker kan wachtwoord niet wijzigen. Bovendien kunt u het account tijdelijk ontoegankelijk maken, kies dan voor Account is uitgeschakeld.

©PXimport

5. Accounttype veranderen

Mogelijk hebt u in het verleden gebruikersaccounts aangemaakt en bepaalde gebruikers ook administrator-rechten gegeven. Komt u op deze beslissing terug, dan kunt u de rechten van deze gebruikers veranderen. Kies in het gebruikersaccountbeheer voor Een ander account beheren en selecteer het account. Kies voor Het accounttype wijzigen. Windows toont welk type aan het account is toegekend (bijvoorbeeld Administrator). Kies voor Standaardgebruiker, tot slot klikt u op de knop Accounttype wijzigen.

©PXimport

6. Uw wachtwoord niet vergeten

Als u uw wachtwoord vergeet, wordt uw gebruikersaccount ontoegankelijk. Voorkom dit met een wachtwoordherstelschijf. Bij een vergeten wachtwoord wijst u het herstelbestand aan, waarna u een nieuw wachtwoord instelt en alsnog toegang krijgt. Plaats een lege usb-stick, open Start en typ Wachtwoordherstelschijf. Klik op Een wachtwoordherstelschijf maken en kies Volgende. In het menu kiest u voor de usb-stick. Klik op Volgende en typ het huidige wachtwoord. Klik nogmaals op Volgende en de schijf wordt gemaakt.

©PXimport

7. Vergeten wachtwoord herstellen

Als u het wachtwoord voor het gebruikersaccount onverhoopt niet meer weet, herstelt u de toegang met de wachtwoordherstelschijf die u in de vorige stap hebt aangemaakt. In het aanmeldingsscherm klikt u op de optie Wachtwoord herstellen. Plaats nu de usb-stick (uw wachtwoordherstelschijf). Een wizard verschijnt. Geef aan op welk station de schijf zich bevindt en volg de stappen van de wizard.

©PXimport

8. Wachtwoord herstellen

Stel dat u of een medegebruiker het wachtwoord niet meer weet en er ook geen wachtwoordherstelschijf is gemaakt. Er is nog een mogelijkheid om het account toegankelijk te maken. Druk op Windows-toets+R en typ Lusrmgr.msc. Druk op Enter en selecteer het gebruikersaccount dat u niet meer kunt openen. Kies nu voor Actie / Wachtwoord instellen. Windows toont een flinke waarschuwing, waarin u onder meer wordt gewezen op de mogelijkheid dat bepaalde gegevens niet meer toegankelijk zijn na het aanpassen. Klik op Doorgaan en volg de stappen van de wizard.

©PXimport

9. Online-id koppelen

Om bestanden in Windows 7 makkelijk te delen met behulp van uw thuisgroep, is het verstandig om een online-id aan uw Windows-gebruikersaccount te koppelen. In de praktijk koppelt u hierbij een Windows Live ID (bijvoorbeeld een Hotmail-adres) aan de uw lokale gebruikersaccount. Hierdoor kunnen anderen mappen en bestanden met u delen via uw online-id en hoeft er geen gebruikersaccount meer te worden gemaakt op elke computer.

©PXimport

Zorg dat u bent aangemeld met het gebruikersaccount waaraan u het Windows Live ID wilt koppelen. Open vanuit het configuratiescherm weer het beheer voor Gebruikersaccounts. Kies voor Online-id's koppelen (links in het venster) en klik nogmaals op Online id-koppelen. Geef uw Windows Live ID op. Dit kan uw Hotmail-adres zijn. Hebt u nog geen Windows Live ID, maak er dan een aan via Live.com. Klik op Aanmelden. Het ID wordt gekoppeld aan het gebruikersaccount. Voortaan kunnen andere gebruikers uw Windows Live ID opgeven bij het delen voor specifieke personen.

©PXimport

Altijd een wachtwoord

Zorg ervoor dat alle gebruikersaccounts voorzien zijn van een wachtwoord. Dat is niet alleen een vereiste voor een veilige computer, maar ook van praktisch belang. Sommige services, zoals het besproken Ouderlijk toezicht (stap 18), vereisen zelfs dat alle accounts gebruikmaken van een wachtwoord.

©PXimport

Super Administrator

Standaard werkt u in Windows 7 nooit met het échte Administrator-account. Er wordt weliswaar een administrator-account aangemaakt tijdens de installatie, maar deze is beperkt. U kunt het administrator-account alsnog bereiken. In het menu Start klikt u met rechts op Computer. Kies Beheren. Ga naar Lokale gebruikers en groepen / Gebruikers. Dubbelklik op Administrator en haal het vinkje weg bij Account is uitgeschakeld en klik op OK. Voer hierna degelijk wachtwoord in. Kies Actie / Wachtwoord instellen. De gebruiker is voortaan beschikbaar via het welkomstvenster.

©PXimport

10. Gebruikers verbergen

In het welkomstscherm worden alle gebruikersaccounts getoond. Soms wilt u accounts (die u tijdelijk niet gebruikt) in dit venster verbergen. Dit kan helaas alleen via het register. Open Start en typ Regedit.exe, druk op Enter. Zoek naar HKEY_LOCAL­_MACHINE\Software\Microsoft\Windows NT\CurrentVersion\Winlogon. Kies voor Nieuw / Sleutel en noem deze SpecialAccounts. Selecteer de sleutel en kies weer Nieuw / Sleutel, noem deze UserList. Kies Nieuw / DWORD-waarde. Geef deze exact dezelfde naam als het gebruikersaccount die u wilt verbergen.

©PXimport

11. Automatisch aanmelden

Het is mogelijk om Windows 7 automatisch te starten met een specifiek gebruikersaccount. Dat is handig als u de computer meestal met één account gebruikt, maar wel de vrijheid wilt houden om naar een ander account over te schakelen. Open Start en typ Netplwiz. Druk op Enter. Selecteert het account waarmee u zich automatisch wilt aanmelden en haal het vinkje weg bij de optie Gebruikers moeten een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om deze computer te kunnen gebruiken. Klik op OK en bevestig met het accountwachtwoord.

©PXimport

12. Mappen via thuisgroep delen

U kunt mappen gemakkelijk delen via thuisgroepen. Klik met de rechtermuisknop op de te delen map en kies Delen met. Als u iedereen met de map wilt laten werken, kiest u voor Thuisgroep (Lezen/schrijven). Geeft u liever alleen leesrechten dan kiest u Thuisgroep (Lezen). U kunt de mappen ook met specifieke personen delen, kies voor Specifieke personen. Typ vervolgens de naam van de gebruiker waarvoor u de machtiging wilt bepalen. Klik op Toevoegen en bepaal via Machtigingsniveau welke rechten de gebruiker krijgt.

©PXimport

13. Geavanceerd delen

U hoeft geen genoegen te nemen met de standaard deelinstelling van Windows. Klik met de rechtermuisknop op de map die u wilt delen en kies Eigenschappen. Op het tabblad Delen klikt u op Geavanceerd delen. Plaats een vinkje bij Deze map delen. Bij Sharenaam geeft u een geschikte naam op. Klik vervolgens op Machtigingen. Klik op de knop Toevoegen. Vervolgens geeft u de naam van de gebruiker op. Klik hierna op Namen controleren. Het bijbehorende gebruikersaccount wordt door Windows opgezocht. Voeg alle gebruikers op dezelfde manier toe. Klik op OK.

©PXimport

Tijd om gebruiksrechten toe te kennen. Klik op de naam van de gebruiker voor wie u de rechten wilt bepalen. In de lijst eronder vindt u de rechten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Volledig beheer, Wijzigen en Lezen. U geeft nu per actie aan of dit mag (Toestaan) of niet mag (Weigeren). Volledig beheer betekent dat de gebruiker alles mag beheren en aanpassen. Wijzigen betekent dat de gebruiker de inhoud van de map mag aanpassen. Lezen betekent dat de bestanden alleen mogen worden gezien, maar niet aangepast.

©PXimport

14. Niet voor offline

Gedeelde netwerkmappen kunnen offline beschikbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld als gebruikers tijdelijk niet met het netwerk zijn verbonden. U kunt zelf bepalen voor welke mappen dit geldt. Klik met de rechtermuisknop op de map, kies Eigenschappen / Delen / Geavanceerd delen. Klik op Cache. Wilt u niet dat de mapinhoud offline beschikbaar wordt? Kies dan Geen bestanden of programma's uit de gedeelde map offline beschikbaar stellen. Daarnaast kunt u de mapinhoud juist wel beschikbaar stellen (via de eerste optie) of automatisch beschikbaar maken (via optie drie).

©PXimport

15. Netwerkmap opnemen

In de eerder verschenen workshop Thuisgroepen maken in Windows 7 las u over het opzetten van een thuisgroep, zodat u onder meer mappen kunt delen. Dankzij de gebruikersaccounts kunt u uw eigen bibliotheek aanvullen met netwerkmappen. Open Start en klik met rechts op Documenten. Kies Eigenschappen en klik vervolgens op Een map opnemen. Navigeer naar de gedeelde netwerkmap. Selecteer de map en klik op de knop Map opnemen. De map wordt toegevoegd aan de bibliotheek. Bevestig met een klik op OK.

©PXimport

16. Netwerkmap indexeren

Geeft Windows bij het toevoegen van een gedeelde netwerkmap de foutmelding dat de map niet kan worden toegevoegd omdat deze niet is geïndexeerd? Dit verhelpt u meestal door de netwerkmap offline beschikbaar te maken. Hiermee dwingt u Windows om de mapinhoud te indexeren, waarna u de netwerkmap toevoegt aan uw bibliotheek. Open de verkenner en blader naar de gedeelde netwerkmap die u wilt toevoegen. Klik met de rechts en kies Altijd beschikbaar voor offlinegebruik. Hierna volgt u de vorige stappen om de map in de bibliotheek op te nemen.

©PXimport

17. Lijst gedeelde mappen

Helaas geeft Windows 7 geen duidelijk totaaloverzicht van gedeelde mappen. Met een omweg kunt u dit wel opvragen. Druk op de toetscombinatie Windows-toets+R. Het venster Uitvoeren verschijnt. Typ compmgmt.msc en klik op OK. In het venster Computerbeheer kiest u in het linkeroverzicht voor Gedeelde mappen / Shares. Een overzicht van gedeelde mappen verschijnt. Dubbelklik op een map om de details te bekijken. Hier ziet u onder meer welke gebruikers toegang tot de mappen hebben, welke rechten zij hebben en waar de map is opgeslagen.

©PXimport

18. Ouderlijk toezicht

Nu u gebruikersaccounts hebt gemaakt, hebt u ook meer controle over het gebruik van de computer. Hebt u bijvoorbeeld kinderen die alleen op gezette tijden van de computer en de thuisgroep gebruik mogen maken? Maak gebruik van het ingebouwde ouderlijk toezicht van Windows 7. Open het startmenu en typ Ouderlijk toezicht, gevolgd door een druk op Enter. Selecteer het account waarvoor u Ouderlijk toezicht wilt inschakelen. Kies Ingeschakeld.

©PXimport

Via Ouderlijk toezicht bepaalt u op welke tijdstippen de gebruiker zich bij Windows kan aanmelden en of hij toegang heeft tot programma's en (gedeelde) mappen. In het hoofdvenster van Ouderlijk toezicht kiest u voor Tijdslimieten, een tijdsschema verschijnt. Klik en sleep in het rooster over de uren die u wilt blokkeren. Deze worden blauw gemarkeerd. De witte gedeelten zijn momenten waarop de gebruiker wél gebruik mag maken van de computer. Klik op OK om de instelling op te slaan.

©PXimport

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.