ID.nl logo
Huis

Externe toegang tot je thuisnetwerk zonder NAT

Klanten van KPN met een 4G only-abonnement voor het buitengebied klagen sinds eind maart dat zij van buitenaf niet meer met hun thuisnetwerk kunnen verbinden. Er is gelukkig een simpele oplossing, die ook bruikbaar is voor wie geen KPN-klant is: regel externe toegang met Pagekite.

Als je in je thuisnetwerk een server opzet, is die standaard alleen binnen je eigen netwerk bereikbaar. Wil je ook van buitenaf bij je webserver, nas of beveiligingscamera kunnen, dan moet je daar nog het een en ander voor configureren. Zo dien je een statisch ip-adres aan je server toe te kennen. Dan moet je in je internetmodem/router portforwarding instellen, zodat die alle aanvragen op een specifieke poort op je publieke ip-adres naar het statische ip-adres van je server omleidt. Vaak dien je ook nog in de firewallregels van je router die poort open te zetten.

Maar dan is het nog niet gedaan: aangezien veel modems van internetabonnementen thuis geen vast ip-adres krijgen, heb je ook een dynamische dns (ddns) nodig, zodat je eigen domeinnaam altijd naar je publieke ip-adres verwijst, ook als dat verandert. Kortom, even een server thuis buiten je thuisnetwerk beschikbaar stellen, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is allemaal wel mogelijk, maar je verliest er heel wat tijd mee en maakt gemakkelijk fouten.

Wat is Pagekite?

Pagekite biedt een eenvoudige oplossing hiervoor. In enkele seconden maak je een thuisserver overal beschikbaar, en dat zonder je te moeten bezighouden met poorten, firewallregels, het wachtwoord van je router (wat was dat ook alweer?) en het configureren van een ddns-dienst.

Het enige wat je daarvoor hoeft te doen, is op je server het Python-script pagekite draaien. Dat werkt op Windows, macOS, Linux en BSD. Je dient je ook voor de Pagekite-dienst in te schrijven. Je krijgt sowieso een maand de tijd om de dienst gratis te proberen. Daarna betaal je hoeveel je wilt.

Het project stelt 3 dollar per maand voor en heeft er blijkbaar ook geen problemen mee dat individuen niets betalen voor persoonlijk gebruik, zolang ze één keer per maand een formulier invullen om te zeggen waarvoor ze Pagekite inzetten. Als je echt niet van de Pagekite-dienst wilt afhangen, dan is het ook mogelijk om zelf een Pagekite front-end te draaien op een server met publiek ip-adres (zie het kader ‘Draai je eigen Pagekite front-end’).

De ontwikkelaars van Pagekite noemen hun systeem een dynamische, getunnelde reverse proxy. Die bestaat uit een back-end en een front-end. De back-end draai je op je server. Dit Python-script configureert dns (zie het kader ‘Dns?’) voor je server en opent een tunnel naar een wereldwijde pool van front-end-relays (doorgevers). Die relays van het Pagekite-project zijn servers met een publiek ip-adres en zijn voor iedereen op internet bereikbaar.

De front-end-software op die relays leidt aanvragen om via de tunnel die door je back-end is opgezet. Je server ontvangt dan een aanvraag (bijvoorbeeld voor een webserver) en stuurt het antwoord terug via de tunnel. Zo is je server indirect op een publiek domein bereikbaar, terwijl het niet rechtstreeks publiek bereikbaar is.

Pagekite installeren

Pagekite draait zoals gezegd op Windows, MacOS, Linux en BSD. We tonen hier hoe je het op Linux installeert, bijvoorbeeld op een Raspberry Pi. Op de andere besturingssystemen verloopt de installatie vergelijkbaar, maar onder Windows moet je eerst nog Python 2.7 installeren. De back-end is immers een Python-script, en op Windows is in tegenstelling tot Linux en macOS niet standaard Python geïnstalleerd.

In principe kun je het Python-bestand pagekite.py gewoon downloaden, maar het is handiger om het als een pakket te installeren, zodat je updates krijgt. Debian (en dus ook Raspbian voor de Raspberry Pi) heeft een pakket van Pagekite in zijn standaardrepository, maar dat is vrij oud. Gelukkig hebben de makers van Pagekite hun eigen repository opgezet.

Voeg daarom eerst de repository van Pagekite toe in Raspbian:

echo deb http://pagekite.net/pk/deb/ pagekite main | sudo tee -a /etc/apt/sources.list

Voeg dan de sleutel toe waarmee de ontwikkelaars van Pagekite hun pakketten ondertekenen:

sudo apt-key adv --recv-keys --keyserver keys.gnupg.net AED248B1C7B2CAC3

Update de pakketbronnen en installeer tot slot Pagekite:

sudo apt-get update sudo apt-get install pagekite

De eerste keer moet je nog een account aanmaken bij de Pagekite-dienst. Het programma helpt je daarbij. Pagekite is een opdrachtregelprogramma, dus voor de Raspberry Pi start je een Putty-sessie op en voer je het daarin uit:

pagekite –signup

Je krijgt dan enkele vragen, zoals je e-mailadres en de naam van je eerste ‘kite’. Wat Pagekite een kite noemt, is de naam die je aan je server verbindt. Standaard krijg je een subdomein van de domeinnaam pagekite.me, maar het is ook mogelijk om een kite aan je eigen domeinnaam te koppelen.

Vul dus het subdomein in dat je graag hebt. Je krijgt dan een e-mail met activatielink. Klik daarop binnen de 15 minuten om je account te activeren, daarna start Pagekite. Stop het programma met een druk op Ctrl+C.

Webserver op internet

Het eerste wat je kunt doen, is een webserver op je Raspberry Pi publiek maken. Daarvoor hoef je zelfs geen webserver te draaien, want Pagekite heeft een ingebouwde webserver. Handig als je even snel een directory met zijn volledige inhoud op internet wilt delen. Dan voer je eenvoudigweg de volgende opdracht uit:

pagekite /pad/naar/directory jesubdomein.pagekite.me +indexes

Zonder de optie +indexes krijg je niet de inhoud van de directory te zien, maar het bestand index.html of (als de directory zo’n bestand niet bevat) een foutmelding. Ook hier weer sluit je Pagekite (en dus de publieke beschikbaarheid van je bestanden) af met Ctrl+C.

Als je al een webserver draait op je Pi, dan is die uiteraard ook met Pagekite publiek beschikbaar te maken. Installeer bijvoorbeeld de lichtgewicht webserver lighttpd:

sudo apt-get install lighttpd

Een maak de webserver dan publiek beschikbaar op je Pagekite-domein met:

pagekite 80 jesubdomein.pagekite.me

Met 80 verwijzen we hier naar de poort 80 waarop een webserver standaard draait. Pas het poortnummer aan als je dat in de configuratie van je webserver aangepast hebt.

Of je nu met de ingebouwde of je eigen webserver werkt, maakt niet uit. Als je in je browser, het maakt niet uit op welke locatie, jesubdomein.pagekite.me bezoekt, krijg je toegang tot de webserver. Bovendien beveiligt Pagekite de verbinding automatisch met ssl, waardoor je website ook met https is te bezoeken, zelfs als je op je webserver geen ssl hebt geconfigureerd.

©PXimport

Pagekite beveiligen

Zodra je iets publiek aanbiedt op internet, is het heel belangrijk dat je beveiliging goed zit. De vorige opdrachten delen je webserver gewoon voor iedereen op internet. Dat is oké als dat de bedoeling is, maar niet als het om bestanden met gevoelige inhoud gaat die je alleen met specifieke personen wilt delen.

De beveiliging hoor je eigenlijk in de server zelf in te bouwen, maar Pagekite biedt ook enkele eenvoudige manieren om de toegang tot je server te beperken. Met de optie +password/GEBRUIKERSNAAM=WACHTWOORD stel je in dat alleen wie de gegeven gebruikersnaam en het wachtwoord dat erbij hoort toegang krijgt tot de server.

Met de optie +ip/IPADRES=ok of +ip/SUBNET=ok beperk je de toegang tot je server toe een specifiek ip-adres of subnet. Je kunt bovendien meerdere keren de opties +ip combineren om meerdere adressen of bereiken toe te voegen, of meerdere keren +password om meerdere gebruikers toegang te geven.

SSH

Een andere server die heel handig is om op internet te delen, is ssh (Secure SHell). Op die manier log je bijvoorbeeld van overal op je Raspberry Pi in. Let op: verander dan wel het standaard wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht

passwd

Zorg eerst dat de ssh-server zeker ingeschakeld is. Voer daarvoor

sudo raspi-config

uit en schakel de ssh-server in onder Advanced Options. Laat dan Pagekite de ssh-server op internet delen met de volgende opdracht:

pagekite 22 ssh:jesubdomein.pagekite.me

Pagekite beschouwt alles wat je deelt wel als een webserver. Daardoor moet je je ssh-client nog configureren om de toegang tot de ssh-server via een http-proxy te laten verlopen. In Putty doe je dat door na het invoeren van de hostnaam (jesubdomein.pagekite.me) links naar Connection / Proxy te gaan en dan HTTP aan te vinken. Vul dan bij Proxy hostname je Pagekite-domein in en bij Port poortnummer 443. Klik tot slot op Open om de ssh-verbinding naar je Pi te starten.

Kites beheren

Tot nu toe hebben we ad hoc Pagekite gestart om servers toegankelijk te maken. Zodra we op Ctrl+C drukten, stopte Pagekite. Maar je kunt ook Pagekite automatisch laten starten bij het starten van je Pi en een vooraf geconfigureerde lijst van servers toegankelijk maken.

Schakel allereerst Pagekite in, zodat het programma automatisch gestart wordt:

sudo systemctl enable pagekite.service

En start de service ook:

sudo systemctl start pagekite.service

Nu kun je servers aan de configuratie van Pagekite toevoegen. Dat doe je met dezelfde opdrachten als we hierboven gebruikten, maar dan met de extra optie --add. Wil je bijvoorbeeld je lokale webserver via Pagekite beschikbaar maken, voer dan de volgende opdracht uit:

pagekite --add 80 jesubdomein.pagekite.me

Voer op deze manier alle servers die je wilt delen in. Op elk moment kun je opvragen welke servers Pagekite in zijn configuratie heeft staan:

pagekite --list

Tijdelijk een server uitschakelen is ook mogelijk:

pagekite --disable ssh:jesubdomein.pagekite.me

Of een server uit de configuratie van Pagekite verwijderen:

pagekite --remove ssh:jesubdomein.pagekite.me

Kopieer daarna het configuratiebestand naar de systeemconfiguratie van Pagekite:

sudo cp ~/.pagekite.rc /etc/pagekite.d/10_account.rc

En herstart Pagekite met:

sudo systemctl restart pagekite.service

Nu zijn al je geconfigureerde servers automatisch na het starten van je Raspberry Pi bereikbaar op internet via Pagekite.

Tot slot

Nu je Pagekite onder de knie hebt, is het beschikbaar maken van servers slechts een kwestie van wat extra configuratie. De mogelijkheden zijn eindeloos. Draai bijvoorbeeld een vnc-server op je Pi om de desktopomgeving van je Pi over internet te delen. Op die manier start je van overal grafische programma’s op je Pi op alsof je er vlak voor zit.

Of draai GNU MediaGoblin op je Pi om een fotogalerij aan te bieden. Of draai Owncloud of Nextcloud om cloudopslag zoals Dropbox op je eigen server te draaien en er van overal toegang tot te krijgen. Of wie weet wil je wel je eigen Diaspora-node thuis draaien om deel te nemen aan het gelijknamige gedistribueerde sociale netwerk.

Op de website van Pagekite vind je allerlei informatie over het instellen van deze en nog veel andere servers voor gebruik met Pagekite. Houd er wel rekening mee dat sommige pagina’s op de wiki wat verouderd zijn en niet meer gelden voor nieuwere versies van Pagekite en de besproken servers.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond
© M.studio - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week voor je op zoek naar zulke aanbiedingen. Met Kerst en Oud en Nieuw voor de deur is het weer tijd om te bedenken wat je wil gaan eten. Wat dacht je van fondueen? Met deze vijf fonduesets maak je indruk op je vrienden en familie.

Met een fondueset smelt je de lekkerste kazen en dep je je broodje of vlees in bouillon of kaas. Fonduesets zijn de ultieme sfeermakers voor de feestdagen, of het nu met vrienden is of familie en of je kiest voor romige kaas, bouillon of chocolade; het is op en top genieten. Een absolute must-have voor elke levensgenieter en perfect voor de feestdagen. Wij vonden vijf betaalbare fonduesets voor je.

Boska Elektrische Fondueset Pro - 8 personen

De Boska Elektrische Fondueset Pro is ontworpen voor liefhebbers van kaas‑ en vleesfondue. De set bestaat uit een geëmailleerde gietijzeren pot met een inhoud van circa 2,15 liter, waardoor je genoeg ruimte hebt voor een volledige kaasfondue of bouillon. Het verwarmingselement is elektrisch en beschikt over een instelbare thermostaat; hierdoor kun je de temperatuur naar wens aanpassen voor verschillende soorten fondue. Een handig indicatielampje laat zien wanneer het element aan staat. De pot staat op een stevige basis en heeft een extra lang snoer van twee meter, zodat je hem makkelijk midden op tafel plaatst. Bij de set worden acht fonduevorken geleverd die zijn voorzien van gekleurde markeringen. De combinatie van gietijzer en emaille zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en eenvoudige reiniging.

Swissmar Lausanne 11‑delige fondueset - 6 personen

De Zwitserse fabrikant Swissmar levert met de Lausanne een 11‑delige fondueset die is gericht op traditioneel fonduen. De set bestaat uit een koperen pan met een geëmailleerde binnenkant en een zware RVS‑branderschaal. Doordat koper de warmte snel opneemt en verdeelt, is de fondue snel op temperatuur. De pan staat op een robuuste stalen houder waarin een brander met regelaar zit; hiermee pas je de vlamsterkte aan voor kaas‑, bouillon‑ of chocoladefondue. In de doos zitten verschillende accessoires, waaronder zes vorkjes en een branderschaal. Deze set is niet elektrisch, waardoor je hem zelfs buiten of op de camping kunt gebruiken.

Mäser Fondueset - 4 personen

De fondueset van Mäser bestaat uit een roestvrijstalen pan met bijbehorende brander. Roestvrij staal is slijtvast en eenvoudig te reinigen; je kunt de pan na gebruik in de vaatwasser zetten. De set heeft een inhoud van rond één liter, voldoende voor een kaas‑ of chocoladefondue voor een klein gezelschap. Er worden meerdere fonduevorkjes meegeleverd met gekleurde puntjes om ze te onderscheiden. Dankzij de stevige basis staat de pan stabiel op tafel, terwijl de gelijkmatige warmteverdeling voorkomt dat de inhoud aanbrandt. Omdat het geen elektrisch toestel is, gebruik je de brander met brandgel of spiritus.

Baumalu 385050 fondueset - 6 personen

Deze fondueset van Baumalu bestaat uit een zware gietijzeren pan die op een decoratieve houten plaat staat. Gietijzer houdt de warmte goed vast en is geschikt voor zowel kaas‑ als chocoladefondue. De bijgeleverde brander plaats je onder de pan; je regelt de vlamsterkte met een draaiknop. Omdat de pot stevig op de houten plaat staat, blijft hij stabiel en kras je niet op de tafel. In de set zitten fonduevorkjes met houten handvatten.

Tristar FO‑1107 Fonduepan - 8 personen

De Tristar FO‑1107 is een elektrische fondueset met een inhoud van ongeveer 1,5 liter. Je gebruikt deze pan voor verschillende soorten fondue, zoals kaas, bouillon of chocolade. Het verwarmingselement levert circa 1000 watt en heeft een instelbare thermostaat, zodat je de temperatuur kunt aanpassen aan het type fondue. Een indicatielampje geeft aan wanneer het apparaat actief is. De pan heeft een antiaanbaklaag, een cool‑touch handgreep en staat op een antislipvoet voor extra stabiliteit. Er worden acht fonduevorkjes meegeleverd en door de ring bovenop blijven de vorkjes op hun plek tijdens het fonduen.

▼ Volgende artikel
Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde
© px.palette
Huis

Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde

Papieren facturen, garantiebonnetjes, contracten en andere documenten slingeren al snel overal rond. Waarom niet alles digitaal bewaren, zodat je het in enkele klikken terugvindt? In dit artikel vind je gratis tools en praktische tips om je administratie te scannen, te taggen, doorzoekbaar te maken en veilig op te slaan zonder veel gedoe.

Wat gaan we doen?

We geven diverse tips en tools om administratieve en andere papieren documenten efficiënt en ordelijk te digitaliseren. Dat gaat van scannen en OCR’en tot organiseren, automatiseren, back-uppen en meer.

Tip 1: Scanner

Stel, je wilt een hele reeks documenten digitaliseren, zoals garantiebewijzen of facturen. We gaan ervan uit dat je een scanner in huis hebt, eventueel als onderdeel van een all-in-one-printer. Zo’n toestel is goed geschikt voor stabiele, rechte scans, en een (soms optionele) documentinvoer maakt het extra handig bij grotere aantallen. Je scant het best op zo’n 300 dpi, in grijswaarden of kleur, en bewaart het resultaat bij voorkeur als pdf. Helaas genereert de meegeleverde scansoftware vaak alleen pdf’s met een afbeelding van de tekst, waardoor je die later niet kunt doorzoeken of kopiëren.

©OttoPles

Er bestaan ook heel wat printers met een ingebouwde scanner.

Tip 2: NAPS2

Gebruik in dit geval beter scansoftware met geïntegreerde OCR, zoals het gratis en opensource NAPS2 (www.naps2.com, Windows, macOS en Linux). Start de app, klik op Nieuw profiel en op Apparaat kiezen om je scanner te selecteren. Je kunt kiezen uit drie drivertypes: WIA (ingebouwd in Windows, beperkt), TWAIN (krachtiger) en ESCL (voor moderne netwerk- of wifi-scanners, vergelijkbaar met Apple AirScan). Doorgaans kies je voor TWAIN. Stel de scanopties in en open Geavanceerd voor extra instellingen. Typ een profielnaam en bevestig met OK.

Klik nu op de knop OCR en download de gewenste talen, zoals Dutch en English. Plaats een vinkje bij PDFs doorzoekbaar maken middels OCR en kies taal en modus (Snel of Beste). Vink ook de andere opties aan en druk op Scannen.

Klik daarna op het pijlknopje bij PDF opslaan en kies PDF-instellingen. Vul bij Standaard bestandspad een bestandsnaam in – gebruik eventueel ‘placeholders’ als $(YY)-$(MM)-$(DD) – en kies bij Compatibiliteit bij voorkeur PDF/A, zoals PDF/A-2b. Dit formaat slaat namelijk alle lettertypes, kleurprofielen en structuurinformatie in het bestand zelf op, wat ‘garandeert’ dat je het document ook jaren later nog in zijn oorspronkelijke vorm te zien krijgt. Vink Onthoud deze instellingen aan, klik op OK, selecteer de scans en kies PDF opslaan. Het is trouwens ook mogelijk om een (niet-doorzoekbaar) pdf-bestand in NAPS2 te importeren, dit vervolgens te OCR’en en als PDF/A te bewaren.

NAPS2 is prima opensource-scansoftware, met geïntegreerde meertalige OCR-module.

Pdf-printer

De focus van dit artikel ligt op papieren brondocumenten, maar we willen zeker ook (de gratis versie van) PDFCreator vermelden (www.pdfforge.org/pdfcreator). Je kunt deze namelijk als virtuele printer installeren om zo allerlei documenttypen om te zetten naar PDF(/A).

Start na installatie de app, open het tabblad Printer, vink PDFCreator aan en kies via de moersleutel het bestaande profiel PDF/A (archiefbestand). Bevestig met Opslaan en sluit de app. Open nu een document in een willekeurige toepassing, open het afdrukvenster en selecteer PDFCreator als printer. Een dialoogvenster opent waarin je het document meteen kunt opslaan als PDF/A-bestand (standaardversie 2b, maar dit is aanpasbaar via het uitklapmenu).

Je kunt zo’n virtuele printer ook inzetten om documenten automatisch als PDF/A op te slaan in een zelf te bepalen map. Maak hiervoor in PDFCreator op het tabblad Profielen een nieuw profiel aan (bijvoorbeeld PDF/A in map Facturen), kies bijvoorbeeld PDF/A-2b als formaat en geef tevens een specifieke opslaglocatie op. Koppel dit profiel op het tabblad Printer aan een nieuwe virtuele printer (bijvoorbeeld PDF/A-facturen). Zo maak je meerdere profielen en printers aan, waarbij elk PDF/A-bestand automatisch in een andere map terechtkomt.

Je kunt ook meerdere virtuele printers aanmaken, telkens met een aangepast profiel.

Tip 3: Mobiel

Een vlakbedscanner is zeker handig, maar niet noodzakelijk, want je kunt tegenwoordig ook prima scannen met je smartphone. Met de juiste app wordt het beeld automatisch ge-OCR’d en indien nodig rechtgetrokken. Een van de betere apps is Adobe Scan, beschikbaar via www.kwikr.nl/adobescan of in de appstore van Android en iOS.

Installeer en start de app. De gratis versie volstaat meestal, al laat de betaalde versie (circa 10 euro per maand) je onder meer tot 100 pagina’s per bestand scannen (in plaats van 25) en pdf’s exporteren naar Office 365-formaten.

Meld je aan, bijvoorbeeld via je Google-account, en tik op Scan. Je kunt het resultaat onder meer uitsnijden, roteren en de helderheid en het contrast aanpassen. Kies Blijven scannen voor extra pagina’s of tik op PDF opslaan zodra je klaar bent. De pdf belandt standaard in je Adobe-account (https://acrobat.adobe.com), maar je kunt het bestand ook delen of (via Meer) bijvoorbeeld opslaan in Google Drive. Het pdf-bestand is standaard doorzoekbaar, controleer bij Voorkeuren of Tekstherkenning uitvoeren op opgeslagen PDF wel is ingeschakeld, maar het is geen PDF/A. Wil je dat, dan kun je het bestand alsnog omzetten met reeds eerder vermelde, gratis tools als NAPS2 of PDFCreator (zie ook kader ‘Pdf-printer’).

Met (het gratis) Adobe Scan kun je ook meerdere pagina’s laten OCR’en en in één pdf bewaren.

Tip 4: Tags koppelen

Om naderhand snel het gewenste document te kunnen terugvinden, zorg je er dus allereerst voor dat je documenten doorzoekbaar zijn (bij pdf’s kan dit via OCR: zie tip 2). Je kunt gerust ook zelf extra trefwoorden, zeg maar digitale kleefbriefjes, aan je documenten koppelen.

Met een tool als TagSpaces (www.tagspaces.org, Windows, macOS en Linux) tag je in één keer meerdere bestanden en mappen met eigen trefwoorden. Bestaande tags voeg je simpelweg toe door ze naar bestanden te slepen. TagSpaces heeft ook een krachtige zoekfunctie waarmee je snel documenten met de juiste tag(s) terugvindt.

Handig zijn ook ‘smart tags’: je bepaalt dan zelf de criteria, waarna nieuwe bestanden automatisch de juiste tags krijgen. Deze tags kun je opslaan in aparte sidecar-bestanden (JSON) of je voegt ze achteraan de bestandsnaam toe: een bestand als aanpassing.pdf bijvoorbeeld wordt dan iets als aanpassing[huur indexering].pdf. De betaalde Pro-versie (42 euro per jaar) heeft enkele geavanceerde opties, zoals het toekennen van tags op basis van lokale AI-taalmodellen.

TagSpaces is een krachtige taggingtool, maar met een zekere leercurve.

Tip 5: Tags zoeken

Vind je TagSpaces toch wat overkill, dan zijn er andere manieren om documenten van (doorzoekbare) trefwoorden te voorzien. Je kunt in Verkenner (met sneltoets F2) trefwoorden toevoegen aan de bestandsnaam, maar het kan ook anders. Klik met rechts op een bestand of selectie, kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Afhankelijk van het bestandstype kun je hier tags toevoegen bij velden als Titel, Onderwerp, Labels, Categorieën en Opmerkingen. Dit werkt goed bij bijvoorbeeld Office-bestanden en afbeeldingen, maar pdf-documenten laten zich minder makkelijk taggen. Dit kan bijvoorbeeld wel bij het aanmaken van zo’n document vanuit NAPS2 of PDFCreator. Bij deze laatste kun je bij een profiel titel, auteur, onderwerp en trefwoorden meegeven.

Vanuit de Verkenner kun je vervolgens zoeken op deze tags, ook in pdf-bestanden (ook al zijn ze niet zichtbaar op het tabblad Details). Navigeer naar de juiste map of het station en typ in de zoekbalk van de Verkenner labels:<trefwoord>.

Werkt dit niet, dan ontbreekt waarschijnlijk een geschikt zoekfilter. Je kunt zo’n Adobe-IFilter alsnog installeren via deze link. Je kunt dit controleren vanuit het Configuratiescherm: open Indexeringsopties, klik op Geavanceerd en scrol op het tabblad Bestandstypen naar pdf. Daar hoort PDF Filter (of eventueel Reader Search Handler) te staan, en Eigenschappen en inhoud van het bestand indexeren moet zijn ingeschakeld. Zorg er tevens voor dat alle gewenste mappen zijn opgenomen bij Deze locaties beheren (via de knop Wijzigen).

Met het juiste filter kun je ook vanuit de Verkenner naar tags binnen pdf-documenten zoeken.

Tip 6: Opslagstructuur

Je documenten zijn nu doorzoekbaar en mogelijk ook getagd, maar er is nog een derde belangrijk aspect: bewaar alles met logische bestandsnamen in een doordachte mappenstructuur.

Voor bestandsnamen plaats je de belangrijkste info, zoals projectnaam en/of datum, liefst vooraan. Gebruik de ISO-notatie (JJJJ-MM-DD), zodat je bestanden makkelijk chronologisch sorteert. Zoals vermeld in tips 4 en 5 kun je de naam aanvullen met trefwoorden, gescheiden door een koppelteken of onderstrepingsteken (vermijd spaties of speciale tekens). Eventueel voeg je achteraan een versienummer toe, zoals _v1. Een voorbeeld is 2025-08-31_Huurcontract_Appartement_v1.pdf.

Breng de bestanden onder in een logische structuur, bijvoorbeeld op datum, per project of klant, of per categorie (zoals Huis, Werk, Gezondheid, Financieel enzovoort). Je zult merken: dankzij consistente map- en bestandsnamen vind je documenten sneller terug.

Sneller zoeken binnen een logische mappenstructuur (en met labels).

Tip 7: Organisatietool

Je hebt een logische mappenhiërarchie opgezet, maar je moet natuurlijk ook zorgen dat documenten in de juiste map terechtkomen. Externe hulp van een organisatietool als het gratis Dropit (www.dropitproject.com, werkt nog onder Windows 11) of File Juggler (www.filejuggler.com, betaalde versie 44 euro) kan daarbij handig zijn. We bekijken kort deze laatste.

Start de geïnstalleerde tool op en klik op Add rule (of eerst op Add rule group als je de regels wilt categoriseren). Stel dat je alle pdf’s die in de map \gedeeld terechtkomen automatisch wilt verplaatsen op basis van trefwoorden. Vul dan Description in en klik op de knop met drie puntjes bij Monitor om de bronmap te kiezen. Via het tandwielpictogram kun je eventueel Examine everything regularly <frequentie> between checks instellen, wat ook goed werkt voor gedeelde netwerkmappen.

Klik daarna op de plus-knop bij If en stel het filtercriterium in, bijvoorbeeld: Any of the following / Other / PDF Properties / Keywords. Bevestig met Insert en geef het trefwoord op bij Contains / Text. Je kunt via de plus-knop extra filters instellen en kiezen tussen Any of All of the following.

Leg nu de gewenste actie vast bij Then: klik op de plusknop, kies bijvoorbeeld Move file en vul de doelmap in bij to. Bewaar je filter met Save and close. Op het tabblad Rules klik je op de pijlknop naast je filter om het te activeren. Test het resultaat.

Organiseer je bestanden automatisch op basis van eigen, gecombineerde zoekfilters.

DMS

Met de tips rond doorzoekbaar maken, taggen en ordenen uit dit artikel, en met tools als TagSpaces en File Juggler, raak je al ver. Wil je je administratie nog professioneler organiseren, dan kom je uit bij een volwaardig Document Management System, kortweg DMS. Flexibele opensource-tools zijn bijvoorbeeld Papermerge en Paperless NGX. Beide installeer je het makkelijkst op Windows via Docker (Docker Desktop for Windows, met WSL2).

Na installatie bereik je het browserdashboard van de tool standaard via http://<ip-adres>:8000. Beide tools bieden OCR aan om gescande documenten doorzoekbaar te maken. Je documenten kunnen ook automatisch worden verwerkt op basis van eigen filters, en er zijn krachtige zoekopties ingebouwd. Beide tools kun je meteen uitproberen via een online demo (log in met demo / demo).

Een krachtig DMS als Paperless-ngx maakt het bijhouden van je administratie veel efficiënter.

Tip 8: Zoektool

Zoals gezegd laat de ingebouwde zoektool in Windows je met de juiste filters en instellingen ook zoeken naar metadata, zoals trefwoorden in pdf’s. Met zoekfilters en operatoren zijn zelfs complexe opdrachten mogelijk, zoals labels:factuur auteur:Toon van Daele grootte:>300kB gewijzigdop:dit jaar. Echt gebruiksvriendelijk of handig is deze functie helaas niet. Je bent dan beter af met een tool als Agent Ransack (alias Filelocator Pro, www.mythicsoft.com/agentransack). Ook de gratis Lite-versie ondersteunt netwerkshares, Booleaanse operatoren, reguliere expressies en zoeken naar metadata via IFilter.

Start de tool, zet deze op Expert en open het tabblad Hoofd. Vul bij Bevat tekst je zoekterm in en bij Zoek in het gewenste station of de map. Eventueel kun je ook filters instellen voor Grootte en Gewijzigd Na / Voor. Op het tabblad Datum voeg je extra tijdsfilters toe en op het tabblad Opties vink je zeker Office en PDF documenten aan. Vul je bij Bevat tekst een pdf-trefwoord in, dan vindt Agent Ransack ook de bijbehorende bestanden. In het tabblad Treffers (rechtsonder) zie je bij gevonden bestanden bijvoorbeeld Keywords: <gezocht_trefwoord>. Met een dubbelklik open je meteen het bestand.

Agent Ransack laat gecombineerde en krachtige filters toe en zoekt ook in metadata.

Tip 9: Back-ups

Je administratie digitaliseren is een goed idee, maar dit is pas veilig met een degelijke back-upstrategie. Het best hanteer je hier de 3-2-1-regel: drie datakopieën (hoofdversie en twee back-ups), op twee soorten media, waarvan minstens één kopie op een andere locatie. Zo bescherm je je data tegen hardwarestoringen, ransomware, brand en diefstal.

Een uitstekende gratis en opensource back-uptool is Duplicati (www.duplicati.com, Windows en macOS), die we zelf al jaren dagelijks geautomatiseerd gebruiken voor back-ups naar zowel een netwerkschijf (NAS) als de cloud (Google Drive).

Installeer het gedownloade msi-bestand. Klik na afloop met rechts op het programma-pictogram in het Windows-systeemvak en kies Open om het browserdashboard te starten. Verschijnt First Run Setup, klik dan op Yes en stel een wachtwoord in. Je kunt Duplicati in je browser openen via http://localhost:8200. Wil je ook toegang vanaf een andere pc in je netwerk, open Instellingen in Duplicati en vink Remote toegang toestaan aan, zodat het dashboard bereikbaar is via http://<intern_ip-adres>:8200. Klik vervolgens op +Back-up toevoegen, laat Een nieuwe back-up instellen geselecteerd en vul een naam in. Schakel bij opslag buiten je netwerk versleuteling in. Geef vervolgens doel- en bronlocatie op en bepaal wanneer en hoe vaak de back-up wordt uitgevoerd. Duplicati maakt standaard incrementele back-ups, waarbij alleen nieuwe of gewijzigde data worden opgeslagen, waardoor het back-upvolume beperkt blijft.

Duplicati is een betrouwbare, gebruiksvriendelijke en flexibele back-uptool.

Tip 10: Beveiliging

Een goede back-upstrategie is cruciaal om je data veilig te bewaren, maar veiligheid draait ook om privacy. De beste manier om te voorkomen dat onbevoegden inzage krijgen in je (medische, financiële …) gegevens is versleuteling. In tip 9 vermeldden we al dat je in Duplicati back-ups automatisch kunt versleutelen met sterke AES-256-encryptie. Maar ook de data op je originele opslaglocatie wil je wellicht beveiligen.

Hiervoor kun je een gratis opensource-tool als VeraCrypt gebruiken, die naast containerbestanden ook complete partities of schijven kan versleutelen met sterke algoritmen als AES-256. We hebben niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar hier vind je meer uitleg. Ook handig is Cryptomator om via je lokale synchronisatiemap data te versleutelen bij cloudopslagdiensten als Google Drive, OneDrive of Dropbox. Je vindt hier meer uitleg daarover.

Daarnaast kun je voor diverse documenttypes ook individuele bestanden beveiligen met een wachtwoord, al is dit vaak minder robuust dan een volledig versleutelde opslaglocatie. Dit kan bijvoorbeeld vanuit verschillende Office-applicaties, maar ook met pdf-tools zoals NAPS2 (bij PDF-instellingen vink je PDF versleutelen aan) en PDFCreator (bij Profielen, via Actie toevoegen / Versleuteling).

Ook in NAPS2 kun je pdf-documenten met een wachtwoord beveiligen.