ID.nl logo
Huis

Externe toegang tot je thuisnetwerk zonder NAT

Klanten van KPN met een 4G only-abonnement voor het buitengebied klagen sinds eind maart dat zij van buitenaf niet meer met hun thuisnetwerk kunnen verbinden. Er is gelukkig een simpele oplossing, die ook bruikbaar is voor wie geen KPN-klant is: regel externe toegang met Pagekite.

Als je in je thuisnetwerk een server opzet, is die standaard alleen binnen je eigen netwerk bereikbaar. Wil je ook van buitenaf bij je webserver, nas of beveiligingscamera kunnen, dan moet je daar nog het een en ander voor configureren. Zo dien je een statisch ip-adres aan je server toe te kennen. Dan moet je in je internetmodem/router portforwarding instellen, zodat die alle aanvragen op een specifieke poort op je publieke ip-adres naar het statische ip-adres van je server omleidt. Vaak dien je ook nog in de firewallregels van je router die poort open te zetten.

Maar dan is het nog niet gedaan: aangezien veel modems van internetabonnementen thuis geen vast ip-adres krijgen, heb je ook een dynamische dns (ddns) nodig, zodat je eigen domeinnaam altijd naar je publieke ip-adres verwijst, ook als dat verandert. Kortom, even een server thuis buiten je thuisnetwerk beschikbaar stellen, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is allemaal wel mogelijk, maar je verliest er heel wat tijd mee en maakt gemakkelijk fouten.

Wat is Pagekite?

Pagekite biedt een eenvoudige oplossing hiervoor. In enkele seconden maak je een thuisserver overal beschikbaar, en dat zonder je te moeten bezighouden met poorten, firewallregels, het wachtwoord van je router (wat was dat ook alweer?) en het configureren van een ddns-dienst.

Het enige wat je daarvoor hoeft te doen, is op je server het Python-script pagekite draaien. Dat werkt op Windows, macOS, Linux en BSD. Je dient je ook voor de Pagekite-dienst in te schrijven. Je krijgt sowieso een maand de tijd om de dienst gratis te proberen. Daarna betaal je hoeveel je wilt.

Het project stelt 3 dollar per maand voor en heeft er blijkbaar ook geen problemen mee dat individuen niets betalen voor persoonlijk gebruik, zolang ze één keer per maand een formulier invullen om te zeggen waarvoor ze Pagekite inzetten. Als je echt niet van de Pagekite-dienst wilt afhangen, dan is het ook mogelijk om zelf een Pagekite front-end te draaien op een server met publiek ip-adres (zie het kader ‘Draai je eigen Pagekite front-end’).

De ontwikkelaars van Pagekite noemen hun systeem een dynamische, getunnelde reverse proxy. Die bestaat uit een back-end en een front-end. De back-end draai je op je server. Dit Python-script configureert dns (zie het kader ‘Dns?’) voor je server en opent een tunnel naar een wereldwijde pool van front-end-relays (doorgevers). Die relays van het Pagekite-project zijn servers met een publiek ip-adres en zijn voor iedereen op internet bereikbaar.

De front-end-software op die relays leidt aanvragen om via de tunnel die door je back-end is opgezet. Je server ontvangt dan een aanvraag (bijvoorbeeld voor een webserver) en stuurt het antwoord terug via de tunnel. Zo is je server indirect op een publiek domein bereikbaar, terwijl het niet rechtstreeks publiek bereikbaar is.

Pagekite installeren

Pagekite draait zoals gezegd op Windows, MacOS, Linux en BSD. We tonen hier hoe je het op Linux installeert, bijvoorbeeld op een Raspberry Pi. Op de andere besturingssystemen verloopt de installatie vergelijkbaar, maar onder Windows moet je eerst nog Python 2.7 installeren. De back-end is immers een Python-script, en op Windows is in tegenstelling tot Linux en macOS niet standaard Python geïnstalleerd.

In principe kun je het Python-bestand pagekite.py gewoon downloaden, maar het is handiger om het als een pakket te installeren, zodat je updates krijgt. Debian (en dus ook Raspbian voor de Raspberry Pi) heeft een pakket van Pagekite in zijn standaardrepository, maar dat is vrij oud. Gelukkig hebben de makers van Pagekite hun eigen repository opgezet.

Voeg daarom eerst de repository van Pagekite toe in Raspbian:

echo deb http://pagekite.net/pk/deb/ pagekite main | sudo tee -a /etc/apt/sources.list

Voeg dan de sleutel toe waarmee de ontwikkelaars van Pagekite hun pakketten ondertekenen:

sudo apt-key adv --recv-keys --keyserver keys.gnupg.net AED248B1C7B2CAC3

Update de pakketbronnen en installeer tot slot Pagekite:

sudo apt-get update sudo apt-get install pagekite

De eerste keer moet je nog een account aanmaken bij de Pagekite-dienst. Het programma helpt je daarbij. Pagekite is een opdrachtregelprogramma, dus voor de Raspberry Pi start je een Putty-sessie op en voer je het daarin uit:

pagekite –signup

Je krijgt dan enkele vragen, zoals je e-mailadres en de naam van je eerste ‘kite’. Wat Pagekite een kite noemt, is de naam die je aan je server verbindt. Standaard krijg je een subdomein van de domeinnaam pagekite.me, maar het is ook mogelijk om een kite aan je eigen domeinnaam te koppelen.

Vul dus het subdomein in dat je graag hebt. Je krijgt dan een e-mail met activatielink. Klik daarop binnen de 15 minuten om je account te activeren, daarna start Pagekite. Stop het programma met een druk op Ctrl+C.

Webserver op internet

Het eerste wat je kunt doen, is een webserver op je Raspberry Pi publiek maken. Daarvoor hoef je zelfs geen webserver te draaien, want Pagekite heeft een ingebouwde webserver. Handig als je even snel een directory met zijn volledige inhoud op internet wilt delen. Dan voer je eenvoudigweg de volgende opdracht uit:

pagekite /pad/naar/directory jesubdomein.pagekite.me +indexes

Zonder de optie +indexes krijg je niet de inhoud van de directory te zien, maar het bestand index.html of (als de directory zo’n bestand niet bevat) een foutmelding. Ook hier weer sluit je Pagekite (en dus de publieke beschikbaarheid van je bestanden) af met Ctrl+C.

Als je al een webserver draait op je Pi, dan is die uiteraard ook met Pagekite publiek beschikbaar te maken. Installeer bijvoorbeeld de lichtgewicht webserver lighttpd:

sudo apt-get install lighttpd

Een maak de webserver dan publiek beschikbaar op je Pagekite-domein met:

pagekite 80 jesubdomein.pagekite.me

Met 80 verwijzen we hier naar de poort 80 waarop een webserver standaard draait. Pas het poortnummer aan als je dat in de configuratie van je webserver aangepast hebt.

Of je nu met de ingebouwde of je eigen webserver werkt, maakt niet uit. Als je in je browser, het maakt niet uit op welke locatie, jesubdomein.pagekite.me bezoekt, krijg je toegang tot de webserver. Bovendien beveiligt Pagekite de verbinding automatisch met ssl, waardoor je website ook met https is te bezoeken, zelfs als je op je webserver geen ssl hebt geconfigureerd.

©PXimport

Pagekite beveiligen

Zodra je iets publiek aanbiedt op internet, is het heel belangrijk dat je beveiliging goed zit. De vorige opdrachten delen je webserver gewoon voor iedereen op internet. Dat is oké als dat de bedoeling is, maar niet als het om bestanden met gevoelige inhoud gaat die je alleen met specifieke personen wilt delen.

De beveiliging hoor je eigenlijk in de server zelf in te bouwen, maar Pagekite biedt ook enkele eenvoudige manieren om de toegang tot je server te beperken. Met de optie +password/GEBRUIKERSNAAM=WACHTWOORD stel je in dat alleen wie de gegeven gebruikersnaam en het wachtwoord dat erbij hoort toegang krijgt tot de server.

Met de optie +ip/IPADRES=ok of +ip/SUBNET=ok beperk je de toegang tot je server toe een specifiek ip-adres of subnet. Je kunt bovendien meerdere keren de opties +ip combineren om meerdere adressen of bereiken toe te voegen, of meerdere keren +password om meerdere gebruikers toegang te geven.

SSH

Een andere server die heel handig is om op internet te delen, is ssh (Secure SHell). Op die manier log je bijvoorbeeld van overal op je Raspberry Pi in. Let op: verander dan wel het standaard wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht

passwd

Zorg eerst dat de ssh-server zeker ingeschakeld is. Voer daarvoor

sudo raspi-config

uit en schakel de ssh-server in onder Advanced Options. Laat dan Pagekite de ssh-server op internet delen met de volgende opdracht:

pagekite 22 ssh:jesubdomein.pagekite.me

Pagekite beschouwt alles wat je deelt wel als een webserver. Daardoor moet je je ssh-client nog configureren om de toegang tot de ssh-server via een http-proxy te laten verlopen. In Putty doe je dat door na het invoeren van de hostnaam (jesubdomein.pagekite.me) links naar Connection / Proxy te gaan en dan HTTP aan te vinken. Vul dan bij Proxy hostname je Pagekite-domein in en bij Port poortnummer 443. Klik tot slot op Open om de ssh-verbinding naar je Pi te starten.

Kites beheren

Tot nu toe hebben we ad hoc Pagekite gestart om servers toegankelijk te maken. Zodra we op Ctrl+C drukten, stopte Pagekite. Maar je kunt ook Pagekite automatisch laten starten bij het starten van je Pi en een vooraf geconfigureerde lijst van servers toegankelijk maken.

Schakel allereerst Pagekite in, zodat het programma automatisch gestart wordt:

sudo systemctl enable pagekite.service

En start de service ook:

sudo systemctl start pagekite.service

Nu kun je servers aan de configuratie van Pagekite toevoegen. Dat doe je met dezelfde opdrachten als we hierboven gebruikten, maar dan met de extra optie --add. Wil je bijvoorbeeld je lokale webserver via Pagekite beschikbaar maken, voer dan de volgende opdracht uit:

pagekite --add 80 jesubdomein.pagekite.me

Voer op deze manier alle servers die je wilt delen in. Op elk moment kun je opvragen welke servers Pagekite in zijn configuratie heeft staan:

pagekite --list

Tijdelijk een server uitschakelen is ook mogelijk:

pagekite --disable ssh:jesubdomein.pagekite.me

Of een server uit de configuratie van Pagekite verwijderen:

pagekite --remove ssh:jesubdomein.pagekite.me

Kopieer daarna het configuratiebestand naar de systeemconfiguratie van Pagekite:

sudo cp ~/.pagekite.rc /etc/pagekite.d/10_account.rc

En herstart Pagekite met:

sudo systemctl restart pagekite.service

Nu zijn al je geconfigureerde servers automatisch na het starten van je Raspberry Pi bereikbaar op internet via Pagekite.

Tot slot

Nu je Pagekite onder de knie hebt, is het beschikbaar maken van servers slechts een kwestie van wat extra configuratie. De mogelijkheden zijn eindeloos. Draai bijvoorbeeld een vnc-server op je Pi om de desktopomgeving van je Pi over internet te delen. Op die manier start je van overal grafische programma’s op je Pi op alsof je er vlak voor zit.

Of draai GNU MediaGoblin op je Pi om een fotogalerij aan te bieden. Of draai Owncloud of Nextcloud om cloudopslag zoals Dropbox op je eigen server te draaien en er van overal toegang tot te krijgen. Of wie weet wil je wel je eigen Diaspora-node thuis draaien om deel te nemen aan het gelijknamige gedistribueerde sociale netwerk.

Op de website van Pagekite vind je allerlei informatie over het instellen van deze en nog veel andere servers voor gebruik met Pagekite. Houd er wel rekening mee dat sommige pagina’s op de wiki wat verouderd zijn en niet meer gelden voor nieuwere versies van Pagekite en de besproken servers.

▼ Volgende artikel
Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem

In de basis lijkt de Eufycam S4 op de eerder gelanceerde Eufycam S4 Max. Maar dit nieuwe camerasysteem biedt een groot voordeel: je hebt geen kabels nodig. Stroom krijg je via een zonnepaneeltje, terwijl de data draadloos via wifi geregeld wordt. Dat mag wat kosten: de set met twee cameramodules en de Homebase 3 kost 699 euro.

Fantastisch
Conclusie

Laten we er niet omheen draaien: de prijs is vrij fors. Maar wat ons betreft is het pakket dat wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Ook heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met ingewikkelde kabels, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

Plus- en minpunten
  • Geavanceerd dual-camerasysteem
  • Goede beeld- en geluidskwaliteit
  • Vier soorten herkenning
  • Toegankelijke applicatie
  • Geen cloudopslagdienst nodig
  • Uitgebreid, flexibel, aanpasbaar
  • Opties voor energiebeheer
  • Forse aanschafprijs

De EufyCam S4 combineert twee camera's in één behuizing voor uitgebreide buitenbeveiliging. Bovenaan zit een vaste 4K-groothoeklens (van 130 graden) die continu een breed gebied overziet. Zodra die camera een gebeurtenis detecteert, geeft hij een signaal aan de onderste camera. Dat is een pan-tilt-zoomlens (PTZ) die 360 graden kan draaien en tot 8x kan inzoomen. De PTZ-camera volgt het bewegende doelwit automatisch, waardoor de Eufycam S4 zowel een goed overzicht als gedetailleerde ingezoomde tracking biedt.

Het systeem werkt daarnaast zelfstandig via wifi, maar je kunt het ook koppelen aan de Homebase 3. Zonder HomeBase kun je de beelden lokaal opslaan op de 32 GB aan interne opslagruimte of een microSD-kaart van 256 GB. De Homebase breidt die optie uit tot 16 TB (via een los te kopen harde schijf) en is daarnaast het slimme brein dankzij Bionic Mind AI. Die lokale AI zorgt voor snelle gezichtsherkenning en onderscheidt mensen, voertuigen en huisdieren. Ook kan het de beelden van meerdere camera's aan elkaar koppelen binnen hetzelfde netwerk.

©Wesley Akkerman

Op de bovenkant kun je het zonnepaneel monteren. Achterop zit de accu, die je eruit kunt halen om op te laden.

Stroomtoevoer geen obstakel

Standaard werkt de Eufycam S4 op een accu en neemt hij alleen op bij detectie. In het pakket dat wij testen zit standaard een zonnepaneel van 5,5 watt. Als dat één uur zonlicht vangt, kan de gekoppelde camera (via het enige draadje dat je nodig hebt) een dag draaien. Je kunt het paneel direct op de camera bevestigen, maar ook om een hoekje plaatsen als daar meer zonlicht is. Daar is de kabel lang genoeg voor. Wil je 24/7 opnemen? Ook geen probleem, maar in dat geval moet je wél kabels gaan trekken. Dan moet de S4 namelijk altijd aan kunnen staan.

Het mooie aan de accu van de Eufycam S4 is dat de fabrikant die zo flexibel mogelijk inrichtte. Niet alleen kun je de camera gewoon met een normale usb-c-kabel opladen (als er even geen zonlicht is), ook kun je de batterij uit de behuizing halen. Daar zit namelijk ook een usb-c-poort op, waardoor je het systeem niet helemaal uit elkaar hoeft te halen als de accu leeg is. Ook handig: zodra de batterij achteruitgaat, kun je die dus heel gemakkelijk vervangen (tenminste, voor zolang Eufy die los aanbiedt, maar dat zal voorlopig nog wel even het geval zijn).

©Wesley Akkerman

De Homebase 3 (S380) waarmee je veel AI-functies ontgrendelt en de lokale opslag tot 16 TB kunt uitbreiden.

Indringers afschrikken

Houd er overigens rekening mee dat je de Eufycam S4 wel echt op zijn plek zult moeten monteren. Daarbij moet ook worden geboord; geen nadeel, maar wel een kanttekening. De Eufy-app leidt je daarna soepel door de installatie. Voor detectie gebruikt de camera een combinatie van radar en een passieve infraroodsensor (PIR), wat nauwkeuriger is en zelfs afstand kan meten. Om indringers af te schrikken, is de IP65-weerbestendige camera uitgerust met felle ledlampen (voor nachtzicht in kleur), een luide 105dB-sirene en rood-blauwe waarschuwingslichten.

Hoewel de Eufycam S4 automatisch werkt, kun je gelukkig ook een hoop dingen zelf aansturen via de app. Zo kun je de kantel- en draaicamera zelf met pijltjestoetsen bedienen als je iets niet vertrouwt en thuis of buitenshuis even iets wilt controleren. Ook kun je het alarm en de lampen aanzetten wanneer je dat nodig acht. Verder kun je van alles instellen via de overzichtelijke app, zoals privacyschermen, het gebied waarin de camera bewegingen meeneemt, antidiefstaldetectie, activiteitenzones en zowel energie- als videobeheer.

©Wesley Akkerman

De camera's nemen overdag en 's avonds in kleur op. In het middelste screenshot zie je de directe bediening.

Eufycam S4 kopen?

Uit onze praktijkervaring blijkt dat de Eufycam S4 precies doet wat hij belooft. Zodra er een persoon wordt geregistreerd, volgen de camera's onderop de beweging totdat die persoon uit beeld is. Dat gaat moeiteloos en geruisloos (ook niet geheel onbelangrijk). Je krijgt hier bovendien op tijd melding van en via de app kun je alle beelden in haarscherpe kwaliteit en met voldoende kleur volgen. Je moet de camera's wel wat hoger ophangen, aangezien hij stopt met volgen zodra het onderwerp binnen één meter afstand is. Doe je dat niet, dan creëer je als het ware een dode hoek.

De prijs is fors, maar wat ons betreft is het pakket dat bedrag wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Daarnaast heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met bekabeling, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.