ID.nl logo
Huis

Externe toegang tot je thuisnetwerk zonder NAT

Klanten van KPN met een 4G only-abonnement voor het buitengebied klagen sinds eind maart dat zij van buitenaf niet meer met hun thuisnetwerk kunnen verbinden. Er is gelukkig een simpele oplossing, die ook bruikbaar is voor wie geen KPN-klant is: regel externe toegang met Pagekite.

Als je in je thuisnetwerk een server opzet, is die standaard alleen binnen je eigen netwerk bereikbaar. Wil je ook van buitenaf bij je webserver, nas of beveiligingscamera kunnen, dan moet je daar nog het een en ander voor configureren. Zo dien je een statisch ip-adres aan je server toe te kennen. Dan moet je in je internetmodem/router portforwarding instellen, zodat die alle aanvragen op een specifieke poort op je publieke ip-adres naar het statische ip-adres van je server omleidt. Vaak dien je ook nog in de firewallregels van je router die poort open te zetten.

Maar dan is het nog niet gedaan: aangezien veel modems van internetabonnementen thuis geen vast ip-adres krijgen, heb je ook een dynamische dns (ddns) nodig, zodat je eigen domeinnaam altijd naar je publieke ip-adres verwijst, ook als dat verandert. Kortom, even een server thuis buiten je thuisnetwerk beschikbaar stellen, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is allemaal wel mogelijk, maar je verliest er heel wat tijd mee en maakt gemakkelijk fouten.

Wat is Pagekite?

Pagekite biedt een eenvoudige oplossing hiervoor. In enkele seconden maak je een thuisserver overal beschikbaar, en dat zonder je te moeten bezighouden met poorten, firewallregels, het wachtwoord van je router (wat was dat ook alweer?) en het configureren van een ddns-dienst.

Het enige wat je daarvoor hoeft te doen, is op je server het Python-script pagekite draaien. Dat werkt op Windows, macOS, Linux en BSD. Je dient je ook voor de Pagekite-dienst in te schrijven. Je krijgt sowieso een maand de tijd om de dienst gratis te proberen. Daarna betaal je hoeveel je wilt.

Het project stelt 3 dollar per maand voor en heeft er blijkbaar ook geen problemen mee dat individuen niets betalen voor persoonlijk gebruik, zolang ze één keer per maand een formulier invullen om te zeggen waarvoor ze Pagekite inzetten. Als je echt niet van de Pagekite-dienst wilt afhangen, dan is het ook mogelijk om zelf een Pagekite front-end te draaien op een server met publiek ip-adres (zie het kader ‘Draai je eigen Pagekite front-end’).

De ontwikkelaars van Pagekite noemen hun systeem een dynamische, getunnelde reverse proxy. Die bestaat uit een back-end en een front-end. De back-end draai je op je server. Dit Python-script configureert dns (zie het kader ‘Dns?’) voor je server en opent een tunnel naar een wereldwijde pool van front-end-relays (doorgevers). Die relays van het Pagekite-project zijn servers met een publiek ip-adres en zijn voor iedereen op internet bereikbaar.

De front-end-software op die relays leidt aanvragen om via de tunnel die door je back-end is opgezet. Je server ontvangt dan een aanvraag (bijvoorbeeld voor een webserver) en stuurt het antwoord terug via de tunnel. Zo is je server indirect op een publiek domein bereikbaar, terwijl het niet rechtstreeks publiek bereikbaar is.

Pagekite installeren

Pagekite draait zoals gezegd op Windows, MacOS, Linux en BSD. We tonen hier hoe je het op Linux installeert, bijvoorbeeld op een Raspberry Pi. Op de andere besturingssystemen verloopt de installatie vergelijkbaar, maar onder Windows moet je eerst nog Python 2.7 installeren. De back-end is immers een Python-script, en op Windows is in tegenstelling tot Linux en macOS niet standaard Python geïnstalleerd.

In principe kun je het Python-bestand pagekite.py gewoon downloaden, maar het is handiger om het als een pakket te installeren, zodat je updates krijgt. Debian (en dus ook Raspbian voor de Raspberry Pi) heeft een pakket van Pagekite in zijn standaardrepository, maar dat is vrij oud. Gelukkig hebben de makers van Pagekite hun eigen repository opgezet.

Voeg daarom eerst de repository van Pagekite toe in Raspbian:

echo deb http://pagekite.net/pk/deb/ pagekite main | sudo tee -a /etc/apt/sources.list

Voeg dan de sleutel toe waarmee de ontwikkelaars van Pagekite hun pakketten ondertekenen:

sudo apt-key adv --recv-keys --keyserver keys.gnupg.net AED248B1C7B2CAC3

Update de pakketbronnen en installeer tot slot Pagekite:

sudo apt-get update sudo apt-get install pagekite

De eerste keer moet je nog een account aanmaken bij de Pagekite-dienst. Het programma helpt je daarbij. Pagekite is een opdrachtregelprogramma, dus voor de Raspberry Pi start je een Putty-sessie op en voer je het daarin uit:

pagekite –signup

Je krijgt dan enkele vragen, zoals je e-mailadres en de naam van je eerste ‘kite’. Wat Pagekite een kite noemt, is de naam die je aan je server verbindt. Standaard krijg je een subdomein van de domeinnaam pagekite.me, maar het is ook mogelijk om een kite aan je eigen domeinnaam te koppelen.

Vul dus het subdomein in dat je graag hebt. Je krijgt dan een e-mail met activatielink. Klik daarop binnen de 15 minuten om je account te activeren, daarna start Pagekite. Stop het programma met een druk op Ctrl+C.

Webserver op internet

Het eerste wat je kunt doen, is een webserver op je Raspberry Pi publiek maken. Daarvoor hoef je zelfs geen webserver te draaien, want Pagekite heeft een ingebouwde webserver. Handig als je even snel een directory met zijn volledige inhoud op internet wilt delen. Dan voer je eenvoudigweg de volgende opdracht uit:

pagekite /pad/naar/directory jesubdomein.pagekite.me +indexes

Zonder de optie +indexes krijg je niet de inhoud van de directory te zien, maar het bestand index.html of (als de directory zo’n bestand niet bevat) een foutmelding. Ook hier weer sluit je Pagekite (en dus de publieke beschikbaarheid van je bestanden) af met Ctrl+C.

Als je al een webserver draait op je Pi, dan is die uiteraard ook met Pagekite publiek beschikbaar te maken. Installeer bijvoorbeeld de lichtgewicht webserver lighttpd:

sudo apt-get install lighttpd

Een maak de webserver dan publiek beschikbaar op je Pagekite-domein met:

pagekite 80 jesubdomein.pagekite.me

Met 80 verwijzen we hier naar de poort 80 waarop een webserver standaard draait. Pas het poortnummer aan als je dat in de configuratie van je webserver aangepast hebt.

Of je nu met de ingebouwde of je eigen webserver werkt, maakt niet uit. Als je in je browser, het maakt niet uit op welke locatie, jesubdomein.pagekite.me bezoekt, krijg je toegang tot de webserver. Bovendien beveiligt Pagekite de verbinding automatisch met ssl, waardoor je website ook met https is te bezoeken, zelfs als je op je webserver geen ssl hebt geconfigureerd.

©PXimport

Pagekite beveiligen

Zodra je iets publiek aanbiedt op internet, is het heel belangrijk dat je beveiliging goed zit. De vorige opdrachten delen je webserver gewoon voor iedereen op internet. Dat is oké als dat de bedoeling is, maar niet als het om bestanden met gevoelige inhoud gaat die je alleen met specifieke personen wilt delen.

De beveiliging hoor je eigenlijk in de server zelf in te bouwen, maar Pagekite biedt ook enkele eenvoudige manieren om de toegang tot je server te beperken. Met de optie +password/GEBRUIKERSNAAM=WACHTWOORD stel je in dat alleen wie de gegeven gebruikersnaam en het wachtwoord dat erbij hoort toegang krijgt tot de server.

Met de optie +ip/IPADRES=ok of +ip/SUBNET=ok beperk je de toegang tot je server toe een specifiek ip-adres of subnet. Je kunt bovendien meerdere keren de opties +ip combineren om meerdere adressen of bereiken toe te voegen, of meerdere keren +password om meerdere gebruikers toegang te geven.

SSH

Een andere server die heel handig is om op internet te delen, is ssh (Secure SHell). Op die manier log je bijvoorbeeld van overal op je Raspberry Pi in. Let op: verander dan wel het standaard wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht

passwd

Zorg eerst dat de ssh-server zeker ingeschakeld is. Voer daarvoor

sudo raspi-config

uit en schakel de ssh-server in onder Advanced Options. Laat dan Pagekite de ssh-server op internet delen met de volgende opdracht:

pagekite 22 ssh:jesubdomein.pagekite.me

Pagekite beschouwt alles wat je deelt wel als een webserver. Daardoor moet je je ssh-client nog configureren om de toegang tot de ssh-server via een http-proxy te laten verlopen. In Putty doe je dat door na het invoeren van de hostnaam (jesubdomein.pagekite.me) links naar Connection / Proxy te gaan en dan HTTP aan te vinken. Vul dan bij Proxy hostname je Pagekite-domein in en bij Port poortnummer 443. Klik tot slot op Open om de ssh-verbinding naar je Pi te starten.

Kites beheren

Tot nu toe hebben we ad hoc Pagekite gestart om servers toegankelijk te maken. Zodra we op Ctrl+C drukten, stopte Pagekite. Maar je kunt ook Pagekite automatisch laten starten bij het starten van je Pi en een vooraf geconfigureerde lijst van servers toegankelijk maken.

Schakel allereerst Pagekite in, zodat het programma automatisch gestart wordt:

sudo systemctl enable pagekite.service

En start de service ook:

sudo systemctl start pagekite.service

Nu kun je servers aan de configuratie van Pagekite toevoegen. Dat doe je met dezelfde opdrachten als we hierboven gebruikten, maar dan met de extra optie --add. Wil je bijvoorbeeld je lokale webserver via Pagekite beschikbaar maken, voer dan de volgende opdracht uit:

pagekite --add 80 jesubdomein.pagekite.me

Voer op deze manier alle servers die je wilt delen in. Op elk moment kun je opvragen welke servers Pagekite in zijn configuratie heeft staan:

pagekite --list

Tijdelijk een server uitschakelen is ook mogelijk:

pagekite --disable ssh:jesubdomein.pagekite.me

Of een server uit de configuratie van Pagekite verwijderen:

pagekite --remove ssh:jesubdomein.pagekite.me

Kopieer daarna het configuratiebestand naar de systeemconfiguratie van Pagekite:

sudo cp ~/.pagekite.rc /etc/pagekite.d/10_account.rc

En herstart Pagekite met:

sudo systemctl restart pagekite.service

Nu zijn al je geconfigureerde servers automatisch na het starten van je Raspberry Pi bereikbaar op internet via Pagekite.

Tot slot

Nu je Pagekite onder de knie hebt, is het beschikbaar maken van servers slechts een kwestie van wat extra configuratie. De mogelijkheden zijn eindeloos. Draai bijvoorbeeld een vnc-server op je Pi om de desktopomgeving van je Pi over internet te delen. Op die manier start je van overal grafische programma’s op je Pi op alsof je er vlak voor zit.

Of draai GNU MediaGoblin op je Pi om een fotogalerij aan te bieden. Of draai Owncloud of Nextcloud om cloudopslag zoals Dropbox op je eigen server te draaien en er van overal toegang tot te krijgen. Of wie weet wil je wel je eigen Diaspora-node thuis draaien om deel te nemen aan het gelijknamige gedistribueerde sociale netwerk.

Op de website van Pagekite vind je allerlei informatie over het instellen van deze en nog veel andere servers voor gebruik met Pagekite. Houd er wel rekening mee dat sommige pagina’s op de wiki wat verouderd zijn en niet meer gelden voor nieuwere versies van Pagekite en de besproken servers.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Echo Dot Max – Betaalbare smartspeaker met Nederlandstalige Alexa
© Amazon
Huis

Review Amazon Echo Dot Max – Betaalbare smartspeaker met Nederlandstalige Alexa

Amazon introduceerde kortgeleden een nieuwe generatie slimme speakers, waaronder de hier besproken Echo Dot Max. Volgens de fabrikant levert deze bescheiden luidspreker een verbeterde audiokwaliteit, terwijl de microfoon naar verluidt nauwkeuriger spraakopdrachten verwerkt. Met een adviesprijs van 109,99 euro is het ook nog eens een van de goedkopere smartspeakers in de markt. Hoog tijd voor een review!

Goed
Conclusie

Zoek je een slimme luidspreker met een redelijke audiokwaliteit voor het luisteren van achtergrondmuziek? Dan is de Amazon Echo Dot Max een interessante kandidaat. Da een zeer gevoelige microfoon laat je allerlei stemopdrachten op deze smartspeaker los. Meestal verwerkt de Echo Dot Max probleemloos deze commando's, al gaat er soms ook weleens iets fout.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Compacte behuizing
  • Twee actieve audiodrivers
  • Wifi6E-adapter
  • Snelle en gebruiksvriendelijke configuratie
  • Gevoelige microfoon
  • Temperatuur- en aanwezigheidssensor
  • Geen accu
  • Paarse uitvoering heeft goedkope uitstraling
  • Ongeschikt voor muziek luisteren op hoog volume
  • Onjuiste interpretatie van bepaalde stemopdrachten

Vergeleken met de voorgaande Echo Dot-speaker uit 2022 is het design ietwat op de schop gegaan. De behuizing oogt weliswaar nog altijd als een bolletje met als verschil dat er aan de voorzijde een stukje is 'afgesneden'. Je treft hier twee volumetoetsen en een aan-uitknop voor de microfoon. Rondom dit bedieningspaneel bevindt zich een blauwgekleurde ledring. Verder zit er aan de achterzijde een ingang voor de bijgesloten voedingsadapter.

©Maikel Dijkhuizen

De compacte productdoos bevat alleen een wifi-speaker, netadapter en korte handleiding.

Lichtgewicht wifi-speaker zonder accu

De bolvormige behuizing heeft een diameter van amper elf centimeter. Ondanks deze geringe afmetingen leent de wifi-speaker zich voornamelijk voor binnengebruik. Dit nieuwe model heeft namelijk, net zoals bij eerdere generaties het geval was, weer geen accu. Een gemiste kans, want de compacte constructie van 505 gram is in principe handzaam genoeg om ook als mobiele bluetooth-speaker te dienen.

De door ons geteste paarse uitvoering heeft naar onze smaak een nogal kitscherige uitstraling. Gelukkig is de Amazon Echo Dot Max er ook in een wit en grijs jasje. Die zien er al heel wat chiquer uit en zullen in jouw woonkamer niet misstaan. Het grootste deel van de kunststof behuizing is voorzien van een laagje stof. Dit materiaal voelt niet zo stevig aan zoals we bij veel bluetooth-speakers van onder andere JBL tegenkomen. Nou is dat niet zo'n probleem, want ten opzichte van weerbestendige speakers heeft dit exemplaar natuurlijk minder te lijden.

©Maikel Dijkhuizen

Vind je deze paarse versie niet zo fraai, dan kun je de witte of grijze uitvoering overwegen.

Verbinden en luisteren

De configuratie en bediening van het apparaat gebeurt via de Amazon Alexa-app op een smartphone. Dat gaat erg vlot. Na verbinding met wifi downloadt de Echo Dot Max eerst een firmwareupdate. In de behuizing zit trouwens een rappe wifi6E-adapter, waardoor het apparaat overweg kan met de snelste draadloze netwerken. Al met al duurt de configuratie slechts enkele minuten.

Je koppelt Spotify of een andere muziekdienst eenvoudig aan je Amazon-account. Zeg vervolgens hardop waarnaar je wilt luisteren. Met een spraakopdracht als “Alexa, speel Coldplay” hoor je binnen enkele ogenblikken de bijbehorende deuntjes. Gebruik je stem ook om bijvoorbeeld een liedje te skippen of het volume te wijzigen. De microfoon is zéér gevoelig. Zelfs zacht uitgesproken (fluister)opdrachten op enkele meters afstand verwerkt de speaker zonder morren.

Lees ook: Van mobiel naar desktop: waarom je Spotify op je pc moet proberen

De behuizing is weliswaar compact, maar toch slaagde Amazon erin om een tweeter en woofer te integreren. Kijken we binnen dezelfde prijscategorie naar de enigszins vergelijkbare Apple HomePod Mini, dan biedt dit nieuwe model van Amazon dus een extra audiodriver. Voor zo'n kleine speaker in deze prijsklasse hoef je uiteraard geen wonderen te verwachten, maar voor het opzetten van een achtergrondmuziekje voldoet dit product prima. Met name de hoge tonen klinken erg helder. Als we geconcentreerd luisteren, horen we ook een beetje bas. Deze lage tonen zijn ietwat ondervertegenwoordigd. Verder gaat het geluid op een hoog volume galmen en vervormen.

©Maikel Dijkhuizen

Geef de Amazon Alexa-app toegang tot Spotify en bedien de muziek voortaan met je stem.

Smartspeaker met Alexa

Lange tijd legde Alexa van Amazon het af tegen de spraakassistenten van Google en Apple, maar sinds 2024 verstaat Alexa eindelijk ook Nederlands. Daarmee is de Echo Dot Max een serieus alternatief voor smartspeakers van de eerdergenoemde merken. Je kunt in de Alexa-app onder andere een wekker, timer, herinnering, agenda-afspraak en boodschappenlijst instellen.

De behuizing heeft een temperatuursensor, zodat je naar de kamertemperatuur kunt vragen. Je kunt ook allerlei andere verzoeken doen. Vraag bijvoorbeeld naar de weersverwachting of naar de leeftijd van een BN'er. Helaas gaat niet iedere stemopdracht even vlekkeloos. Zo weigert ons testmodel om een overzicht van het laatste nieuws af te spelen.

Een nuttige optie is dat je in huis andere smarthome-apparaten met Alexa-ondersteuning kunt bedienen, zoals slimme lampen, stekkers en thermostaten. Dat werkt eveneens via spraakopdrachten. Misschien komt de geïntegreerde aanwezigheidssensor goed van pas, zodat de smartspeaker geschikte apparaten zelfstandig kan in- en uitschakelen.

Amazon Echo Dot Max kopen?

Zoek je een slimme luidspreker met een redelijke audiokwaliteit voor het luisteren van achtergrondmuziek? Dan is de Amazon Echo Dot Max een interessante kandidaat. Dankzij een zeer gevoelige microfoon laat je allerlei stemopdrachten op deze smartspeaker los. Meestal verwerkt de Echo Dot Max probleemloos deze commando's, al gaat er soms ook weleens iets fout.

▼ Volgende artikel
Zo verklein je mappen en schijven met NTFS-compressie in Windows 11
© ID.nl
Huis

Zo verklein je mappen en schijven met NTFS-compressie in Windows 11

Heb je een pc met weinig opslagruimte dan loont het wellicht om in Windows 11 de bestandscompressie in te schakelen. Dan hebben we het niet over zip-archieven, maar de NTFS-compressie waarmee je bestanden, mappen en zelfs volledige schijven kunt verkleinen.

Dit gaan we doen

In dit artikel ontdek je hoe je NTFS-compressie inzet om mappen of een volledige schijf kleiner te maken. Je ziet waar je de optie vindt in Windows Verkenner, welke stappen je doorloopt en wanneer deze methode wel of niet zin heeft. Ook leggen we uit hoe je een gecomprimeerde map herkent en hoe je de compressie later weer uitschakelt. Zo kun je bewuster omgaan met beperkte opslagruimte zonder je bestanden te hoeven verplaatsen.

Lees ook: Dit is er nieuw in de 25H2-update van Windows 11

Eerst een waarschuwing

Dankzij compressie is het mogelijk om meer data op te slaan op dezelfde ruimte. In Windows 11 kun je NTFS (New Technology File System) aanspreken. Het nadeel van deze methode is dat het extra rekenkracht vraagt iedere keer dat je zo'n gecomprimeerd bestand opent. Hetzelfde gebeurt wanneer je na de bewerking het bestand sluit en er recompressie wordt toegepast. Gebruik deze methode dus voor data die je lange tijd niet gebruikt en waar extra laadtijd nauwelijks hinderlijk is.

Je kunt op deze manier ook een volledige schijf comprimeren, maar we raden af om dit met de opstartschijf te doen. Gebruik deze functie niet op usb-sticks en alleen op snelle schijven zoals ssd's. Het prestatieverlies zou teveel doorwegen. Bij jpg-afbeeldingen of mp3- of mp4-mediabestanden is de winst verwaarloosbaar.

Een gecomprimeerde map herken je aan twee blauwe pijltjes in de rechterbovenhoek.

Map comprimeren

Open Windows Verkenner en navigeer naar de map waarvan je de inhoud wilt verkleinen. Klik met de rechtermuisknop op de map en in het snelmenu selecteer je Eigenschappen. Open het tabblad Algemeen en klik op Geavanceerd. Bij de Geavanceerde kenmerken zie je onderaan Compressie en versleutelingskenmerken. Plaats een vinkje bij Inhoud comprimeren om schijfruimte vrij te maken. Klik op OK en klik daarna op Toepassen.

Selecteer indien nodig de optie Wijzigingen toepassen op deze map, submappen en bestanden en klik op de OK-knop. Net zoals voorheen kun je zo'n map openen en de bestanden bekijken in Verkenner. Om de volledige map te decomprimeren, open je opnieuw de Eigenschappen en volg je de beschreven stappen.

Comprimeer de map via de Eigenschappen.

Station comprimeren

Het is mogelijk om een volledige schijf te comprimeren. Open Windows Verkenner en klik op Deze pc in het linkerdeelvenster. Klik met de rechtermuisknop op de opslagschijf die je wilt comprimeren. Selecteer onder het gedeelte Apparaten en stations de optie Eigenschappen. Daarna kun je opnieuw de optie aanvinken: Dit station comprimeren om schijfruimte te besparen.

Het is ook mogelijk om een volledig station te comprimeren.

Ook leuk:

Een stoomwals van Lego