ID.nl logo
Huis

Externe toegang tot je thuisnetwerk zonder NAT

Klanten van KPN met een 4G only-abonnement voor het buitengebied klagen sinds eind maart dat zij van buitenaf niet meer met hun thuisnetwerk kunnen verbinden. Er is gelukkig een simpele oplossing, die ook bruikbaar is voor wie geen KPN-klant is: regel externe toegang met Pagekite.

Als je in je thuisnetwerk een server opzet, is die standaard alleen binnen je eigen netwerk bereikbaar. Wil je ook van buitenaf bij je webserver, nas of beveiligingscamera kunnen, dan moet je daar nog het een en ander voor configureren. Zo dien je een statisch ip-adres aan je server toe te kennen. Dan moet je in je internetmodem/router portforwarding instellen, zodat die alle aanvragen op een specifieke poort op je publieke ip-adres naar het statische ip-adres van je server omleidt. Vaak dien je ook nog in de firewallregels van je router die poort open te zetten.

Maar dan is het nog niet gedaan: aangezien veel modems van internetabonnementen thuis geen vast ip-adres krijgen, heb je ook een dynamische dns (ddns) nodig, zodat je eigen domeinnaam altijd naar je publieke ip-adres verwijst, ook als dat verandert. Kortom, even een server thuis buiten je thuisnetwerk beschikbaar stellen, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is allemaal wel mogelijk, maar je verliest er heel wat tijd mee en maakt gemakkelijk fouten.

Wat is Pagekite?

Pagekite biedt een eenvoudige oplossing hiervoor. In enkele seconden maak je een thuisserver overal beschikbaar, en dat zonder je te moeten bezighouden met poorten, firewallregels, het wachtwoord van je router (wat was dat ook alweer?) en het configureren van een ddns-dienst.

Het enige wat je daarvoor hoeft te doen, is op je server het Python-script pagekite draaien. Dat werkt op Windows, macOS, Linux en BSD. Je dient je ook voor de Pagekite-dienst in te schrijven. Je krijgt sowieso een maand de tijd om de dienst gratis te proberen. Daarna betaal je hoeveel je wilt.

Het project stelt 3 dollar per maand voor en heeft er blijkbaar ook geen problemen mee dat individuen niets betalen voor persoonlijk gebruik, zolang ze één keer per maand een formulier invullen om te zeggen waarvoor ze Pagekite inzetten. Als je echt niet van de Pagekite-dienst wilt afhangen, dan is het ook mogelijk om zelf een Pagekite front-end te draaien op een server met publiek ip-adres (zie het kader ‘Draai je eigen Pagekite front-end’).

De ontwikkelaars van Pagekite noemen hun systeem een dynamische, getunnelde reverse proxy. Die bestaat uit een back-end en een front-end. De back-end draai je op je server. Dit Python-script configureert dns (zie het kader ‘Dns?’) voor je server en opent een tunnel naar een wereldwijde pool van front-end-relays (doorgevers). Die relays van het Pagekite-project zijn servers met een publiek ip-adres en zijn voor iedereen op internet bereikbaar.

De front-end-software op die relays leidt aanvragen om via de tunnel die door je back-end is opgezet. Je server ontvangt dan een aanvraag (bijvoorbeeld voor een webserver) en stuurt het antwoord terug via de tunnel. Zo is je server indirect op een publiek domein bereikbaar, terwijl het niet rechtstreeks publiek bereikbaar is.

Pagekite installeren

Pagekite draait zoals gezegd op Windows, MacOS, Linux en BSD. We tonen hier hoe je het op Linux installeert, bijvoorbeeld op een Raspberry Pi. Op de andere besturingssystemen verloopt de installatie vergelijkbaar, maar onder Windows moet je eerst nog Python 2.7 installeren. De back-end is immers een Python-script, en op Windows is in tegenstelling tot Linux en macOS niet standaard Python geïnstalleerd.

In principe kun je het Python-bestand pagekite.py gewoon downloaden, maar het is handiger om het als een pakket te installeren, zodat je updates krijgt. Debian (en dus ook Raspbian voor de Raspberry Pi) heeft een pakket van Pagekite in zijn standaardrepository, maar dat is vrij oud. Gelukkig hebben de makers van Pagekite hun eigen repository opgezet.

Voeg daarom eerst de repository van Pagekite toe in Raspbian:

echo deb http://pagekite.net/pk/deb/ pagekite main | sudo tee -a /etc/apt/sources.list

Voeg dan de sleutel toe waarmee de ontwikkelaars van Pagekite hun pakketten ondertekenen:

sudo apt-key adv --recv-keys --keyserver keys.gnupg.net AED248B1C7B2CAC3

Update de pakketbronnen en installeer tot slot Pagekite:

sudo apt-get update sudo apt-get install pagekite

De eerste keer moet je nog een account aanmaken bij de Pagekite-dienst. Het programma helpt je daarbij. Pagekite is een opdrachtregelprogramma, dus voor de Raspberry Pi start je een Putty-sessie op en voer je het daarin uit:

pagekite –signup

Je krijgt dan enkele vragen, zoals je e-mailadres en de naam van je eerste ‘kite’. Wat Pagekite een kite noemt, is de naam die je aan je server verbindt. Standaard krijg je een subdomein van de domeinnaam pagekite.me, maar het is ook mogelijk om een kite aan je eigen domeinnaam te koppelen.

Vul dus het subdomein in dat je graag hebt. Je krijgt dan een e-mail met activatielink. Klik daarop binnen de 15 minuten om je account te activeren, daarna start Pagekite. Stop het programma met een druk op Ctrl+C.

Webserver op internet

Het eerste wat je kunt doen, is een webserver op je Raspberry Pi publiek maken. Daarvoor hoef je zelfs geen webserver te draaien, want Pagekite heeft een ingebouwde webserver. Handig als je even snel een directory met zijn volledige inhoud op internet wilt delen. Dan voer je eenvoudigweg de volgende opdracht uit:

pagekite /pad/naar/directory jesubdomein.pagekite.me +indexes

Zonder de optie +indexes krijg je niet de inhoud van de directory te zien, maar het bestand index.html of (als de directory zo’n bestand niet bevat) een foutmelding. Ook hier weer sluit je Pagekite (en dus de publieke beschikbaarheid van je bestanden) af met Ctrl+C.

Als je al een webserver draait op je Pi, dan is die uiteraard ook met Pagekite publiek beschikbaar te maken. Installeer bijvoorbeeld de lichtgewicht webserver lighttpd:

sudo apt-get install lighttpd

Een maak de webserver dan publiek beschikbaar op je Pagekite-domein met:

pagekite 80 jesubdomein.pagekite.me

Met 80 verwijzen we hier naar de poort 80 waarop een webserver standaard draait. Pas het poortnummer aan als je dat in de configuratie van je webserver aangepast hebt.

Of je nu met de ingebouwde of je eigen webserver werkt, maakt niet uit. Als je in je browser, het maakt niet uit op welke locatie, jesubdomein.pagekite.me bezoekt, krijg je toegang tot de webserver. Bovendien beveiligt Pagekite de verbinding automatisch met ssl, waardoor je website ook met https is te bezoeken, zelfs als je op je webserver geen ssl hebt geconfigureerd.

©PXimport

Pagekite beveiligen

Zodra je iets publiek aanbiedt op internet, is het heel belangrijk dat je beveiliging goed zit. De vorige opdrachten delen je webserver gewoon voor iedereen op internet. Dat is oké als dat de bedoeling is, maar niet als het om bestanden met gevoelige inhoud gaat die je alleen met specifieke personen wilt delen.

De beveiliging hoor je eigenlijk in de server zelf in te bouwen, maar Pagekite biedt ook enkele eenvoudige manieren om de toegang tot je server te beperken. Met de optie +password/GEBRUIKERSNAAM=WACHTWOORD stel je in dat alleen wie de gegeven gebruikersnaam en het wachtwoord dat erbij hoort toegang krijgt tot de server.

Met de optie +ip/IPADRES=ok of +ip/SUBNET=ok beperk je de toegang tot je server toe een specifiek ip-adres of subnet. Je kunt bovendien meerdere keren de opties +ip combineren om meerdere adressen of bereiken toe te voegen, of meerdere keren +password om meerdere gebruikers toegang te geven.

SSH

Een andere server die heel handig is om op internet te delen, is ssh (Secure SHell). Op die manier log je bijvoorbeeld van overal op je Raspberry Pi in. Let op: verander dan wel het standaard wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht

passwd

Zorg eerst dat de ssh-server zeker ingeschakeld is. Voer daarvoor

sudo raspi-config

uit en schakel de ssh-server in onder Advanced Options. Laat dan Pagekite de ssh-server op internet delen met de volgende opdracht:

pagekite 22 ssh:jesubdomein.pagekite.me

Pagekite beschouwt alles wat je deelt wel als een webserver. Daardoor moet je je ssh-client nog configureren om de toegang tot de ssh-server via een http-proxy te laten verlopen. In Putty doe je dat door na het invoeren van de hostnaam (jesubdomein.pagekite.me) links naar Connection / Proxy te gaan en dan HTTP aan te vinken. Vul dan bij Proxy hostname je Pagekite-domein in en bij Port poortnummer 443. Klik tot slot op Open om de ssh-verbinding naar je Pi te starten.

Kites beheren

Tot nu toe hebben we ad hoc Pagekite gestart om servers toegankelijk te maken. Zodra we op Ctrl+C drukten, stopte Pagekite. Maar je kunt ook Pagekite automatisch laten starten bij het starten van je Pi en een vooraf geconfigureerde lijst van servers toegankelijk maken.

Schakel allereerst Pagekite in, zodat het programma automatisch gestart wordt:

sudo systemctl enable pagekite.service

En start de service ook:

sudo systemctl start pagekite.service

Nu kun je servers aan de configuratie van Pagekite toevoegen. Dat doe je met dezelfde opdrachten als we hierboven gebruikten, maar dan met de extra optie --add. Wil je bijvoorbeeld je lokale webserver via Pagekite beschikbaar maken, voer dan de volgende opdracht uit:

pagekite --add 80 jesubdomein.pagekite.me

Voer op deze manier alle servers die je wilt delen in. Op elk moment kun je opvragen welke servers Pagekite in zijn configuratie heeft staan:

pagekite --list

Tijdelijk een server uitschakelen is ook mogelijk:

pagekite --disable ssh:jesubdomein.pagekite.me

Of een server uit de configuratie van Pagekite verwijderen:

pagekite --remove ssh:jesubdomein.pagekite.me

Kopieer daarna het configuratiebestand naar de systeemconfiguratie van Pagekite:

sudo cp ~/.pagekite.rc /etc/pagekite.d/10_account.rc

En herstart Pagekite met:

sudo systemctl restart pagekite.service

Nu zijn al je geconfigureerde servers automatisch na het starten van je Raspberry Pi bereikbaar op internet via Pagekite.

Tot slot

Nu je Pagekite onder de knie hebt, is het beschikbaar maken van servers slechts een kwestie van wat extra configuratie. De mogelijkheden zijn eindeloos. Draai bijvoorbeeld een vnc-server op je Pi om de desktopomgeving van je Pi over internet te delen. Op die manier start je van overal grafische programma’s op je Pi op alsof je er vlak voor zit.

Of draai GNU MediaGoblin op je Pi om een fotogalerij aan te bieden. Of draai Owncloud of Nextcloud om cloudopslag zoals Dropbox op je eigen server te draaien en er van overal toegang tot te krijgen. Of wie weet wil je wel je eigen Diaspora-node thuis draaien om deel te nemen aan het gelijknamige gedistribueerde sociale netwerk.

Op de website van Pagekite vind je allerlei informatie over het instellen van deze en nog veel andere servers voor gebruik met Pagekite. Houd er wel rekening mee dat sommige pagina’s op de wiki wat verouderd zijn en niet meer gelden voor nieuwere versies van Pagekite en de besproken servers.

▼ Volgende artikel
Slimme tweestapsverificatie: zo werk je met fysieke beveiligingssleutels
Zekerheid & gemak

Slimme tweestapsverificatie: zo werk je met fysieke beveiligingssleutels

Inloggen met enkel een wachtwoord blijft riskant. Steeds vaker stappen diensten daarom over op tweestapsverificatie of op volledig wachtwoordloos inloggen. In combinatie met een fysieke beveiligingssleutel leveren beide een nog robuustere bescherming op. Hoe werkt dit precies en wat zijn enkele concrete mogelijkheden?

We hoeven je niet meer uit te leggen dat inloggen met alleen een wachtwoord niet veilig is, zeker niet als je hetzelfde eenvoudige wachtwoord bij meerdere diensten gebruikt. Een wachtwoordbeheerder als Bitwarden helpt je wel complexere en verschillende wachtwoorden te gebruiken, maar de zwakheden blijven: wachtwoorden kunnen via phishing worden onderschept, bij een datalek buitgemaakt of met brute-force achterhaald. Daarom winnen alternatieve loginmethodes aan populariteit. Denk aan tweestapsverificatie, waarbij je naast je wachtwoord nog een extra factor gebruikt, zoals een code of biometrie, en aan wachtwoordloos inloggen, een methode op basis van een cryptografisch sleutelpaar. Beide methoden verhogen de beveiliging, maar met een fysieke beveiligingssleutel kun je het nog veiliger maken.

Fysieke sleutel

Zo’n fysieke sleutel is een stukje hardware van doorgaans zo’n 4 cm lang en 2 cm breed, enkele mm dik en met een gewicht van circa 4 gram. Er bestaan ook wel kleinere sleutels in de vorm van een usb-c-dongel, die nauwelijks uitsteken uit de poort van een computer. Verderop bekijken we enkele concrete, uiteenlopende toepassingen, maar hoe werkt zo’n sleutel eigenlijk?

Wanneer je een sleutel voor het eerst koppelt aan een dienst of account, wordt er een cryptografisch sleutelpaar aangemaakt. De private sleutel blijft altijd veilig in een aparte chip van de beveiligingssleutel, terwijl de publieke sleutel naar de server van de betreffende dienst wordt doorgestuurd. Wanneer je vervolgens inlogt op de site, vraagt de server via je browser de sleutel om een cryptografische handtekening te zetten.

De meeste beveiligingssleutels wegen slechts een paar gram en kun je altijd meenemen.

Veiligheid

De sleutel checkt daarbij welke domeinnaam in de browser actief is, bijvoorbeeld account.google.com, en zet de handtekening alleen als dit overeenkomt met het domein waarvoor je de sleutel eerder hebt geregistreerd. Daardoor is het systeem nagenoeg phishing-bestendig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sms- of OTP-codes. Zo’n code kun je immers ook op een valse site intypen, waarna een aanvaller deze meteen kan doorsturen naar de echte site. Bij wachtwoorden, sms en OTP bestaan bovendien gedeelde geheimen, zoals codes of hashes, die bij een datalek gestolen kunnen worden, terwijl er bij een fysieke sleutel zelfs bij een serverdatalek niets bruikbaars te halen valt. Een smartphone kan bovendien malware bevatten of gestolen worden, waardoor een aanvaller toegang kan forceren; een fysieke sleutel daarentegen bewaart de geheime sleutel veilig in een niet-uitleesbare chip.

Een beveiligingssleutel vormt (vaak samen met een wachtwoord) een solide log-in.

Nadelen

Zo’n fysieke sleutel geldt dus als een van de veiligste methoden, al zijn er ook enkele praktische nadelen. Zo moet je de sleutel bij je hebben tijdens het inloggen en bij verlies of diefstal riskeer je buitengesloten te raken als je geen back-up hebt, bijvoorbeeld in de vorm van back-upcodes of een tweede, veilig bewaarde sleutel. Bovendien ondersteunen nog niet alle sites of diensten zo’n sleutel. Op onder meer www.kwikr.nl/f2sup en www.kwikr.nl/yubisup vind je wel lijsten met diensten die via een of ander protocol inloggen met een fysieke sleutel ondersteunen. Tot slot kost een sleutel ook wel iets: tussen de 30 en 80 euro, afhankelijk van de ondersteunde functies en standaarden.

Yubico laat je kiezen tussen onder meer protocol, apptype en sleuteltype.
Meerdere protocollen

Er zijn verschillende producenten van beveiligingssleutels, zoals Feitian, Nitrokey, SoloKeys en Yubico, elk met een divers aanbod. In dit artikel focussen we op de populaire multi-protocol YubiKey 5-serie, die de protocollen FIDO U2F, FIDO2/WebAuthn, OTP, OpenPGP en PIV smartcard ondersteunt (zie ook www.kwikr.nl/yubi5). Zonder ons in technische details te verliezen, gaan we kort in op deze protocollen.

FIDO U2F (Fast IDentity Online Universal 2nd Factor) gebruikt de sleutel als tweede factor naast je wachtwoord. Bij het inloggen raak je de sleutel aan en die bewijst cryptografisch dat jij aanwezig bent. FIDO2/WebAuthn is de algemeen geaccepteerde opvolger van U2F, waarbij je niet alleen een tweede factor kunt gebruiken, maar ook volledig wachtwoordloos inlogt via een uniek sleutelpaar (passkeys). Met OTP (One-Time Password) kan de sleutel een eenmalige code genereren, zoals bij een authenticator-app. Je tikt de sleutel aan en er verschijnt een unieke code die je als extra log-infactor inzet. Met OpenPGP (Pretty Good Privacy) kan de sleutel je private PGP-sleutels opslaan, zodat je bijvoorbeeld e-mails kunt versleutelen en ondertekenen. Met PIV smartcard (Personal Identity Verification) functioneert de sleutel als slimme chipkaart, zoals een bedrijfsbadge. Je gebruikt dit bijvoorbeeld voor digitale handtekeningen, inloggen op Windows-domeinen of VPN-verbindingen. 

Inloggen via 2FA

We weten nu hoe een sleutel eruitziet, hoe die werkt en waarom die zo veilig is. Dat volstaat om er zelf mee aan de slag te gaan, in verschillende scenario’s en met diverse protocollen. In dit artikel gebruiken we een YubiKey 5(C) NFC die ongeveer 65 euro kost, maar je kunt ook andere sleutels inzetten zolang ze de vereiste protocollen ondersteunen. Sleutels die enkel FIDO U2F en FIDO2 ondersteunen, zijn al verkrijgbaar vanaf 15 euro.

Laten we als voorbeeld starten met de sleutel als tweede factor bij een Facebook-account. Hiervoor volstaat een sleutel met FIDO U2F, al accepteren niet alle diensten U2F. Zo vereisen Apple en Microsoft in dit geval een FIDO2-sleutel.

Meld je aan bij je Facebook-account via https://accountscenter.facebook.com. Ga in Accountinstellingen naar Wachtwoord en beveiliging. Open Tweestapsverificatie en selecteer je Facebook-account. Na het invullen van een verificatiecode via mail kies je de gewenste methode. Klik op Beveiligingssleutels en bevestig met Doorgaan. Na de controle van de beveiligingscode klik je op Beveiligingssleutel registreren. Selecteer Beveiligingssleutel, druk op Volgende en OK. Plaats de sleutel, raak deze even aan en klik opnieuw op OK. Bevestig ten slotte met je wachtwoord zodat de sleutel als tweede factor wordt toegevoegd.

De beveiligingssleutel is zojuist als tweede factor bij Facebook (Meta) toegevoegd.

2FA in Bitwarden

Zolang je nog met wachtwoorden werkt, is een wachtwoordbeheerder sterk aan te raden. Een degelijke en gratis te gebruiken tool is Bitwarden. We gaan ervan uit dat je deze hebt gedownload en geïnstalleerd (via www.kwikr.nl/bwpers; beschikbaar voor Windows, macOS en Linux) en dat je een Bitwarden-account hebt aangemaakt. Handig is ook de Bitwarden-browserextensie, die automatisch invullen en opslaan van wachtwoorden in je browser veel eenvoudiger maakt, maar daar gaan we hier niet verder op in. We bekijken hier namelijk vooral het koppelen van je fysieke sleutel aan je Bitwarden-account.

Meld je aan op https://vault.bitwarden.com. Open Instellingen en kies Beveiliging. Ga naar het tabblad Tweestapsaanmelding en klik op Beheren bij FIDO2 WebAuthn. Vul je Bitwarden-hoofdwachtwoord in en voer bij Naam een korte beschrijving van de sleutel in. Plaats je sleutel (via usb of NFC) en klik op Sleutel lezen. Als de sleutel om een pincode vraagt, vul je die in en raak je de sleutel kort aan. Bevestig met OK en klik op Opslaan zodat de sleutel wordt toegevoegd. Op dezelfde manier kun je ook een andere sleutel als reserve koppelen (zie ook verderop ‘10 Voorzorgsmaatregelen’). Bij het inloggen, ook via de Bitwarden-app, moet je nu naast je wachtwoord ook je sleutel gebruiken.

Bitwarden vraagt naast je wachtwoord ook om je beveiligingssleutel.

Inloggen met passkey

Steeds meer diensten ondersteunen wachtwoordloze aanmeldingen via toegangssleutels, oftewel passkeys. Wil je hiervoor je fysieke sleutel gebruiken, dan moet deze FIDO2/WebAuthn ondersteunen, waarbij de private sleutel van het cryptografische sleutelpaar op de sleutel zelf wordt bewaard. Om in te loggen hoef je de sleutel enkel te plaatsen of via NFC op je smartphone te gebruiken, als dit wordt ondersteund, en daarna te bevestigen met pincode en aanraaksensor. Kortom, je sleutel wordt je loginmiddel. We tonen dit met een Google-account.

Log in via https://myaccount.google.com. Ga naar Beveiliging en klik bij Inloggen bij Google op Tweestapsverificatie. Klik indien nodig op Tweestapsverificatie aanzetten. Voeg desgewenst een telefoonnummer toe en klik bij Toegangssleutels en beveiligingssleutels op Beveiligingssleutel toevoegen. Klik vervolgens op + Toegangssleutel maken en kies Ander apparaat gebruiken. Selecteer in het pop-upvenster Beveiligingssleutel. Druk op Volgende en daarna tweemaal op OK. Plaats nu de sleutel en voer de pincode in, of maak een nieuwe aan als de sleutel nieuw of gereset is. Bevestig met OK en raak de sleutel kort aan. De sleutel staat nu in de lijst met toegangssleutels in je Google-account.

Wanneer je je daarna bij Google afmeldt en opnieuw aanmeldt, zul je merken dat je je wachtwoord – op ondersteunde browsers en platformen – niet meer hoeft in te geven en met de sleutel kunt aanmelden. Google acht deze methode namelijk veilig genoeg. Wil je dit toch niet, open dan opnieuw Beveiliging, klik bij Inloggen bij Google op Wachtwoord overslaan als dat mogelijk is en schakel deze optie uit. Je sleutel fungeert dan enkel nog als tweede factor, waarvoor in principe FIDO U2F volstaat.

De beveiligingssleutel is zojuist aan ons Google-account toegevoegd.

Passkey bij Microsoft

Bij veel diensten werkt het koppelen vergelijkbaar als bij Google. We tonen je wel kort hoe je een beveiligingssleutel inzet in een wachtwoordloze oplossing bij Microsoft, die hiervoor een wat eigenzinnige werkwijze en terminologie hanteert.

Meld je aan via https://account.microsoft.comen open Beveiliging. Klik op Beheren hoe ik me aanmeld en kies Een methode voor aanmelden of verifiëren kiezen. Selecteer Gezicht, vingerafdruk, pincode of beveiligingssleutel en kies Beveiligingssleutel. Druk op Volgende en daarna tweemaal op OK, plaats de sleutel, voer desgevraagd de pincode in en raak de sleutel aan. Klik opnieuw op OK, geef de sleutel een naam en bevestig met Volgende en OK. De sleutel verschijnt nu in de lijst bij Een wachtwoordcode gebruiken (waar je hem ook kunt hernoemen of verwijderen). Je kunt de sleutel vanaf nu als tweede inlogfactor inzetten, ook op andere apparaten.

Wil je de sleutel volledig wachtwoordloos gebruiken, dan verplicht Microsoft je eerst de Microsoft Authenticator-app te installeren en hier via de plusknop je Microsoft-account toe te voegen. Klik daarna op je accountpagina in de rubriek Beveiliging op Inschakelen bij Account zonder wachtwoord en druk op Volgende. In de Authenticator-app verschijnt nu een melding die je bevestigt met Goedkeuren, waarna op de website wordt gemeld dat je wachtwoord is verwijderd. Voortaan kun je ook zonder wachtwoord inloggen, met je beveiligingssleutel.

Het opzetten van een wachtwoordloze login via je beveiligingssleutel bij Microsoft is wat complexer.
Lokaal Windows-account

Het leek veelbelovend: open je in Windows de Instellingen en ga je naar Accounts / Aanmeldingsopties, dan zie je wellicht Beveiligingssleutel staan. Voor lokale of persoonlijke Microsoft-accounts werkt dit helaas niet. Dit blijkt enkel mogelijk bij zakelijke Active Directory- of Entra ID-accounts.

Heb je een compatibele Yubico-sleutel, zoals de YubiKey 5(C) NFC, dan kun je deze wel als tweede inlogfactor gebruiken voor een lokaal Windows-account. Hiervoor heb je de gratis tool Yubico Login for Windows nodig (www.kwikr.nl/yubilogin). Zorg wel dat je de gebruikersnaam en het wachtwoord van het lokale account kent. Installeer de tool en herstart Windows. Meld je daarna aan met je lokale account via de optie Yubico Login en start de app Login Configuration als administrator. Gemakshalve kun je Express configuration kiezen. Plaats de sleutel en volg de instructies (zie ook www.kwikr.nl/yubiwin). Bewaar de herstelcode zorgvuldig. Voor de gekozen gebruiker is voortaan naast gebruikersnaam en wachtwoord ook de beveiligingssleutel vereist.

Je kunt een YubiKey ook als tweede factor inzetten voor je Windows-login.

Inloggen met TOTP

Als je beveiligingssleutel ook OATH-TOTP ondersteunt (Initiative for Open AuTHentication - Time-based One-Time Password), kun je die gebruiken om een eenmalige code te genereren, net als met authenticator-apps van Google, Microsoft, Proton of Authy. Veel apps en diensten ondersteunen deze 2FA-methode.

We nemen Dropbox als voorbeeld. Meld je aan op www.dropbox.com, klik op je profielicoon rechtsboven, kies Instellingen en open het tabblad Beveiliging. Schakel Tweestapsverificatie in, selecteer Authenticatie-app en druk op Verzenden. Je ziet nu een QR-code en de bijbehorende geheime sleutel.

Download en installeer vervolgens de gratis app Yubico Authenticator (www.kwikr.nl/yubiauth). Start de app, plaats je beveiligingssleutel en open Accounts. Klik op Add account en kies Scan QR code als je een camera hebt, of voer de geheime code handmatig in bij Secret Key. Vul bij Issuer bijvoorbeeld Dropbox in en bij Account name het e-mailadres van je Dropbox-account. Bevestig met Save. In de app verschijnt een cijfercode die je op de Dropbox-site invult bij Bevestigingscode. Noteer de herstelcodes, bewaar ze goed en rond af met Voltooien.

Bij het aanmelden op Dropbox tik je eerst je wachtwoord in en daarna de actuele eenmalige code die je in Yubico Authenticator bij je Dropbox-account ziet.

Net als veel andere diensten ondersteunt ook Dropbox TOTP (op een beveiligingssleutel) als 2FA-methode.

Challenge/Response

Tot slot tonen we je nog de challenge-response-methode. Hierbij genereert een dienst of app een willekeurige wiskundige vraag (challenge) in de vorm van een bitreeks. Deze gaat naar je beveiligingssleutel, die de overeenkomstige cryptografische response berekent en terugstuurt. Als de codes overeenkomen, krijg je toegang. We lichten dit kort toe voor de gratis wachtwoordbeheerder KeePassXC (www.keepassxc.org; Windows, macOS, Linux) om een lokaal bewaarde wachtwoordkluis te openen.

Verschillende sleutels ondersteunen deze methode, waaronder de meeste YubiKeys. Download en installeer voor zo’n sleutel eerst de gratis YubiKey Manager (zie kader ‘Sleutelbeheer’). Start de app, ga naar Applications/OTP en klik op Configure bij een vrij slot. Kies Challenge-response, klik op Generate voor de geheime sleutel, zet eventueel een vinkje bij Require touch voor extra veiligheid en sluit af met Finish.

Open vervolgens KeePassXC en laad je database. Ga naar Database / Database beveiliging, kies Aanvullende bescherming toevoegen / Challenge-Response toevoegen, selecteer het juiste slot van je geplaatste sleutel en bevestig met OK. Voortaan is je wachtwoordkluis enkel toegankelijk met je wachtwoord en je beveiligingssleutel.

Je (lokale) wachtwoordkluis is voortaan alleen toegankelijk met je beveiligingssleutel.
Sleutelbeheer

Beschik je over een beveiligingssleutel, dan zul je vroeg of laat de beheertool van de producent nodig hebben. Als voorbeeld nemen we de YubiKey Manager (www.kwikr.nl/yuman), die je het best als administrator opstart. Hiermee kun je functies of interfaces uitschakelen (OTP, FIDO U2F, FIDO2, OpenPGP, PIV en OATH), een pincode instellen of resetten voor FIDO2 of PIV, statische wachtwoorden of OTP-slots programmeren en certificaten beheren in PIV-modus (smartcardfunctie).

In de beheertool kun je ook specifieke protocollen uitschakelen, mocht je dat willen (hier: YubiKey Manager).

Voorzorgsmaatregelen

In het artikel hebben we al, ook tussen de regels door, enkele tips gegeven om (veiligheids)problemen te vermijden. We sommen ze kort nog even op.

Zo registreer je best altijd twee fysieke sleutels bij elke dienst, zodat je bij verlies of diefstal via de back-upsleutel toegang behoudt. Bewaar deze op een veilige plaats en test af en toe of de sleutel nog werkt. Activeer daarnaast bij elke dienst een alternatieve 2FA- of noodmethode, zoals TOTP-toegang via een authenticator-app, en druk back-upcodes af die je veilig bewaart. Zo kun je ook zonder sleutel nog aanmelden, al is dit wat minder robuust. Tot slot, ook al beschermt een beveiligingssleutel je technisch goed tegen phishing, blijf alert. Krijg je bijvoorbeeld een onverwachte vraag om de PIN-code van je sleutel in te voeren, wees dan op je hoede.

Heel wat diensten voorzien in (eenmalige) back-upcodes (hier: Google).
▼ Volgende artikel
Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden
© Tefal
Huis

Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden

Tefal lanceert een compact model tosti-ijzer dat met allerlei extra platensets te gebruiken is voor allerlei gerechten: van panini's en wafels in allerlei vormen en maten tot aan donuts en madeleines. Is de Snack Collection echt zo veelzijdig? ID.nl ging ermee aan de slag.

Uitstekend
Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil bereiden. In de test leverde het apparaat goede resultaten met tosti’s en panini’s; de platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en vaatwasserbestendig. Met zijn kleine formaat, snoeropbergsysteem, 700 watt vermogen, maximale temperatuur van 230 graden en voorverwarm-indicator is het toestel praktisch, al is het grillvlak aan de krappe kant en is de temperatuur niet instelbaar. Per saldo is dit een ruimtebesparende keuze voor tostiliefhebbers die graag variëren.

Plus- en minpunten
  • Compact formaat en makkelijk opbergen
  • Goede grill-prestaties
  • Veel uitbreidingsmogelijkheden
  • Opwarmen duurt zo'n 4 minuten
  • Temperatuur niet instelbaar

Tafelgrills en tosti-apparaten zijn in bijna elk huishouden te vinden. Vaak gaat het om apparaten met een geribbelde grillplaat boven en onder, waar je je tosti tussen legt om die een paar minuten erna bruin en krokant uit te halen, met een lekker warme vulling. Het zijn eenvoudige apparaten die goed zijn in waarvoor ze ontwikkeld zijn. Meer dan je tosti erin maken kan vaak niet. Tefal komt nu met de compacte Snack Collection, een apparaat dat je koopt met twee bijgeleverde typen grillplaten en nog eens kunt uitbreiden door losse sets erbij te kopen.

©Saskia van Weert

Testexemplaar en meegeleverde platen

Ter review ontving de redactie een blauw testmodel, voorzien van twee grill/panini-platen (één boven, één onder in het apparaat) en twee platen om Brusselse wafels mee te maken. De Snack Collection is met zijn 28,5 centimeter breedte, 20,6 centimeter lengte en 34,5 centimeter hoogte een betrekkelijk klein apparaat dat makkelijk op te bergen is. Het snoer is aan de onderkant op te bergen, er zit een aan-uitknop aan de voorzijde, net als een vergrendeling om het ijzer op slot te zetten. Ook zit er een lampje aan de voorzijde dat groen oplicht als het apparaat is voorverwarmd. Hij heeft een vermogen van 700 watt en een maximale temperatuur van 230 graden. De temperatuur is niet handmatig in te stellen.

©Saskia van Weert

Inhoud van de doos en wisselen van platen

In de machine zit al een set grillplaten. Verder vind je in de doos twee verpakkingen die nog het meest doen denken aan videobandhoezen van vroeger. Ze zijn van harde kunststof en gaan wat lastig open. De ene doos is uiteraard leeg, want daar zaten de panini-platen in, maar we vinden er wel een receptenboekje in. In de andere doos zit de uitbreiding; in ons testexemplaar zijn dat de wafelplaten. De platen zijn los te halen uit de machine via een knopje boven en onder, en de platen kunnen er op maar één manier in vastklikken. Je kunt ze dus niet verkeerd bevestigen. Ze mogen in de vaatwasser; de machine zelf uiteraard niet.

©Saskia van Weert

Gebruik en bediening

Zoals wel vaker bij dit type apparaten is de werking enorm simpel. Je bevestigt de gewenste platen in de machine, doet de stekker in het stopcontact en zet hem aan. Dan wacht je tot het groene lampje aangaat, open je de machine, doe je je gerecht erin, sluit je alles weer netjes en wacht je tot je eten klaar is. Eet smakelijk!

©Saskia van Weert

Test: tosti's

De bijgeleverde grill/panini-plaat is net wat te klein voor een reguliere tosti van boterhammen uit de supermarkt; het korstje steekt net wat boven de plaat uit. Maar dat bleek voor het resultaat niet uit te maken: alle geteste tosti’s kwamen prima uit de Tefal. Opwarmen duurde wel wat lang, ongeveer 4 minuten.

Lees ook: Gezonde tosti’s om de hele middag op door te gaan

Brand je handen niet!

Gebruik een tang om je tosti's te serveren

Test: panini

De test met een panini had wat voeten in de aarde. De supermarkten in onze woonplaats verkochten geen panini-broodjes, maar een XL-shop in een andere plaats wel. Panini-broodjes zijn hoger dan normale afbakbroodjes en standaard voorzien van grillstrepen. Het deksel van de Snack Collection moest wel wat worden aangedrukt om de machine te kunnen sluiten met de vergrendeling, maar ook dat verliep verder prima.

Schoonmaken en opbergen 

De platen komen weer brandschoon uit de vaatwasser en klikken makkelijk vast in het apparaat. Door de betrekkelijk kleine afmetingen van dit keukenapparaat is het makkelijk op te bergen.

©Tefal

Uitbreidingssets (assortiment)

Dan de uitbreidingssets. Deze hebben we niet kunnen testen, maar zijn uiteraard te bekijken via de site van Tefal. Er is een aantal platen voor tosti’s in bijzondere vormen, zoals een schelpvorm of juist meteen als driehoek. Verder zijn er onder meer vormen voor bagels te verkrijgen. Tefal mikt duidelijk op een internationaal publiek, want er is ook een vorm voor madeleines (Franse zoete cakejes) verkrijgbaar.

Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil maken. In de test leverde het apparaat nette resultaten op: tosti's kwamen goed uit de grill en panini's lukten eveneens prima na het sluiten met de vergrendeling. De platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en kunnen in de vaatwasser. Dankzij het kleine formaat en het opbergsysteem voor het snoer is het toestel eenvoudig weg te zetten. Het apparaat heeft een vermogen van 700 watt, een maximale temperatuur van 230 graden en een indicatielampje dat aangeeft wanneer voorverwarmen is voltooid.

Aandachtspunten: het grillvlak is aan de krappe kant voor standaardboterhammen, de opwarmtijd ligt rond de 4 minuten en de temperatuur is niet handmatig regelbaar. De uitbreidingsmogelijkheden zijn groot (onder meer wafels, donuts, madeleines en bagels), maar deze extra platen zijn in deze test niet inhoudelijk beoordeeld.

Per saldo is de Snack Collection een praktisch en ruimtebesparend apparaat voor de liefhebbers van tosti's die ook graag eens experimenteren met andere bereidingen.