ID.nl logo
Opstarten in uefi: alternatieve boot-methodes
© PXimport
Huis

Opstarten in uefi: alternatieve boot-methodes

Al lange tijd worden nieuwe pc’s en laptops uitgerust met een ‘uefi’ in plaats van de ouderwetse bios. Het argument ‘veiligheid’ wordt echter onterecht gebruikt om het opstarten van een cd of usb-stick (met bijvoorbeeld GParted, malwareherstel of Linux-distributie) moeilijk te maken. In dit artikel lees je waarom dat zo is en hoe je alsnog kunt booten zoals jij dat wilt.

Wat is uefi?

Voordat we daadwerkelijk beginnen, kan het geen kwaad wat termen door te nemen. Uefi staat voor ‘unified extensible firmware interface’ en is als het ware een eigen besturingssysteem voor de computer. Het klassieke bios (basic input/output system) is firmware, maar de uefi ligt tussen de firmware en het besturingssysteem in. Uefi en bios kunnen naast elkaar bestaan op dezelfde computer. Vroeger was er ook efi (extensible firmware interface). Dat werd ontwikkeld door Intel, maar sinds 2005 doet Intel mee aan het UEFI Forum: een consortium van bedrijven uit de computerindustrie dat de uefi verder ontwikkelt. Uefi is ‘unified’ omdat het geheel softwaregebaseerd is: eerder werd het bios voor elke chip apart gecompileerd, uefi is een stuk generieker.

In dit artikel duiken we in de wereld van uefi. Elke pc of laptop wordt vandaag de dag met een uefi geleverd. Het is een verandering die voor sommige gebruikers heel plotseling lijkt te zijn veranderd. Er is veel positiefs aan de uefi: de basisinstellingen van de pc zijn eenvoudiger te bedienen, er is meer functionaliteit en de pc start er sneller door op.

Nadelen zijn er helaas ook: zo is het voor gebruikers wat lastiger en ingewikkelder geworden om vanaf andere media op te starten, bijvoorbeeld vanaf een usb-stick. Veel pc-fabrikanten hebben hun uefi dusdanig dichtgetimmerd dat dat niet zomaar mogelijk is. Bovendien is de situatie ingewikkelder geworden vanwege achterwaartse compatibiliteit, waardoor je alsnog vanaf het bios kunt starten in een uefi-omgeving.

In dit artikel bekijken we hoe het opstarten vanaf de uefi precies werkt met usb-sticks, hoe en waarom het is dichtgetimmerd. En we gaan deze kennis ook praktisch toepassen om op te starten met alternatieve media.

01 Uefi-boot

Op het moment dat de pc start, gaat de uefi-bootmanager aan de slag. Deze kijkt naar de bootconfiguratie en laadt de firmware-instellingen in het geheugen. Daarna wordt de kernel van het standaardbesturingssysteem gestart. In de firmware-instellingen, die opgeslagen liggen in het nvram, staat het pad van het efi-bestand dat gestart moet worden. Nvram staat overigens voor non-volatile random-access memory, dat aanwezig is op het moederbord. Non-volatile houdt in dat de data in het geheugen bewaard wordt, ook als de stroom eraf wordt gehaald.

De opstartbestanden staan op een efi-partitie, ook wel de ESP (efi system partition) genoemd. Zo’n partitie is een simpele fat32-partitie en heeft een mapje voor elk besturingssysteem dat op de pc staat. Elke map bevat één efi-bestand, aangemaakt door het geïnstalleerde besturingssysteem. Zo’n efi-bestand wordt gemaakt in een uefi-programmeertaal die veel lijkt op de taal C en dat bestand start het daadwerkelijke besturingssysteem.

Het voordeel van de uefi is dat het automatisch nieuwe uefi-bootdoelen kan detecteren. Op die manier kun je eenvoudig opstarten vanaf andere media. Om die functionaliteit mogelijk te maken, maakt uefi gebruik van standaardpaden om de bootloader te definiëren. Zo’n pad en bestandsnaam is bijvoorbeeld /efi/boot/boot_x64.efi voor een 64bit-systeem en voor de ARM-architectuur zou het bestand bootaa64.efi heten.

Vooral aan het begin van de introductie van de uefi ontstonden er weleens opstartproblemen. Elke bootloader had namelijk zijn eigen problemen of eigenaardigheden. Zo maakte Windows 7 bijvoorbeeld een nieuwe fat32-ESP, zelfs al was er een bestaande met fat16. Daarna mislukte de installatie. Veel Linux-distributies maakten vroeger een fat16-ESP aan. Bovendien hadden Ubuntu 11.04 en 11.10 een serieuze bug waarbij de ESP soms per ongeluk leeg werd gemaakt.

Bij het booten is nog één term van belang: CSM, dat staat voor compatibility support module en het biedt ondersteuning voor legacy-booten door ondersteuning voor het bios te bieden. Je kunt CSM alleen inschakelen als de optie Secure Boot uitstaat, maar daarover in paragraaf 3 meer.

©PXimport

02 Gpt

Gpt, oftewel de ‘guid partition table’, vervangt het oude mbr (master boot record), de manier waarop vroeger schijven werden ingedeeld. De gpt is een onderdeel van de uefi. Sinds Windows Vista kan Windows kan alleen van gpt-schijven in uefi opstarten. De partition header van een gpt-schijf bevat informatie over welke blokken gebruikt kunnen worden op de schijf. Ook bevat deze header de ‘guid’ van de schijf: de general unique identifier, een uniek identificatienummer. Een gpt-schijf kan basic of dynamic zijn, net als bij het mbr. Gpt ondersteunt tot 128 partities en het maakt automatisch een back-up van de gpt-partitietabel.

Het probleem met het master boot record was dat het niet meer van deze tijd was: schijven groter dan 2 TB konden niet gestart worden bijvoorbeeld. Gpt biedt ondersteuning voor schijven tot een grootte van 9,4 ZB. Dat zijn zetabytes, oftewel 9,4 x 10^21. Overigens bevat de gpt in het allereerste blok nog wel een mbr voor compatibiliteitsredenen. Deze zit in blok 0. In blok 1 zit de gpt-header en in de rest zijn de partities aanwezig.

©PXimport

03 Secure Boot

Secure Boot is een onderdeel van uefi en is bedoeld om malware die de firmware aanvalt tegen te houden. Zulke malware is erg naar, want die kan namelijk een herinstallatie van het besturingssysteem overleven doordat die zich in de firmware nestelt. Het principe van Secure Boot is erg eenvoudig: alleen binary’s (bestanden met alleen code) die ondertekend zijn door een vertrouwde partij worden opgestart. Malware kan in theorie niet ondertekend worden, dus daarmee wordt malware dan geblokkeerd. Bedrijven kunnen hun uefi-binary door Microsoft laten ondertekenen. In de meeste uefi’s zijn de publieke sleutels van Microsoft aanwezig. Als een bedrijf zijn binary laat ondertekenen, dan gebeurt dit dus met Microsofts privésleutel, zodat de firmware die binary herkent en start.

Ubuntu zag de bui al hangen en heeft dus zijn binary’s maar laten ondertekenen door Microsoft. Daarom kun je sinds 2012 Ubuntu gebruiken op uefi-systemen. Indien je een Linux-distributie wilt gebruiken die niet ondertekend is, dan kun je of Secure Boot uitzetten in de uefi of je kunt zelf eigen sleutels installeren in je uefi. Uiteindelijk wordt voor Secure Boot gewoon een public-private key-architectuur gebruikt en dus kun je dan de publieke sleutel van de binary installeren, waarna die wel gewoon gestart kan worden.

©PXimport

04 Secure Boot uitschakelen

Als je een Linux-distributie wilt opstarten vanaf een usb, kun je het dus eerst proberen met Secure Boot aan, aangezien een aantal Linux-distributies daar gewoon mee werken. Als dat niet lukt, is het de eenvoudigste optie om Secure Boot maar uit te zetten. Hoe je dat precies doet, verschilt per pc-fabrikant. Bij sommige pc’s zal de procedure bovendien lastiger of zelfs in zijn geheel onmogelijk zijn dan bij andere.

Om het toch te proberen, ga je in de uefi en zoek je naar de optie genaamd Secure Boot. Om in de uefi te komen, klik je in Windows 10 op de startknop, daarna op het tandwiel (de optie Instellingen) en tot slot op Opnieuw opstarten met de Shift-toets ingedrukt. Eenmaal opnieuw gestart verschijnt er een Windows-scherm en ga je naar Problemen oplossen / Geavanceerde opties / Instellingen voor UEFI-firmware / Opnieuw opstarten. De Secure Boot-opties vind je vaak onder het menu Boot of onder Windows Configuration Options.

Een andere manier om in de uefi te komen is net als vroeger om in het bios te komen: om tijdens het opstarten te drukken op sneltoetsen als Esc, F2, Delete enzovoort. De exacte toets verschilt per fabrikant.

Sommige fabrikanten bieden tooltjes aan waarmee je de uefi-instellingen via Windows kunt wijzigen. Dat is een stuk eenvoudiger, dan kun je misschien rustiger eens rondkijken met de handleiding van je moederbord ernaast.

©PXimport

05 Maak handmatig een opstartbare uefi-schijf

Je kunt op twee manieren een opstartbare usb-schijf maken: met een tooltje of zonder. Het tooltje behandelen we in paragraaf 6, maar dit zou geen masterclass zijn als we niet eerst handmatig aan de slag gaan. Sluit je usb-schijf aan. Open vervolgens in Windows 10 de PowerShell met admin-rechten en typ dan diskpart en list disk. Onthoud het schijfnummer van je usb-stick en typ bijvoorbeeld select disk 5. Typ clean om de schijf te legen. Zie je bij Gpt in de tabel die getoond wordt na de opdracht list disk een sterretje bij je usb? Typ dan convert mbr. Daarna typ je de opdrachten:

create partition primary
format fs=fat32 quick
active
assign
exit

Vooral het active-commando is belangrijk: dat markeert de schijf als opstartbaar. Daarna kopieer je de bestanden vanuit een iso-bestand naar je usb-stick. Dat kan dus zijn vanuit de Windows-iso, maar ook een Linux-iso. Om te verifiëren dat je schijf goed gaat werken, check even of er een map /efi/boot aanwezig is met een efi-bestand erin.

©PXimport

06 Opstartbare uefi-schijf met een tooltje

Er zijn diverse handige tooltjes om een opstartbare uefi-usb-stick of -schijf te maken. De eerste is de Windows 10-downloadtool van Microsoft. Daarmee kun je of een iso of meteen een opstartbare usb-stick maken. Voor Linux kun je gebruikmaken van een tool als Rufus of Win32DiskImager. Veel Linux-distributies leveren ook een iso-bestand dat je direct naar de schijf weg kunt schrijven, waarna die automatisch opstartbaar wordt. Daarvoor gebruik je dd-modus. Zorg ervoor dat je in Rufus kiest voor de uefi-computerindeling met een gpt-schijf.

©PXimport

07 Bootmenu

Het belangrijkste is nu natuurlijk om het uefi-bestand van deze schijf te starten. Zoals altijd: de methode verschilt per moederbord. Vaak zie je het na het starten meteen de tekst om het bootmenu te openen, vaak is dat iets als F1, F2, F11, F12, Delete of Esc (let op dat je toets kiest waarmee je het bootmenu opent en niet in de uefi opstart). Eenmaal in het bootmenu zie je de usb-stick in de lijst staan en kun je deze selecteren en starten. Wil je nu niet steeds handmatig op een toets willen drukken, dan kun je natuurlijk ook de opstartvolgorde wijzigen. Daarvoor start je wel in de uefi op en zoek je naar de bootvolgorde. Het is dan een kwestie van usb bovenaan zetten.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon
© Wesley Akkerman
Huis

Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon

In hoeverre kun je een simpele dweil eigenlijk nog verbeteren? Die vraag stelden we onszelf hardop – tot we opeens de Philips OneUp in handen kregen: een elektronische dweil die verrassend goed weet mee te draaien in een wereld vol dweilende robots en nat-droogstofzuigers. Wat vinden wij van deze opvallende nieuwkomer?

Uitstekend
Conclusie

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

Plus- en minpunten
  • Dweilen zonder strepen
  • Flexibele kop
  • Afneembare dweilpad
  • Goed voor minimaal 50 vierkante meter
  • Meegeleverd schoonmaakmiddel
  • Geen extra dweilpad
  • Schoonmaakmiddel is duur
  • Schoonmaakmiddel heeft geen lekkere geur

Dankzij robots en andere slimme apparaten wordt het steeds makkelijker om het huishouden uit handen te geven of de vervelende taken te láten uitvoeren. De Dreame H15 Pro en anders wel de X50 Ultra zijn daar goede voorbeelden van. Maar Philips laat met de OneUp zien dat regelmatig dweilen helemaal geen vervelende taak hoeft te zijn. Dit is namelijk een elektrische dweil die je in staat stelt de taak sneller uit te voeren. Hij is er in twee uitvoeringen, namelijk eentje van 109 en eentje van 159 euro. Het enige verschil is de accu: die gaat respectievelijk 50 of 70 minuten mee.

Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen die je allemaal aan de steel bevestigt. Om te beginnen zijn dat een schoonwaterreservoir (van 280 ml) en een vuilwaterbak (van 180 ml), die je aan de onderkant van het midden aantreft. In de bak met schoon water klik je daarnaast een speciaal ontwikkelde module met daarin het schoonmaakmiddel. Dat is een door Philips ontwikkeld middel, dat naar verluidt drie maanden moet meegaan. De kantelbare kop kan 360 graden draaien en is voorzien van afneembare dweilpads, die ook los te koop zijn (voor 23 euro).

©Wesley Akkerman

Evenredig nat en schoon

Bij dit soort apparaten is het gewicht en flexibiliteit in de bediening erg belangrijk. De Philips OneUp weegt 1,75 kilo en is dus niet bepaald zwaar, zeker niet in vergelijking met draadloze steelstofzuigers. Wij hebben er in elk geval moeiteloos mee door het huis gelopen. En dankzij die draaibare kop kom je heel makkelijk in verschillende hoeken, onder tafels en stoelen en langs poten en ander meubilair. De knoppen voor de bediening zitten daarnaast helemaal boven op de dikke steel, waardoor die eveneens goed bereikbaar zijn.

In de basis lijkt er dus goed nagedacht te zijn over de werking en praktische inzetbaarheid van de Philips OneUp. Maar hoe maakt-ie schoon? Dankzij een gemotoriseerde aandrijving kan het systeem de dweilpad continu voorzien van een schone stroom water met zeep. Ondertussen zuigt de dweil het vieze water op, waardoor de grond niet lang nat blijft en het droogproces drastisch verkort. Je moet de dweilpad van tevoren nog wel eerst natmaken, dus de eerste vloeraanraking kan wat te vochtig zijn. Maar daarna wordt de harde vloer evenredig nat en schoon.

©Wesley Akkerman

Voordelen ten opzichte van gewoon dweilen

Het gebruik van de Philips OneUp brengt een aantal duidelijke voordelen met zich mee. Vergelijk je het met traditioneel dweilen, dan vallen er meteen een paar dingen op. Je hoeft geen grote emmer water klaar te zetten, laat staan ermee door het huis te slepen. Je verbruikt minder water en schoonmaakmiddel, en je voorkomt dat je halverwege met een vieze dweil over de vloer gaat. Ook het schoon- en droogmaken van de dweilkop is een stuk eenvoudiger – daar heeft Philips slim over nagedacht.

De dweilpad is afneembaar en kun je simpelweg te drogen leggen, bijvoorbeeld in de zon. Is die er even niet, dan duurt het ongeveer twee à drie dagen voordat hij helemaal droog is. Je kunt de pad bovendien in de wasmachine gooien om hem weer fris en schoon te krijgen. Omdat het drogen soms wat tijd kost, is een extra dweilpad geen overbodige luxe – maar die moet je wel los aanschaffen. Het apparaat wordt geleverd met één pad, maar verder zit alles wat je nodig hebt gewoon in de doos. De basis is dus goed op orde.

©Wesley Akkerman

Meegeleverd schoonmaakmiddel

Philips raadt natuurlijk aan om het speciaal voor dit systeem ontwikkelde schoonmaakmiddel te gebruiken. Twee flesjes kosten 20 euro en zijn volgens de fabrikant goed voor evenveel sessies als drie flessen gewone vloerreiniger. Per schoonmaakbeurt druk je één keer op de knop om het schoonwaterreservoir van de juiste hoeveelheid zeep te voorzien, zodat je altijd de optimale verhouding hebt. Toch vragen we ons af of je echt aan die Philips-flesjes vastzit. In de praktijk werkt het systeem ook prima met je eigen schoonmaakmiddel.

Wat wel opvalt aan het meegeleverde reinigingsmiddel, is dat het nauwelijks geur afgeeft. Het ruikt niet vies, maar er zit ook geen fris of aangenaam geurtje aan. Wel zorgt het voor een streeploos resultaat, en dat is natuurlijk waar het uiteindelijk om draait. Heb je echter zelf een goede vloerreiniger die speciaal geschikt is voor jouw type vloer, dan kun je die ook prima gebruiken. Het enige wat je dan even moet uitzoeken, is de juiste verhouding met het schoonwaterreservoir van 280 ml. De elektrische dweil presteert er in elk geval niet minder door als je de (best prijzige) Philips-flesjes links laat liggen.

©Wesley Akkerman

Philips OneUp kopen?

Ook goed om te weten: met de variant die 50 minuten meegaat, kun je ongeveer 50 vierkante meter dweilen. De versie met een accuduur van 70 minuten komt tot 70 vierkante meter. Daarmee is de OneUp een ideaal product voor kleinere huishoudens, zoals een appartement of flat. In ons testhuishouden hield de OneUp het zelfs vol om op een volle accu 56 vierkante meter schoon te maken – ruim boven de beloofde prestatie. Natuurlijk moet je er rekening mee houden dat accu's na verloop van tijd wat capaciteit verliezen, maar daar was in dit geval nog geen sprake van.

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

▼ Volgende artikel
Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger
© Miele
Huis

Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger

Maak kennis met de Miele Guard-serie: drie stofzuigers die elk uitblinken in hun eigen klasse. Van de lichtgewicht en wendbare S1 tot de veelzijdige M1 en de luxe L1 met geavanceerde filtersystemen – Miele combineert innovatieve technologie met doordacht design. Ontdek hieronder welke Guard-stofzuiger het best bij jou past!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Of je nu dagelijks door een druk gezinshuis beweegt of in alle rust een minimalistische studio onderhoudt, een goede stofzuiger maakt het verschil. Met de Guard-serie biedt Miele drie modellen die elk op hun eigen manier uitblinken in comfort, gebruiksgemak en duurzaamheid. De compacte Guard S1, de veelzijdige M1 en de luxe L1 zijn stuk voor stuk uitgerust met doordachte technologie en hoogwaardige materialen. Wat ze met elkaar delen? De kwaliteit en betrouwbaarheid die je van Miele mag verwachten.

Guard S1: verrassend sterk, opvallend compact

De Guard S1 is het instapmodel binnen de serie, maar zeker geen lichtgewicht als het op prestaties aankomt. Met een krachtige 890 watt-motor, vier zuigstanden en een universele zuigmond reinigt hij moeiteloos diverse vloertypen. Dankzij het lichte gewicht en het compacte ontwerp is hij ideaal voor kleinere woningen of mensen die op zoek zijn naar een wendbare stofzuiger. De bediening is intuïtief via twee knoppen en een centrale draaischakelaar, en met zijn grijs gemarkeerde elementen is hij zelfs zonder handleiding volledig logisch in gebruik.

©Miele

De S1 maakt gebruik van de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem zorgt voor een hygiënisch klikmechanisme: geen ontsnappend stof, wel een gerust gevoel. En met standaard accessoires zoals een meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel (bevestigd via de VarioClip) heb je alles bij de hand.

Waarom de sledestofzuiger nog altijd onverslaanbaar is

Hoewel draadloze steelstofzuigers tegenwoordig de toon lijken te zetten, bewijst de klassieke sledestofzuiger keer op keer zijn waarde. Niet alleen bieden sledemodellen doorgaans een krachtigere en constantere zuigkracht, ze hebben ook een aanzienlijk grotere stofcapaciteit. Je hoeft dus minder vaak te legen of zakken te vervangen. Bovendien zijn ze stiller, ergonomischer in gebruik en betrouwbaarder op de lange termijn. En waar steelstofzuigers vaak na een paar jaar al kuren vertonen, gaan sledestofzuigers zoals die van Miele gerust twintig jaar mee. Soms is klassiek gewoon beter.

Guard M1: veelzijdige krachtpatser met slimme opbergruimte

Een stapje luxer is de Guard M1, ontworpen voor elk type ondergrond en elk type huishouden. Deze stofzuiger beschikt over een verstelbare zuigkracht met vier vermogensniveaus, die je met de voet bedient – handig als je tussendoor niet wilt bukken. De 4,5 liter-stofzak (HyClean Pure CO) gaat extra lang mee en het ComfortFit-systeem garandeert maximale hygiëne én prestaties, zelfs bij een lagere zuigkracht.

©Miele

Ook het design spreekt aan: fris, modern en met een geïntegreerd accessoirevak waarin je de meegeleverde meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel netjes opbergt. De universele draaibare zuigmond is geschikt voor tapijt, hout en tegels, en volgt soepel elke beweging.

Guard L1: comfort, stilte en duurzaamheid in één

De Guard L1 is het topmodel binnen de serie en is ontworpen voor mensen die geen concessies willen doen aan comfort, prestaties of uitstraling. Met een fluisterstil geluidsniveau van slechts 75 dB en een royale actieradius van 12 meter is dit model klaar voor elke schoonmaakklus, hoe groot of klein ook. Het robuuste ontwerp is niet alleen stijlvol, maar ook uitzonderlijk duurzaam: de L1 is getest op een levensduur van maar liefst 20 jaar.

©Miele

Net als de M1 beschikt ook de L1 over de draaibare universele zuigmond, maar onderscheidt zich met slimme details. Zo is de 2-in-1-zuigmond (voor meubels en kieren) geïntegreerd in de achterkant van het toestel en is de reliëfborstel ingebouwd in de ergonomische handgreep. Ook deze L1 werkt met de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem, waardoor hygiëne en gebruiksgemak gegarandeerd zijn.

Voor wie nóg een stap verder wil gaan, is er de Guard L1 Comfort. Deze luxere uitvoering voegt enkele premium extra's toe. Het geïntegreerde LCD-kleurendisplay toont in één oogopslag de reinigingsmodus, de vullingsgraad van de stofzak en de status van het uitblaasfilter. Zo heb je altijd direct inzicht in de prestaties van je stofzuiger. Daarnaast ondersteunt de L1 Comfort Miele@home, waarmee je het apparaat via wifi kunt verbinden met je smarthome-netwerk. Bediening via app, spraak of slimme automatisering? Met Miele is het slechts een kwestie van instellen.

Ga voor meer witgoeddeals naar Bemmel & Kroon!