ID.nl logo
Leg een thuisnetwerk aan
© CIDimport
Huis

Leg een thuisnetwerk aan

Vroeger was het leven simpel: pc op het bureau, modem ernaast, en surfen maar. Tegenwoordig is er een serieus netwerk nodig om alle mogelijke apparaten thuis met internet te verbinden.

Vroeger was het leven simpel: pc op het bureau, modem ernaast, en surfen maar. Tegenwoordig is er een serieus netwerk nodig om alle mogelijke apparaten thuis met internet te verbinden. Maar hoe pakt u dat het best aan?

Om uw huis uit te rusten met een netwerk, hebt u keus uit drie technologieën: bekabeld, draadloos of homeplug. De eerste twee kent iedereen, de laatste is iets minder bekend. Het idee achter homeplugs (ook wel powerlines genoemd) is echter even simpel als geniaal. In plaats van nieuwe netwerkkabels te trekken, gebruikt u gewoon het lichtnet om internet naar een pc te brengen.

U hebt daarvoor minstens twee homeplugs nodig: eentje steekt u in de buurt van de router in het stopcontact en verbindt u via een netwerkkabel met uw router. Het tweede kastje installeert u bij de pc en deze is verbonden met die computer. Configureren is niet nodig: het systeem werkt meteen uit de doos. Eventueel kunt u de verbinding nog beveiligen, wat meestal betekent dat u op beide homeplug-kastjes een knop moet indrukken.

Geen probleem overigens wanneer u een extra computer aan het netwerk wil hangen. Gewoon een kastje extra aanschaffen, inpluggen en u hebt toegang tot het internet. In theorie kunt u een netwerk maken met 250 homeplugs, maar in de praktijk zal een tiental ongeveer de limiet zijn om prettig te kunnen blijven werken.

©CIDimport

Voorheen was een grote tekortkoming van homeplugs dat een kastje ook direct betekende dat u een stopcontact kwijt was. Maar dat probleem is opgelost doordat verschillende homeplugs de stroom doorvoeren naar een ingebouwd stopcontact, zoals de Netgear Powerline AV+ 500 (afbeelding hiernaast) of Belkin Powerline Adapter Surf AV+.

Met de beveiliging van de homeplug-producten zit het wel goed. Filters in de verdeelkast zorgen ervoor dat het signaal niet verder reikt dan uw eigen elektriciteitsnet. In flatgebouwen kan dat wel eens anders uitpakken, maar dan kunt u altijd terugvallen op de ingebouwde beveiliging van de homeplug-adapters: die zorgt ervoor dat alle communicatie wordt afgeschermd met een stevige AES 128 bits encryptie.

 

Doorschakelen

Ook al hebt u strikt genomen een netwerk zodra u twee computers met elkaar verbindt, een ‘echt’ (thuis)netwerk heeft toch wat meer voeten in de aarde. Wie geen verbinding met bijvoorbeeld internet nodig heeft, heeft eigenlijk voldoende aan een eenvoudige switch om zijn pc’s met elkaar te verbinden en zo een thuisnetwerk op te bouwen. Zo’n switch is een intelligent schakelkastje met een aantal lan-poortjes. Het is intelligent, omdat het toestel onthoudt welke pc met welk poortje verbonden is. Iets specifieker: het weet welk mac-adres van de netwerkadapter van die pc met welke poort verbonden is. Krijgt de switch even later datapakketjes voor datzelfde mac-adres binnen, dan klopt die niet domweg bij alle poortjes aan zoals een hub dat vroeger wel deed, maar stuurt hij de data meteen door naar de juiste poort.

Zodra internet een factor wordt, is een switch alleen niet genoeg. Naast een adsl- of kabelmodem voor de verbinding naar uw provider hebt u ook een router nodig. Die hebben trouwens ook altijd een ingebouwde switch, vaak met een viertal lan-poorten. Zoals de naam het al zegt, is de basisfunctie van zo’n toestel het ‘routeren’ van gegevens: ze sturen datapakketjes van het ene netwerk naar het andere. De kans is trouwens groot dat uw data verschillende routers passeren voordat ze hun eindbestemming bereiken. Naast het doorsturen van gegevens zorgt een router dankzij een ingebouwde firewall ook voor extra veiligheid. Veel modellen voorzien bovendien in toegangscontrole, zodat u bijvoorbeeld kunt voorkomen dat een pc op bepaalde tijdstippen en al dan niet met specifieke toepassingen het internet op kan.

 

Alles-in-een

De meeste routers voorzien standaard al in een draadloze verbinding. Wanneer dat bij u niet het geval is, dan een draadloos toegangspunt (access point) een oplossing kunnen zijn. Het wordt echter steeds lastiger zulke apparaten te vinden, want de meeste doen namelijk ook dienst als router. Wilt u absoluut uw oude router in het netwerk behouden, let er dan even op hoe u die tweede router aansluit; u wilt natuurlijk niet uw netwerk ongewild opsplitsen. Zo moet u erop letten dat er slechts op één router een dhcp-service actief is. Zo’n service kent automatisch ip-adressen toe aan uw netwerkapparaten. Er bestaan verschillende specificaties voor draadloze netwerktechnologie, waarvan 802.11n momenteel als de standaard geldt. In het ideale geval werken alle draadloze apparaten in uw netwerk met deze standaard, inclusief de netwerkadapters in u pc’s. Die biedt namelijk doorgaans een hogere snelheid en een groter bereik dan voorlopers 802.11g of 802.11b.

  

 

Wifi-netwerk

  

©CIDimport

Ongeveer de gemakkelijkste oplossing om internet in huis te verdelen, is via wifi. Nu zijn de toestellen die willekeurig welke provider uitdeelt bij een abonnement zo slecht nog niet, maar het kan toch dat hun prestaties niet optimaal zijn. Overweeg dan een high-end dual-band router met een groot bereik en een degelijke snelheid, zoals de Linksys E4200 (afbeelding hiernaast) of Netgear WNDR3700.

Qua plaatsing is het lastig om algemene regels op te stellen. Afstand heeft alleszins een grote impact op de snelheid. Zet uw draadloze router dus niet diep in de kelder of ver weg in de garage als de meeste gebruikers op de zolderverdieping zitten. Uiteraard wilt u een lelijke router geen prominente plek in de woonkamer geven – al zijn er ondertussen wel mooiere designtoestellen zonder zichtbare antennes op de markt. Wees slim en probeer te combineren. Als u dan toch een netwerkkabel naar uw tv-meubel moet leggen, overweeg dan om ook de router hierin weg te werken.

Over de veiligheid van draadloze netwerken doen de wildste verhalen de ronde. Ons advies is duidelijk: activeer wpa2 (met aes) en voorzie in een ijzersterk wachtwoord. Het is overigens geen goed idee de routernaam (ssid) op uw toegangspunt uit te schakelen. Uw netwerk blijft ook zonder nog altijd zichtbaar, bijvoorbeeld in antwoorden op verbindingsverzoeken. Sommige clients sturen zulke verzoeken zelfs door als het wlan niet langer in bereik is. Hackers zullen dan ook weinig moeite hebben om een eigen toegangspunt met uw ssid op te zetten.

 

Nieuwbouwhuis of renovatie?

Hebt u verhuisplannen naar een nieuwbouwwoning, houdt in uw plannen dan ook direct rekening met de aanleg van een netwerk; bij voorkeur met een internetverbinding naar alle kamers. Dat lijkt misschien overdreven, maar een netwerk moet u niet uittekenen met de huidige noden in het achterhoofd. Vandaag hebt u misschien maar één laptop en een smartphone die online moeten, maar wie weet wat er binnen tien of twintig jaar allemaal het internet op moet?

©CIDimport

In de kelder of technisch ruimte gebruikt u de router van de provider of een basistoestel zoals een Sitecom Wired Router DC-210 (afbeelding hiernaast). Bent u een beetje handig, dan kunt u zelf de bekabeling leggen. Als u van plan bent om de ethernetkabels in dezelfde leidingen als stroomdraden te leggen, wordt wel aangeraden om afschermde netwerkbekabeling te gebruiken. Standaardkabels dragen het etiket CAT5 (eventueel met een ‘e’ erbij), de beter afgeschermde zijn CAT6.

Nadeel aan CAT6 is dat u iets meer werk hebt bij het aanbrengen van een netwerkplug. Dat is sowieso het grootste struikelblok voor beginners: vier paar draden in de juiste gaatjes van de plug steken en dan dichtpersen met speciaal gereedschap. Een esthetische oplossing is sowieso om de netwerkkabel die in de muren loopt te laten eindigen in een mooie inbouwdoos. Dergelijke dozen met bijhorende afdekplaten hebben wel de neiging een flinke hap uit uw budget te nemen – goed om weten als u overweegt om ze in elke kamer te plaatsen.

©CIDimport

Ethernet is een punt-tot-puntoplossing. In theorie zou u dus voor twee pc’s twee ethernetkabels vanuit de router moeten laten komen. Gelukkig is dat niet nodig wanneer u op het eindpunt een switch installeert (afbeelding hiernaast). Zo’n toestel is niet zo heel duur (10 tot 20 euro) en u kunt er tot vier pc’s op aansluiten. Niets weerhoudt u echter om meer switches te gebruiken: u kunt bijvoorbeeld perfect met één kabel naar de tweede verdieping gaan, dan via een switch netwerkkabels leggen naar elke kamer op die verdieping, en dan in een van de kamers een tweede switch gebruiken om meerdere computers aan te sluiten.

©CIDimport

Bij een renovatie heb u minder opties dan bij nieuwbouw, tenzij het om een totaalrenovatie gaat waarbij er ook slijpwerk in de muren aan te pas komt. Wanneer u toch de kans krijgt om een bekabeld netwerk aan te leggen, bijvoorbeeld omdat u nieuwe plinten gaat aanbrengen of een nieuwe vloer legt, is dit zeker het overwegen waard. De grootste uitdaging is meestal om de kabels uit het zicht naar de volgende verdieping te leggen en daarom bieden homeplugs in dit geval vaak de fraaiste oplossing (afbeelding hiernaast). Wanneer u tot aanschaf overgaat, kies dan voor ‘groene’ exemplaren. Oudere modellen verbruiken namelijk vrijwel evenveel stroom in ruststand als wanneer ze gebruikt worden en dat is natuurlijk onnodige verspilling.

 

Snelheid

Een waarheid als een koe, zowel voor wifi-routers als homeplugs: ze halen nooit de snelheid die op de doos beloofd wordt. Eigenlijk is het net zoals het brandstofverbruik in de autoreclames. Die worden ook enkel behaald onder ideale omstandigheden, met een bijna lege tank, wind in de rug en een wagen waar alle overbodigheden uit zijn gestript.

Bij homeplugs heeft vooral de kwaliteit van het lichtnet een grote impact, evenals de aanwezigheid van stoorzenders. Idealiter zitten dergelijke grote stroomverbruikers op een andere stop dan de stopcontacten waarop u homeplugs gebruikt.

De aangeduide snelheid van een homeplug – bijvoorbeeld 200 Mbps – is meer de theoretische snelheid voor ruwe datatransfer. Maar alle netwerktechnologie die erbij komt om te zorgen dat u dat ene filmbestand van de ene pc naar de andere kan kopiëren, betekent veel bijkomende datapakketten op het netwerk wat automatisc een tragere dataoverdracht betekent.

Bij wifi-routers spelen heel veel factoren. De dikte van de muren, geleiders of metalen elementen, andere draadloze netwerken, bepaalde elektrische apparaten zoals microgolfovens, zelfs de aanwezigheid van mensen in de ruimte … het is maar een kleine greep uit de verzameling van wifi-vertragers.

Is het een ramp als uw wifi iets minder snel gaat? Veel hangt af van wat u van plan bent. Wilt u enkel een beetje surfen, dan is uw totale snelheid sowieso beperkt tot het maximum van u internetverbinding. Anders gezegd: als u een 3 Mbps-lijn hebt bij u internetprovider, maakt het eigenlijk niet uit of uw wifi-netwerk 300 Mbps biedt.

Dat is natuurlijk wel anders als u bijvoorbeeld hf-videobestanden over het netwerk wil streamen. U kan dan wel zeggen dat 300 Mbps écht nodig is, toch klopt dat niet helemaal. Het is zo dat die snelheidsaanduiding op de doos meer betekent dan enkel ‘deze router gaat snel’. Er zijn namelijk verschillende edities van de wifi-standaard en ook meerdere technologieën die fabrikanten inbouwen in hun toestellen, zoals bijvoorbeeld routers die meerdere antennes in parallel gebruiken. Het resultaat is niet alleen een hogere snelheid, maar ook een groter bereik en stabielere verbindingen.

 

Toekomstmuziek

Nu 3G aan een opmars bezig is, kan het interessant lijken om uw vaste internetverbinding op te zeggen en ook thuis volledig over te schakelen op een mobiele internetprovider. Of is het daar nog te vroeg voor? Het lijkt onvermijdelijk dat mobiel internet de klassieke internetaansluiting steeds meer naar de achtergrond zal duwen. De snelheden klimmen steeds hoger en de beschikbaarheid van 3G wordt elke maand beter. De theoretische snelheden van HSPA+ – tot 14,4 Mbit/s – die in Nederland gehaald worden, zijn bovendien ruim voldoende om vlot te surfen. Toch zijn er nog een aantal dingen waar u rekening mee moet houden.

Als u thuis niet al te veel downloadt en uw internetverbruik onder de 2 GB per maand blijft, kan het inderdaad interessant zijn om uw vaste internetprovider de deur te wijzen en exclusief voor mobiel internet te kiezen. De maandelijkse kosten zijn in veel van de abonnementsformules een stuk goedkoper. U hoeft daarnaast geen rekening te houden met installatie- of aansluitkosten, omdat alles via een simkaart verloopt. Controleer wel eerst of u een snelle 3G-verbinding hebt thuis. Gelukkig kan een 3G-router overal in het huis geplaatst worden, omdat er geen vaste kabelaansluiting is.

©CIDimport

3G door het hele huis delen kan met een klassieke router, al is er wel één belangrijke voorwaarde: de router moet de 3G-modem ondersteunen. Daar wil het op dit moment nog wel eens fout lopen. Er is voorlopig nog maar een beperkt aanbod in dit productsegment. Huawei is een van de meest prominente voortrekkers (afbeelding hiernaast), met draadloze routers die snelheden tot 28,8 Mbit/s (HSPA+) ondersteunen. Ideaal met het oog op de toekomst, want providers zullen hun snelheden ongetwijfeld nog wat hoger leggen in de volgende jaren.

Tekst: Clickx.

Dit artikel komt uit Computer Idee nummer 16, jaargang 2012.

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!