ID.nl logo
Huis

Extra Arduino-bibliotheken installeren doe je als volgt

Net als andere programmeeromgevingen kent Arduino het concept van libraries: externe code die je eenvoudig aan je eigen programma toevoegt. Arduino IDE maakt het heel eenvoudig om in je schetsen met bibliotheken te werken. Extra Arduino-bibliotheken installeren werkt zo.

Met de ingebouwde functies van de Arduino-taal kun je al leuke dingen doen, maar voor complexere schetsen heb je extra functionaliteit nodig. Arduino kent daarom net als andere programmeeromgevingen het concept van bibliotheken. Een bibliotheek (library) is een verzameling code met specifieke functionaliteit, die je eenvoudig in je eigen schetsen kunt gebruiken.

De Arduino IDE-ontwikkelomgeving heeft standaard al enkele bibliotheken geïnstalleerd. Bij deze standaardbibliotheken kun je er dus van uitgaan dat ze op elk systeem met Arduino IDE staan en je kunt ze dus zonder zorgen in je code gebruiken.

Zo gebruik je de standaardbibliotheek Wire als je met aangesloten elektronische componenten via het I²C-protocol wilt communiceren en SPI als die componenten het SPI-protocol gebruiken. Een servomotor stuur je dan weer aan met de bibliotheek Servo en met de bibliotheek SD lees je van en schrijf je naar een sd-kaart op een Arduino-shield met sd-kaartslot.

Als je een bibliotheek wilt gebruiken in je schets, moet je die bibliotheek eerst ‘importeren’. Dat kan eenvoudig door in het menu Schets op Bibliotheek gebruiken te klikken. Je krijgt dan in het menu alle beschikbare bibliotheken te zien. Klik gewoon op de bibliotheek die je nodig hebt, waarna Arduino IDE vooraan in je schets een opdracht toevoegt die de bibliotheek voor je code beschikbaar maakt. Voor de bibliotheek Servo is dat bijvoorbeeld:

#include <servo.h></servo.h>

Na een tijdje weet je wel hoe zo’n include-opdracht er uitziet: je hoeft dan niet meer de omweg via het menu te doen, maar kunt zelf de include-opdracht aan je code toevoegen. Let op: zet die altijd helemaal in het begin van je schets.

Van elke standaardbibliotheek vind je op de website van Arduino documentatie en voorbeeldcode. Die voorbeeldcode vind je ook in Arduino IDE in het menu Bestand / Voorbeelden. Lees de documentatie en probeer de voorbeelden eens uit voordat je de bibliotheek in je eigen schets gebruikt.

©PXimport

Extra bibliotheken toevoegen

Al vrij snel zul je extra bibliotheken willen installeren die niet in de standaardinstallatie van Arduino IDE aanwezig zijn. Ook dat is in Arduino IDE eigenlijk heel eenvoudig. Klik je in het menu Schets / Bibliotheek gebruiken op Bibliotheken beheren, dan open je het bibliotheekbeheer (Library Manager).

In het bibliotheekbeheer heb je toegang tot bijna 2000 Arduino-bibliotheken. In het zoekveld rechtsboven kun je filteren op een zoekterm en met de uitklapmenu’s ernaast toon je alleen de bibliotheken van een specifiek type of onderwerp.

Elke bibliotheek krijg een beknopte samenvatting. Met een klik op More info wordt een webpagina van de bibliotheek geopend. De bibliotheek installeren gaat eenvoudig door de bibliotheek te selecteren en rechts op Installeren te klikken. Dat installeert standaard de nieuwste versie. Wil je om een of andere reden een oudere versie, dan selecteer je die eerst in het uitklapmenu naast de installatieknop. Na de installatie verschijnt er naast de naam van de bibliotheek de aanduiding INSTALLED.

Je kunt nu het bibliotheekbeheer sluiten en de geïnstalleerde bibliotheek op exact dezelfde manier als een standaardbibliotheek gebruiken. De meeste bibliotheken voegen ook voorbeeldschetsen toe in het menu Bestand / Voorbeelden. Overigens vind je alle bibliotheken die via het bibliotheekbeheer te installeren zijn ook op de website Arduino Library List, met uitgebreide zoekmogelijkheden.

©PXimport

Een zip-bestand toevoegen

Het bibliotheekbeheer geeft toegang tot enorm veel bibliotheken, maar soms heb je toch een bibliotheek nodig die er (nog) niet in te vinden is, bijvoorbeeld omdat die nog vrij nieuw is. De ontwikkelaar verspreidt zijn bibliotheek normaal gesproken dan als een zip-bestand.

Pak dit zip-bestand niet zelf uit, maar open in Arduino IDE het menu Schets / Bibliotheek gebruiken en klik dan op .ZIP Bibliotheek toevoegen. Selecteer dan het zip-bestand dat je gedownload hebt. Arduino IDE pakt het zip-bestand uit en plaatst de inhoud ervan op de juiste locatie.

De geïnstalleerde bibliotheek kun je nu op dezelfde manier als een standaardbibliotheek gebruiken en als de ontwikkelaar voorbeeldschetsen heeft toegevoegd, zijn die ook in het menu Bestand / Voorbeelden beschikbaar.

Handmatig bibliotheken toevoegen

Als de ontwikkelaar van een bibliotheek zelfs geen zip-bestand beschikbaar maakt, is er nog een derde manier om de bibliotheek te installeren: door zelf de bestanden op de juiste locatie te plaatsen waar de Arduino IDE ze vindt. Dat klinkt moeilijker dan het is, maar het is iets omslachtiger, dus we raden dit alleen aan als de vorige twee manieren niet beschikbaar zijn.

Daarvoor dien je eerst de schetsboeklocatie van je Arduino IDE te weten. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren en kijk bovenaan in het tekstveld bij Schetsboeklocatie. In Windows is dat bijvoorbeeld C:\Users\Gebruikersnaam\Documents\Arduino, in Linux is dit /home/gebruikersnaam/Arduino en in macOS /Users/gebruikersnaam/Documents/Arduino.

Onder de schetsboeklocatie vind je een map met de naam libraries. Hierin staat voor elke bibliotheek een map. Maak hier dus een map voor je bibliotheek aan (de naam van de bibliotheek is een goede naam voor de map). Kopieer de bestanden van de bibliotheek in deze map. Je hebt minstens een bestand met de extensie .c of .cpp en een bestand met de extensie .h nodig. Als je daarna Arduino IDE herstart, is de bibliotheek beschikbaar in het menu Schets / Bibliotheek gebruiken.

Arduino-bibliotheken updaten

Eén keer een bibliotheek installeren is niet voldoende. De ontwikkelaars brengen immers waarschijnlijk regelmatig een nieuwe versie uit om fouten op te lossen en functionaliteit toe te voegen. Gebruik je het bibliotheekbeheer, dan krijg je normaal gesproken onderaan Arduino IDE regelmatig een melding dat er nieuwe versies beschikbaar zijn. Je kunt ook zelf in het bibliotheekbeheer bij type Bij te werken kiezen om te zien welke van je geïnstalleerde bibliotheken een nieuwe versie hebben. Selecteer één voor één de bibliotheken en klik rechts op Updaten.

Voor bibliotheken die je via een zip-bestand of manueel hebt geïnstalleerd, dien je zelf regelmatig naar updates te zoeken. Let op: het volstaat niet om enkel een bibliotheek te updaten. Je dient ook je schetsen die van die bibliotheek gebruikmaken opnieuw te compileren en naar je Arduino te uploaden om van de nieuwe versie van de bibliotheek gebruik te maken in je code.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.