ID.nl logo
Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten
© Muhammad - stock.adobe.com
Huis

Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten

Je kunt natuurlijk voor je bedrijf of hobby een Gmail- of Outlook-e-mailadres gebruiken, en je blog of website bijvoorbeeld op Google Sites hosten, maar echt professioneel oogt dit niet. Waarom niet je eigen domeinnaam registreren, eventueel met webruimte en mailboxen? Voor de prijs hoef je het niet echt te laten.

In dit artikel laten we zien hoe je een eigen domeinnaam registreert en beheert:

  • Kies de juiste registrar en vergelijk prijzen en extra opties
  • Registreer je domeinnaam en configureer nameservers en DNS-instellingen
  • Koppel je domein aan een website en stel een professioneel e-mailadres in
  • Beheer en verleng je domeinnaam om te voorkomen dat deze verloopt
  • Verhuis je domein naar een andere provider als dat nodig is

Lees ook: WordPress voor groentjes: zet jouw website in één dag online

Veel bedrijven hebben een eigen domeinnaam voor hun website, maar ook voor thuisgebruikers kan dit zeker voordelen bieden. Voor persoonlijke blogs, portfolio’s, hobbyprojecten of familiefotoalbums geeft een eigen domein een kort, makkelijk te onthouden webadres, zonder advertenties van hostingplatforms. Daarnaast kan een domeinnaam met relevante zoekwoorden helpen om beter vindbaar te zijn via zoekmachines.

Een eigen domeinnaam zorgt bovendien voor een stabiel website-adres, zelfs wanneer een hostingplatform verandert of sluit. Dit geldt tevens voor je e-mailadres (dat eindigt op @jedomeinnaam.nl), dat ongewijzigd blijft als je van provider wisselt. Bovendien krijg je vaak toegang tot geavanceerde e-mailopties als SPF, DKIM en DMARC, die spam verminderen en de betrouwbaarheid van e-mail verhogen.

De nadelen van een eigen domeinnaam beperken zich tot extra kosten – afhankelijk van opties en pakketten vaak hooguit enkele tientjes per jaar – en onderhoud, zoals verlenging van de domeinregistratie en aanpassing van de zogeheten DNS-instellingen. Maar zoals ook uit dit artikel zal blijken: doorgaans verloopt dit grotendeels automatisch.

1 Registry versus registrar

Het beheer van centrale databases voor domeinen ligt bij verschillende organisaties, de zogeheten registry’s. Zo beheert SIDN de .nl-domeinen, DNS Belgium de .be-domeinen, EURid de .eu-domeinen, PIR de .org-domeinen en Verisign de .com-domeinen. Als eindgebruiker hoef je je hier niet direct zorgen om te maken. Immers, voor een domeinregistratie richt je je tot een tussenpartij, een zogeheten registrar, die je aanvraag correct bij de betreffende registry indient en hiervoor de nodige vergoedingen betaalt.

Er zijn heel wat registrars beschikbaar. In Nederland kun je bijvoorbeeld terecht bij Mijndomein.nl, Strato, TransIP, Versio en Yourhosting. In België zijn onder meer Combell en Nomeo bekende opties.

Je kunt registrars ook vinden door naar de website van een registry te gaan, zoals www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be. Voer de gewenste (vrije) domeinnaam in en klik op Registreer direct of Vind een registrar. Bij SIDN kun je nog filteren op functies als DNSSEC, IPv6 en .nl Control (een domeinvergrendeling of transferlock, waarbij je nadrukkelijk toestemming moet geven voor belangrijke domeinwijzigingen: zie paragraaf 3 ‘Domeinregistratie’).

Je kunt ook registrars vinden via de website van een registry (hier: SIDN).

Lees meer in dit artikel: Website maken: .com, .nl of toch iets anders?

2 Registrar kiezen

Het is verstandig om registrars te vergelijken voordat je een keuze maakt. Kijk eerst of de partij de domeinextensie aanbiedt die je wilt en let ook op de kosten. Let niet alleen op de prijs van het eerste jaar, maar ook op de kosten voor de jaren erna, aangezien veel registrars introductiekortingen geven en de prijzen daarna stijgen. Controleer ook welke extra functies, zoals webruimte, e-mail of DNSSEC al in de prijs zijn inbegrepen.

Kijk ook welk platform beschikbaar is voor het beheren van DNS-instellingen en domeinen en hoe ver de automatisering gaat. Let daarnaast op de bereikbaarheid en kwaliteit van de klantenservice: is er bijvoorbeeld gratis ondersteuning via chat, e-mail en/of telefoon?

Veel registrars bieden bovendien aanvullende diensten, zoals webhosting, e-mailhosting, SSL-certificaten en websitebouwers, vaak als kant-en-klare pakketten. Dit kan handig zijn als je een complete oplossing zoekt.

In dit artikel bekijken we de procedure bij registrar Nomeo. De procedures voor de registratie – en trouwens ook de transfer (zie ook paragraaf 5 en 6) – van een domeinnaam zijn hier zeer gebruiksvriendelijk, maar verder is onze keuze van deze registrar vrij willekeurig. Hoe dan ook, dit geeft je een goed beeld van hoe een en ander verloopt, zonder dat we daarbij al te diep op specifieke details en functies ingaan.

Een domeinregistratie zonder meer kost nauwelijks iets (het eerste jaar) – maar lees wel de contractvoorwaarden erop na.

3 Domeinregistratie

Ga naar de website van de gekozen registrar, zoals www.nomeo.com. Voer de gewenste domeinnaam in (in ons voorbeeld registratiedemo.nl) en klik op Domein zoeken. Als de naam beschikbaar is, kun je verdergaan. Andere beschikbare domeinextensies, zoals .be, .eu en .com, worden ook weergegeven, waarbij prijzen per extensie kunnen variëren. Bevestig de selectie met +Toevoegen naast de domeinnaam en klik op Verder. Vul de klantgegevens in, kies de betaalwijze en accepteer de algemene voorwaarden. Klik nogmaals op Verder; na de betaling verschijnt in het online dashboard onder Overzicht de knop Actievedomeinnamen, met de vervaldatum (meestal 1 jaar), status (Actief) en links naar DNS-records, zoals SOA, A, AAAA, CNAME, MX en TXT.

In de beheermodule bij je domeinnaam kun je op het tabblad Admin opties beheren, zoals het in- of uitschakelen van Automatische vernieuwing en het instellen van een Registrar Lock om ongeautoriseerde transfers te voorkomen. Bij Contacten pas je de informatie aan die zichtbaar kan zijn bij een WHOIS-zoekopdracht (hoewel dit vooral bij particuliere domeinnaamhouders meestal erg beperkt blijft). Controleer dit door bijvoorbeeld op www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be je nieuwe domeinnaam te zoeken en op Toon (mij de) gegevens te klikken.

Het dashboard bij registrar Nomeo met het domeinoverzicht.

DNS-verspreiding

De aanvraag voor je domeinnaam door de registrar bij de juiste registry is doorgaans een kwestie van minuten, maar de eigenlijke DNS-activatie duurt meestal langer. Reken op circa een tot zes uur voor .nl- en .be-domeinen. Tijdens dit proces verwerken de DNS-servers (Domain Name System) wereldwijd de nodige informatie over je domeinregistratie. Je kunt dit zelf ook snel testen door via de Opdrachtprompt commando’s als ping <domeinnaam> en nslookup <domeinnaam> uit te voeren. Meteen na de registratie zal dit nog geen (goed) resultaat opleveren, maar enkele uren later hopelijk wel.

Snelle controle of de DNS-instellingen al actief zijn (boven: na een kwartier; onder: na een uur).

4 Website en e-mail

Hoewel het maken van een website en het aanmaken van een mailbox niet standaard bij een domeinregistratie horen, bieden veel registrars deze opties aan. Soms is dat gratis in een basisversie, soms tegen betaling. Hier tonen we kort hoe je dit instelt bij Nomeo. Bij je domeinnaamregistratie krijg je hier gratis een responsieve website met drie pagina’s (‘nanosite’ genoemd) en een e-mailpostvak.

Open je dashboard en klik op je domeinnaam. In het domeinvenster ga je naar het tabblad Web en zet je de schakelknop Webbuilder aan. Klik daarna op Website koppelen. Onderaan lees je dat hiervoor automatisch ook een SSL-certificaat wordt aangevraagd via de gratis dienst Let’s Encrypt (dit kan tot een uur duren). Klik niet op Upgrade, tenzij je een uitgebreidere website wenst (standaard 60 euro per jaar).

Klik vervolgens op Ontwerp website en, indien nodig, op de bijbehorende link. Hier kies je een gratis sjabloon en kun je deze via allerlei drag-and-drop modules verder aanpassen. Controleer je ontwerp door op Voorbeeld te klikken en zet je site online met Publiceren wanneer alles naar wens is. Houd er rekening mee dat het even kan duren voor je site zichtbaar is.

Ga vervolgens in het domeinvenster naar het tabblad Mail. Klik bij Nomeo Mailbox – 1gratis mailbox op Nieuwe toevoegen. Stel je e-mailadres in (<naam>@domeinnaam), vul een ‘Display name’ en wachtwoord in, en klik op Bewaar. De gegevens van je (web)mailserver verschijnen nu, zodat je vrijwel meteen aan de slag kunt. Normaliter wordt nu ook de optie Domeinnaam koppelen geactiveerd, waardoor ook de MX-records naar de Nomeo-spamfilters verwijzen (zie ook paragraaf 7 ‘DNS-records’) en de verificatieprotocollen SPF en DKIM worden ingesteld.

Een gratis (erg beperkte) site is wel zo handig. Je kunt deze later nog altijd verder uitbouwen.

Ook interessant: Maak je eigen webshop met Shopify

5 Transfercode

Het komt soms voor dat je een eerder geregistreerd domein wilt overzetten naar een andere partij, bijvoorbeeld vanwege stopzetting van de registrar, hogere kosten of beperkte ondersteuning. Een domeintransfer is meestal eenvoudig en vereist afhankelijk van de registrar doorgaans weinig moeite.

Allereerst heb je een zogeheten transfercode nodig, ook bekend als verhuiscode, Auth(info)-code of EPP-code (Extensible Provisioning Protocol). Voor .be-domeinen kun je deze code via de registry verkrijgen door naar www.dnsbelgium.be/nl te gaan, het tabblad Transfercode aanvragen te openen, je domeinnaam in te geven en op Stuurtransfercode te klikken. Voor Nederlandse domeinen doe je dit doorgaans via de registrar waar je domein nu is ondergebracht.

Bij aanvragen via de registry kunnen twee problemen optreden. Als er een transferlock bij je huidige registrar is ingesteld (zie tip 3 ‘Domeinregistratie’), moet je deze eerst deactiveren. Daarnaast kan het zijn dat het e-mailadres dat origineel aan de domeinregistratie was gekoppeld, niet langer bestaat. In dit geval neem je contact op met je huidige registrar, waar je mogelijk eerst je identiteit moet bewijzen, bijvoorbeeld door een identificatiebewijs op te sturen.

Meestal kun je de transfercode ook direct via het dashboard van je huidige registrar opvragen. Bij Nomeo open je bijvoorbeeld het venster van je domeinnaam, ga je naar het tabblad Admin en klik je bij Administratieve data op Transfercodeophalen (let erop dat Registrar Lock is uitgeschakeld). Noteer de code zorgvuldig, want deze kan hoofdlettergevoelig zijn.

Voor een domeinverhuizing naar een andere registrar heb je een transfercode nodig.

Verhuizen?

Met deze dekens maak je een zachte landing

6 Domeintransfer

Ga naar je nieuwe registrar en log in op je account. We gebruiken Nomeo als voorbeeld, maar de procedure bij andere registrars is vergelijkbaar. Open je Overzicht en klik op het groene plusknopje naast Actieve domeinnamen. Voer de domeinnaam in die je wilt overzetten en klik op Zoeken. Je ziet de melding <domeinnaam> is al geregistreerd. Klik vervolgens op Verhuis naar Nomeo (de jaarlijkse kosten, afhankelijk van de domeinextensie, zijn circa 10 euro).

In het pop-upvenster klik je op Geavanceerd en vul je de transfercode in. Vermoedelijk wil je de nameservers van de nieuwe registrar gebruiken en dan laat je deze optie gewoon ingeschakeld. Klik op de domeinnaam die je hebt ingevoerd. Na een tijdje verschijnen de nameservers zoals die door de nieuwe registrar zullen worden ingesteld. Controleer of bijvoorbeeld ook de nameservers van je eventuele mailprovider worden meegenomen. Bij twijfel neem je het best eerst contact op met de nieuwe registrar. Als alles correct blijkt, bevestig je met Verhuizen en voltooi je de betaling in de winkelwagen.

Het domein krijgt nu de status In verwerking in je overzicht, maar na enkele minuten verandert dit naar Actief. De eigenlijke DNS-propagatie kan wel een paar uur duren. Eventueel kun je bij je nieuwe registrar ook een website en mailbox koppelen, afhankelijk van je abonnement.

Je controleert best eerst de DNS-records voor een rimpelloze domeintransfer.

7 Nameservers

In veel gevallen zorgt de registrar ervoor dat alle instellingen direct juist worden overgenomen, ook bij een transfer van een andere registrar. Dit proces, waarbij de bestaande instellingen worden behouden zodat e-mail, website en andere diensten zonder onderbreking blijven werken, heet een DNS-handoff. Hierdoor is je domein (na enige tijd) soepel bereikbaar.

Nameservers regelen deze instellingen, en vaak gebruik je hiervoor de deze van de registrar (bij Nomeo bijvoorbeeld kun je ook andere nameservers instellen via het tabblad Nameservers in het domeinvenster).

Deze nameservers beheren de DNS-records, die de nodige informatie bevatten om diensten zoals je website en e-mail met de juiste servers te verbinden. Wanneer iemand bijvoorbeeld registratiedemo.nl bezoekt, wordt er eerst contact gemaakt met de nameservers die zijn ingesteld voor dat domein. Deze versturen vervolgens de benodigde DNS-records, zodat de bezoeker op de juiste website terechtkomt. DNS-records worden opgeslagen in een database of in zogeheten zonebestanden op de nameserver.

Er kan altijd iets misgaan bij het instellen of overzetten van DNS-records. Of je wilt later een wijziging doorvoeren (zoals het toevoegen van een subdomein). Bij Nomeo bijvoorbeeld bereik je de DNS Records via het gelijknamige tabblad in het domeinvenster. In het kader ‘DNS-records’ lichten we de belangrijkste DNS-records toe.

Meestal zul je de nameservers van de registrar willen gebruiken.

DNS-records

Een DNS-registratie bestaat uit verschillende soorten DNS-records, elk met een specifieke functie. We geven een overzicht van de meest voorkomende:

  • SOA-record (Start Of Authority): bevat administratieve gegevens over de zone, zoals de primaire nameserver, de TTL-waarde (meestal 3600 seconden cacheduur) en contactinformatie
  • A-record (Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv4-adres
  • AAAA-record (IPv6 Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv6-adres
  • CNAME-record (Canonical NAME): creëert een alias voor een domein, zodat meerdere domeinnamen naar dezelfde server kunnen verwijzen
  • MX-record (Mail eXchange): specificeert de mailservers voor een domein
  • TXT-record (TeXT): slaat tekstinformatie op, veelal voor verificatiedoeleinden, zoals SPF- en DKIM-instellingen voor e-mail.

Een greep uit de mogelijke DNS-records.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.