ID.nl logo
Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten
© Muhammad - stock.adobe.com
Huis

Een eigen domeinnaam: betere zichtbaarheid en lage kosten

Je kunt natuurlijk voor je bedrijf of hobby een Gmail- of Outlook-e-mailadres gebruiken, en je blog of website bijvoorbeeld op Google Sites hosten, maar echt professioneel oogt dit niet. Waarom niet je eigen domeinnaam registreren, eventueel met webruimte en mailboxen? Voor de prijs hoef je het niet echt te laten.

In dit artikel laten we zien hoe je een eigen domeinnaam registreert en beheert:

  • Kies de juiste registrar en vergelijk prijzen en extra opties
  • Registreer je domeinnaam en configureer nameservers en DNS-instellingen
  • Koppel je domein aan een website en stel een professioneel e-mailadres in
  • Beheer en verleng je domeinnaam om te voorkomen dat deze verloopt
  • Verhuis je domein naar een andere provider als dat nodig is

Lees ook: WordPress voor groentjes: zet jouw website in één dag online

Veel bedrijven hebben een eigen domeinnaam voor hun website, maar ook voor thuisgebruikers kan dit zeker voordelen bieden. Voor persoonlijke blogs, portfolio’s, hobbyprojecten of familiefotoalbums geeft een eigen domein een kort, makkelijk te onthouden webadres, zonder advertenties van hostingplatforms. Daarnaast kan een domeinnaam met relevante zoekwoorden helpen om beter vindbaar te zijn via zoekmachines.

Een eigen domeinnaam zorgt bovendien voor een stabiel website-adres, zelfs wanneer een hostingplatform verandert of sluit. Dit geldt tevens voor je e-mailadres (dat eindigt op @jedomeinnaam.nl), dat ongewijzigd blijft als je van provider wisselt. Bovendien krijg je vaak toegang tot geavanceerde e-mailopties als SPF, DKIM en DMARC, die spam verminderen en de betrouwbaarheid van e-mail verhogen.

De nadelen van een eigen domeinnaam beperken zich tot extra kosten – afhankelijk van opties en pakketten vaak hooguit enkele tientjes per jaar – en onderhoud, zoals verlenging van de domeinregistratie en aanpassing van de zogeheten DNS-instellingen. Maar zoals ook uit dit artikel zal blijken: doorgaans verloopt dit grotendeels automatisch.

1 Registry versus registrar

Het beheer van centrale databases voor domeinen ligt bij verschillende organisaties, de zogeheten registry’s. Zo beheert SIDN de .nl-domeinen, DNS Belgium de .be-domeinen, EURid de .eu-domeinen, PIR de .org-domeinen en Verisign de .com-domeinen. Als eindgebruiker hoef je je hier niet direct zorgen om te maken. Immers, voor een domeinregistratie richt je je tot een tussenpartij, een zogeheten registrar, die je aanvraag correct bij de betreffende registry indient en hiervoor de nodige vergoedingen betaalt.

Er zijn heel wat registrars beschikbaar. In Nederland kun je bijvoorbeeld terecht bij Mijndomein.nl, Strato, TransIP, Versio en Yourhosting. In België zijn onder meer Combell en Nomeo bekende opties.

Je kunt registrars ook vinden door naar de website van een registry te gaan, zoals www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be. Voer de gewenste (vrije) domeinnaam in en klik op Registreer direct of Vind een registrar. Bij SIDN kun je nog filteren op functies als DNSSEC, IPv6 en .nl Control (een domeinvergrendeling of transferlock, waarbij je nadrukkelijk toestemming moet geven voor belangrijke domeinwijzigingen: zie paragraaf 3 ‘Domeinregistratie’).

Je kunt ook registrars vinden via de website van een registry (hier: SIDN).

Lees meer in dit artikel: Website maken: .com, .nl of toch iets anders?  

2 Registrar kiezen

Het is verstandig om registrars te vergelijken voordat je een keuze maakt. Kijk eerst of de partij de domeinextensie aanbiedt die je wilt en let ook op de kosten. Let niet alleen op de prijs van het eerste jaar, maar ook op de kosten voor de jaren erna, aangezien veel registrars introductiekortingen geven en de prijzen daarna stijgen. Controleer ook welke extra functies, zoals webruimte, e-mail of DNSSEC al in de prijs zijn inbegrepen.

Kijk ook welk platform beschikbaar is voor het beheren van DNS-instellingen en domeinen en hoe ver de automatisering gaat. Let daarnaast op de bereikbaarheid en kwaliteit van de klantenservice: is er bijvoorbeeld gratis ondersteuning via chat, e-mail en/of telefoon?

Veel registrars bieden bovendien aanvullende diensten, zoals webhosting, e-mailhosting, SSL-certificaten en websitebouwers, vaak als kant-en-klare pakketten. Dit kan handig zijn als je een complete oplossing zoekt.

In dit artikel bekijken we de procedure bij registrar Nomeo. De procedures voor de registratie – en trouwens ook de transfer (zie ook paragraaf 5 en 6) – van een domeinnaam zijn hier zeer gebruiksvriendelijk, maar verder is onze keuze van deze registrar vrij willekeurig. Hoe dan ook, dit geeft je een goed beeld van hoe een en ander verloopt, zonder dat we daarbij al te diep op specifieke details en functies ingaan.

Een domeinregistratie zonder meer kost nauwelijks iets (het eerste jaar) – maar lees wel de contractvoorwaarden erop na.

3 Domeinregistratie

Ga naar de website van de gekozen registrar, zoals www.nomeo.com. Voer de gewenste domeinnaam in (in ons voorbeeld registratiedemo.nl) en klik op Domein zoeken. Als de naam beschikbaar is, kun je verdergaan. Andere beschikbare domeinextensies, zoals .be, .eu en .com, worden ook weergegeven, waarbij prijzen per extensie kunnen variëren. Bevestig de selectie met +Toevoegen naast de domeinnaam en klik op Verder. Vul de klantgegevens in, kies de betaalwijze en accepteer de algemene voorwaarden. Klik nogmaals op Verder; na de betaling verschijnt in het online dashboard onder Overzicht de knop Actieve domeinnamen, met de vervaldatum (meestal 1 jaar), status (Actief) en links naar DNS-records, zoals SOA, A, AAAA, CNAME, MX en TXT.

In de beheermodule bij je domeinnaam kun je op het tabblad Admin opties beheren, zoals het in- of uitschakelen van Automatische vernieuwing en het instellen van een Registrar Lock om ongeautoriseerde transfers te voorkomen. Bij Contacten pas je de informatie aan die zichtbaar kan zijn bij een WHOIS-zoekopdracht (hoewel dit vooral bij particuliere domeinnaamhouders meestal erg beperkt blijft). Controleer dit door bijvoorbeeld op www.sidn.nl of www.dnsbelgium.be je nieuwe domeinnaam te zoeken en op Toon (mij de) gegevens te klikken.

Het dashboard bij registrar Nomeo met het domeinoverzicht.

DNS-verspreiding

De aanvraag voor je domeinnaam door de registrar bij de juiste registry is doorgaans een kwestie van minuten, maar de eigenlijke DNS-activatie duurt meestal langer. Reken op circa een tot zes uur voor .nl- en .be-domeinen. Tijdens dit proces verwerken de DNS-servers (Domain Name System) wereldwijd de nodige informatie over je domeinregistratie. Je kunt dit zelf ook snel testen door via de Opdrachtprompt commando’s als ping <domeinnaam> en nslookup <domeinnaam> uit te voeren. Meteen na de registratie zal dit nog geen (goed) resultaat opleveren, maar enkele uren later hopelijk wel.

Snelle controle of de DNS-instellingen al actief zijn (boven: na een kwartier; onder: na een uur).

4 Website en e-mail

Hoewel het maken van een website en het aanmaken van een mailbox niet standaard bij een domeinregistratie horen, bieden veel registrars deze opties aan. Soms is dat gratis in een basisversie, soms tegen betaling. Hier tonen we kort hoe je dit instelt bij Nomeo. Bij je domeinnaamregistratie krijg je hier gratis een responsieve website met drie pagina’s (‘nanosite’ genoemd) en een e-mailpostvak.

Open je dashboard en klik op je domeinnaam. In het domeinvenster ga je naar het tabblad Web en zet je de schakelknop Webbuilder aan. Klik daarna op Website koppelen. Onderaan lees je dat hiervoor automatisch ook een SSL-certificaat wordt aangevraagd via de gratis dienst Let’s Encrypt (dit kan tot een uur duren). Klik niet op Upgrade, tenzij je een uitgebreidere website wenst (standaard 60 euro per jaar).

Klik vervolgens op Ontwerp website en, indien nodig, op de bijbehorende link. Hier kies je een gratis sjabloon en kun je deze via allerlei drag-and-drop modules verder aanpassen. Controleer je ontwerp door op Voorbeeld te klikken en zet je site online met Publiceren wanneer alles naar wens is. Houd er rekening mee dat het even kan duren voor je site zichtbaar is.

Ga vervolgens in het domeinvenster naar het tabblad Mail. Klik bij Nomeo Mailbox – 1 gratis mailbox op Nieuwe toevoegen. Stel je e-mailadres in (<naam>@domeinnaam), vul een ‘Display name’ en wachtwoord in, en klik op Bewaar. De gegevens van je (web)mailserver verschijnen nu, zodat je vrijwel meteen aan de slag kunt. Normaliter wordt nu ook de optie Domeinnaam koppelen geactiveerd, waardoor ook de MX-records naar de Nomeo-spamfilters verwijzen (zie ook paragraaf 7 ‘DNS-records’) en de verificatieprotocollen SPF en DKIM worden ingesteld.

Een gratis (erg beperkte) site is wel zo handig. Je kunt deze later nog altijd verder uitbouwen.

Ook interessant: Maak je eigen webshop met Shopify

5 Transfercode

Het komt soms voor dat je een eerder geregistreerd domein wilt overzetten naar een andere partij, bijvoorbeeld vanwege stopzetting van de registrar, hogere kosten of beperkte ondersteuning. Een domeintransfer is meestal eenvoudig en vereist afhankelijk van de registrar doorgaans weinig moeite.

Allereerst heb je een zogeheten transfercode nodig, ook bekend als verhuiscode, Auth(info)-code of EPP-code (Extensible Provisioning Protocol). Voor .be-domeinen kun je deze code via de registry verkrijgen door naar www.dnsbelgium.be/nl te gaan, het tabblad Transfercode aanvragen te openen, je domeinnaam in te geven en op Stuur transfercode te klikken. Voor Nederlandse domeinen doe je dit doorgaans via de registrar waar je domein nu is ondergebracht.

Bij aanvragen via de registry kunnen twee problemen optreden. Als er een transferlock bij je huidige registrar is ingesteld (zie tip 3 ‘Domeinregistratie’), moet je deze eerst deactiveren. Daarnaast kan het zijn dat het e-mailadres dat origineel aan de domeinregistratie was gekoppeld, niet langer bestaat. In dit geval neem je contact op met je huidige registrar, waar je mogelijk eerst je identiteit moet bewijzen, bijvoorbeeld door een identificatiebewijs op te sturen.

Meestal kun je de transfercode ook direct via het dashboard van je huidige registrar opvragen. Bij Nomeo open je bijvoorbeeld het venster van je domeinnaam, ga je naar het tabblad Admin en klik je bij Administratieve data op Transfercode ophalen (let erop dat Registrar Lock is uitgeschakeld). Noteer de code zorgvuldig, want deze kan hoofdlettergevoelig zijn.

Voor een domeinverhuizing naar een andere registrar heb je een transfercode nodig.

Verhuizen?

Met deze dekens maak je een zachte landing

6 Domeintransfer

Ga naar je nieuwe registrar en log in op je account. We gebruiken Nomeo als voorbeeld, maar de procedure bij andere registrars is vergelijkbaar. Open je Overzicht en klik op het groene plusknopje naast Actieve domeinnamen. Voer de domeinnaam in die je wilt overzetten en klik op Zoeken. Je ziet de melding <domeinnaam> is al geregistreerd. Klik vervolgens op Verhuis naar Nomeo (de jaarlijkse kosten, afhankelijk van de domeinextensie, zijn circa 10 euro).

In het pop-upvenster klik je op Geavanceerd en vul je de transfercode in. Vermoedelijk wil je de nameservers van de nieuwe registrar gebruiken en dan laat je deze optie gewoon ingeschakeld. Klik op de domeinnaam die je hebt ingevoerd. Na een tijdje verschijnen de nameservers zoals die door de nieuwe registrar zullen worden ingesteld. Controleer of bijvoorbeeld ook de nameservers van je eventuele mailprovider worden meegenomen. Bij twijfel neem je het best eerst contact op met de nieuwe registrar. Als alles correct blijkt, bevestig je met Verhuizen en voltooi je de betaling in de winkelwagen.

Het domein krijgt nu de status In verwerking in je overzicht, maar na enkele minuten verandert dit naar Actief. De eigenlijke DNS-propagatie kan wel een paar uur duren. Eventueel kun je bij je nieuwe registrar ook een website en mailbox koppelen, afhankelijk van je abonnement.

Je controleert best eerst de DNS-records voor een rimpelloze domeintransfer.

7 Nameservers

In veel gevallen zorgt de registrar ervoor dat alle instellingen direct juist worden overgenomen, ook bij een transfer van een andere registrar. Dit proces, waarbij de bestaande instellingen worden behouden zodat e-mail, website en andere diensten zonder onderbreking blijven werken, heet een DNS-handoff. Hierdoor is je domein (na enige tijd) soepel bereikbaar.

Nameservers regelen deze instellingen, en vaak gebruik je hiervoor de deze van de registrar (bij Nomeo bijvoorbeeld kun je ook andere nameservers instellen via het tabblad Nameservers in het domeinvenster).

Deze nameservers beheren de DNS-records, die de nodige informatie bevatten om diensten zoals je website en e-mail met de juiste servers te verbinden. Wanneer iemand bijvoorbeeld registratiedemo.nl bezoekt, wordt er eerst contact gemaakt met de nameservers die zijn ingesteld voor dat domein. Deze versturen vervolgens de benodigde DNS-records, zodat de bezoeker op de juiste website terechtkomt. DNS-records worden opgeslagen in een database of in zogeheten zonebestanden op de nameserver.

Er kan altijd iets misgaan bij het instellen of overzetten van DNS-records. Of je wilt later een wijziging doorvoeren (zoals het toevoegen van een subdomein). Bij Nomeo bijvoorbeeld bereik je de DNS Records via het gelijknamige tabblad in het domeinvenster. In het kader ‘DNS-records’ lichten we de belangrijkste DNS-records toe.

Meestal zul je de nameservers van de registrar willen gebruiken.

DNS-records

Een DNS-registratie bestaat uit verschillende soorten DNS-records, elk met een specifieke functie. We geven een overzicht van de meest voorkomende:

  • SOA-record (Start Of Authority): bevat administratieve gegevens over de zone, zoals de primaire nameserver, de TTL-waarde (meestal 3600 seconden cacheduur) en contactinformatie
  • A-record (Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv4-adres
  • AAAA-record (IPv6 Address): koppelt een domeinnaam aan een IPv6-adres
  • CNAME-record (Canonical NAME): creëert een alias voor een domein, zodat meerdere domeinnamen naar dezelfde server kunnen verwijzen
  • MX-record (Mail eXchange): specificeert de mailservers voor een domein
  • TXT-record (TeXT): slaat tekstinformatie op, veelal voor verificatiedoeleinden, zoals SPF- en DKIM-instellingen voor e-mail.

Een greep uit de mogelijke DNS-records.

▼ Volgende artikel
Draadloos opladen: wat is het verschil tussen MagSafe en Qi2?
© Andrey Popov
Huis

Draadloos opladen: wat is het verschil tussen MagSafe en Qi2?

Draadloos opladen wordt steeds populairder, met twee toonaangevende technologieën: MagSafe van Apple en de nieuwe Qi2-standaard. In dit artikel leggen we de werking van MagSafe en Qi2 uit en lees je wat de verschillen tussen deze twee technologieën zijn.

Zowel MagSafe als Qi(2) gebruiken magneten om smartphones precies op de juiste plek op de oplader te positioneren. Ze kunnen allebei tot 15 watt vermogen leveren. Apple introduceerde MagSafe in 2020 voor iPhones, terwijl Qi2 een universele opvolger is van de oude Qi-standaard.

Lees ook: Dit zijn de verschillen tussen het nieuwe Qi2 en voorganger Qi

Wat is MagSafe?

MagSafe is niet nieuw. Apple introduceerde het al in 2006 voor MacBooks, waar het diende als magnetische stroomconnector. In 2020 paste Apple de techniek aan voor de iPhone en integreerde het in de iPhone 12. Sindsdien is MagSafe aanwezig op alle iPhone-modellen vanaf de iPhone 12. De techniek maakt gebruik van een ring van magneten rond de oplaadspoel in de iPhone. Die zorgen ervoor dat de telefoon automatisch op de juiste plek ligt op een MagSafe-oplader. Dat voorkomt energieverlies en maakt snelladen via draadloos opladen betrouwbaarder.

Gebruik je een officieel gecertificeerde MagSafe-oplader (onderdeel van Apple's MFi-programma), dan laadt je iPhone op met maximaal 15 watt. Bij standaard Qi-laders en bij niet-gecertificeerde laders is dat vermogen meestal beperkt tot 7,5 watt.

©hadrian | ifeelstock - stock.adobe.com

Wat is Qi2?

Qi2 is de verbeterde opvolger van de bestaande Qi-standaard. De techniek is ontwikkeld door het Wireless Power Consortium (WPC), met medewerking van Apple. Een belangrijk onderdeel is het zogeheten Magnetic Power Profile: een magneetring die qua opbouw sterk lijkt op MagSafe. Ook Qi2 zorgt er dus voor dat een telefoon automatisch goed ligt op de oplader.

Qi2 levert net als MagSafe maximaal 15 watt, maar zonder dat een fabrikant een aparte Apple-certificering nodig heeft. Hierdoor zijn er meer en goedkopere laders op de markt, van allerlei merken. Bij oudere Qi-laders of niet-gecertificeerde modellen ligt het laadvermogen vaak lager, tussen de 5 en 7,5 watt.

Zo helpen MagSafe en Qi2 bij stabiel opladen

Bij draadloos opladen is het belangrijk dat je telefoon precies goed op de oplader ligt. Ligt hij een beetje scheef, dan sluiten de spoelen niet goed op elkaar aan waardoor er energie verloren gaat en het laadvermogen daalt. Oudere Qi-laders gebruiken geen magneten, waardoor het makkelijk is om je telefoon nét verkeerd neer te leggen. MagSafe en Qi2 lossen dat op met een magneetring in zowel de oplader als de telefoon. Die trekken elkaar automatisch op de juiste plek. Het resultaat: stabieler en sneller laden.

⚡Wat zegt het wattage over opladen? Het wattage geeft aan hoeveel vermogen een oplader levert. Hoe hoger het wattage, hoe sneller je telefoon wordt opgeladen – mits je toestel dat ondersteunt. Let op: de werkelijke snelheid hangt ook af van factoren zoals de temperatuur van je toestel, hoe vol de batterij al is en of de telefoon goed op de lader ligt. Goed om te weten: zowel MagSafe- als Qi2-laders bevatten vaak temperatuurbeveiliging die het laadvermogen verlaagt bij oververhitting.

iPhone-ondersteuning voor MagSafe en Qi2

MagSafe werkt vanaf de iPhone 12. Alle modellen sindsdien hebben een magneetring rond de oplaadspoel, die zorgt voor correcte uitlijning en snelladen. De iPhone SE (3e generatie) ondersteunt wél draadloos opladen via Qi, maar heeft geen MagSafe en dus ook geen magnetische uitlijning of ondersteuning voor snelladen via MagSafe-opladers.

Qi2-ondersteuning is er vanaf de iPhone 15 (vanaf de eerste iOS-versie). Heb je een iPhone 13 of 14, dan moet daar minimaal iOS 17.2 op draaien. Oudere iPhones ondersteunen alleen standaard Qi en profiteren dus niet van de verbeterde uitlijning of hogere laadsnelheid van Qi2.

Ook interessant: 7 handige MagSafe-accessoires voor je iPhone

©Belkin

Android-ondersteuning voor MagSafe en Qi2

Sommige Android-modellen hebben inmiddels ook een magneetring rond de spoel, waardoor ze fysiek compatibel zijn met MagSafe-opladers. Maar dat betekent niet automatisch optimale prestaties. De exacte plaatsing van de spoelen moet overeenkomen – en dat is lang niet altijd zo.

Let op: Apple-specifieke functies zoals StandBy-modus werken niet op Android, ook al kun je soms fysiek dezelfde oplader gebruiken.

De meeste Android-telefoons ondersteunen Qi2 nog niet. Langzamerhand komen er wel steeds meer modellen op de markt die Qi2 (gaan) ondersteunen. Denk aan toestellen als de Samsung Galaxy S25-serie en de OnePlus 13. Deze zijn technisch Qi2-ready en kunnen opladen met 15 watt via een Qi2-lader, maar hebben meestal geen ingebouwde magneetring. Daardoor ontbreekt de automatische uitlijning. Wil je daar wél gebruik van maken, dan is een speciaal hoesje met ingebouwde magneetring nodig. Daarmee profiteer je alsnog van stabiel opladen en magnetische bevestiging, vergelijkbaar met MagSafe op een iPhone.

Fabrikanten zoals Samsung en Xiaomi gebruiken vaak hun eigen magnetische systemen, los van MagSafe of Qi2. Daardoor is de uitlijning soms net niet goed, wat invloed heeft op de laadsnelheid.

⚠️Let op: Qi2 werkt alleen als je toestel er geschikt voor is Qi2 is geen functie die je via een software-update kunt toevoegen. Je telefoon moet er hardwarematig op voorbereid zijn. Bij sommige iPhones (zoals de iPhone 13 en 14) werkt Qi2 wél na een update naar iOS 17.2. Bij Android-toestellen is dat anders: die moeten Qi2 vanaf de fabriek ondersteunen. Is dat niet zo, dan werkt de nieuwe standaard simpelweg niet.

Zo kies je tussen MagSafe en Qi2

MagSafe is specifiek voor iPhones ontwikkeld, werkt betrouwbaar en snel, maar vereist een gecertificeerde oplader. Qi2 brengt dezelfde techniek naar een breder publiek en maakt 15 watt draadloos opladen toegankelijk voor meer toestellen, waaronder veel nieuwe Android-modellen.

Voor iPhone-gebruikers betekent Qi2 vooral meer keuze in laders. Voor Android-gebruikers luidt Qi2 een nieuwe fase in: eentje waarin draadloos opladen niet langer traag of instabiel hoeft te zijn.

KenmerkMagSafeQi2
OntwikkelaarAppleWireless Power Consortium
Introductiejaar2006 (MacBook), 2020 (iPhone)2023
Magnetische uitlijningJa, via magneetringJa, via Magnetic Power Profile (vergelijkbaar)
Maximaal laadvermogen15 watt (alleen met gecertificeerde MagSafe-lader)15 watt (met elke gecertificeerde Qi2-lader)
Vereist certificeringJa, via Apple's MFi-programmaNee, open standaard
Geschikt voor iPhoneJa, vanaf iPhone 12 (iPhone SE (3e generatie) ondersteunt Qi, maar niet MagSafe)Ja, vanaf iPhone 15 (of iPhone 13/14 met iOS 17.2)
Geschikt voor AndroidBeperkt, fysiek mogelijk bij sommige modellen met magneetring, maar niet officieel ondersteundJa, mits toestel Qi2 ondersteunt (hardware vereist)
Prijsniveau ladersHoger, door Apple-certificeringBreder en vaak goedkoper, geen Apple-certificering nodig

Draadloze opladers

Met Qi-certificering

▼ Volgende artikel
Zo kies je de perfecte strijkplank bij jouw strijkijzer
© deagreez - stock.adobe.com
Huis

Zo kies je de perfecte strijkplank bij jouw strijkijzer

Een nieuw strijkijzer gekocht, maar nog geen strijkplank? De juiste strijkplank kiezen is gelukkig helemaal niet ingewikkeld, maar je moet wel even weten waarop je moet letten. Met deze tips vind je snel een strijkplank die bij je past. 

Een goede strijkplank zorgt ervoor dat je kleding glad én droog onder het strijkijzer vandaan komt, je je wasgoed tijdens het strijken niet eindeloos hoeft te verschuiven en je comfortabel en ontspannen kunt strijken, zonder gewiebel en gerammel. Maar waar moet je op letten als je een strijkplank koopt? Op het volgende:

  • Het type strijkijzer dat je hebt
  • De grootte en de vorm van het strijkblad
  • De stabiliteit van de plank
  • Of de strijkplank in hoogte verstelbaar is, zodat je geen last krijgt van je rug

Lees ook: Waar moet je op letten bij het kopen van een strijkijzer?

Als je wekelijks bergen wasgoed wegstrijkt, is het wel zo fijn als het strijken een beetje soepel gaat. Een kwalitatief strijkijzer is daarbij natuurlijk belangrijk, maar onderschat ook de kracht van een goede strijkplank niet. Continu je beddengoed moeten verschuiven, kleding die vochtig blijft na het stomen en een wiebelende strijkplank is immers niet waar je op zit te wachten. Sluiten jouw strijkijzer en strijkplank mooi op elkaar aan, dan zul je merken dat die steeds terugkerende berg wasgoed in een mum van tijd kreukvrij en opgevouwen in de kast ligt. Zo houd jij weer tijd over voor dingen die je écht leuk vindt.

Stoomstrijkijzer of stoomgenerator?

Het type strijkijzer dat je hebt, bepaalt grotendeels wat voor soort strijkplank je nodig hebt. Heb je een stoomstrijkijzer? Daarbij hoort een plank met een hittebestendige strijkijzerhouder die stoom goed kan doorlaten. Ook handig is een katoenen hoes met een vulling van bijvoorbeeld vilt of schuim, zodat condens niet kan ophopen en je wasgoed snel droogt na het strijken. Stoomstrijkijzers passen over het algemeen op alle 'standaard' strijkplanken die je in de winkel koopt, maar check voor de zekerheid dus wel altijd even of de plank stoomdoorlatend is. 

©Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com

Een stoomgenerator is een stuk groter dan een gewoon stoomstrijkijzer. Dat betekent dat dit type strijkijzer ook een grotere strijkplank nodig heeft, anders bestaat de kans dat de plank tijdens het strijken niet stevig op zijn plek blijft staan. Ook een sterk plateau dat het gewicht van de stroomunit aankan is een must. En omdat een stoomgenerator grote hoeveelheden stoom produceert, is ook hiervoor een katoenen hoes met een laag van schuim of vilt onmisbaar. Bij de specificaties van strijkijzers wordt altijd duidelijk aangegeven of ze geschikt zijn voor stoomgeneratoren. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je per ongeluk toch een gewone strijkplank koopt. 

Grootte en vorm strijkblad

De grootte en vorm van het strijkblad hebben veel invloed op hoe comfortabel je strijkt. Strijken op een kleine strijkplank met een grote strijkbout werkt niet prettig: je kunt dan minder gedetailleerd te werk gaan en misschien hevelt de strijkbout regelmatig over de plank - dat kan nog gevaarlijk zijn ook. Aan de andere kant is een te groot strijkblad ook niet ideaal: je moet dan vaker heen en weer bewegen om je wasgoed glad te krijgen, wat extra tijd kost. Kies daarom altijd een model dat qua formaat bij jouw strijkbout past. Houd ook rekening met het soort wasgoed dat je vaak strijkt. Voor beddengoed, tafelkleden en lange jurken is een breed strijkblad fijn. Strijk je af en toe een T-shirt of een broek, dan volstaat een compacter strijkblad. 

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Stabiliteit 

Niets is vervelender dan een strijkplank die tijdens het strijken continu heen en weer wiebelt. Dit maakt het niet alleen lastiger om je kleding mooi glad te strijken, maar vergroot ook het risico op ongelukken. Goedkopere modellen zijn vaak minder stabiel, dus laat je niet te snel verleiden door het prijskaartje dat aan bepaalde strijkplanken hangt. Kijk liever naar het gewicht: een strijkplank van rond de 8 kilo is lekker stevig en zal niet snel wankelen of omvallen. Vooral wanneer je een stoomgenerator of een wat zwaarder stoomstrijkijzer hebt, wil je een model met een robuust en stabiel frame. 

In hoogte verstelbaar

Strijken kan lichamelijk best zwaar zijn, vooral als je grote hoeveelheden achter elkaar strijkt of een zwaar strijkijzer gebruikt. Als je last hebt van rugklachten of andere lichamelijke ongemakken, doe je er daarom goed aan om een strijkplank te kiezen die je in hoogte kunt verstellen. Zo vind je altijd een houding die ergonomisch verantwoord is. Sommige strijkplanken kun je zelfs zó laag instellen dat je zittend kunt strijken. Dat klinkt misschien wat gek, maar zittend strijken is een stuk gunstiger voor je rug. Voor zittend strijken is een strijkplank nodig met een werkhoogte van minstens 60 centimeter. De werkhoogte bij staand strijken varieert tussen de 90 en 102 centimeter. 

Mooie hoes nodig voor je strijkplank?

Kies uit honderden modellen