ID.nl logo
Dall-E of SDXL: wie maakt betere plaatjes?
© Summit Art Creations - stock.adobe.com
Huis

Dall-E of SDXL: wie maakt betere plaatjes?

Online diensten om beelden en plaatjes te maken met behulp van Artificial Intelligence (AI) zijn inmiddels voor iedereen toegankelijk. We bekijken de twee populairste die je hiervoor kunt gebruiken: Dall-E 3 en Stable Diffusion XL (SDXL). Duik mee in de titanenstrijd der plaatjesmakers.

In dit artikel bekijken we welke dienst er beter is in het generern van afbeeldingen op basis van prompts. Daarbij kijken we naar:

  • Welke woorden staan er op de zwarte lijst?
  • Hoe gaan ze om met stijlen en materialen?
  • Hoe coherent (kloppend) zijn de plaatjes?
  • Wat zijn de eigenaardigheden van beide systemen?

Ook interessant: Stable Doodle maakt van jou een kunstenaar in de dop

De afgelopen jaren heeft het maken van plaatjes op basis van een tekst (een prompt) met kunstmatige intelligentie een enorme vlucht genomen. Inmiddels kan iedereen er gratis mee aan de slag en zijn de AI-modellen in verbluffend tempo beter geworden. Vaak maken ze exact wat je vraagt. Vaak, maar zeker niet altijd. We zijn benieuwd wat de twee populairste gratis modellen, Dall-E 3 en Stable Diffusion XL (SDXL), wel en niet goed doen. Overigens zijn deze diensten niet de enige opties als je zelf beeld wilt creëren. Voor andere populaire diensten, zoals Midjourney, moet je alleen wel je portemonnee trekken. 

Wil je meer weten over Midjourney, lees dan deze artikelen: MidJourney: wat is het en hoe gebruik je het? en Met Midjourney kun je de mooiste beelden maken, hoe ver reikt jouw fantasie?

Dall-E 3

Sinds Microsoft flink heeft geïnvesteerd in OpenAI kunnen gebruikers van Bing volop gratis gebruikmaken van de twee blikvangers van het bedrijf: ChatGPT en plaatjesmaker Dall-E, die inmiddels aan versie 3 toe is.

Voor Dall-E ga je naar www.bing.com, daar kies je voor Afbeeldingen. Vervolgens klik je op Maken en dan kun je aan de slag. Je moet wel over een Microsoft-account beschikken, maar die heeft natuurlijk elke Windows-gebruiker.

Op dit moment krijg je dagelijks vijftien zogenoemde boosts. Dit zijn gratis muntjes om plaatjes sneller te kunnen genereren. Dat creëren gebeurt in principe met vier tegelijk, tenzij het systeem plaatjes afwijst (zie de paragraaf ‘Veiligheid’). Zijn je dagelijkse muntjes op, dan hangt de snelheid af van de belasting van het systeem. Bij piekdrukte kan het vele minuten duren, maar ook als je de browser sluit, worden de resultaten aan je collectie toegevoegd.

Heb je toegang tot Microsoft Designer, dan kun je ook daar plaatjes maken met Dall-E 3. Het standaardaantal varieert van twee tot vier, afhankelijk van de drukte. Het opslaan is wat omslachtiger, maar het systeem is vooralsnog wel lekker vlot. Wij geven toch de voorkeur aan Bing. 

SDXL

Omdat SDXL opensource is kun je deze dienst op vele manieren gebruiken. Zo kun je het lokaal installeren als je over de juiste hardware beschikt. Je bent dan helemaal vrij in het gebruik, maar het kost wat moeite en stroom. Er zijn ook veel online aanbieders die je toegang geven tot SDXL. Daarmee ben je niet afhankelijk meer van hardware, maar wel van de regels van het platform.

Een optie is Nightcafe. Na het maken van een gratis account krijg je dagelijks een handvol credits om plaatjes te maken met SDXL, of een van de daarvan afgeleide modellen. Meer credits kun je verdienen of kopen. Het oudere Stable Diffusion 1.5 kun je hier onbeperkt gratis gebruiken.

Alhoewel het een prettig platform is, zijn we toch nog meer onder de indruk van Playground AI. Na het maken van een account kun je hier dagelijks gratis vijfhonderd plaatjes maken en meer, zoals afbeeldingen vergroten. 

Taal

De AI-modellen die plaatjes kunnen maken, zijn getraind op afbeeldingen en een Engelse beschrijving. Dat betekent dat ze het best reageren op Engelse prompts. Beide modellen kun je ook in het Nederlands toespreken. Daarbij lijkt de geautomatiseerde AI-vertaling die Dall-E gebruikt het sterkst. Alhoewel handig, heeft het toch niet onze voorkeur. Bij een vertaling gaat er altijd nuance verloren. Is je Engels niet geweldig of kun je niet op een woord komen, dan is het wel een goed alternatief.

Veiligheid

Voordat we eindelijk plaatjes gaan maken, moeten we het nog even hebben over veiligheid. Microsoft hanteert bij zowel Bing als Designer een zwarte lijst met woorden, maar die verschilt vreemd genoeg voor beide. Zo wilden we architectuurplaatjes maken in de stijlen Russian Avant-garde en Ukrainian Baroque. Dat weigerde Designer. Dat gold trouwens ook voor het gebruik van de naam van de fotograaf Julius Shulman. Het gebruik van zo’n naam kan je plaatjes net wat realistischer maken.

Microsoft Designer wil niets te maken hebben met fotograaf Julius Shulman of Oekraïne.

Beide modellen weigerden ook namen van bekende personen en woorden die wellicht ongewenste inhoud opleveren. Dat is iets wat Nightcafe ook doet. Daarmee kun je bij geen van deze diensten een prompt als vulva cathedral gebruiken, terwijl die fraai en totaal niet aanstootgevend beeld kan opleveren. Bij Playground AI hebben we nog geen belemmeringen vooraf gevonden.

Is een plaatje eenmaal klaar, dan beoordeelt AI bij alle diensten of het door de beugel kan, waarbij de één wat puriteinser is dan de ander. Daarbij lijkt het vooral om zichtbare geslachtskenmerken te gaan en bijvoorbeeld niet om de gruwelijkheden van de Dag des Oordeels.

Als er maar geen geslachtskenmerken te zien zijn, zo oordeelt de jury van Bing.

Stijlen en materialen

De AI-modellen zijn getraind op het maken van zo veel mogelijk beelden. Daarbij zijn ze gevoed met stijlen, technieken en materialen. Beide modellen scoren goed als het gaat om kennis van stijlen. Denk aan kunststromingen, soorten fotofilm, de stijl van individuele kunstenaars en kunstzinnige begrippen. Ook de kennis van technieken mag er zijn; bijvoorbeeld over olieverf, ets en krijttekening.

Bij de vele honderden begrippen die we hebben getest viel wel op dat Dall-E vaker complexere en meer gedetailleerde resultaten bood. Al zijn er ook begrippen die SDXL wat beter lijkt weer te geven. Waar Dall-E écht een voorsprong heeft, is in het kunnen weergeven van materialen, al dan niet gefingeerd. Een prompt, zoals een danspaar gemaakt van honing, wordt door SDXL beslist minder overtuigend neergezet. Bij meer bizar materiaal, zoals antimaterie, komt Dall-E nog altijd met een esthetisch verantwoord plaatje waar een zekere logica in zit. SDXL werkelijk heeft geen flauw idee wat het ermee aan moet.

Dall-E (a) heeft meer kennis van materialen (ook onzinnige) dan SDXL (b) en produceert verfijndere resultaten.

Coherentie

Bij het maken van beeld door middel van AI wordt de term coherentie gebruikt om aan te geven in hoeverre een plaatje klopt. Een jaar geleden zag je nog meteen of iets door AI gemaakt was. Dat herkende je onder meer aan duidelijke fouten in gezichten, te veel of te weinig ledematen en andere vreemde verschijnselen.

Dit komt nog altijd voor. Het vooral SDXL die hieraan lijdt. Let maar op de hand van de man die de krant vasthoudt. Bij Dall-E zijn dergelijke fouten niet zeldzamer, maar wel veel subtieler. Vraag je bijvoorbeeld om een interieur, dan zie je soms onlogisch geplaatste objecten of een bizarre hoeveelheid schemerlampen.

Niet onaardig bedoeld, maar op die hand van de man valt wel wat aan te merken ...

Oplossingen

Beide systemen hebben zo hun eigen mogelijkheden om dit soort problemen te lijf te gaan. Bij Dall-E zijn deze beperkt tot de prompt. In de nieuwste versie kun je namelijk zeer lange en gedetailleerde prompts geven. Dat biedt weliswaar geen garantie, maar is toch indrukwekkend.

Lange en gedetailleerde beschrijvingen werken vaak goed in Dall-E.

Lees ook: Haal betere resultaten uit ChatGPT met slimme prompts

Een lange prompt levert in SDXL aanmerkelijk minder goede resultaten op. Het systeem levert wel veel meer functionaliteit dan Dall-E. Zo kun je een echt of eerder door AI gemaakt plaatje als startpunt gebruiken en met een prompt verfijnen. Wij kregen een resultaat, maar daarbij verloren we wel het winterlandschap en de open haard en ook de voeten kloppen niet. Maar met meer experimenteren kom je vaak een eind.

Dall-E (a) past keurig alle negen elementen uit de prompt toe waar SDXL (b) hapert.

Bij SDXL kun je ook hetzelfde plaatje (seed) opnieuw maken met gewijzigde instellingen of een iets gewijzigde prompt. Dall-E geeft geen toegang geeft tot dergelijke instellingen. Tot slot zijn er gespecialiseerde van SDXL afgeleide modellen voor specifieke genres.

Met een mislukt plaatje als startpunt kunnen we in SDXL verder knutselen.

Resolutie

Zowel Dall-E als SDXL produceren standaardplaatjes in een resolutie van 1024 × 1024 pixels. Bij Dall-E kun je daar niets aan veranderen. Gebruik je SDXL in Nightcafe dan kun je ook voor een beeldverhouding van 4:3 of 3:4 kiezen (1152 × 896, of omgekeerd) of voor 16:9 of 9:16 (1344 × 768, of omgekeerd). De kans op fouten aan de randen van zulke afbeeldingen neemt daarbij wel toe.

Playground AI voorkomt dit door een maximale hoogte of breedte van 1024 aan te houden. Met schuifjes kun je hoogte en breedte dan op een kleinere waarde zetten, bijvoorbeeld 1024 × 768 voor een plaatje met verhouding 4:3. 

Eigenaardigheden

Zowel SDXL als Dall-E hebben zo hun eigenaardigheden. SDXL reageert vaak veel sterker op de namen van allerlei kunstenaars dan Dall-E. Dat heeft als voordeel dat je meer stijlen kunt nabootsen of met elkaar kunt combineren. Alleen is soms de invloed van een naam zo overheersend dat er van het onderwerp van je prompt weinig overblijft.

Dall-E is wat dat betreft subtieler, maar die bootst weer minder (recente) kunstenaars na. Ook heeft deze AI de neiging om in veel buitenscènes spontaan vogels te plaatsen en het kan lastig zijn om straatscènes niet vanuit een hoog standpunt te genereren.

Interessant is dat Dall-E duidelijk put uit bestaand werk. Zo verwijst de op Van Gogh gebaseerde duidelijk naar het beroemde schilderij American Gothic van Grant Wood zonder dat we dat hebben genoemd.

Dall-E citeert heel knap bestaand werk.

Conclusie

De verschillen tussen Dall-E 3 en SDXL doen nog het meest denken aan die tussen iOS en Android. Waar de eerste buitengewoon gelikt is, kun je als gebruiker totaal niet onder de motorkap rommelen. Bij SDXL heb je juist heel veel opties, maar kost het ook meer moeite om vergelijkbare kwaliteit te krijgen.

Overigens is Dall-E nieuwer, dus bij de volgende versie van SDXL heeft deze ongetwijfeld een inhaalslag gemaakt.

Dall-E (a) verbeeldt de titel van dit artikel overtuigend, SDXL (b) blijft wat achter.

Watch on YouTube

Toe aan een nieuwe laptop?

Voor elke toepassing, voor elk budget
▼ Volgende artikel
Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen

De Ring Outdoor Cam Pro is een redelijk prijzige, slimme beveiligingscamera voor buiten die flink wat in zijn mars heeft. Het apparaat kost 199,99 euro en daar komt – waarschijnlijk – nog maandelijks een abonnement bovenop.

Goed
Conclusie

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de camera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen even handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

Plus- en minpunten
  • Goede beeldkwaliteit
  • Nachtzicht met of zonder kleur
  • Installatie zo gepiept
  • Beschermd tegen weer en wind
  • Geen invloed op beeldkwaliteit
  • Abonnement voelt bijna nodig
  • Mist smarthomefuncties
  • Geen lokale opslagopties

De nieuwe Ring Outdoor Camera Pro heeft een compact, stabiel en minimalistisch ontwerp waardoor je hem direct als een Ring-apparaat herkent. Dankzij de compacte afmetingen kun je hem subtiel aan de muur ophangen. Je bent verzekerd van bescherming tegen weer en wind (een IP-rating is niet bekend) en er is een extra afdekking voor de kabelaansluitingen. Ring levert de camera daarnaast met een kogel-gelagerde muurbeugel en montagemateriaal. De stroomvoorziening verloopt via de usb-c-kabel achterop; dit is helaas geen model met eigen batterij.

De installatie is, zoals gebruikelijk bij Ring, snel en ongecompliceerd. Je maakt verbinding via wifi na het scannen van de QR-code en over het algemeen is de verbinding stabiel. We hebben gedurende de testperiode geen storingen opgemerkt. Mocht je de camera willen ophangen, dan moet je wel zelf even een gaatje boren; daar zit voornamelijk het werk in. In de doos zit overigens alles wat je nodig hebt om dat te doen. Denk dan aan die eerdergenoemde muurbeugel, maar ook aan alle schroeven en dergelijke. Je hoeft alleen de boor er zelf bij te pakken.

©Wesley Akkerman

Weinig zeggenschap over het beeld

De Ring Outdoor Cam Pro heeft een 4K-resolutie en een brede kijkhoek van 140 graden. Overdag zorgen natuurlijke kleuren en HDR-ondersteuning ervoor dat details en gezichten duidelijk herkenbaar blijven, zelfs bij tegenlicht. 's Nachts schakelt de camera automatisch over op helder zwart-witbeeld dankzij infrarood. Het systeem is bovendien in staat nachtvisie in kleur te leveren, maar daarvoor is er wel voldoende licht nodig. Hij schakelt automatisch van stand op basis van de hoeveelheid licht; je kunt helaas niet zelf bepalen of je in kleur of zwart-wit filmt.

Ring maakt verder gebruik van betrouwbare bewegingsdetectie, waarbij je via de app zones kunt instellen om vals alarm te voorkomen. De Ring Outdoor Cam Pro heeft 3D-bewegingsdetectie en Bird's Eye View (een typische Ring-uitvinding) voor nauwkeurige afstandsmetingen en het volgen van bewegingen. Met een Ring Protect-abonnement krijg je toegang tot geavanceerde herkenning van personen, dieren en voertuigen. Voor zaken als tweewegcommunicatie en de live-feed hoef je gelukkig niet in de buidel te tasten.

Het gebrek aan kleur komt door de mist.

Verplichte cloudopslag

Over het abonnement gesproken: daarmee krijg je ook nog toegang tot een uitgebreide videohistorie. Dat kost je wel minimaal 3,99 euro per maand. De opgenomen beelden blijven dan voor 180 dagen bewaard. Een belangrijk punt blijft echter de cloud-exclusiviteit; Ring maakt het nog steeds niet mogelijk om beelden lokaal op te slaan. Je bent dus verplicht een abonnement af te nemen als je je huisbeveiliging een beetje serieus neemt. De app faciliteert wel een overzichtelijk rechtenbeheer voor gezinsleden en waarschuwt bij allerlei ongeregeldheden.

De Ring-camera integreert tot slot met Alexa (de slimme assistent van Amazon) en IFTTT (een gratis en eenvoudige service voor smarthome-automatiseringen), maar mist helaas ondersteuning voor Google Home en Apple HomeKit (zoals dat al jaren het geval is). Via de Ring-app, beschikbaar voor Android en iOS, heb je de controle over de instellingen, inclusief het in- of uitschakelen van de sirene en bewegingsdetectie. De app toont een overzicht van gebeurtenissen en maakt het mogelijk voorgeprogrammeerde berichten af te spelen voor je bezoekers.

Van links naar rechts: infraroodnachtzicht, nachtzicht met kleur en nachtzicht zonder infrarood.

Lees ook onze review van de Ring Floodlight Cam Pro (2e gen)

Ring Outdoor Cam Pro kopen?

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de beveiligingscamera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen heel handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.