ID.nl logo
Huis

Bouw je eigen Sommentelefoon met een Raspberry Pi

In dit artikel beschrijven we hoe je een telefoon met draaischijf ‘hackt’ en aansluit op een Raspberry Pi. In ons geval zetten we hem in als ludieke manier om tafelsommen te oefenen. Oftewel: zo bouw je je eigen sommentelefoon.

Het oorspronkelijke idee om een T65 in combinatie met een Raspberry Pi te gebruiken voor een leuk en leerzaam project komt van Tammo Jan Dijkema (@tammojan), bij wie we via Twitter de Sommentelefoon ontdekten. Op de bijbehorende Github-pagina schrijft hij: “De telefoon geeft (door de hoorn) een sommetje, en je moet het antwoord geven door het te draaien met de draaischijf. De telefoon zegt ‘goed’ of ‘fout’, en geeft de volgende som.”

Ons plan is om de Raspberry Pi in de telefoon in te bouwen, een kind (zoals het zoontje van de auteur) alle audio te laten inspreken en uiteindelijk de functionaliteit te programmeren die je in het volgende kader kunt lezen.

Dit project is voor kinderen een leuke manier om te leren rekenen, vooral wanneer ze van hun eigen stem een complimentje te horen krijgen. Daarnaast is het voor de maker ook erg interessant en leerzaam om de techniek van zo’n oud apparaat nader te bekijken.

Benodigdheden

- T65-telefoon met kiesschijf en aardtoets - € 7,50 tot een paar tientjes

Deze is via Marktplaats nog makkelijk te krijgen; zoek op ‘T65 telefoon’. De prijs is afhankelijk van de kleur; standaard beige is meestal goedkoper;

- Raspberry Pi 3 inclusief voeding (€ 50,– via webshops als Hubbit.nl, Floris.cc, Kiwi-electronics.nl of Conrad.nl);

- Jumperkabels, female/female of female/male (€ 5,– via dezelfde elektronica webshops);

- Audiokabel met 3,5 mm stereo-jackplug (€ 2,– via bijvoorbeeld onlinekabelshop.nl of kabeldirect.nl). Je kunt ook de kabel van een setje oordopjes of hoofdtelefoon die je niet meer gebruikt doormidden knippen.

Totale kosten ca. € 65,–

Openschroeven

Het principe van het aansluiten van het telefoontoestel op de Raspberry Pi is simpel: door de telefoon te bedienen via de draaischijf, de aardknop en de knoppen waar de hoorn op ligt, worden er in de binnenkant contacten geopend en gesloten.

Door met een multimeter uit te zoeken welke contacten dit zijn en deze vervolgens met de juiste gpio-pinnen van de Raspberry Pi te verbinden, kunnen we de Pi laten reageren op het indrukken van de knoppen en het draaien van de draaischijf. Daarvoor schrijven we een programma in de programmeertaal Python.

We beginnen met het openen van de telefoon. Aan de onderkant zitten drie schroeven. Met de achterste schroef open je het klepje dat toegang geeft tot de aansluitkamer. Hierin vind je 12 contactpunten, waarvan twee viertallen een overzichtelijke kleurcode hebben gekregen. Contactpunten 1 tot en met 4 zijn bedoeld voor de kabels naar de stekker voor de wandcontactdoos, maar aangezien we die niet meer nodig hebben, kun je deze losmaken. De kabels aan de punten 9 t/m 12 die met de luidspreker en microfoon in de hoorn verbonden zijn, laten we gewoon zitten, want die gebruiken we natuurlijk wel.

Door de twee voorste schroeven los te draaien, maken we de behuizing los van de grondplaat. Je merkt aan het losdraaien van de schroefjes dat er is nagedacht over de degelijkheid van dit apparaat: de schroefjes kunnen namelijk niet uit de gaten vallen, waardoor je ze ook niet kwijt kunt raken. Wanneer alle schroeven los zijn, kun je de telefoon weer rechtop zetten en de behuizing van het toestel tillen.

©PXimport

De draaischijf

Misschien heb je je ook altijd al afgevraagd hoe de draaibeweging van de schijf wordt omgezet in de pulsen die het signaal vormen van het getal dat wordt gekozen. Wanneer je de draaischijf los klikt van de drie pootjes waar hij op rust en de transparante onderkant goed bekijkt, wordt de werking van dit vernuftig stukje techniek al snel duidelijk.

Door een nummer te kiezen en aan de schijf te draaien, draait een kleinere schijf met inkepingen mee. Wanneer deze terug draait, zorgen deze inkepingen ervoor dat twee kogeltjes herhaaldelijk tegen twee contactpunten gedrukt worden. Hoe hoger het nummer, hoe vaker er contact wordt gemaakt. Elk contactmoment is een ‘puls’.

Door het aantal pulsen door de Raspberry Pi te laten tellen, weten we dus welk nummer er is gekozen. De schijf met inkepingen is zo ontworpen, dat de kogels alleen contact maken tijdens het terugdraaien van de schijf, zodat de tijd tussen twee pulsen altijd even groot is. Hiervan kunnen we in de software handig gebruik maken.

Uit de draaischijf komen drie kabels: blauw, geel en rood. Deze zijn met respectievelijk de contactpunten Bl, Gl en Rd verbonden. De vraag is nu: welke kabels ‘detecteren’ dat het kogeltje tegen een contactpunt drukt? Om daar achter te komen, gebruiken we een multimeter, waarmee we telkens de weerstand tussen alle zes mogelijke combinaties van twee kabels meten. Met de multimeter ontdekken we dat het om de rode en blauwe kabel gaat: wanneer de kogel de contactpunten raakt, meten we geen weerstand; wanneer de kogel de contacten niet raakt, is die er wel.

Voor mensen met ervaring in het lezen van elektronische schema’s is het ook interessant om het oorspronkelijke schema van de PTT te bekijken op het blog van Dutchtelecom.

©PXimport

Het haakcontact

Door weer met de multimeter op onderzoek uit te gaan, ontdek je dat het indrukken van het haakcontact via aansluiting 1 en 3 in de aansluitkamer kan worden gedetecteerd. Hier zorgt het indrukken van de knop juist voor een open stroomkring en het opnemen van de hoorn voor een gesloten kring.

Echter: het haakcontact en de contacten in de draaischijf zijn met elkaar verbonden. Wanneer je veel gevoel voor timing hebt, is het zelfs mogelijk om een telefoonnummer te ‘draaien’ door snel achter elkaar knoppen van de haak in te drukken. Voor het programmeren met de Raspberry Pi is dit een nadeel, want hoe detecteer je of de hoorn wordt opgepakt of dat er aan de schijf wordt gedraaid? De oplossing is dat je rode en blauwe draad van de draaischijf loskoppelt van de bodemplaat en direct met de Raspberry Pi verbindt. De gele draad van de draaischijf verbind je vervolgens met het Rd- en Bl-contact op de bodemplaat. Hiervoor moet je een extra stukje draad gebruiken.

©PXimport

De aardknop

Het is handig dat de telefoon over een aardknop beschikt, want zo kun je nog andere leuke functies toevoegen. Oorspronkelijk werd deze knop gebruikt bij een huistelefooncentrale. Je kon er gesprekken mee in de wacht zetten en doorverbinden. Wij gebruiken hem om alle tien de tafels door elkaar te oefenen en daarnaast om een som nog eens te herhalen, voor het geval je deze niet goed hebt verstaan. Met de multimeter zien we dat ook hier het indrukken van de knop de stroomkring onderbreekt.

©PXimport

De luidspreker

De luidspreker is verbonden met de aansluitingen 11 en 12 in de aansluitkamer. Knip een stereo-audiokabel open. Je vindt daarin drie draden: meestal rood en wit voor het rechter- en linker-geluidskanaal en een kabel zonder mantel voor aansluiting op de aarde. De 3,5mm-jackplug komt uiteindelijk in de analoge audio uitgang van de Raspberry Pi te zitten, maar om de luidspreker te testen is het ook leuk om deze eens met een audio uitgang van een andere computer te verbinden.

©PXimport

Op de volgende pagina gaan we verder met het programmeren van de telefoon.

Tijdens het programmeren laten we de Raspberry Pi eerst nog naast de telefoon staan; dat is voor even gemakkelijker in verband met het aansluiten van kabels. Pas als alles werkt, gaan we hem inbouwen.

Het complete Python-programma voor de tafeltelefoon is te lang om hier volledig te bespreken. We staan alleen stil bij het de code die de aardknop, het haakcontact, de schijf en het geluid regelt. Voor elk van deze vier functies demonstreren we een klein Python-script, dat we toelichten. Het volledige script van de tafeltelefoon, waarin ook de code is opgenomen die het afvragen van de sommen regelt, is te downloaden van Github.

Programmeren

De programmacode die bij de aardknop hoort, is de meest eenvoudige van de drie inputs. Sla het volgende programma op de Raspberry Pi op onder de naam aardknop.py. Open daarna een terminalvenster, navigeer naar de map waar het bestand is opgeslagen en voer het uit met

python aardknop.py

Op regels 1 en 2 worden de gpio- en time-bibliotheken geïmporteerd, zodat we van deze functies in ons Python-script gebruik kunnen maken. Regels 4, 5 en 6 initialiseren gpio-pin 23, waarop we de aardknop op hebben aangesloten, waardoor deze als inputpin werkt.

Het programma telt hoe vaak de aardknop wordt ingedrukt. Deze hoeveelheid wordt bijgehouden door de variabele count. Regels 9 tot en met 14 worden continu herhaald: met de variabele aardContact wordt bijgehouden of de aardknop contact maakt. Deze is False wanneer er contact wordt gemaakt en True wanneer dat niet zo is. Wanneer aardContact de waarde False heeft (zie regel 11), wordt count met 1 opgehoogd, deze nieuwe waarde op het scherm gezet en een kort moment gepauzeerd.

©PXimport

Het tellen van het aantal pulsen van de draaischijf is iets ingewikkelder. We weten immers van te voren niet precies hoeveel pulsen we kunnen verwachten.

De variabele waarmee we het aantal pulsen – het gekozen nummer dus – bijhouden, is nPulsen. Met klaar houden we bij of we nog moeten wachten op een eventuele volgende puls, of dat er dusdanig veel tijd verstreken is sinds de laatste puls, dat kan worden geconcludeerd dat de schijf klaar is met draaien. De variabele schijfContact heeft de waarde True wanneer er door het kogeltje in de schijf contact wordt gemaakt (en er dus een puls wordt gedetecteerd) en False wanneer dat niet zo is.

Ten eerste wordt er op de regel 13 en 14 gewacht totdat er aan de schijf wordt gedraaid. Vervolgens worden regels 17 tot en met 25 herhaald zolang er nog pulsen worden gedetecteerd. In dat geval wordt op regel 14 allereerst de waarde van nPulsen met 1 opgehoogd. Daarna starten we met meten van de tijd. Als de schijf nog niet gestopt is met draaien, verwachten we namelijk dat er na ongeveer 1/10 seconde weer een puls binnen komt. Vandaar dat we 0,1 seconde wachten op regel 19 en direct daarna opnieuw bepalen wat de waarde van schijfContact is.

Regels 22 en 23: zolang er nog geen signaal van de schijf is binnenkomt, blijven we de tijd sinds de meest recente puls bepalen. Zodra deze tijd de 0,2 seconden overschrijdt, kunnen we er van uit gaan dat de schijf stil staat en is het totale aantal pulsen bekend. Op dat moment krijgt klaar de waarde True; we willen dan immers stoppen met het herhalen van regels 17 t/m 25.

Omdat bij tien pulsen de 0 op de draaischijf is gekozen, corrigeren we deze waarde op regel 27 en regel 28.

©PXimport

Er is een wezenlijk verschil tussen het gebruik van de hoornknoppen en de twee inputs die we zojuist bekeken hebben. De aardknop en de draaischijf worden namelijk gebruikt op voorspelbare momenten in het programma: op vaste tijdstippen waarop we input ervan verwachten. Bij het haakcontact ligt dat anders: de hoorn kan namelijk op elk willekeurig moment worden opgenomen en neergelegd. Het maakt niet uit waar het programma op dat moment dan ook mee bezig is: er moet direct worden gereageerd.

Het is erg onhandig om het script zo te programmeren dat we op elk moment rekening houden met de mogelijkheid dat de hoorn wordt gebruikt. Gelukkig is er een manier om dit op te lossen: interrupts.

Op regel 5 wordt de functie hoornCallback gedefinieerd. De programmacode daarvan (het herstarten van het hele script) moet worden uitgevoerd zodra er een ‘event’ op pin 24 plaatsvindt. Het koppelen van dit event aan de callback-functie vindt plaats op regel 14.

Het script toont allereerst de tekst “Wacht op hoorn…”, waarna het in een oneindige lus terechtkomt. In die lus (regel 17 en 18) gebeurt helemaal niets, maar wordt toch onderbroken wanneer de hoorn van de haak wordt genomen.

©PXimport

Om mp3-bestanden af te kunnen spelen met Python, maken we gebruik van de PyGame library. De code hiervan is een stuk eenvoudiger.

Vanaf regel 3 wordt de audiomixer geïnitialiseerd, het mp3-bestand geopend, het geluid afgespeeld en tot slot gewacht totdat het afspelen klaar is.

Voor de PTT-tafeltelefoon zijn er 48 verschillende mp3 bestanden opgenomen. Daarbij horen de 42 verschillende uitkomsten van de tafels van 1 tot 10 en de tekst “welke tafel wil je oefenen?”, “keer”, “is”, “goed zo!”, “dat is fout, het juiste antwoord was” en “dat was de laatste som, goed gedaan!”.

©PXimport

Op de volgende pagina bouwen we tot slot de Raspberry Pi in.

Om de Pi in de behuizing van de telefoon te krijgen, moeten een aantal onderdelen helaas het veld ruimen, anders past het niet. De bellen, inclusief de spoel, het volumewieltje en de koperkleurige grondplaat waarop deze bevestigd zijn, worden uit de T65 verwijderd. Ook de twee metalen strips die in de printplaat op de bodem vast zitten, worden doorgeknipt. De voedingskabel van de Raspberry Pi leiden we naar buiten door het gat waar voorheen het volumewieltje zat.

Er is helaas geen doorgang van de aansluitkamer naar de grote ruimte waar de rest van de elektronica zit. Wanneer je de Raspberry Pi wilt inbouwen, moeten de vijf kabels van de draaischijf, aardknop en haakcontact dus niet meer in de aansluitkamer worden vastgemaakt, maar aan dezelfde schroeven in de binnenkant van de telefoon. Hiervoor moet je wel eerst de doorzichtige kap boven op het haakcontact losmaken. Dit gaat eenvoudig met de twee schroeven aan weerszijden van de kap.

De drie jumperkabeltjes die met aansluiting 1, 2 en 3 van de aardknop en het hoorncontact zijn verbonden, kunnen via een opening rechts onder aan de doorzichtige kap richting Raspberry Pi worden geleid. Aan de linkerkant, bij de audiokabel, is er jammer genoeg geen opening; daar zit de kap helemaal tegen de grondplaat. Omdat de audiokabel wat dikker is, is het weer aandraaien van de schroef een beetje tricky, maar uiteindelijk lukt het wel.

©PXimport

Verder is het nog even opletten hoe je de audio- en voedingskabel naar de Raspberry Pi toe leidt. Het gemakkelijkste is om deze om te leiden via het middelste opstaande pootje waar de draaischijf op rust. Gebruik ook nog wat tape om de kabeltjes op sommige plaatsen op hun plek te houden. Het is ook verstandig om de metalen delen waar de Raspberry Pi op ligt met tape af te plakken, om ongewenst contact tussen de Raspberry Pi en de telefoon te voorkomen.

Voor het geval je programmeren te lastig vindt of, net als wij, je van mening bent dat er niets leukers te bedenken is dan de PTT-tafeltelefoon, gebruik je gewoon het kant-en-klare script dat hier te vinden is. En anders kun je bovenstaande scripts naar eigen inzicht combineren voor het programmeren van een verbeterde versie. Of misschien gaat er wel een belletje rinkelen en bedenk je juist een verrassende andere toepassing. We zijn erg benieuwd naar originele ideeën waarmee de lezers van PCM aan de slag gaan!

▼ Volgende artikel
Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast
© Lightfield Studios - stock.adobe.com
Huis

Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast

Of je nu trek hebt in toast met avocado en een gepocheerd eitje of in een klassieke tosti met ham en kaas: met het moderne broodrooster kan het allemaal. Benieuwd wat broodroosters anno nu zo bijzonder maakt? We vertellen je er alles over.

In het kort: Moderne broodroosters zijn echte alleskunners: naast het roosteren van brood gebruik je ze ook voor het maken van tosti's, het opwarmen van croissants en het ontdooien van bevroren brood. En ze kunnen vaak nog veel meer dan dat. In dit artikel lees je wat moderne broodroosters allemaal kunnen en in welk opzicht ze verschillen van de meer traditionele modellen.

Lees ook: 🥪 Gezonde tosti's om de hele middag op door te gaan

'Ouderwetse' broodroosters doen precies wat ze moeten doen. Je doet er één of twee sneetjes brood in, wacht een paar minuten en plop: daar heb je je perfect gebruinde en knapperige toast. Deze modellen zijn dankzij hun eenvoudige werking nog altijd bij veel mensen in trek, maar er er is ook steeds meer vraag naar modellen die meer kunnen dan alleen brood roosteren. Van het maken van tosti's tot het roosteren van bagels en croissants: met de nieuwste modellen heb je je tosti-ijzer of oven haast niet meer nodig! Veel modellen zijn daarnaast voorzien van allerlei handige extra's, zoals een ontdooifunctie en speciale sleuven voor extra groot of klein brood. En dan hebben we het nog niet eens over de vele bruiningsstanden op moderne broodroosters.

Bruiningsstanden 

Traditionele broodroosters zitten vaak lekker simpel in elkaar, met een draaiknop die je keuze biedt uit drie tot hoogstens vijf standen. Maar het beperkte aantal opties op deze modellen heeft wel als nadeel dat je niet altijd evenveel controle hebt over hoe bruin je sneetjes brood worden. Moderne broodroosters beschikken vaak over veel meer bruiningsstanden, gemiddeld tussen de zes en negen. De lagere standen zijn ideaal voor het licht roosteren van dun of oud brood, terwijl de hogere standen perfect zijn om brood donkerbruin te krijgen of om zwaarder brood zoals volkoren of roggebrood te roosteren. Sommige modellen hebben zelfs slimme sensoren die de dikte van het brood detecteren en op basis daarvan de roostertijd aanpassen. Handig! 

Ontdooifunctie

Brood ontdooien kan best een gedoe zijn. Op het aanrecht duurt het lang, voor gelijkmatig ontdooien in de oven moet je maar net de juiste instellingen weten en in de magnetron wordt bevroren brood snel slap. In een broodrooster met ontdooifunctie wordt het een stuk eenvoudiger. Het enige wat je hoeft te doen, is de bevroren sneetjes brood in het rooster te plaatsen en de ontdooistand te selecteren. Het broodrooster past vervolgens automatisch de tijd en temperatuur aan, zodat je brood gelijkmatig ontdooit zonder dat het verbrandt. Deze functie werkt ook goed voor bevroren croissants of andere kleine broodjes.

©Goffkein - stock.adobe.com

Hoeveelheid sleuven

Voor grotere gezinnen is een broodrooster met maar twee sleuven niet altijd handig. Zeker als jullie gezellig samen aan tafel willen eten, is het niet ideaal om steeds op je beurt te moeten wachten. Gelukkig zijn broodroosters er tegenwoordig in allerlei soorten en maten, met bijvoorbeeld ruimte voor vier sneetjes brood of speciale sleuven voor extra lang brood (denk aan zuurdesem of stokbrood) of breed brood (zelf gesneden brood of croissants en bagels). Sommige modellen beschikken over sleuven met liftfunctie voor kleine sneetjes brood, zodat je je handen niet hoeft te branden. Er zijn ook modellen met een enkele brede sleuf waarin je meerdere sneetjes brood naast elkaar plaatst. 

Extra functies

Naast de ontdooistand hebben moderne broodroosters vaak nog veel meer handige functies. Zoals een opwarmstand die brood alleen opwarmt zonder het te roosteren: handig voor overgebleven croissants of andere afgebakken broodjes. Of een sneltoastfunctie, die brood snel en efficiënt roostert als je haast hebt. Een warmhoudrooster komt mooi van pas als je veel sneetjes brood achter elkaar wilt roosteren: deze houdt je brood tot wel vijftien minuten warm. 

Ook voor tosti's en bagels hebben moderne broodroosters vaak speciale standen. De tosti-stand zorgt ervoor dat het brood langzaam wordt verhit zodat ondertussen de kaas kan smelten. Eventuele meegeleverde tostiklemmen voorkomen dat het een knoeiboel wordt in je broodrooster. De bagelstand is speciaal ontworpen om bagels perfect te roosteren, met een zachte buitenkant en een krokante binnenkant. 

©morkovkapiy - stock.adobe.com

Design

Als je ook de uitstraling van je broodrooster belangrijk vindt, bieden moderne broodroosters je meer dan genoeg keus. Broodroosters anno nu zijn namelijk allang niet meer alleen maar basic zwart of zilver. Steeds meer fabrikanten bieden modellen in stijlvolle kleuren, zoals zachtroze, mintgroen of lichtblauw. Of wat dacht je van een opvallend retromodel in felrood? Gerenommeerde merken als Russell Hobbs, KitchenAid en Smeg verkopen verschillende kwalitatieve broodroosters in een origineel design. Misschien geef je niks om design en ga je liever voor functionaliteit. In dat geval is een broodrooster met transparante zijkanten misschien wat voor jou: hiermee hou je tijdens het roosteren precies bij hoe bruin je sneetjes kleuren.

▼ Volgende artikel
Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*
© encierro - stock.adobe.com
Huis

Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*

Groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin kunnen een flinke besparing opleveren. Zeker als je kiest voor soorten die in de winkel duur zijn, weinig verzorging vragen en jaar na jaar opnieuw groeien. Je hoeft er geen groene vingers voor te hebben en ook geen grote tuin. In dit artikel lees je welke planten slim zijn om te kweken, hoe je begint en waar je op moet letten om zoveel mogelijk uit je oogst te halen.

* Of van je eigen balkon natuurlijk

In dit artikel lees je: • Waarom zelf kweken geld bespaartWelke groenten je makkelijk zelf kweekt, ook in pottenWelke fruitplanten jarenlang opbrengst gevenOf je beter kruiden kunt kopen of zelf zaaienWelke kruiden goed groeien in pottenWanneer je het beste kunt zaaien of plantenHoe je je oogst beschermt tegen slakken, rupsen en vogelsWaarom avocado's kweken in Nederland nauwelijks zin heeftHoe je eenvoudig begint, ook zonder moestuin

Lees ook: Ingemaakt! 4 manieren om zelf thuis voedsel te conserveren

Waarom zelf kweken loont

In de supermarkt kunnen verse bessen, kruiden en biologische groenten behoorlijk aantikken. Een klein bosje rozemarijn kost al snel meer dan een euro, terwijl een rozemarijnplantje je jarenlang voorziet als je 'm goed behandelt. Ook courgettes, cherrytomaatjes en paprika's zijn flink aan de prijs, terwijl je ze zelf makkelijk kweekt, zelfs in een pot.

Daarnaast scheelt het in verpakkingsmateriaal, voorkom je verspilling en smaakt alles verser dan vers. Zelfs op een balkon of klein terras kun je met een paar bakken al behoorlijk wat opbrengen.

Groenten: veel opbrengst, dus dat bespaart geld!

Voor deze groenten heb je weinig ruimte of moeite nodig, terwijl ze wel een goede opbrengst geven.

1. Courgette

Courgette groeit snel, vraagt weinig aandacht en geeft veel vruchten. Eén plant kan je wekenlang oogst opleveren. Toegegeven, in de zomermaanden zijn ze best betaalbaar in de winkel. Maar juist door de grote opbrengst kun je er makkelijk ook iemand anders blij mee maken en je kunt ze inmaken voor de winter.

  • Zaaien: april binnen, mei buiten

  • Zon: veel zon

  • Grond: luchtige, voedzame grond

  • Let op: geef genoeg water, vooral bij warm weer

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

2. Cherrytomaten

Perfect voor op het balkon. In pot of in de volle grond.

  • Zaaien: maart binnen, uitplanten in mei

  • Zon: volle zon, uit de wind

  • Grond: goed doorlatend en rijk aan voeding

  • Let op: bind ze op en haal regelmatig dieven (zijscheuten) weg

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

3. Prei

Prei is populair en veelzijdig. Je kunt het hele jaar door zaaien, afhankelijk van de soort (zomer- of winterprei).

  • Zaaien: februari tot juni

  • Zon: zon of halfschaduw

  • Grond: losse, voedzame grond

  • Let op: plant jonge prei diep, dat zorgt voor lange witte stelen

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

4. Paprika

Paprika's doen het goed in een pot op een zonnig balkon of in een kas. Ze vragen iets meer aandacht, maar zijn het waard.

  • Zaaien: februari binnen

  • Zon: veel zon, liefst beschut

  • Grond: voedselrijke potgrond

  • Let op: paprika's houden van warmte – een kas of warm hoekje helpt enorm

  • Oogsten: augustus t/m oktober; zodra paprika's volledig gekleurd zijn oogsten

5. Rucola

Korte groeicyclus, dus je kunt meerdere keren per seizoen zaaien.

  • Zaaien: maart tot september

  • Zon: liefst halfschaduw, anders wordt het snel bitter

  • Grond: normale tuingrond, niet te droog

  • Let op: jonge rucola is het lekkerst – wacht niet te lang met oogsten

  • Oogsten: mei tot oktober; al 4-6 weken na zaaien

©Brent Hofacker

Fruit: planten voor jarenlange opbrengst

Met fruitstruiken of -bomen leg je de basis voor een structurele besparing. Na het eerste jaar begint de oogst, en die wordt vaak elk jaar groter.

1. Blauwe bes

Duur in de winkel, maar als struik jarenlang opbrengst.

  • Planten: november tot maart

  • Zon: volle zon

  • Grond: zure grond (meng turf door de aarde)

  • Let op: geef bij droogte water met regenwater (geen kalkrijk kraanwater)

  • Oogsten: juli t/m september; vruchten regelmatig plukken als ze volledig blauw zijn

2. Framboos

Geeft snel oogst, kan ook in grote pot op balkon.

  • Planten: najaar of vroeg voorjaar

  • Zon: liefst veel zon

  • Grond: goed doorlatend, voedzaam

  • Let op: snoei oude takken na de oogst voor meer vruchtvorming

  • Oogsten: juni t/m oktober; afhankelijk van ras, pluk zodra rijp

3. Aardbeien

Makkelijk, ook in hangpotten.

  • Planten: maart of augustus

  • Zon: volle zon

  • Grond: luchtige aarde, niet te nat

  • Let op: verjong elk jaar door nieuwe stekken te planten

  • Oogsten: juni t/m september; direct oogsten zodra ze volledig rood zijn

4. Vijg (in pot)

Zelfs op een balkon kun je een vijgenboom houden.

  • Planten: voorjaar

  • Zon: volle zon, beschut plekje

  • Grond: voedzame, goed doorlatende grond

  • Let op: bescherm bij strenge vorst

  • Oogsten: augustus t/m oktober; vijgen oogsten als ze zacht en volledig gekleurd zijn

©Valery Sheiko | draw05 - stock.adobe.com

Kruiden: kopen of zaaien?


Kopen: sneller en makkelijker

Bij kruiden als rozemarijn, tijm, munt en bieslook is een plantje van het tuincentrum of zelfs de supermarkt vaak de handigste optie.

  • Je hebt direct een oogstbare plant

  • Je ziet meteen of de plant gezond is

  • Je bespaart tijd, want kiemen duurt bij sommige soorten weken

  • Vooral houtige kruiden (rozemarijn, tijm) groeien langzaam uit zaad

Belangrijk is wel dat je supermarktplantjes niet als wegwerpkruid gebruikt. Verpot ze in voedzame aarde, geef ze licht, en knip regelmatig bij. Zo gaan ze makkelijk maanden (soms jaren) mee.

Zaaien: zinvol bij snelle groeiers

Kruiden als basilicum, koriander, dille en peterselie kun je prima zaaien, vooral als je ze in grotere hoeveelheden gebruikt.

  • Goedkoop: één zakje zaad geeft veel planten

  • Leuk om te doen in de lente

  • Je kunt steeds nieuwe rondes opkweken

Maar ook hier geldt: zaaien vraagt aandacht. Je hebt een warme, lichte plek nodig en moet zorgen dat de kiemplantjes niet uitdrogen of omvallen.

Kruiden: altijd vers binnen handbereik

Verse kruiden zijn duur, terwijl een plantje vaak jarenlang meegaat. Deze soorten zijn eenvoudig in onderhoud en groeien goed in potten.

1. Rozemarijn

  • Zon: volle zon

  • Grond: droge, arme grond

  • Let op: geef weinig water, winterhard tot -10 °C, snoei regelmatig takjes om groei compact te houden

  • Oogsten: het hele jaar

2. Tijm

  • Zon: veel zon

  • Grond: doorlatend, kalkrijk

  • Let op: snoei regelmatig voor compacte groei, regelmatig toppen

  • Oogsten: hele jaar door

3. Munt

  • Zon: halfschaduw of zon

  • Grond: vochtig, niet te droog

  • Let op: woekert, dus altijd in pot houden

  • Oogsten: maart t/m november; jonge blaadjes smaken het beste

4. Bieslook

  • Zon: halfschaduw tot zon

  • Grond: voedzaam, vochtig

  • Let op: bloeit in zomer, maar dan kun je nog steeds de stengels oogsten

  • Oogsten: maart t/m oktober; knip regelmatig voor verse aanwas

©stockcreations

Wanneer zaaien of planten?

GewasBinnen zaaienBuiten zaaienPlantenOogsten vanaf
Courgetteaprilmeimeijuli–sept
Cherrytomaatmaartmeimeijuli–sept
Preifebruari–maartapril–juni-juli–dec
Paprikafebruari–maartmeimeijuli–sept
Rucola-maart–sept-april–okt
Blauwe bes--nov–maartjuli–aug
Framboos--okt–mrtjuni–aug
Aardbei--maart/augjuni–juli
Vijg--voorjaaraug–okt
Rozemarijn-maart–julimaart–meihet hele jaar
Tijm-maart–julimaart–meihet hele jaar
Munt-maart–julimaart–meihet hele jaar
Bieslook-maart–julimaart–meihet hele jaar
Basilicummaart–meimei–juli-juni–sept
Koriandermaart–aprilapril–juni-mei–aug
Dillemaart–aprilapril–juni-mei–aug
Peterseliefebruari–aprilmaart–juli-mei–okt

Wat te doen tegen slakken, rupsen en vogels?

Zodra het groen gaat groeien, ontdekken ook dieren je tuin. Met deze tips houd je de schade beperkt:

Slakken:

  • Leg koperen munten rond potten of bedden

  • Zet schuilplaatsen zoals omgekeerde bloempotten om ze weg te vangen

  • Kies planten die slakken minder lekker vinden (zoals rozemarijn of tijm)

  • Zet een schoteltje met bier neer

Rupsen:

  • Controleer planten regelmatig op eitjes (onder bladeren)

  • Plant afrikaantjes of dille tussen je groenten – die trekken natuurlijke vijanden aan

  • Gebruik fijnmazig net als je veel last hebt

Vogels:

  • Span vogelnetten over bessenstruiken

  • Hang oude cd's of glimmend lint op om ze af te schrikken

  • Zet een nep-roofvogel in de buurt van je fruit

©APISIT Wilaijit

Kun je zelf avocado's kweken? Hoewel avocado's duur zijn in de winkel, is het niet realistisch om ze zelf te kweken met het idee dat je er ooit van zult oogsten. Je kunt de pit laten kiemen – bijvoorbeeld in een glas water of direct in potgrond – en daar groeit met wat geduld een mooie plant uit. Maar een echte avocado-oogst? Die blijft in Nederland vrijwel altijd uit. De boom heeft jaren nodig om vrucht te dragen, meestal tussen de zeven en tien jaar, en stelt hoge eisen aan temperatuur en licht. Buiten overleeft hij onze winters niet. Zelfs in een kas is het lastig om genoeg warmte en luchtvochtigheid te bieden. Daarbij komt dat veel soorten alleen vruchten dragen als er een tweede, genetisch afwijkende boom in de buurt staat voor kruisbestuiving. Leuk dus als groene kamerplant, maar niet als serieuze manier om geld te besparen op avocado's.

Begin klein, groei vanzelf

Je hoeft niet meteen een hele moestuin aan te leggen. Begin met drie bakken op je balkon of een paar vaste planten in een zonnig hoekje. Kies soorten die je vaak gebruikt en die je veel geld schelen in de winkel. Na een eerste jaar weet je wat werkt en kun je stap voor stap uitbreiden.

 

Moestuinzaden?

Heel veel keus