ID.nl logo
Huis

Alles wat je wil weten over OpenVPN

De beste manier om te vermijden dat anderen jouw online uitgewisselde informatie kunnen onderscheppen, is met behulp van een versleutelde vpn-verbinding. OpenVPN is een uitstekende toepassing waarmee je precies zo’n vpn-connectie kunt opzetten. Wat OpenVPN precies is, lees je hier.

Lees ook: OpenVPN installeren op Windows, macOS en Linux

En: OpenVPN installeren op je smartphone

OpenVPN is opensource-software die met behulp van vpn-technieken een veilige connectie tussen verschillende apparaten opzet. De software versleutelt de communicatie door middel van een aangepaste versie van het ssl/tls-protocol. OpenVPN is multiplatform en alle verkeer loopt over een enkele udp- of tcp-verbinding. Dat maakt meteen dat het vaak ook probleemloos werkt in lastiger omgevingen zoals netwerken met nat (network address translation)

Wat is een VPN?

Om goed te begrijpen wat OpenVPN is, moet je uiteraard eerst weten wat een vpn is en verder hoe OpenVPN zich tegenover verwante technologieën verhoudt.

In zijn eenvoudigste vorm is een vpn (virtual private network) een technologie waarmee je een ‘lokaal netwerk’ creëert tussen verschillende computers die zich in wisselende lan-segmenten kunnen bevinden. Men heeft het bij zo’n connectie vaak over een vpn-tunnel, omdat alle verkeer tussen client en server zo versleuteld wordt dat het niet meer herkenbaar is. Bij protocollen als https en ssh daarentegen worden data ook wel versleuteld, maar een sniffer kan zo’n connectie als dusdanig wel nog identificeren.

Om van een echt vpn te kunnen spreken, moeten er zowel encryptie- als authenticatietechnieken toegepast worden. Deze encryptie- als authenticatietechnieken zorgen er enerzijds voor dat je zeker bent dat je met het juiste systeem of met de juiste persoon bent verbonden (via een gebruikers-id of certificaten). Anderzijds kan authenticatie ook ‘man in the middle’- en ‘denial of service’-aanvallen (respectievelijk afgekort tot mitm en dos) helpen vermijden, aangezien niet-geautoriseerde pakketjes niet eens worden ontsleuteld.

Zo’n vpn-tunnel boort zich dus ook door firewalls en routers heen: dat houdt in dat eventueel aanwezige, reguliere netwerkbeveiligingen hierdoor wellicht worden omzeild.

Een vpn-connectie kan voor verschillende doeleinden nuttig zijn: je zorgt voor meer veiligheid als je met een open wifi-netwerk bent verbonden of je omzeilt geofencing als je je met een vpn-server in een specifiek land verbindt. Grotere bedrijven verbinden er hun lokale kantoren mee en vrijdenkers uit landen met strenge censuur kunnen er alsnog hun boodschap mee uitdragen.

Er zijn heel wat vpn-producten beschikbaar, zowel opensource als in commerciële vorm. We onderscheiden een drietal belangrijke types: op basis van pptp, IPsec en ssl. OpenVPN hoort min of meer in deze laatste categorie thuis, maar wegens enkele markante verschilpunten bespreken we die toch liever apart.

Pptp

Ook al laat pptp (point to point tunneling protocol) zich makkelijk configureren omdat het in de meeste besturingssystemen is ingebouwd, je kunt het eigenlijk niet langer vertrouwen, omdat het standaard authenticatiemechanisme (ms-chapv2) al enkele jaren geleden is gekraakt. Je kunt via eap-tls dan wel X.509-certificaten gebruiken, maar niet alle pptp-clients ondersteunen dat. Daarbij komt dat pptp voor de versleuteling van het datakanaal gebruikmaakt van het gre-protocol (general routing encapsulation) en dat laat zich lastig sturen in een nat-omgeving.

IPsec

Aangezien IPsec (internet protocol security) op basis van krachtige veiligheidsbeleidsregels werkt, is het erg flexibel … maar tegelijk ook lastig om optimaal te configureren. In tegenstelling tot OpenVPN zit IPsec ook sterk verweven in de kernel, wat inhoudt dat een onvolkomen IPsec-applicatie het onderliggende besturingssysteem kan laten meecrashen. Daar komt nog bij dat producenten vaak eigen extensies aan de standaard hebben gebreid wat samenwerking tussen twee IPsec-punten van verschillende producenten behoorlijk bemoeilijkt.

SSL

Deze vpn’s zijn gebaseerd op het ssl/tls-protocol: hetzelfde protocol dus als bij https, voor het beveiligen van websites. Ook dit verkeer loopt trouwens over tcp poort 443. De meeste van deze vpn’s zijn webgebaseerd, oftewel clientless. Dat maakt het opzetten weliswaar erg makkelijk, maar de featureset is beperkt. Wel zijn er ook specifieke browser-plug-ins die meer functionaliteit bieden, maar tegelijk zorgen die voor minder interoperabiliteit.

Geschiedenis

OpenVPN werd oorspronkelijk ontwikkeld door ene James Yonan, die versie 0.90 in mei 2001 vrijgaf onder een gpl-licentie. Naar verluidt kwam hij op dit idee toen hij in Centraal-Azië rondreisde en zich met zijn kantoor moest verbinden via Aziatische en Russische internetproviders. IPsec bestond weliswaar al, maar hij vond het opzetten daarvan te complex en mede daarom extra vatbaar voor allerlei kwetsbaarheden.

Deze eerste release van OpenVPN was, zoals kan verwacht worden, zeer beperkt en liet eigenlijk alleen een eenvoudige point-to-point-verbinding over udp toe op basis van het Blowfish-versleutelingsalgoritme. Optioneel kon er ook van het sha1-algoritme (secure hash algorithm) gebruik worden gemaakt om de geldigheid van de ondertekening van certificaten te controleren. Pas in het voorjaar van 2002 voorzag OpenVPN in ssl/tls-gebaseerde authenticatie en het uitwisselen van sleutels. Nog later kwam er ook ondersteuning voor tcp bij.

Aanvankelijk werden er weliswaar andere poorten gebruikt, maar uiteindelijk werd door IANA (internet assigned names authority), tcp- en udp-poort 1194 als de standaardpoort voor OpenVPN vastgelegd.

In 2009 lag de ontwikkeling een tijdje stil, maar daar kwam later gelukkig weer verandering in

-

In de praktijk kun je ook andere poorten instellen dan standaardpoort 1194 en sinds versie 2.0 is het mogelijk om verschillende clients tegelijk te bedienen met één server.

De ontwikkeling van OpenVPN lag gedurende enkele jaren nagenoeg stil, maar gelukkig kwam er vanaf eind 2009 weer beweging in. Er werden ook volop andere ontwikkelaars aangetrokken en dat leidde tot heel wat bugfixes, extra functies en een plug-in-vriendelijker broncode. In de daaropvolgende jaren volgden nog meer aanpassingen, zoals ondersteuning voor mobiele platformen als Android en iOS en – met versie 2.0 – een solide ondersteuning voor ipv6. Ook PolarSSL wordt ondersteund: een cryptobibliotheek die een alternatief biedt voor het standaard gebruikte OpenSSL, de opensource-implementatie van het ssl/tls-protocol.

Bij elke nieuwe release worden ook opensource-versies van OpenVPN beschikbaar gesteld, zodat er packages voor zowat alle platformen, inclusief Windows 32 en 64 bit, kunnen worden samengesteld. Je vindt deze ‘community downloads’. Naast deze opensource-versies biedt OpenVPN Technologies ook een commerciële variant aan, onder de naam Access Server. Die biedt allerlei opties aan die met name grotere organisaties kunnen aanspreken. Proefversies vind je hier.

Hoe OpenVPN werkt

Als we OpenVPN van een wat meer technische kant bekijken, dan kunnen we niet om een wezenlijk verschil met de IPsec-implementatie heen. Terwijl deze laatste stevig in de kernelruimte verankerd zit (lees: het is een layer3-protocol en vereist een aanpassing aan de ip-stack) opereert OpenVPN binnen de ‘user-space’ en gedraagt het zich veel meer als een standaardapplicatie. Daartoe maakt OpenVPN handig gebruik van de zogenoemde tun/tap-driver, een concept uit de Linux-wereld waar het standaard deel uitmaakt van het besturingssysteem.

Je kunt zo’n driver zien als een virtuele netwerkadapter voor point-to-point ip-verkeer (tun) of voor zowat alle mogelijke verkeer (tap). Die vangt alle verkeer op dat voor de vpn is bedoeld en stuurt het naar de OpenVPN-applicatie. Daar worden de pakketjes versleuteld en gefragmenteerd, waarna de netwerkadapter de pakketjes doorstuurt naar het remote vpn-endpoint waar het proces in omgekeerde richting wordt afgehandeld.

In vergelijking met het regulier dataverkeer is hier weliswaar sprake van extra overhead. Bij multiclient-servers en vooral wanneer snelheden hoger dan 1 Gbit/s zijn vereist, kan zo’n OpenVPN-opzet tot een hogere vertraging en mindere prestaties leiden. In de praktijk geldt dat vooral voor de tap-drivers onder Windows.

Versleuteling

Zoals gezegd maakt OpenVPN gebruik van ssl/tls, net zoals een regulier ssl-vpn, maar dat gebeurt niet op dezelfde manier. OpenVPN gebruikt normaliter twee virtuele kanalen voor de communicatie tussen client en server: een controlekanaal en een datakanaal. Bij het opzetten van een connectie worden pakketjes, vooral met configuratiedata en versleutelingsinformatie, onder de bescherming van het ssl/tls-protocol over het controlekanaal gestuurd.

Ook de eigenlijke data – die logischerwijze over het datakanaal worden verstuurd – doorlopen encryptie- en authenticatieprotocollen. Daarover wordt bij het opzetten van de connectie echter niet onderhandeld, aangezien die algoritmes vastgelegd zijn in de configuratiebestanden van de OpenVPN-client en -server. Vaak is dat Blowfish voor de encryptie en sha1 voor de hashing.

©PXimport

TDP en UDP

We hebben er al een paar keer op gewezen dat OpenVPN zowel over udp als over tcp kan lopen. Dat leidt onwillekeurig tot de vraag: wat is het betere protocol? Het antwoord is echter niet zo eenduidig. Er valt weliswaar iets te zeggen om in eerste instantie het udp-protocol te gebruiken, omdat dit minder overhead geeft en dus tot betere prestaties kan leiden. Immers, dit protocol is connectieloos, wat zoveel betekent als: verloren pakketjes worden niet opgemerkt en dus niet opnieuw uitgestuurd. Bij tcp daarentegen worden pakketten verstuurd en ontvangen met behulp van een ‘handshake’-protocol: dit zorgt ervoor dat alle pakketten uiteindelijk terechtkomen, desnoods na herhaaldelijk versturen.

Natuurlijk, is de verbinding niet optimaal en is het risico op (teveel) dataverlies te groot, dan dient wellicht tcp zich als de betere transporteur aan. Tcp kan ook het aangewezen protocol zijn als blijkt dat een betrokken switch of router het udp-verkeer niet correct doorstuurt, iets wat in de praktijk wel kan gebeuren.

De toekomst van OpenVPN

De ontwikkeling van OpenVPN is behoorlijk stormachtig verlopen, met een lange stilte tussen 2006 en 2009. Gelukkig hebben enkele nieuwe ontwikkelaars inmiddels de schouders weer onder dit project gezet en vind je OpenVPN terug op zo goed als alle platformen. Het is tevens geïntegreerd in routerfirmware als DD-WRT, OpenWrt, pfSense, Untangle en Tomato.

Wat ze met OpenVPN hebt bereikt in de loop der jaren is onmiskenbaar, maar dat neemt niet weg dat er nog punten van aandacht zijn. In dit artikel hebben we je al op enkele minpunten gewezen: OpenVPN kan een bottleneck zijn bij een multiclient-serveropzet en bij hoge snelheden (vooral onder Windows). Op het verlanglijstje van velen staat tevens de mogelijkheid om bij het opzetten van een connectie te onderhandelen over de encryptie- en hashing-algoritmes van de data.

We denken dat OpenVPN nog een mooie toekomst voor zich heeft: er is nog genoeg te ontwikkelen, er is een levendige community met een (weliswaar beperkt aantal) onderlegde ontwikkelaars die hun tijd willen besteden aan dit project en meer dan ooit is er (een stijgende) behoefte aan betrouwbare encryptie voor communicatie via internet.

▼ Volgende artikel
Review Sony WH-1000XM6 – Het bijna complete totaalpakket
© Wesley Akkerman
Huis

Review Sony WH-1000XM6 – Het bijna complete totaalpakket

De afgelopen drie jaar heeft Sony hard gewerkt aan de Sony WH-1000XM6-koptelefoon. De voorganger, de XM5, is ondanks verwoede pogingen van Bowers & Wilkins, Bose en Apple al die tijd marktleider geweest. Staat de XM6 wederom aan de top?

Fantastisch
Conclusie

De Sony WH-1000XM6 bouwt voort op zijn voorgangers met nog betere noise cancelling dankzij extra microfoons en een nieuwe processor, maar ook wederom superieure geluidskwaliteit. Sony heeft bovendien geluisterd naar feedback, want het opvouwbare design is terug en luisteren tijdens het laden is nu ook mogelijk.

Plus- en minpunten
  • Audiokwaliteit
  • Bluetooth 5.3
  • Luisteren tijdens het laden
  • Opvouwbaar ontwerp
  • Duidelijk voelbare powerknop
  • Draagcomfort oorcups
  • Audiocodecs
  • Slimme opties binnen app
  • Actieve ruisonderdrukking
  • Behuizing houdt vettigheid vast
  • Accuduur loopt achter
  • Hoofdband met lang haar
  • Aanraakgevoelige bediening
  • Prijs wederom hoger

Als je het hebt over de topklasse koptelefoons van Sony, dan kom je eigenlijk altijd uit bij dezelfde lijn: de WH-1000XM-serie. Deze modellen staan al jaren bekend om hun indrukwekkende noise cancelling, waarmee omgevingsgeluid effectief wordt weggefilterd. Tel daar een rijke audiokwaliteit bij op – inclusief ondersteuning voor Hi-Res Audio en LDAC – en je snapt waarom ze zo populair zijn. Voeg daar nog een lange accuduur, comfortabel draagcomfort en slimme functies als Speak-to-Chat en Adaptive Sound Control aan toe, en je hebt een hoofdtelefoon die voor veel mensen als de ideale allrounder geldt.

Sony levert keer op keer een betrouwbaar totaalpakket af, wat deze lijn tot een vaste waarde maakt onder muziekliefhebbers die meer willen dan alleen goed geluid. Gesprekskwaliteit, een fijne app en sterke ruisonderdrukking horen daar inmiddels gewoon bij. Nu Sony met de WH-1000XM6 de zesde generatie op de markt brengt, twijfelt niemand eraan dat deze koptelefoon weer aan alle verwachtingen voldoet. Maar in een markt waarin de concurrentie flink is toegenomen, is de vraag wel gerechtvaardigd: is dit model het prijskaartje van 450 euro nog steeds waard? Dat is tenslotte 30 euro méér dan de XM5 bij zijn lancering kostte.

©Wesley Akkerman

Wederom op te vouwen

Sony heeft de afgelopen drie jaar duidelijk niet stilgezeten. De WH-1000XM6 is voorzien van een nieuwe processor, extra microfoons, verbeterde noise cancelling en een verfijnd audioplatform. Op het eerste gezicht oogt hij misschien identiek aan de XM5, maar ook het ontwerp is op meerdere punten aangepakt. Zo is het lichte model nog steeds makkelijk op te vouwen dankzij de draaibare oorschelpen met zacht schuim. Handig, want daardoor past hij moeiteloos in de meegeleverde case en neem je 'm makkelijk mee.

Sommige aanpassingen zijn klein maar doordacht. Zo is de powerknop nu iets verzonken, waardoor je hem sneller op de tast vindt. De knop voor noise cancelling heeft bovendien een extra functie gekregen: je kunt er de microfoon mee dempen of activeren tijdens een telefoongesprek. De rest van de bediening verloopt via het aanraakgevoelige oppervlak op de rechter oorschelp. Dat werkt op zich prima, maar je moet wel even wennen aan de precieze gebaren. Bovendien blijft de aanraakbediening gevoelig voor fouten, waardoor we zelf liever kiezen voor fysieke knoppen of de bijbehorende app.

Wie kritisch naar het ontwerp kijkt, komt nog een paar kleine minpunten tegen. Zo trekt de behuizing – vooral bij het zwarte model – snel vlekken aan van je vingers, die je makkelijk uitsmeert als je niet uitkijkt. En dan is er nog de hoofdband, die tijdens het dragen soms in je haar blijft haken, vooral als de koptelefoon iets verschuift. Dat levert een wat ongemakkelijk gevoel op. Gelukkig zijn dat allemaal kleinigheden die verder weinig afdoen aan het totaalplaatje.

©Wesley Akkerman

Luisteren tijdens het laden

Een van de prettigste verbeteringen van de WH-1000XM6 ten opzichte van zijn voorganger is dat je hem tijdens het opladen gewoon kunt blijven gebruiken. Bij de XM5 was dat nog niet mogelijk: zodra je die aan de lader hangt via de usb-c-poort, stopt het afspelen. Dat probleem is nu dus verholpen. Wel is de meegeleverde oplaadkabel vrij kort, dus handig is het niet altijd. Qua aansluitmogelijkheden zijn er verder weinig verschillen: beide modellen ondersteunen bluetooth (met bij de XM6 een nieuwer versienummer) én hebben een fysieke audio-ingang. Sony levert standaard een usb-c-kabel en een audiokabel mee in de verpakking.

Ook op codec-gebied is er weinig te klagen. Net als zijn voorganger ondersteunt de WH-1000XM6 AAC, SBC en Sony’s eigen LDAC voor high-res audio. Maar er zijn ook twee nieuwe toevoegingen: LC3 en Auracast. Vooral LC3 is interessant als moderne codec die zich qua prestaties laat vergelijken met Qualcomms aptX Adaptive. Afhankelijk van de verbindingskwaliteit past deze codec automatisch de sample rate aan voor optimale geluidskwaliteit en stabiele prestaties. Qualcomm-codecs zelf zijn overigens niet aanwezig, maar met het huidige aanbod valt er genoeg te kiezen – je mist er weinig aan.

Wat wel onveranderd is gebleven, is de batterijduur. Je haalt nog steeds zo'n 30 uur met noise cancelling ingeschakeld en 40 zonder. Dat is netjes, maar inmiddels niet meer indrukwekkend. Concurrenten zoals de Sennheiser Momentum 4 Wireless gaan met gemak twee keer zo lang mee op een volle lading. Snelladen kan gelukkig wel: 3 minuten aan de oplader levert tot 3 uur speeltijd op. Toch is er op dit punt nog wat ruimte voor verbetering, zeker als Sony koploper wil blijven.

©Wesley Akkerman

Ruisonderdrukking en audio

Met de WH-1000XM6 zet Sony opnieuw stappen op het gebied van noise cancelling. De koptelefoon heeft nu twaalf microfoons aan boord, vier meer dan voorheen, en die helpen actief om storend geluid van alle kanten weg te filteren. Of het nu om wind, voorbijrazend verkeer of een drukke coupé vol kletsende mensen gaat: de XM6 laat zich er niet door van de wijs brengen. En dat geldt ook als je op een normaal volume luistert; je hoeft het geluid dus niet op standje maximaal te zetten om in alle rust te genieten.

Qua geluidskwaliteit heeft deze serie sowieso een sterke reputatie, en de XM6 weet die opnieuw waar te maken. De 30 mm-drivers zijn flink onder handen genomen en leveren nu nog meer detail, heldere zanglijnen en extra finesse in de hoge tonen. Sony heeft zichtbaar gezocht naar een betere balans tussen lage, midden- en hoge frequenties, en met succes. Alles klinkt krachtig en vol, zonder dat het op een bepaald gebied tekortschiet.

Bijzonder is ook dat Sony dit keer samenwerkte met mastering engineers uit de muziekindustrie om het geluidsprofiel nog preciezer af te stemmen. Dat merk je: muziek klinkt natuurlijker, gelaagder en gewoon meeslepender. En alsof dat nog niet genoeg is, kun je nu ook stereogeluid omzetten naar een ruimtelijke audio-ervaring via een nieuwe vorm van upmixing. Dat is iets anders dan de bestaande 360 Reality Audio-ondersteuning of DSEE Extreme-technologie – het resultaat is dat je met dezelfde koptelefoon meer uit je muziek haalt dan ooit tevoren.

Maar we zijn er nog niet

De Sony WH-1000XM6 weet een open, gelaagd en dynamisch geluidsbeeld neer te zetten dat vrijwel elk muziekgenre aankan. Luister je naar een intieme opname – denk aan stem en piano – dan vallen meteen de fijne details op: je hoort hoe elke toetsaanslag zijn eigen ruimte krijgt en hoe zanglijnen haast betoverend in de mix zweven. Ook bij drukker geproduceerde nummers blijft het overzicht bewaard. De hoge en middentonen houden hun helderheid, waardoor je makkelijk onderscheid maakt tussen de verschillende lagen in een track.

Wat betreft de bas heeft Sony de balans goed gevonden. Lage tonen zijn krachtig en vol, maar nooit modderig – ze blijven strak en gecontroleerd. Drums en percussie klinken precies en direct, zonder overbodig nagalmen. Daardoor voelt elke luisterbeurt fris en levendig aan. Sterker nog: de kans is groot dat je ineens details hoort die je eerder niet opvielen in nummers die je al tientallen keren hebt afgespeeld. De koptelefoon legt daarbij net wat extra nadruk op zang en vocalen, wat de verstaanbaarheid en het gevoel van betrokkenheid alleen maar vergroot.

Ook op het gebied van slimme functies blijft Sony zijn voorsprong behouden. Bekende features als Adaptive Sound Control zijn weer van de partij en passen automatisch instellingen aan op basis van je gedrag en locatie. Speak-to-Chat herkent wanneer je iets zegt, pauzeert de muziek en laat omgevingsgeluid binnen – handig tijdens telefoongesprekken, al kan een kuchje soms per ongeluk hetzelfde effect hebben. Uniek is daarnaast het gespreksbeheer via hoofdbewegingen: door ja te knikken neem je een gesprek aan, schud je nee dan sla je het af.

©Wesley Akkerman

Sony WH-1000XM6 kopen?

Met de WH-1000XM6 borduurt Sony voort op de sterke reputatie van eerdere modellen, en dat doet het merk met succes. De noise cancelling is opnieuw verbeterd dankzij een nieuwe processor en extra microfoons, terwijl de geluidskwaliteit wederom tot de top behoort. Sony heeft daarnaast goed geluisterd naar gebruikersfeedback: het opvouwbare ontwerp is terug en je kunt nu ook tijdens het opladen gewoon blijven luisteren. Geen revolutionaire vernieuwingen misschien, maar wel slimme aanpassingen die het totaalplaatje merkbaar sterker maken. Soms zit vooruitgang in de details.

Natuurlijk zijn er ook wat minpunten. De accuduur is gelijk gebleven terwijl concurrenten inmiddels meer uithoudingsvermogen bieden. En hoewel het design stijlvol is, trekt de afwerking op de zwarte versie snel vlekken aan. De hoofdband is bovendien niet ideaal voor langere luistersessies; hij trekt soms aan je haar bij het verschuiven. Ook over de aanraakbediening kun je van mening verschillen – wij vinden fysieke knoppen prettiger, al biedt de app gelukkig ook genoeg controle. Geen dealbreakers, maar wel goed om te weten.

Wat de WH-1000XM6 vooral interessant maakt, is hoe Sony de audiokant verder verfijnt. De toevoeging van nieuwe codecs, de mogelijkheid om stereo te upgraden naar ruimtelijke audio en het afgestemde geluidsprofiel – met hulp van professionals uit de muziekindustrie – zorgen voor een ervaring die weer een stap verder gaat. En ja, hij is duurder dan z'n voorganger. Maar voor wie het maximale uit z'n muziek wil halen, blijft dit een van de meest complete en overtuigende draadloze koptelefoons die je kunt kopen.

▼ Volgende artikel
Review Motorola razr 60 ultra – Vouwtelefoon met luxe gevoel
© Rens Blom
Huis

Review Motorola razr 60 ultra – Vouwtelefoon met luxe gevoel

De Motorola razr 60 ultra vouwt dicht als een ouderwetse klaptelefoon, wat allerlei handige functies mogelijk maakt. Daar vertellen we je over in deze review, waarin we ook ingaan op hoe de razr 60 ultra als smartphone bevalt. De verwachtingen zijn namelijk hoog, want de adviesprijs van het toestel bedraagt liefst 1299 euro.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola razr 60 ultra is de beste verticale vouwsmartphone die je op moment van schrijven kunt kopen. Het ontwerp is doordacht en maakt gebruik van slimme softwarefuncties en het toestel heeft uitstekende specificaties. Motorola's korte updatebeleid is een onnodig minpunt. De adviesprijs is stevig, maar de geschiedenis leert dat razr-smartphones snel in prijs zakken.

Plus- en minpunten
  • Vouwontwerp met handige functies
  • Uitstekende specificaties
  • Lekker groot scherm aan de binnenzijde
  • Korter updatebeleid
  • Vouwbaar ontwerp kent aandachtspunten

Om met die adviesprijs te beginnen: de ultra is al snel na zijn lancering tweehonderd euro in prijs gezakt. Dat past bij de geschiedenis van oudere Motorola razr-toestellen: die kun je na een paar maanden serieus goedkoper in huis halen. Stof om over na te denken als een razr je aanspreekt, maar je de adviesprijs – begrijpelijk – te hoog vindt. Een alternatief is kiezen voor de razr 60, zonder ultra-aanduiding. Die heeft een adviesprijs van 799 euro en is technisch minder geavanceerd dan de ultra-versie.

Handig, luxe vouwontwerp

Dat Motorola de razr 60 ultra als topsmartphone in de markt zet, merk je direct. Het toestel komt heel degelijk over en de vouw in het midden van het scherm voel je nauwelijks. Het gewicht is met 199 gram vergelijkbaar met een normale smartphone.

Uitgevouwen in je hand is de razr 60 ultra een erg lange smartphone, wat komt omdat hij een langwerpig scherm van 7 inch heeft. Dat is erg groot. Dat scherm oogt lekker scherp dankzij de resolutie van 2912 x 1244 pixels en scoort ook op andere punten erg goed.

©Rens Blom

Klap je de smartphone dicht, dan kijk je tegen een vierkant 4inch-scherm aan. Het scherm loopt door rond de camera's, wat een futuristisch gevoel geeft. Op het scherm (1272 x 1080 pixels) zie je veel meer dan de tijd en inkomende telefoongesprekken. Je kunt meldingen bekijken, een hele andere playlist binnen Spotify opzetten, door de weersvoorspelling bladeren en andere apps zoals Instagram gebruiken.

©Rens Blom

Wij zijn vooral fan van het fotograferen via het externe scherm. Door de telefoon uitgevouwen om te draaien of ingeklapt voor je te houden, kun je selfies maken met de camera's op de achterkant van de smartphone. Dat zijn hartstikke goede camera's, waardoor je veel betere selfies schiet dan met andere smartphones. Ook handig voor vloggers.

©Rens Blom

Op onderstaande foto's zie je een selfie gemaakt met de camera aan de achterkant en een selfie gemaakt met de speciale selfiecamera aan de binnenkant van de razr 60 ultra. Die laatste foto is veel minder scherp.

©Rens Blom

Een scherpe selfie met de camera aan de buitenkant.

©Rens Blom

Een minder scherpe selfie met de camera aan de binnenzijde.

Aandachtspunten

De razr 60 ultra kent als vouwsmartphone enkele belangrijke aandachtspunten. Zo is er een speciale laag op het scherm aangebracht ter bescherming. Die mag je niet verwijderen. Doe je dat wel, dan vervalt je garantie. De smartphone kan tegen een val in het zwembad, maar is niet waterdicht. Van stof, zand en vuil wordt de telefoon niet blij. Vermijd ook hard drukken op het middelste deel van het langwerpige scherm, stelt Motorola.

©Rens Blom

Motorola geeft adviezen om de smartphone niet te beschadigen.

Wij ontvingen de razr 60 ultra in een fraaie donkergroene kleur, met zachte alcantara-afwerking. Dat materiaal voelt lekker aan maar komt ook met aandachtspunten. Prettig is dat Motorola een (vouwbaar) hoesje meelevert om de smartphone veiliger te gebruiker.

©Rens Blom

Heel complete specificaties

Van een dure smartphone mag je uitstekende specificaties verwachten, ongeacht of 'ie vouwt of niet. Motorola heeft dat goed begrepen. De razr 60 ultra draait op een razendsnelle Qualcomm Snapdragon 8 Elite-processor met 16 GB werkgeheugen en maar liefst 512 GB opslagcapaciteit. De 4700mAh-accu gaat een normale dag mee, maar moet daarna wel opladen. Dat kan lekker snel via de usb-c-poort en ook redelijk vlot via een draadloze oplader. Het toestel is geschikt voor contactloze pinbetalingen in winkels.

©Rens Blom

Korter updatebeleid

Bijzonder is Motorola's ondergemiddelde updatebeleid. De razr 60 ultra krijgt slechts drie Android-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Dat is gek genoeg korter dan sommige goedkopere Motorola-smartphones en ook korter dan de zeven jaar die merken als Google en Samsung beloven voor hun premium smartphones.

©Rens Blom

Verschillende functies om het buitenste scherm te benutten.

Conclusie: Motorola razr 60 ultra kopen?

De Motorola razr 60 ultra is de beste verticale vouwsmartphone die je op moment van schrijven kunt kopen. Het ontwerp is doordacht en maakt gebruik van slimme softwarefuncties en het toestel heeft uitstekende specificaties. Motorola's korte updatebeleid is een onnodig minpunt. De adviesprijs is stevig, maar de geschiedenis leert dat razr-smartphones snel in prijs zakken.