ID.nl logo
13 tips voor Paint 3D
© PXimport
Huis

13 tips voor Paint 3D

Met de Windows 10 Creators Update was daar opeens ook een nieuwe versie van Paint. Waar de oude versie vooral geschikt was voor het snel schetsen van ideeën, ligt hier de nadruk meer op ruimtelijke vormgeving. Iedereen kan nu modelleren in 3D, waardoor zelf ontworpen illustraties net wat spannender worden. Wij geven 13 tips voor Paint 3D.

Tip 01: Gewoon tekenen

Je kunt nog steeds even snel wat kladden in Paint 3D. De menu-optie Art Tools bovenaan geeft je toegang tot een aardig assortiment tekengereedschappen, waaronder fineliners, stiften en kwasten. Je kunt diverse materialen kiezen om mee te werken, allemaal met een eigen effect. Zo kun je olieverf gebruiken, wat er dik en lobbig uitziet en waarbij je bovendien kunt kiezen of de verf mat of glanzend moet zijn. Het resultaat van een minuutje kliederen ziet er beduidend anders uit dan in het ouderwetse Paint: lijnen zijn niet meer kartelig of iel. Maar: écht mooi wordt het alleen als je ook zelf wat betere tekenvaardigheid hebt.

©PXimport

Tip 02: 3D-objecten

We zijn hier echter voor het maken van 3D-afbeeldingen. Hiervoor zijn een aantal opties ingebouwd. De meest basale is het gebruik van standaard 3D-objecten, zoals blokken en bollen. Bovenaan selecteer je 3D en rechts kies je de vormen die je wilt gebruiken. Klik een vorm aan en plaats hem op je werkblad (je scene) door te klikken en te slepen. Na het aanbrengen van de vorm zie je een aantal gereedschapjes rond je vorm hangen. Je kunt de vorm vergroten of verkleinen met de bekende hoekjes, maar je kunt ’m ook in de ruimte vooruit of achteruit slepen, om zo werkelijk een ruimtelijk tafereel op te bouwen. Het beeld kantelt dan even naar een isometrisch perspectief zodat je goed kunt zien welke vorm waar precies is.

©PXimport

Kies om te beginnen de standaard 3D-objecten als blokken en bollen

-

Tip 03: Stickers

Standaard objecten zijn natuurlijk wat saai. Daarom biedt Paint 3D een assortiment aan stickers. Denk hierbij aan oogjes, mondjes en allerlei andere clip art, maar ook meer eenvoudige zoals rechthoeken en hartjes. Het interessante is dat je deze stickers niet alleen op het platte vlak neerlegt, maar ook op 3D-modellen kunt plakken. Zo kun je een mondje op een bol plakken, sleep er wat oogjes overheen en je hebt een eigen 3D-emoji gemaakt.

Je bent hierbij niet gebonden aan het ingebouwde aanbod. Je kunt eigen afbeeldingen importeren en als sticker gebruiken. Ook deze sleep je heel eenvoudig over het object dat je wilt decoreren. Of je gebruikt stickers om het canvas (achtergrond) mee in te kleuren.

Houd het simpel

Paint 3D is en blijft een eenvoudige applicatie met de nodige beperkingen. Hoewel het zeker mogelijk is om leuke eenvoudige 3D-objecten te ontwerpen, zitten er nog best wat onhebbelijkheden in het ontwerp. Zo is het niet mogelijk om het tafereel permanent te roteren terwijl je vormen aan het bewerken bent en ook is het aanbrengen van texturen soms nodeloos moeilijk. Zie Paint 3D dan ook niet als een volwaardige modelleerapp – of zelfs maar als instapprogramma. Paint 3D verhoudt zich tot professionele ontwerppakketten zoals Paint zich verhoudt tot Photoshop.

Tip 04: Beschilderen

Niet alleen stickers hechten zich aan 3D-oppervlakken: ook alle gereedschappen werken in 3D. Feitelijk is het canvas (het witte achtergrondvlak) ook een 3D-voorwerp. En net zoals we met de olieverfkwast een schets kunnen maken op het canvas, kunnen we dat op alle 3D-objecten. Ook kun je hierbij gebruik maken van de Fill-functie, waarmee je een heel oppervlak van kleur (en materiaal!) kunt laten veranderen. Houd wel goed in de gaten dat je te maken hebt met 3D-voorwerpen. Gebruik daarom vooral vaak de View in 3D’-knop rechtsonder (een oogje). Hiermee schakel je over naar perspectiefmodus en kun je zien of je kleuren wel alles dekken.

©PXimport

Tip 05: Importeren

Een heel handige functie is het importeren van externe 3D-modellen. Hiervoor moet je je aanmelden met je Microsoft-id, waarna je toegang krijgt tot de Remix 3D-beeldbank. Hierin vind je allerlei driedimensionale objecten die je in je eigen kunstwerk kunt plaatsen of naar eigen smaak kunt aanpassen. Het is ook mogelijk om je eigen modellen in deze beeldbank te publiceren, zodat anderen ze kunnen gebruiken. Zoeken in de beeldbank gaat met sleutelwoorden. Als je bijvoorbeeld op ‘tree’ zoekt, vind je allerlei bomen, zowel realistisch als tekenfilm-achtig.

Tip 06: Effecten

De optie Effecten klinkt spectaculairder dan het is. Verwacht hier geen animaties of andere trucages: in Paint 3D staan effecten vooral gelijk aan belichting, met een vleugje filters. Je kiest een bepaald effect uit het pallet, waardoor het omgevingslicht verandert van kleur en intensiteit. Met de schuifjes kun je dit nog verder aanpassen, en bovendien bepalen waar de lichtbron zich bevindt. Hoewel dit allemaal wat zakelijk klinkt, is het uiteindelijk wel de juiste belichting die van een saaie afbeelding nog iets dramatisch kan maken.

©PXimport

©PXimport

Tip 07: 3D-tekst

Ook tekst kun je als 3D-object in de scene plaatsen. Alle lettertypes die je op je computer hebt geïnstalleerd worden automatisch van diepte voorzien. Je kunt je tekst vervolgens roteren, verplaatsen en van kleur voorzien, net zoals alle andere 3D-objecten. Ook kun je er stickers en texturen op plakken, om heel speciale resultaten te bereiken. Pro-tip: maak het niet te bont met het gebruik van texturen op letters, want dat gaat ten koste van de leesbaarheid.

De juiste belichting kan van een saaie afbeelding iets dramatisch maken

-

Tip 08: Magic Select

Een heel leuke functie is de intelligente selectiefunctie, oftewel Magic Select. Hiermee kun je heel snel heel nauwkeurig onderdelen uit een platte afbeelding knippen. De achtergrond wordt vervolgens via een soort retoucheersysteem intelligent ingevuld, zodat er geen witte plek overblijft. Deze selectie kun je vervolgens weer in 3D roteren en verplaatsen, zodat je met enige oefening zelfs achtergrondelementen naar de voorgrond kunt halen, met het juiste perspectief.

©PXimport

Tip 09: Exporteren

Als je tevreden bent over het resultaat, kun je je scene op diverse manieren exporteren. De meest eenvoudige manier om snel een 2D-plaatje van je 3D-tafereel te maken is door eerst op het kleine oogje rechtsonder te klikken (View in 3D) en vervolgens met de muis het geheel te roteren en/of in te zoomen tot je tevreden bent met de compositie. Klik dan op het kleine fototoestel om een screenshot te maken van het tafereel. Dit legt alleen het kunstwerk vast, niet de knoppen eromheen. Vervolgens sla je het geheel op als plat png-bestand. Je kunt ook in het menu (knop linksboven) de optie Export kiezen en je project in diverse 3D- en 2D-formaten opslaan. Zo kun je je werk bijvoorbeeld naar een 3D-printer sturen, of gebruiken in een andere applicatie die het gekozen formaat ondersteunt.

©PXimport

Tip 10: 3D-doodle

Wie niet heel goed is in 3D-modelleren maar toch snel een vorm nodig heeft, kan de 3D-Doodle-functie gebruiken. Deze is er in twee smaken: Sharp edge (rechte lijnen) en Soft edge (ronde vormen). Selecteer eerst een van de twee opties in het 3D-menu. Klik vervolgens op het canvas en verbindt de lijnen uiteindelijk met het beginpunt. Het programma maakt er vervolgens een 3D-vorm van, al dan niet met afgeronde lijnen. Het resultaat is heel functioneel voor simpele vormen of logo’s die je even snel moet uitsnijden en roteren.

Heb je snel een 3D-vorm nodig? De Doodle-functie helpt je daarbij

-

Tip 11: Leg je stappen vast

Paint 3D bevat een Undo-optie om eerdere stappen ongedaan te maken. Maar het programma doet meer. Het legt al je handelingen vast zodat je die later als een filmpje kunt exporteren. Zo kun je bijvoorbeeld een eenvoudige instructievideo maken, of gewoon laten zien hoe jij tot jouw artistieke resultaat bent gekomen. Dit soort filmpjes is natuurlijk ook een leuke toevoeging aan een PowerPoint-presentatie. Als je dus met enige zorg je handelingen plant, kan het resultaat verbazend professioneel zijn.

©PXimport

Tip 12: Schakel canvas uit

Het canvas lijkt misschien een handig houvast aan het begin van je 3D-ontwerpavonturen, maar al snel ontdek je dat dat 2D-vlak niet zo heel veel toevoegt. Je kunt het gelukkig uitschakelen, zodat je er geen last meer van hebt. Ga hiervoor naar de Canvas-optie, waar je kunt kiezen om het vlak in- of uit te schakelen of onzichtbaar te maken.

Tip 13: Groeperen

Als je met 3D-modelleren begint, ben je vast geneigd om diverse vormen naar elkaar te slepen en het zo maar te laten. Maar wat moet je doen als je een zo ontstane vorm later in zijn geheel wil verplaatsen? Gelukkig kan dat eenvoudig met de Group-tool. Sleep de muis over de diverse vormen om die gezamenlijk te selecteren en klik op Group om ze samen te smelten tot één geheel. Deze nieuw vorm kun je dan ook roteren, vervormen, vergroten of verkleinen alsof het een enkel voorwerp is. Met Ungroup maak je dit weer ongedaan, zodat je de losse componenten weer individueel kunt manipuleren.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze