Zo los je je geheugenproblemen op
Je hebt een snelle ssd en een potige core i7-processor, maar toch valt je systeem niet altijd vooruit te branden of loopt het zelfs sporadisch vast. Dan is het tijd om ook het ram-geheugen te inspecteren. Beschikt je systeem wel over een optimale hoeveelheid fysiek en – want dat is er ook - virtueel geheugen? En vertoont het ram geen mankementen? Zo los je al je geheugenproblemen op.
Microsoft zelf adviseert minstens 1 GB ram voor Windows 10 32 bit en 2 GB voor de 64bit-versie, maar daar word je toch ongelukkig van. In dit artikel vertellen we je hoe je kunt ontdekken met hoeveel geheugen je systeem optimaal loopt. Maar onderzoek eerst eens om welke systeemarchitectuur het gaat, hoeveel fysiek ramgeheugen er al in je pc zit en - wanneer je ram moet vervangen of bijplaatsen - welke ram-types en -modules er precies in je moederbord zitten.
Hardware-onderzoek
Laten we eerst nagaan met welke systeemarchitectuur je werkt. Gaat het om Windows 32 bit, dan weet je meteen dat het geen zin heeft om meer dan 4 GB ram in je pc te stoppen: Windows 32 bit ofwel x86 kan daar weinig mee: de fysieke grens van de geheugenadressering ligt rond 3,2 GB.
Om je systeemarchitectuur te ontdekken open je het Windows Configuratiescherm, Systeem en beveiliging, Systeem (dat kan ook met Windows-toets+Pause of door Windows-toets+R in te drukken en control /name microsoft.system uitvoeren). Kijk vervolgens bij Type systeem. De kans is groot dat je met een 64-bits besturingssysteem werkt (vanaf Windows 10 2004 wordt zelfs geen 32 bit versie meer geïnstalleerd op nieuwe OEM-pc’s). Dat is op zich goed nieuws, want dat kan theoretisch tot wel 128 GB (Windows 10 Home) of zelfs 2 TB aan (Windows 10 Pro). We gaan er even vanuit dat je liever niet meer geld uitgeeft aan geheugen dan wat echt zinvol is (zie verder).
Om te weten om welk type en hoeveel geheugenmodules het precies gaat kun je de systeemkast openmaken, maar het kan eenvoudiger en grondiger. Met een gratis tool als het portable RAMExpertof RAMMon (gratis voor persoonlijk gebruik).
©PXimport
Fysiek geheugen
Je wilt natuurlijk weten met hoeveel geheugen je eigen systeem gebaat is. Dat hangt eigenlijk vooral af van wat je met de pc doet en met welke applicaties je zoal (tegelijkertijd) aan de slag gaat. Daarom is het goed af en toe de hoeveelheid beschikbaar geheugen te controleren op het moment dat de meest gebruikelijke applicaties aan staan. Dat kan vanuit Windows zelf. Druk op Ctrl+Shift+Esc om het Windows Taakbeheer op te roepen. Klik indien van toepassing op Meer details, open het tabblad Prestaties en klik onderaan op Broncontrole openen, waar je het tabblad Geheugen opent. Bij Fysiek geheugen zie je op elk ogenblik hoeveel geheugen In gebruik is. Het percentage lees je af op het tabblad Overzicht, op de balk Geheugen.
Als de hoeveelheid gebruikt fysiek geheugen over een langere tijd opvallend hoog is, bijvoorbeeld 70% of meer, dan zal je systeem hoogstwaarschijnlijk gebaat zijn met een geheugenuitbreiding.
©PXimport
Virtueel geheugen
Het lijkt er misschien op dat processen die tegelijk actief zijn ook samen binnen de beschikbare hoeveelheid ram-geheugen moeten passen, maar dat is niet per se zo. Wanneer er namelijk op een bepaald moment meer geheugen vereist is dan fysiek beschikbaar, dan kan Windows je schijf aanspreken om daar tijdelijk data te bewaren die eigenlijk in het ram thuishoren. Deze gegevens komen dan in de zogeheten ‘paging file’ terecht. De naam verwijst naar de geheugenpagina’s die tijdelijk in dat bestand worden bewaard. Deze term wordt wat onnauwkeurig vertaald als ‘wisselbestand’, terwijl Microsoft zelf het ook over virtueel geheugen heeft.
Het beschikbare virtuele en fysieke geheugen samen vormt dan de totale geheugenhoeveelheid die Windows kan gebruiken. Als je dit weet, klinkt het verleidelijk om meer ruimte op je schijf te reserveren voor extra (virtueel) geheugen in plaats van extra fysiek ram erbij te nemen. Maar je hebt dan meteen door dat dit wellicht niet zo’n goed idee is. Een schijf is namelijk vele malen trager dan ram, zelfs een snelle m.2 nvme ssd-schijf.
Geheugengebruik
Om het wisselbestand fysiek te zien ga je met de Verkenner naar de rootmap van je systeemschijf (standaard is dat C:\), vul je in de adresbalk cmd in en bevestig je met de Enter-toets. Je belandt nu bij de opdrachtprompt in C:\, waar je het commando dir /ASH uitvoert: een van de verborgen systeembestanden is pagefile.sys (zie ook tekstkader ‘Swapfile’).
Je kunt dit wisselbestand als volgt beheren. Druk op Windows-toets+R en voer control /name microsoft.system uit. Er duikt een dialoogvenster op waar je links op Geavanceerde systeeminstellingen klikt. In het venster Systeemeigenschappen druk je op de bovenste knop Instellingen, bij Prestaties. Vervolgens open je het tabblad Geavanceerd. Bij Virtueel geheugen zie je de totale wisselbestandsgrootte. Druk op Wijzigen en als het goed is staat er een vinkje bij Wisselbestandsgrootte voor alle stations automatisch beheren. Dat houdt in dat Windows zelf de optimale grootte van je wisselbestand bepaalt en het moet gezegd: in de meeste gevallen doet Windows dit prima.
©PXimport
Swapfile
Met de komst van Windows 8 is er naast het klassieke wisselbestand (pagefile.sys) ook het verborgen systeembestand swapfile.sys bijgekomen, dat doorgaans maar enkele tientallen MB groot is. Ook dit is een wisselbestand maar het wordt uitsluitend gebruikt door de echte ‘apps’, zoals je die typisch in de Microsoft store aantreft. Overigens verdwijnt ook dit bestand als je Windows instelt op Geen wisselbestand (zie ander tekstkader).
Beheer wisselbestand
Mocht je toch zelf met de grootte willen experimenteren dan kun je dat gerust doen, je kunt altijd weer de controle aan Windows teruggeven. Haal in dit venster dan eerst het vinkje weg, waarna je het gewenste station selecteert. Doorgaans is dat je systeem-partitie maar mocht er een tweede fysieke schijf zijn aangesloten die minstens even snel is als je systeemschijf (zoals een ssd), dan kun je het wisselbestand daar plaatsen. Op het internet lees je vaak dat dit de levensduur van je ssd kan inkorten, maar dat effect is eigenlijk verwaarloosbaar.
Om de grootte te wijzigen selecteer je Aangepaste grootte en kun je een geschikte grootte invullen (in MB) bij zowel Begingrootte als Maximale grootte. Bij deze laatste kun je in principe hetzelfde getal invullen als bij Begingrootte. Dit heeft het voordeel dat de grootte constant blijft en dus niet kan worden gefragmenteerd (wat tot iets tragere responstijden kan leiden). Het nadeel van zo’n wisselbestand is wel dat het niet dynamisch kan meegroeien met de behoefte van het moment. Een alternatief is dat je bij Maximale grootte een hogere waarde invult, zoals het dubbele van de Begingrootte. Bevestig je aanpassingen met Instellen en met OK, en herstart de pc.
©PXimport
Grootte wisselbestand
Je weet nu al hoe je het wisselbestand kunt aanpassen mocht je dat willen, maar op welke waarden zou je dat dan (kunnen) instellen? Wat lukraak experimenteren is niet aan te raden en dus roep je beter meer professionele hulp in: het gratis Process Explorer. Download de portable tool, pak die uit en start die op. Zorg er wel voor dat op dat moment ook je veelgebruikte applicaties zijn opgestart en volop actief zijn.
In Process Explorer ga je vervolgens naar View / System information. Er verschijnt een venster waarin je het tabblad Memory opent. Concentreer je op de rubriek Commit Charge, met de items Current, Limit en Peak. De waarde bij Current – die overeenkomt met de grafiek System Commit (in GB) – duidt de hoeveelheid geheugen aan die momenteel in gebruik is. Limit verwijst naar de maximale hoeveelheid beschikbaar geheugen, zowel fysiek als virtueel. Belangrijk is ook Peak ofwel piekwaarde. Dat is de maximale hoeveelheid geheugen die tijdens je actuele Windows-sessie werd aangesproken.
Je zou eventueel kunnen overwegen om je wisselbestand in te stellen op minimaal deze piekwaarde, verminderd met de totale hoeveelheid fysiek ram. Stel, je machine beschikt over 8 GB ram en de piekwaarde ligt op 10 GB, dan is 2 GB (10-8) een zinvolle minimumwaarde voor je wisselbestand.
©PXimport
Geen wisselbestand?
Windows biedt je in de beheermodule ook de optie Geen wisselbestand. Je bent misschien geneigd dat te selecteren als je je machine royaal van fysiek ram hebt voorzien, wanneer je wat weinig schijfruimte over hebt of als de piekwaarde bijna nooit de hoeveelheid ram overschrijdt. Toch is dat geen goed idee, omdat sommige applicaties kunnen crashen bij totale afwezigheid van zo’n wisselbestand en bij een systeemcrash kan Windows dan ook niet een geheugendump in het wisselbestand opslaan.
©PXimport
Symptomen
Te weinig ram-geheugen werkt niet prettig maar defect geheugen (of geheugensleuven, want dat kan ook) is nog veel erger, vooral omdat de symptomen heel divers kunnen zijn. Dat gaat van een traag systeem en nukkige programma’s en installaties tot inconsistente applicatie- en systeemcrashes (al dan niet met een bsod ofwel ‘Blue Screen Of Death’).
Als het wat ‘meezit’ geeft het systeem zelf al aan dat er iets schort aan het geheugen. De hoeveelheid ram wordt bijvoorbeeld niet langer correct gerapporteerd in het Taakbeheer of in het Meldingencentrum van Windows verschijnt het advies om Windows Geheugencontrole te doen. Het is ook mogelijk dat je bij het opstarten van de pc een reeks piepcodes hoort. Het bios doet namelijk standaard een snelle geheugencheck en elk bios heeft zo zijn eigen codes bij geheugenproblemen. Raadpleeg hiervoor de systeemhandleiding.
©PXimport
Troubleshooting
Lijkt het inderdaad goed mogelijk dat gebrekkig geheugen de oorzaak van de problemen is dan kun je een geheugenchecker inzetten, maar dat is wel complex en erg tijdrovend.
Als je het niet teveel moeite vindt, open dan eerst de systeemkast en controleer of de geheugenmodules nog wel stevig verankerd zitten. Wijzelf hebben al vaker problemen opgelost door de modules even uit de sleuven te halen en weer stevig in te pluggen (‘reseat’).
Eventueel controleer je ook de geheugenprestaties even, met een benchmarkingtool als PassMark Performance Test, met onder meer een Advanced Memory Test (30 dagen gratis proef). Blijkt hieruit dat het geheugen opvallend traag is, dan kan dat inderdaad op een storing wijzen en zet je liever een heuse ramchecker in. Blijkt het geheugen opvallend snel, dan is je systeem wellicht overklokt zonder de aangewezen veiligheidsmarges (circa 5%) in acht te nemen, wat tot oververhitting en een slecht functionerend geheugen kan leiden.
©PXimport
Ramcheck
Vind je het tijd om een heuse ramcheck te doen, druk dan op Windows-toets+R en voer mdsched.exe uit. Je kunt nu de pc meteen of op een later tijdstip herstarten. Krijg je Windows niet meer opgestart, dan lukt het wellicht om je systeem te booten met een Windows-installatiestick (dat creëer je desnoods op een andere pc via het Hulpprogramma.
Na de herstart doet de tool meteen een aantal standaardtests. Leveren die niks op en houd je vast aan de hypothese van falend geheugen, dan kun je via de F1-toets omschakelen naar een meer uitgebreide testbatterij: kies hier dan voor Extra.
Via de Tabtoets geef je aan of de geheugencache moet worden ingeschakeld en zo ja, bij welke tests. Met uitgeschakelde cache dwing je de processor alle data van de geheugenmodules zelf op te halen (wat grondiger werkt). Standaard wordt elke test tweemaal uitgevoerd maar dat kun je ophogen tot 15 keer.
Afhankelijk van je instellingen kan zo’n ramcheck een aantal minuten tot enkele uren in beslag nemen. Druk op F10 om de ingestelde waarden toe te passen en de tests te starten. Na de tests herstart het systeem maar na je aanmelding bij Windows krijg je alsnog een statusrapport te zien.
©PXimport
Remediëring
Stel, de geheugenchecker geeft inderdaad aan dat er wat mis is met het ram. Dan blijft het nog de vraag welke rammodule of -sleuf defect is, want geen enkele ramchecker weet je dat trefzeker te vertellen. Het zal dus vooral een kwestie van ‘proberen-door-elimineren’ worden. Anders gezegd: door slim en selectief modules uit je systeem te verwijderen en met slechts één module tegelijk te testen tot je de foute module(s) vindt. Test de modules voor de zekerheid ook even in een andere sleuf.
Bij sommige moederborden en geheugentypes kun je modules helaas niet zomaar weghalen. In dat geval kun je weinig anders dan modules roteren. Beperk de rotatie tot twee modules tegelijk: bijvoorbeeld de module in sleuf 1 stop je in sleuf 3 en die uit sleuf 3 in sleuf 1. Wanneer je dezelfde geheugentest nogmaals uitvoert en de falende bit of geheugenadres blijkt gewijzigd, dan weet je dat het om een van de verplaatste modules gaat. Door slimme verplaatsingen kom je uiteindelijk wel uit bij het nukkige exemplaar. Raadpleeg wel eerst goed de systeemhandleiding om de mogelijke locaties en combinaties voor de ram-modules te onderzoeken.
Je doet er ook goed aan tijdens deze fysieke manipulaties een antistatische polsband te dragen. Het zou namelijk erg jammer zijn als je in je pogingen om een mogelijk defecte geheugenmodule te detecteren, andere hardwarecomponenten stuk maakt.