ID.nl logo
Zo sluit je je NAS optimaal aan
© Reshift Digital
Huis

Zo sluit je je NAS optimaal aan

Het aansluiten van een NAS of netwerkschijf op je thuisnetwerk is niet zo moeilijk: sluit een netwerkkabel aan en je NAS is verbonden. Toch zijn er wel wat zaken waar je op kunt letten.

De voordelen van een NAS zijn natuurlijk legio. Met één apparaat kun je bestanden delen met iedereen op je thuisnetwerk en heb je een altijd bereikbare plek om automatische back-ups naartoe te maken. Maar waar zet je hem neer en waar moet je op letten om hem optimaal te kunnen gebruiken? Het uitgangspunt bij het aansluiten van je NAS is dat je het apparaat via een gigabitverbinding bedraad op je netwerk aansluit. Lees ook: Wat kun je precies met een NAS?

Sluit je NAS in ieder geval nooit aan via een powerline-setje of moka-adapter. Wellicht kom je daartoe in de verleiding omdat je de wat luidruchtige NAS op bijvoorbeeld je zolder kwijt wilt. Powerline-setjes bieden ondanks de belofte van een gigabitsnelheid nooit genoeg bandbreedte voor een NAS, zelfs niet in de meest optimale omstandigheden. Uiteraard heb je met apparaten die via een powerline-adapter zijn aangesloten wel toegang tot de data op je NAS.

©PXimport

Powerline-adapters zijn handige producten, maar ongeschikt om je NAS op aan te sluiten.

Zo centraal mogelijk

Omdat de NAS een centrale rol vervult in je thuisnetwerk voor meerdere gebruikers is het uitgangspunt bij plaatsing een punt dat voor alle netwerkapparatuur zo optimaal mogelijk zonder bottlenecks bereikbaar is. Het beste kun je hiervoor de centrale locatie in je netwerk oftewel de hoofdswitch gebruiken. Bij een kleiner thuisnetwerk is dat doorgaans de ingebouwde switch in je router, maar bij een wat uitgebreider netwerk gebruik je waarschijnlijk een losse switch. Naast dat de centrale switch voor je hele netwerk optimaal bereikbaar is, is een ander voordeel dat dit centrale punt zich doorgaans in je meterkast bevindt. Wat ons betreft een prima plek voor je NAS, want in je meterkast heb je geen last van het geluid dat een NAS produceert. Let er wel op dat je NAS niet te warm wordt, maar dat zal bij een doorsnee dualbay-exemplaar zelden een probleem zijn. Kijk hier wel goed naar als je een NAS met vier of meer schijfeenheden hebt.

NAS in de woonkamer

Heb je een uiteinde van je netwerk waar relatief lichte netwerkverbruikers op zitten, dan is het geen probleem om daar je NAS neer te zetten. Eén van die plekken is wellicht het meubel waarin al je AV-apparatuur staat. Gebruik je de NAS voornamelijk voor het streamen van films naar je mediaspeler of televisie, dan is dat best een prima plekje. Het dataverkeer van je NAS naar je mediaspeler of televisie blijf dan binnen dezelfde switch en zo ben je verzekerd van de snelste verbinding. Daarbij moeten we wel eerlijk toegeven dat dit bij een goed opgezet gigabitnetwerk eigenlijk niet heel veel uitmaakt. Zelfs het streamen van een blu-ray-rip vereist slechts zo'n 50 Mbit/s, een fractie van de 1 Gbit/s die je over een thuisnetwerk haalt. Een mogelijk nadeel van het plaatsen van je NAS in de buurt van je televisie is dat je de NAS mogelijk hoort pruttelen en brommen. Een NAS bevat immers mechanische schijven en is voorzien van een ventilator voor de koeling.

Niet op een drukke vertakking

Soms is een centrale plaatsing niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat er geen plek is in de meterkast. Het nadeel van het plaatsen van je NAS op één van de uiteinden of takken van je netwerk is dat dit doorgaans een gigabitlijn is waar al het verkeer naar dat eindpunt overheen gaat. Dat zijn naast je NAS wellicht andere apparaten die veel bandbreedte vereisen, bijvoorbeeld om te downloaden of te streamen vanaf internet.

Het is in ieder geval niet zo'n goed idee om je NAS met de rest van je netwerk te verbinden via dezelfde tak als een pc waar je voluit mee downloadt over een snelle internetverbinding. Al dit verkeer gaat dan samen over dezelfde gigabitkabel als het lokale verkeer van je NAS en dan heeft potentieel een langzamere NAS tot gevolg. In het geval van een thuisnetwerk moeten we het belang van de centrale plaatsing natuurlijk niet overdrijven. Thuisnetwerken zijn relatief simpel van opbouw en het aantal gebruikers is beperkt.

Link aggregation

Sommige (duurdere) NAS-apparaten zijn voorzien van twee netwerkaansluitingen. Deze dubbele netwerkaansluiting kun je gebruiken om je NAS sneller aan te sluiten op je netwerk (link aggregation). Ook kun je de NAS via een tweede switch of tweede netwerk aansluiten (failover) zodat het risico op het verliezen van de verbinding met de NAS kleiner wordt. Dat laatste is in een thuissituatie waarschijnlijk niet zo belangrijk, maar een snellere verbinding komt in een groter gezin waarin meer mensen tegelijkertijd willen werken of streamen misschien wel van pas.

Om gebruik te maken van link aggregation heb je een speciale managed switch nodig die dit ook ondersteunt. Gelukkig zijn die tegenwoordig niet heel duur meer. TP-Link heeft in de vorm van de TL-SG108E bijvoorbeeld een managed switch met acht poorten voor nog geen veertig euro. Je sluit de NAS met twee netwerkkabels aan op de switch en bundelt via de instellingen van de NAS en de switch de twee poorten. Een dergelijke switch gebruik je dan als centrale switch in je netwerk waardoor je NAS met een 2Gbit/s-verbinding met je thuisnetwerk is verbonden. Natuurlijk maakt de rest van je netwerk nog gebruik van gigabitverbindingen, maar omdat de achterliggende verbinding breder is kunnen meer gebruikers tegelijkertijd voluit gebruik maken van de NAS.

©PXimport

Een NAS met een dubbele netwerkaansluiting kun je dankzij link aggregation in combinatie met een geschikte switch via een 2Gbit/s-verbinding aansluiten op je netwerk.

Vast IP-adres

Omdat de NAS een vast netwerkapparaat is, wil je dat hij zo eenvoudig mogelijk bereikbaar is. Wat je daarom in ieder geval moet doen is het toekennen van een vast IP-adres aan je NAS. Dit kan op twee manieren: via de instellingen van je NAS of via de instellingen van je router. In de webinterface van je NAS zoek je in de netwerkinstellingen naar een manier om handmatig (of manual) een IP-adres toe te kennen, kies een adres in dezelfde reeks als je netwerk.

Via je router is een fraaiere manier, je NAS blijft op automatisch staan en zal in de toekomst moeiteloos ook op een ander netwerk of nieuwe router werken. Hiervoor wordt het MAC-adres van het netwerkapparaat opgegeven in de router in combinatie met het IP-adres dat je wilt toewijzen. Het MAC-adres (Media Access Control) is een unieke tekenreeks waarmee een netwerkapparaat geïdentificeerd kan worden. De optie om DHCP-reserveringen te doen, wordt door iedere routerfabrikant anders genoemd. We zijn termen als 'Manually Assigned IP around the DHCP list', 'DHCP Reservations', 'DHCP-reserveringen' en 'Static Lease' tegengekomen voor deze functie.

©PXimport

Via sommige routers kun je een vast IP-adres aan je NAS toekennen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.