ID.nl logo
Wifi analyseren: verbeter je draadloze netwerk
© PXimport
Huis

Wifi analyseren: verbeter je draadloze netwerk

Ook met een draadloos netwerk kan er weleens iets fout lopen. Het signaal is niet sterk genoeg of het valt af en toe weg. Je wifi analyseren is dan nodig, maar hoe doe je dat? En hoe zoek je uit welke data de apps op je (Android-)smartphone zoal versturen? We gaan aan de slag met enkele gratis analysetools en -technieken.

Je herkent het vast: het ene moment heb je een goede draadloze netwerkverbinding, het andere ogenblik dan weer niet. Of op de ene plek gaat het vlot, maar op een andere is dat heel wat minder, zelfs met een draadloos toegangspunt in de buurt. Wat is de oorzaak? Is het signaal van je router niet sterk genoeg, gaat er iets fout bij het roamen, is de router niet optimaal gepositioneerd, is er storing van naburige netwerken?

De exacte oorzaak opsporen is niet altijd eenvoudig, maar met de juiste tools kun je in ieder geval gerichter troubleshooten. We focussen ons in dit artikel op enkele Windows-tools, maar bekijken ook een paar Android-apps. Naast troubleshooting besteden we ook aandacht aan de data zelf: welke gegevens gaan er eigenlijk door de ether?

01 WinFi

Er bestaan verschillende gratis tools om draadloze netwerken te analyseren en te monitoren, zoals Acrylic Wi-Fi Home, NetSpot Free en WifiInfoView.

We zijn vooral onder de indruk van nieuwkomer WinFi gezien de uitgebreide en technische informatie die de tool verschaft. Het programma kun je hier downloaden. We gaan er onder meer de signaalsterkte van ons draadloos netwerk mee controleren, om na te gaan met welk toegangspunt onze client is verbonden, welke wifi-kanalen je het best instelt en hoeveel data er door zo’n kanaal gaan.

Zodra je de tool start, scant die naar draadloze netwerken en somt die op. Het netwerk waarmee je daadwerkelijk bent verbonden, krijgt een afwijkende kleur.

©PXimport

02 Scan

Je kunt kiezen tussen 2.4 GHz, 5GHz en ALL. Houd er wel rekening mee dat sommige routers van het ‘simultaneous dual band’-type zijn en dus gelijktijdig op beide frequenties kunnen uitzenden.

Standaard hernieuwt WinFi de scan om de drie seconden, een proces dat je altijd kunt pauzeren. Geef je een andere scanfrequentie de voorkeur, klik dan Settings, open Data Grid en stel de frequentie in bij Scan interval (van 0 tot 10 seconden). Hier verneem je dat Unreachable AP’s (accesspoints) na drie minuten niet langer worden getoond. Je kunt de duur aanpassen, maar ook Dont Show of Dont Remove kiezen. We raden je alvast aan het vinkje bij Show ToolTips te laten staan: je krijgt dan nuttige uitleg wanneer je de muisaanwijzer boven een kolomnaam beweegt.

©PXimport

03 Informatie

Welke kolommen je precies te zien krijgt, bepaal je zelf en dat hangt onder meer af van de gekozen weergave. Die stel je rechtsboven in, bijvoorbeeld Default View, Basic of Pro. Er zijn overigens nog veel meer informatieve kolommen beschikbaar. Klik in het rechtervenster op +Columns en plaats een vinkje naast de kolom die je zichtbaar wilt maken. Kolommen geef je met een eenvoudige sleepbeweging een andere plaats. Je kunt een bepaalde weergave ook in een profiel onderbrengen om dat naderhand snel op te kunnen roepen. Open de weergaveknop, kies Create New Profile en vul bovenaan een Profile Name in.

©PXimport

04 Signaalkwaliteit

Hoe kun je WinFi inzetten om een problematische netwerkverbinding te onderzoeken? Om te beginnen controleer je de signaalkwaliteit van je router of toegangspunt. Er zijn verschillende kolommen die je informatie kunnen geven.

Signal Quality is de minst technische en drukt de signaalkwaliteit uit als een percentage: van onwerkbaar (0%) tot uitstekend (100%). Besef wel dat zelfs een hoog percentage niet noodzakelijk garanties biedt op een hoge datatransfer. Er kunnen namelijk signalen zijn die je eigen wifi-netwerk verstoren, afkomstig van andere draadloze apparaten zoals een babyfoon, of van een naburig netwerk (zie ook paragraaf 6 ‘Kanaalkeuze’).

Als je een zwak signaal ontvangt en je bevindt je toch nabij een toegangspunt, controleer dan even of roaming wel werkt en of je toestel zich daadwerkelijk met dat toegangspunt is verbonden. Daarvoor maak je het best ook de kolom BSSID zichtbaar (Basic Service Set Identifier), aangezien die het unieke mac-adres van de netwerkadapter van je toegangspunt bevat.

Ook de kolom Channel Utilization Graph geeft je nuttige informatie. Die geeft aan hoe intens het actieve kanaal van je router of toegangspunt wordt gebruikt. Ligt dit percentage op 75% of hoger, dan is er heel druk verkeer – bijvoorbeeld omdat er meerdere clients je router aanspreken, wat kan leiden tot tragere overdrachten, onderbrekingen of tot het wegvallen van datapakketten. Dit laatste kun je eventueel verder onderzoeken met een datasniffer als Wireshark (zie ook paragraaf 12 ‘Pakketsniffer’).

©PXimport

05 Signaal versus ruis

Mag het net iets technischer, maak dan zeker ook de kolommen RSSI en SNR zichtbaar. RSSI staat voor Received Signal Strength Indicator en wordt in negatieve dBm-waarden uitgedrukt (decibel-milliwatts). Hoe hoger de negatieve dBm-waarde, hoe zwakker het signaal. Bij een waarde tussen -70 dBM en -100 dBM hoef je niet langer op een stabiele netwerkverbinding te rekenen. In veel gevallen helpt het dan met je mobiele toestel dichter bij je router of toegangspunt te gaan staan (zie ook paragraaf 8 ‘Site survey’).

Nauw verwant aan RSSI is de kolom SNR (Signal To Noise Ratio). Deze waarde wordt in decibels uitgedrukt (dB) en hoe hoger de waarde hoe beter het wifi-signaal uitkomt boven eventuele achtergrondruis. Een cijfer lager dan 25 dB wijst op een zwak wifi-signaal.

Overigens presenteert WinFi beide waarden ook mooi grafisch. Open daarvoor het tabblad Dashboard (of Signals) in het onderste venster. Je leest hier zowel de maximale, minimale als de gemiddelde waarden af van het geselecteerde netwerk. Daarnaast is er nog de UTIL-waarde (Channel Utilization), de LINK-waarde (een indicatie van de signal quality) en de RATE (geeft de fysiek maximaal beschikbare overdrachtssnelheid van je router aan).

©PXimport

06 Kanaalkeuze

WinFi geeft je dus een uitstekend beeld van de signaalkwaliteit van je draadloze netwerk. Bevind je je dicht bij de actieve router en kamp je toch met (afgebroken) overdrachtproblemen, dan heb je wellicht met een stoorzender te maken. Vooral wanneer je de 2,4GHz-band gebruikt, doe je er dan goed aan de kanaalkeuze te controleren. Immers, hier is het aantal daadwerkelijk inzetbare kanalen doorgaans beperkt tot 11, waarbij naburige kanalen elkaar bovendien flink overlappen. Daarom stel je het kanaal van je router bij voorkeur in op een kanaal dat minstens vijf nummers is verwijderd van dat van naburige netwerken.

In de praktijk betekent dat doorgaans een keuze tussen kanalen 1, 6 of 11. In de kolom CH (Channel) lees je de gebruikte kanalen af en in de grafiek krijg je dat ook mooi uitgetekend op het tabblad Spectrum. Blijkt er inderdaad (teveel) overlap met een andere netwerk, dan schakel je het best over op een ander kanaal in je router.

©PXimport

07 Monitoring

Op het tabblad History in het grafische venster krijg je een overzicht van recent vastgestelde resultaten zowel naar RSSI, SNR, Signal als UTIL toe.

WinFi houdt echter automatisch alle scansessies bij en die bereik je via de knop Archive. Je hoeft maar de gewenste sessie te selecteren en de knop Replay in te drukken, waarna WinFi de diverse scanmomenten na elkaar afspeelt; bovenaan krijg je een teller te zien en kun je het afspelen op elk moment pauzeren. Tijdens het afspelen kun je elk onderdeel van de interface bekijken en zo nagaan welke waarden er zoal fluctueren.

Goed om weten: rechtsklik op een netwerknaam om de gedetecteerde gegevens in diverse formaten naar het klembord te kopiëren of als Pcap-bestand te exporteren. Dit laatste kun je dan bijvoorbeeld ophalen in een pakketsniffer als Wireshark.

©PXimport

08 Site survey

WinFi kun je weliswaar ook gebruiken om je router optimaal te positioneren, maar voor een echt ‘site survey’ ben je beter af met een gespecialiseerd programma. Terwijl je met je laptop rondwandelt registreert zo’n tool continu de signaalsterkte van je draadloze netwerk en plot die de resultaten vervolgens uit in een zogenoemde heatmap. Zo zoek je snel uit waar de dekking ondermaats is. Je kunt dan je router verplaatsen of een extra toegangspunt installeren.

Ekahau Heatmapper is zowat de enige gratis site survey-tool die we kennen. Bij het opstarten importeer je bij voorkeur een plattegrond van je huis of werkruimte via I have a map image. Vervolgens wandel je met je laptop rond en klik je op alle relevante locaties waar je je op een gegeven ogenblik bevindt. Klik op de rechtermuisknop zodra je hiermee klaar bent. Wanneer je vervolgens op je plattegrond op een netwerknaam klikt, zie je aan de hand van kleurcodes hoe sterk het draadloze signaal is.

Eventueel ga je na wat er gebeurt als je bijvoorbeeld (de antennes van) je draadloze router herpositioneert.

©PXimport

09 Apparaatdetectie

Stel: je hebt je draadloze netwerk (minimaal) met wpa2-versleuteling afgeschermd, maar toch vermoed je dat er een niet-geautoriseerd apparaat zich af en toe met je netwerk verbindt. Een monitoringtool als het gratis Wireless Network Watcher (Nederlands taalbestand beschikbaar) kan je dan behulpzaam zijn.

Het programma scant meteen je netwerk en lijst de verbonden apparaten op, inclusief ip- en mac-adres, apparaat- en merknaam. Via Geavanceerde opties duid je de gewenste (draadloze) netwerkadapter aan, stel je de scanfrequentie in en bepaal je wat er moet gebeuren wanneer de tool een nieuw apparaat in je netwerk ontdekt, zoals het afspelen van een geluid of het uitvoeren van een opdracht.

Softperfect WiFi Guard (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux; vanaf 19 euro) kan je tevens een e-mail sturen met het ip- en mac-adres van nieuw gedetecteerde apparaten, maar in de gratis versie is de weergave jammer genoeg beperkt tot vijf toestellen.

©PXimport

10 Mobiele analyse

Het kan best ook handig zijn om met je smartphone rond te wandelen en ‘live’ de signaalsterkte van de gedetecteerde draadloze netwerken af te lezen. Op iOS wordt dat lastig omdat Apples api-beperkingen niet zomaar toelaten dat je netwerken scant en informatie ophaalt. In de Apple App Store is er wel het gratis Network Analyzer Lite (door Techet), maar deze app geeft je weinig meer dan de naam, het ip- en mac-adres van de toestellen die met je netwerk zijn verbonden.

In de Google Play Store vind je gelukkig wel bruikbare apps. Een van de betere is WiFi Analyzer (van farproc). Tik op het oogpictogram en kies Kanaalgrafiek om voor elk netwerk het gebruikte kanaal evenals de signaalsterkte af te lezen (in -dBm-waarden). Open Kanaalbeoordeling om het optimale kanaal voor het geselecteerde netwerk op te vragen.

11 Pakketanalyse

Met WiFi Analyzer kun je de signaalsterktes en kanalen van draadloze netwerken bepalen, maar wat als je ook een kijkje wilt nemen in de datapakketten zelf? Verder in dit artikel doen we dat met behulp van een pc die als hotspot fungeert. Op een Android-toestel kan het ook rechtstreeks, met de gratis app Packet Capture (van Grey Shirts). De app installeert namelijk eerst een lokale vpn-dienst en zorgt ervoor dat al het dataverkeer daarlangs passeert, wat het inkijken mogelijk maakt.

Installeer de app en start die op. Tik op pijlknopje en bevestig met Toestaan / OK om een vpn-verbinding op te zetten. De scan start meteen. Tik op zo’n scansessie om de opgevangen datapakketjes te zien; nog meer details krijg je als je zo’n pakket zelf selecteert.

Om ook versleuteld https-verkeer af te vangen open je Settings in Packet Capture en kies je Status. Bevestig met OK om een zelf-ondertekend vpn-certificaat te installeren. Open vervolgens de instellingen van je apparaat en kies Netwerk en internet / VPN. Tik op het tandwielpictogram bij Packet Capture en activeer Always-on VPN.

Houd er wel rekening mee dat je geen andere vpn-server kunt gebruiken zolang Packet Capture actief is.

©PXimport

12 Pakketsniffer

Het sniffen en analyseren van data kan nog veel grondiger gebeuren met een gratis tool als Wireshark. We vertellen je er graag bij dat dit programma vooral tot zijn recht komt in handen van een gevorderde gebruiker die goed op de hoogte is van netwerkprotocollen. We beperken ons hier tot een bescheiden aanzet.

Installeer de tool, inclusief de nieuwste Npcap-driver. Start Wireshark vervolgens op: dat toont de beschikbare netwerkinterfaces, waarna je de – draadloze – interface selecteert.

Met een dubbelklik start je de scan. Om die te beëindigen, kies je Capture / Stop. Vervolgens selecteer je Capture / Options en zorg je dat er bij je draadloze netwerkadapter een vinkje staat naast Promiscuous. Voor een uitgebreide analyse zet je tevens een vinkje bij Monitor Mode. In deze modus worden niet alleen de loutere data opgepikt, maar ook alle beheer- en controle-informatie. Het probleem is dat lang niet alle draadloze netwerkadapters hiermee overweg kunnen: zie www.tiny.cc/wifiadap (kolommen Monitor mode en Capture works).

Verder, wil je tevens data van andere draadloze apparaten in je netwerk opvangen, dan kun je je pc instellen als mobiele hotspot en je draadloze toestellen daarmee laten verbinden zodat Wireshark ook die data kan oppikken (zie ook het kader ‘Hotspot’).

©CIDimport

Hotspot

Een draadloze hotspot opzetten in Windows 10 gaat in principe makkelijk. Druk op Windows-toets+I en kies Netwerk en internet. In het linkervenster selecteer je Mobiele hotspot. Rechts klik je op Bewerken en vul je Netwerknaam en Netwerkwachtwoord in. Bevestig met Opslaan. Kies de netwerkverbinding die je via je mobiele hotspot gaat delen en zet de schakelaar bovenaan op Aan. Als het goed is, hoeven je draadloze apparaten zich alleen maar met het ingestelde netwerk te verbinden. Lukt het niet met deze ingebouwde functie, die inderdaad weleens nukkig kan doen, dan kan het ook nog met Opdrachtprompt-commando’s. De nodige instructies vind je onder meer hier.

©CIDimport

Cursus netwerkbeheer

Om je thuisnetwerk - en alle verbonden apparaten - op volle snelheid te laten draaien bieden wij de Tech Academy cursus Netwerkbeheer voor thuis aan.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!