ID.nl logo
Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen
© HENADZY - stock.adobe.com
Energie

Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Koken op inductie is de laatste jaren alsmaar populairder geworden. Zo’n strakke inductiekookplaat ziet er stijlvol uit in een moderne keuken. Daarnaast bakt en kookt inductie sneller en het is veiliger. Toch bestaan er nog veel misverstanden en vragen over deze kookplaten. Laten we de voor- en nadelen op een rij zetten.

In het kort… De inductiekookplaat verdringt de klassieke elektrische kookplaat, de keramische plaat en het gasfornuis. We zetten de voor- en nadelen van de inductiekookplaat op een rij. Denk aan gebruiksgemak, energieverbuik en de kosten.

Ook interessant voor jou: Zo maak je aanspraak op de nieuwe subsidie voor elektrisch koken

Net als de klassieke elektrische fornuizen werken inductieplaten op elektriciteit. Het grote verschil zit hem in het feit dat de klassieke elektrische kookplaten de kookpannen opwarmen door geleiding. Deze platen worden heet en door het contact warmen de pannen op. Bij inductie wordt de kookplaat niet heet, maar via elektromagnetische inductie warmt de pan wel op. 

Zonder pan niet heet

Onder de kookplaat bevindt zich een koperen wikkeling waar stroom doorheen gaat. Wanneer je op deze wikkeling een oppervlak plaatst waarin magnetiseerbaar materiaal is verwerkt, zoals de bodem van een kookpan, ontstaat er wervelstroom in de bodem van de kookpan. Deze wervelstroom wordt door de weerstand van de bodem omgezet in warmte. Bij inductie is het de bodem van de pan die onmiddellijk warm wordt en niet de kookplaat. Zonder pan wordt de kookplaat dus niet heet.

©obje 0bje

Het metaal waarop het ei ligt, wordt heet, de kookplaat zelf niet. 

Typen inductiekookplaten

Er zijn drie verschillende typen inductiekookplaten. Fase 1 is de kookplaat die het minst krachtig is en die je op een gewoon stopcontact kunt aansluiten. Een nadeel van dit type is dat de kracht afneemt als je meerdere kookzones tegelijk aanspreekt.

De meest gebruikte inductiekookplaat voor huishoudens is het type fase 2. Hiervoor moet de elektriciën meestal wel een andere aansluiting maken naar de meterkast. Type fase 3 is een bijzonder krachtige inductiekookplaat die je tegenwoordig steeds vaker in een gewoon huishouden ziet. Daarvoor heb je wel een driefasen-aansluiting nodig. 

INDUCTIE VERSUS KERAMISCH Wanneer een inductiekookplaat en een keramische kookplaat uitgeschakeld zijn, zie je nauwelijks verschil. Beide kookplaten bestaan uit een zwarte glasplaat. Bij een keramische kookplaat worden de kookzones wel heet. Deze zones hebben enkele minuten nodig om op te warmen. Een inductiekookplaat werkt met een magnetisch veld waarbij de kookzones niet heet worden, maar de pan zelf wel. Bovendien zet de inductiekookplaat de energie efficiënter in en daarom is deze veel energiezuiniger dan de keramische kookplaat. 

Voordelen van inductie

  • De verbranding van een gasfornuis benut slechts 60 procent van de opgewekte energie. Bij koken op inductie wordt 90 procent van de opgewekte energie benut. Inductie gaat dus efficiënter met de energie om. 

  • Wanneer er restjes op de kookplaat terechtkomen, branden die niet aan, want de warmte zit hem niet in de kookplaat, maar in de kookpan. Een inductiekookplaat is gemakkelijker in onderhoud, want hier heb je geen ingebrande troep nadat een pan overkookt.

  • Inductie is veiliger, want er is geen open vuur. Er is geen risico op een gaslek en het vet dat uit de pan spettert, kan evenmin ontbranden door de vlam. Bij inductie loop je bovendien minder risico om je te verbranden. Meestal bevat een inductiekookplaat zelfs een kinderbeveiliging. Wanneer je de pan van de inductiekookplaat haalt, wordt er geen energie meer gegenereerd. Je kunt je dus alleen nog verbranden aan de pan.

  • Een inductiekookplaat is flexibeler door een reeks interessante functies. Denk maar aan de boost-stand waarmee je heel snel water aan de kook brengt. Vaak kun je twee kookzones ook gebruiken als één grote zone, waarop je grote kookpannen kunt plaatsen. 

  • Inductie reageert snel op temperatuurwijzigingen. Brandt iets aan? Verlaag dan het vermogen en de pan zal gelijk minder heet worden.

  • Het vermogen van inductie is beter regelbaar dan bij een gasfornuis. Je kunt gerechten traag laten garen, wat bijna onmogelijk is op gas. 

  • De inductieplaat is makkelijker schoon te maken. De kookzones van een inductiekookplaat worden niet zo vies. Even een doekje eroverheen en klaar is Kees. Bij een gasfornuis is dat wel even anders 

  • Inductiekoken geeft de keuken een luxueuze strakke uitstraling. De kookplaten worden bediend door ingebouwde aanraaktoetsen (tactiele schakelaars). 

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

En nu de nadelen…

  • Inductiekookplaten zijn duurder. Een kleine kookplaat van 60 cm met vier kookzones kost ongeveer 400 euro. Voor een grote kookplaat die voorzien is van de nieuwste snufjes kan de prijs oplopen tot 2500 euro en meer. Een gewoon gasfornuis met 4 gaspitten kost tussen 100 en 200 euro.

  • Je hebt pannen nodig met een gladde bodem die uit magnetisbaar materiaal bestaan. Je kunt dat eenvoudig testen. Neem een magneet en voel of die wordt aangetrokken door de bodem. Is je lievelingspan niet magnetiseerbaar, dan kun je een adapter gebruiken om die tussen de kookplaat en de pan te leggen. Zo’n accessoire kan de kooktijd wel vertragen. De pannensets van de afgelopen jaren zijn bijna allemaal geschikt voor inductie.

  • Vooral oude en goedkope inductiekookplaten kunnen een zoemend geluid maken dat afkomstig is van een kleine koelventilator.

  • Je moet je elektrische aansluiting laten nakijken. Vaak moet je een nieuwe kabel laten aanleggen naar de meterkast. Houd hiermee rekening bij de kostenberekening. Het inbouwmodel van de inductiekookplaat heeft een kookgroep van tweemaal 16 ampère met vijf draden nodig.

Zie voor meer informatie over het aansluiten van kookplaten ons artikel Elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat!

De finishing touch, de inductiebeschermer

De glazen bovenzijde van deze kookplaat kan tegen een stootje, maar krassen en kringen zijn nooit uitgesloten. Om dit te vermijden, kun je over de kookplaat een beschermer plaatsen wanneer je het fornuis niet gebruikt. Op die manier vrijwaar je de plaat van krassen en stof en vergroot je de werkruimte. Deze beschermer is 1,5 mm tot 2 mm dik en oprolbaar, zodat je hem tijdens het koken gemakkelijk kunt opbergen. Je vindt eindeloos veel prints: effen zwart, marmer, een skyline van je favoriete stad enzovoort … Bovendien kun je een beschermer laten maken van een eigen foto. Er zijn ook inductiebeschermers te koop van Italiaans leer die op maat worden gemaakt. 

©www.inductiebeschermer.nl

Je kunt de inductiebeschermer zelfs verkrijgen in Italiaans leer.  (foto: https://www.inductiebeschermer.nl)

Bescherm je inductieplaat met een decoratieve plaat

Zo blijft hij langer mooi

INDUCTIE EN GEZONDHEID Soms hoor je dat inductiekoken de werking van een pacemaker of een inplanteerbare defibrillator kan verstoren. De moderne pacemakers zijn goed beschermd en raken niet snel van slag. In de meeste gevallen zijn pacemakers bestand tegen de elektromagnetische straling die huishoudelijke apparaten opwekken, waaronder inductiekookplaten, maar sommige pacemakers zijn nu eenmaal gevoeliger voor verstoring. De Hartstichting) raadt aan om toch de cardioloog of pacemakertechnicus te raadplegen. De Hartstichting zegt dat voor mensen met een ICD (inplanteerbare defibrillator) inductiekookplaten bij normaal gebruik veilig zijn. De verhalen dat deze ongezond zouden zijn, omdat ze het immuunsysteem beïnvloeden, zijn niet onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek. Je mag er dus vanuit gaan dat de inductiekookplaat je gezondheid niet beïnvloedt. 

Is inductie duurder of goedkoper dan gas?

Een gemiddeld huishouden verbruikt 40 kuub gas per jaar bij een gasprijs (januari 2024) van 1,47 per kuub. Dat geeft een totaal van 58,8 euro. Inductie zal 200 kWh aan stroom verbruiken. In januari 2024 kost dit gemiddeld 0,36 euro per kWh. Dit komt dus uit op een verbruik van 72 euro. Koken op gas is dus goedkoper, maar een verschil in verbruik van 14 euro per jaar vinden we verwaarloosbaar. Natuurlijk is er wel een behoorlijk verschil in aanschafprijs, waarbij je moet afwegen of de uitstraling en comfort voor jou de meerprijs waard zijn. 

Lees ook: De keramische kookplaat versus de inductiekookplaat: welke is zuiniger?

Meer doen om je gasverbruik te verminderen? Laat je adviseren door een vakman (m/v/x)!

Vraag een offerte aan voor warmtepompen:

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!