ID.nl logo
Wie is de baas van jouw smarthome?
© Reshift Digital
Huis

Wie is de baas van jouw smarthome?

In een ideale wereld zijn alle smarthome-producten compatibel met elkaar en maakt het niet uit van welk merk je iets koopt, want standaarden zorgen voor samenwerking. Hoewel die compatibiliteit tussen slimme producten door platformen van Google, Amazon en Apple doorgaans gewaarborgd wordt, is het door de focus hierop ook steeds lastiger om zelf een systeem te bouwen op basis van je favoriete producten.

Een paar jaar geleden stonden smarthome-producten aan het begin van hun ontwikkeling en probeerde iedereen een eigen ecosysteem te bouwen waarbij producten niet compatibel waren met elkaar. Lastig, maar de verwachting was dat dit uiteindelijk wel opgelost zou worden. Om slimme producten echt te laten doorbreken, moeten producten van verschillende partijen immers kunnen samenwerken. Op het eerste gezicht is dat eigenlijk ook prima gelukt. Op steeds meer verpakkingen prijken logo’s van Amazon, Google en Apple: een teken dat deze producten samenwerken met die ecosystemen. En veel producten ondersteunen meerdere van deze platformen. Kortom, missie geslaagd. Voor veel gebruikers is dat ook zo, want de producten zijn prima te bedienen met de bijbehorende app en werken bovendien samen met de gewenste slimme assistent. Maar geldt dat ook voor iedereen?

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Wat is een standaard?

Wanneer je het over smarthome-producten hebt, dan heb je het al snel over standaarden. En die standaarden worden vaak op één hoop gegooid. Standaarden als Apple HomeKit, Google Home, Zigbee en Z-Wave worden in één adem als smarthome-standaarden genoemd. De ene standaard is echter de andere niet. Je moet onderscheid maken tussen enerzijds standaarden die een achterliggend ecosysteem beschrijven (zoals Google Home en Apple HomeKit, die ervoor zorgen dat producten op netwerkniveau met elkaar gekoppeld kunnen worden) en anderzijds standaarden die producten op een ander niveau met elkaar koppelen. Dat andere niveau betreft in het geval van producten die voor de doorsnee consument interessant zijn, draadloze standaarden in de vorm van Zigbee, Z-Wave en onbeveiligde 433MHz-protocollen zoals Klik-Aan-Klik-Uit (KAKU). Zo vormt Zigbee en dan specifiek het profiel Zigbee Light Link (ZLL) de draadloze basis van slimme lampen van onder andere Philips Hue, Ikea Trådfri, Osram Lightify en Innr. Z-Wave wordt dan weer veel gebruikt voor schakelaars en sensoren (zoals bewegingssensoren en rookmelders), terwijl je KAKU-producten in iedere bouwmarkt vindt. Daarnaast worden natuurlijk ook andere draadloze standaarden gebruikt variërend van wifi of bluetooth tot bedrijfseigen protocollen in het geval van verwarmingsproducten.

©PXimport

Meer dan draadloze standaard

Een draadloze standaard als Z-Wave of Zigbee is nog geen domoticasysteem. Je wilt je product immers kunnen bedienen met een computer of je smartphone. Zonder iets dat een koppeling maakt tussen de draadloze producten als een lamp en je smartphone is dat niet mogelijk. Vandaar dat veel kant-en-klare producten die gebruikmaken van een open standaard voorzien zijn van een bridge (of basisstation). Die bridge verzorgt uiteindelijk de koppeling met je thuisnetwerk. Die bridge is in het geval van verlichtingssystemen overigens doorgaans ook de oorzaak dat verlichtingssystemen niet compatibel zijn met lampen van een ander merk. In theorie voldoen al deze lampen aan de ZLL-specificaties en zijn ze hierdoor compatibel met elkaar. In de praktijk zul je soms toch problemen ondervinden, omdat de bridge de lamp herkent als lamp van een ander merk waardoor die uiteindelijk niet door de bridge aan de achterliggende app getoond wordt. En ook het updaten van de software is via de bridge van een andere fabrikant onmogelijk. Vandaar dat je ook bij systemen van een fabrikant die zogenaamd gebruikmaakt van ‘open standaarden’ vaak toch het beste de eigen spullen kunt gebruiken.

©PXimport

Focus op slimme assistenten

Voor een domoticasysteem is dus meer nodig dan het gebruik van een draadloze standaard en de meeste fabrikanten bieden daarom een eigen app waarmee een product te bedienen is, vaak gekoppeld aan een achterliggende clouddienst. Fabrikanten zien daarnaast in de platformen die door Google, Amazon en Apple worden aangeboden een eenvoudige manier om hun producten te integreren met die van andere fabrikanten. Daar is wel iets voor te zeggen, want voor een eindgebruiker werken deze platformen eenvoudig en je kunt je hele huis vervolgens bedienen met bijvoorbeeld je Google Home. Het probleem is alleen dat voor veel producten die ondersteuning voor één of meerdere van deze slimme platformen ook de enige mogelijk vorm van koppelen is. Wanneer je na enige tijd bijvoorbeeld zelf een domoticasysteem wilt bouwen met een eigen controller, al dan niet op basis van software als Domoticz of Home Assistant, dan heb je in het gunstigste geval een grote uitdaging en in een minder gunstig geval een probleem.

©PXimport

Tuya-platform

Steeds meer fabrikanten en winkels waaronder Action komen met een eigen lijn aan smarthome-producten. Wie wat aandachtiger kijkt, zal opvallen dat de gebruikte apps wel heel erg op elkaar lijken. Veel van deze smarthome-systemen zijn dan ook gebaseerd op het Tuya-platform. Fabrikanten kopen bij Tuya een compleet platform in dat onder andere bestaat uit een app en achterliggende cloud. Het Tuya-platform kan (deels naar keuze van de fabrikant) communiceren met Amazon Alexa, Google Assistant en Apple Siri. Fabrikanten zullen dat zelf niet al te nadrukkelijk melden, maar Tuya-producten zijn in beginsel compatibel met elkaar. Lukt koppelen niet met de ‘eigen’ app, dan kun je altijd een beroep doen op de generieke Tuya-app. Veel Tuya-producten gebruiken wifi en hebben hierdoor doorgaans geen basisstation nodig. De software communiceert echter direct met de clouddienst en lokale integratie met een eigen systeem is dan ook niet mogelijk. Grappig om te weten is dat Tuya-producten vaak gebaseerd zijn op de ESP8266-wifi-chip die ook de basis vormt van het populaire knutselbordje NodeMCU. Er zijn dan ook alternatieve firmwares waarmee je Tuya-producten wel kunt koppelen aan een eigen domoticasysteem. Tuya probeert zijn producten hiertegen steeds strenger te beveiligen. Met zijn achterliggende cloud en koppeling met de grote smarthome-platformen is Tuya misschien wel hét schoolvoorbeeld van een modern smarthome-platform.

©PXimport

In eigen hand?

Wil je niet afhankelijk zijn van een slimme assistent, dan kan dat op drie manieren. De eerste is het gebruik van producten volgens open standaarden als Z-Wave en Zigbee. Lampen, sensoren, schakelaars enzovoort die voldoen aan de door jou gekozen open standaard kun je koppelen aan een geschikte radio in een eigen domoticacontroller. Hetzij een compleet product met eigen radio’s zoals de Athom Homey, of een zelfbouwoplossing op basis van bijvoorbeeld Domoticz of Home Assistant op iets van een Raspberry Pi die je voorziet van de juiste radio’s. Je kunt op die manier ook slimme lampen die gebruikmaken van Zigbee direct koppelen zonder de bijbehorende bridge.

De tweede manier is een lokale api die door een slim product op je thuisnetwerk wordt aangeboden. Een bekend voorbeeld van een product met een lokale api is Philips Hue. Niet alleen blijft een lokale api ook werken als de internetverbinding een storing heeft, het biedt ook voordelen als de fabrikant stopt met de ondersteuning. Signify (het voormalige Philips Lighting) is dit jaar bijvoorbeeld gestopt met de ondersteuning van de eerste variant van de bridge, waardoor deze niet meer volledig werkt in de eigen app. Dankzij de lokale api blijft een koppeling met een eigen domoticasysteem toch werken. Wel kan het zo zijn dat er Hue-producten op de markt komen die niet meer te koppelen zijn aan de oude bridge. Het volledig vasthouden aan open standaarden of een lokale api heeft ook nadelen. Vaak is het duurder, moet je veel uitzoeken en is het configureren van je systeem lastiger.

De derde manier is een api die door de fabrikant van je smarthomeproduct wordt aangeboden, maar die wel afhankelijk is van een clouddienst van een fabrikant. Dat kan prima werken, maar je bent dan natuurlijk nog wel steeds afhankelijk van een internetverbinding.

©PXimport

Wat als de ondersteuning stopt?

Maar ook als je er op let dat je slimme product een api heeft, dan is dat geen garantie dat het altijd blijft werken. Veel api’s maken gebruik van achterliggende clouddiensten en die moeten natuurlijk ondersteund worden. Dat ondersteuning stopt als een fabrikant failliet gaat of als een product al lange tijd niet meer te koop is, is nog enigszins te begrijpen. Maar een fabrikant kan natuurlijk altijd van strategie veranderen. Een bekend voorbeeld van een fabrikant die stopte met ondersteuning voor een api is Google. Voor de Nest-producten zoals de thermostaat bood Google in de vorm van ‘Works with Nest’ een api aan die behalve door ontwikkelaars ook gebruikt kon worden door eindgebruikers om hun slimme apparaten te integreren in een eigen domoticasysteem. Google besloot echter te stoppen met ‘Works with Nest’ en over te gaan naar ‘Werkt met de Google Assistent’.

Wanneer je enkel de apps van Google gebruikt niet zo’n groot probleem, voor gebruikers die hun thermostaat willen integreren in een eigen domoticasysteem een cruciaal verschil, want Googles nieuwe platform biedt niet langer een api. Gebruikers van domoticasystemen hebben inmiddels wel omwegen gevonden om de Nest-thermostaat weer te integreren, maar ideaal is deze situatie niet, want deze methodes worden sowieso niet ondersteund. Dit voorbeeld geeft aan dat ook als een fabrikant de mogelijkheid van een api biedt en het product goed verkocht wordt, het toch geen garantie is dat de koers van een fabrikant later niet verandert. In het geval van Google is de nieuwe koers duidelijk: er wordt gefocust op de Google Assistent als centrale spil van het slimme huis.

Een bijeffect van clouddiensten is natuurlijk ook dat het voor een fabrikant eenvoudig wordt om (eventueel later) een abonnementsmodel te hanteren. Iets om zeker rekening mee te houden.

©PXimport

Niet altijd keuze

Helaas is een api voor lokaal gebruik zonder cloud vrij zeldzaam. De meeste bekende en ‘gebruiksvriendelijke’ smarthome-producten hebben zo’n api niet. Soms kun je via een omweg als IFTTT nog toegang krijgen, maar ook dat gaat via een webdienst. Wil je een product dat bij je past, dan ontkom je meestal niet aan de afhankelijkheid van clouddiensten. Je zult zien dat die ene slimme thermostaat die alles doet wat jij wilt, volledig afhankelijk is van een achterliggende clouddienst. Zolang je je realiseert dat je afhankelijk bent van een clouddienst, kun je die afweging natuurlijk maken. In het gunstigste geval zorgt een verandering ervoor dat je een product niet meer aan een eigen systeem kunt koppelen, in een minder gunstig geval werkt je product helemaal niet meer en moet je het vervangen.

En andersom?

Wanneer je zelf een domoticasysteem bouwt, bijvoorbeeld op basis van Domoticz of Home Assistant, dan wil je wellicht juist wel gebruikmaken van een slimme luidspreker. Heb je op je eigen domoticasysteem dingen aangesloten via bijvoorbeeld Z-Wave, dan kun je die met je slimme luidspreker bedienen door een koppeling te maken. Dit is met plug-ins voor Amazon Alexa, Google Assistent of Apple HomeKit mogelijk. De componenten die je aan je eigen domoticasysteem hebt verbonden, kun je dan via de assistent op je smartphone of met je stem via een slimme speaker bedienen.

Conclusie

De verbindende factor tussen verschillende smarthome-producten lijkt steeds sterker te komen vanuit slimme assistenten als Google Assistant, Amazon Alexa en Apple Siri. Aan de ene kant is dit positief: de toenemende mate van integratie met deze platformen zorgt ervoor dat het voor de eindgebruiker eenvoudig is om producten van verschillende fabrikanten met elkaar te koppelen. En je hebt vaak ook nog eens de keuze uit meerdere platformen. Wil je echter meer, bijvoorbeeld een zelfgebouwd systeem, dan is de focus op de slimme assistentplatformen een beperking. Veel fabrikanten bieden naast ondersteuning voor deze platformen geen andere api aan. Wil je kortom een smarthome-systeem hebben dat je ook zonder tussenkomst van bijvoorbeeld Google kunt bedienen, dan heb je alleen echte zekerheid als je jouw systeem qua communicatie baseert op open standaarden als Z-Wave of Zigbee.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 zéér goedkope soundbars van max 200 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 zéér goedkope soundbars van max 200 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een goedkope soundbar waarmee je het tv-geluid kunt verbeteren? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Denon DHT-S216

Zoek je een betaalbare soundbar van een bekend hifimerk? In dat geval is de Denon DHT-S216 een interessante kandidaat. Ondanks zijn lage prijskaartje oogt de behuizing erg chic. De stoffen afwerking aan de voorzijde geeft dit audiosysteem een luxe uitstraling. Vanwege de bescheiden hoogte van slechts zes centimeter zet je de DHT-S216 probleemloos voor de meeste televisies neer. Daarnaast kun je het apparaat ook ophangen. Je combineert deze soundbar bij voorkeur met een middelgrote of grote smart-tv, want de behuizing meet 89 centimeter lang.

Een pluspunt is dat je de soundbar op vrijwel elke televisie kunt aansluiten. De achterzijde telt twee HDMI-poorten, een optische ingang en een analoge aansluiting. Dat is erg netjes voor een product in deze prijsklasse. Mooi meegenomen is dat de DHT-S216 videostreams met een meerkanaals audiospoor kan verwerken, zoals Dolby Digital en DTS Virtual:X. De betere films en series klinken hierdoor ruimtelijk. Verder kun je ook nog muziek streamen. Koppel een smartphone of tablet via bluetooth en kies in een willekeurige muziek-app een leuke afspeellijst.

JBL Bar 2.0 All-in-One MK2

Deze compacte soundbar van JBL matcht prima met een wat kleinere televisie. De strak vormgegeven behuizing meet namelijk 61,4 × 5,6 × 9 centimeter. Nuttig voor wie bijvoorbeeld het geluid van een slaapkamer-tv wil upgraden. Met een uitgangsvermogen van 80 watt is de Bar 2.0 All-in-One MK2 behoorlijk krachtig. Je verbindt dit audiosysteem via HDMI of een optische ingang met een beeldbuis. Bij geschikte films, series en tv-programma’s kan de soundbar een Dolby Digital-audiospoor verwerken. Verder is er een bluetooth-adapter ingebouwd, waardoor je rechtstreeks vanaf een mobiel apparaat liedjes streamt.

De Bar 2.0 All-in-One MK2 is maar 5,6 centimeter hoog, zodat hij waarschijnlijk niet jouw tv-scherm blokkeert. Ophangen kan trouwens ook, want de fabrikant levert een eenvoudige muurmontageset mee. Gebruik voor de bediening de knoppen bovenop de behuizing of de inbegrepen afstandsbediening. Benieuwd naar ervaringen van andere gebruikers? Deze onafhankelijke reviewers komen tot een gezamenlijk oordeel van een 8,2.

Bose TV Speaker

Normaal gesproken hebben producten van de Britse audiospecialist Bose een behoorlijke prijs, maar dat valt bij deze soundbar alleszins mee. Een enkele webshop duikt zelfs net onder de prijsgrens van tweehonderd euro. Buiten een schappelijk prijskaartje heeft de Bose TV Speaker ook nog eens een goede reputatie. Zo krijgt dit product van ruim dertig Kieskeurig.nl-bezoekers een gemiddelde beoordeling van een 8,3. Een pluspunt is dat je het apparaat op verschillende manieren met een televisie kunt verbinden. Kies tussen HDMI, de optische aansluiting of de analoge 3,5mm-geluidsingang. Een nuttige functie is dat je met de dialoogfunctie menselijke stemmen kunt versterken. Daarnaast heeft de afstandsbediening een knop om het basniveau op te voeren.

Zoals je van een Bose-product mag verwachten, leent het audiosysteem zich ook goed voor het luisteren van muziek. Verbind een smartphone of tablet via bluetooth en laat je favoriete afspeellijsten op deze soundbar los. Met een maximaal vermogen van honderd watt realiseert de TV Speaker in een kleine tot middelgrote kamer een vol geluid. De stijlvolle behuizing is voor soundbar-begrippen erg compact. Zo bedragen de afmetingen slechts 59,4 × 5,6 × 10,2 centimeter. Houd er rekening mee dat de fabrikant geen HDMI-kabel meelevert.

Lees ook: Zo vind je de ideale soundbar voor jouw televisie

Sharp HT-SBW182

De Sharp HT-SBW182 is een goedkope soundbar met een losse subwoofer. Je zet deze basspeaker neer op een willekeurige plek op de vloer. Een kabel trekken is niet nodig, want de subwoofer communiceert draadloos met de soundbar. Logischerwijs is dit audiosysteem een goede keuze voor liefhebbers van een flinke portie bas. De HT-SBW182 voorziet films en series van een diepe laagweergave. Het totale vermogen bedraagt maximaal 160 watt, waardoor je het volume flink kunt opschroeven.

Met een lengte van 74 centimeter is deze soundbar niet zo lang. Je kunt hem met een kleine of middelgrote smart-tv combineren. Verbind beide apparaten met een optische kabel of HDMI-snoertje. Daarnaast is er nog een analoge 3,5mm-audiopoort. Tot slot bevindt zich in de behuizing een bluetooth-ontvanger, zodat je muziek vanaf een mobiel apparaat kunt streamen. Je past met de aanwezige equalizer de geluidsinstellingen naar eigen smaak aan.

TCL S45H

TCL timmert in de drukbezette televisiemarkt de laatste jaren stevig aan de weg. Bij ID.nl zijn we gek op producten die veel bieden voor weinig, en de TCL S45H (ook wel S45HE) past perfect in dat plaatje. Voor een bedrag ver onder de honderd euro haal je met deze soundbar een flinke audio-upgrade in huis. Verwacht geen losse subwoofer die de vloer laat trillen; dit is een compact 2.0-kanaals alles-in-één systeem. Toch weet TCL indruk te maken met ondersteuning voor zowel Dolby Atmos als DTS Virtual:X, features die je doorgaans pas in veel duurdere modellen terugvindt.

Dankzij het slimme ‘Dual Bass’-systeem en de speciale akoestische kamers klinken films en series een stuk voller en ruimtelijker dan via je standaard tv-speakers. Bovendien is hij met HDMI eARC, optische aansluiting en Bluetooth 5.2 helemaal bij de tijd. Zoek je een betaalbare oplossing voor de slaapkamer of een kleine woonkamer zonder gedoe met extra kabels en kasten? Dan biedt dit model absoluut waar voor je geld.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!