ID.nl logo
Veel voorkomende netwerktermen uitgelegd
© Reshift Digital
Huis

Veel voorkomende netwerktermen uitgelegd

In artikelen over thuisnetwerken en in de specificaties van netwerkapparatuur kom je al snel allerlei termen tegen. We hebben een aantal van de meest voorkomende termen voor je op een rij gezet en we leggen natuurlijk ook uit wat ze betekenen.

Protocollen

DHCP

Een apparaat dat je aansluit op je netwerk via een kabel of wifi krijgt automatisch een verbinding met het netwerk en internet. Je router bevat hiervoor een dhcp-server (Dynamic Host Configuration Protocol). Deze zorgt ervoor dat netwerkapparatuur die je aansluit op het netwerk automatisch een ip-adres en andere netwerkinstellingen krijgt toegewezen. Je kunt in de webinterface van je router instellen hoeveel ip-adressen de dhcp-server kan gebruiken.

©PXimport

DNS

Dns, dat staat voor Domain Name System, zorgt voor de vertaling tussen de urls die je in je browser tikt en de ip-adressen van de achterliggende webservers. Wanneer je in je browser een webadres intikt, dan zorgt dns ervoor dat het adres automatisch naar het juiste ip-adres wordt omgezet, zodat de site op het internet ‘vindbaar’ is. Dns-gegevens worden gecached, waardoor je een website bij bijvoorbeeld een migratie naar een andere server mogelijk tijdelijk niet kunt bereiken.

IGMP (multicast)

In de specificaties van een switch kun je de term igmp-snooping (Internet Group Management Protocol) tegenkomen. Dit is een techniek die ervoor zorgt dat multicast ip-verkeer, dat bijvoorbeeld gebruikt wordt bij ip-televisie, juist afgehandeld wordt. Ip-televisie hangt tegenwoordig steeds vaker in het ‘gewone’ netwerk en zo krijgt de ontvangers dus een ip-adres in dat netwerk. Aparte kabels zijn dan niet nodig.

Een switch met ondersteuning voor igmp-snooping zorgt ervoor dat de televisiestream alleen wordt doorgestuurd naar de poorten die daarom hebben gevraagd en niet naar andere poorten. Hiermee wordt overbodig netwerkverkeer voorkomen, maar ook verbindingsproblemen zoals haperend beeld. Ervaar je dus problemen met of bij het kijken van ip-televisie, dan is het raadzaam om te controleren of je switches ondersteuning hebben voor igmp-snooping.

NFS

Nfs of Network File System is een netwerkprotocol voor Linux waarmee bestanden binnen een netwerk gedeeld kunnen worden. Nfs zorgt in combinatie met op Linux gebaseerde apparaten, zoals bijvoorbeeld mediaspelers, voor betere prestaties dan bij het gebruik van smb. Je kunt beide netwerkprotocollen naast elkaar draaien op bijvoorbeeld een nas en dan per client bepalen wat het beste protocol is.

SMB (CIFS)

Smb staat voor Server Message Block en is een netwerkprotocol waarmee bestanden voornamelijk onder Windows gedeeld kunnen worden. Smb wordt vaak smb/cifs genoemd waarbij cifs staat voor een specifieke oude variant van smb die niet meer gebruikt wordt. Daarnaast kom je op sommige nas-apparaten ook de term samba tegen. Samba is een opensource-implementatie van smb.

Smb wordt vooral voor Windows gebruikt en je komt in de configuratieopties van nas-apparaten dan ook vaak de aanduiding Windows-bestandsservice tegen. Er zijn verschillende versies van smb waarbij de nieuwere versies als smb 2.0 (sinds Windows Vista) en smb 3.0 (sinds Windows 8) sneller werken. Bij sommige nas-apparaten kun je de variant van smb instellen; zorg dan wel dat de nieuwere varianten ook ondersteund worden.

©PXimport

TCP

Tcp staat voor Transmission Communication Protocol. Dit communicatieprotocol wordt gebruikt als een programma een verbinding wil opzetten met een ander programma en wil dat deze verbinding actief blijft. Elk pakket dat ontvangen wordt met tcp, wordt door de ontvangen computer bevestigd naar de afzender. Krijgt de afzender geen bevestiging, dan wordt het pakket opnieuw gestuurd, totdat er wel een bevestiging komt. Tcp verzamelt daarna alle pakketjes en maakt de gegevens weer heel/compleet, voordat het wordt overgedragen aan de applicatie die de data inleest.

Tcp blinkt uit in correcte, goed geordende data, ten koste van wat overhead, zoals het erkennen van elk ontvangen pakket. Dat is een must als je bijvoorbeeld over het internet surft. Je wil niet dat af en toe een woord of letter ontbreekt vanwege een verloren pakket en dus incomplete data.

UDP

Udp is een communicatieprotocol en staat voor User Datagram Protocol. In tegenstelling tot tcp onderhoudt udp geen actieve verbinding. Het is in feite een simpelere variant van tcp dat alleen poortnummers en foutcontrole biedt. Berichten worden onafhankelijk van elkaar verstuurd en er wordt dus geen actieve verbinding onderhouden.

Udp is handig voor toepassingen waarbij je snel wilt zijn met lage overhead. Nuttige toepassingen daarvoor zijn audio en video. Het is erg frustrerend als de audio- of videoverbinding traag is, waarbij het beeld steeds stilstaat en het even duurt voordat alles aankomt. Udp geeft je sneller beeld, ten koste van af en toe wat beschadiging of vervorming van beeld of geluid.

VPN

Vpn staat voor virtual private network en is een manier om netwerkverkeer tussen twee plaatsen te versleutelen. Je kunt vpn gebruiken om veilig gebruik te maken van internet, bijvoorbeeld op een openbaar netwerk. De beheerder van dat netwerk ziet dan alleen de vpn-tunnel, maar niet de informatie die daar overheen gaat. Veel nas-apparaten zijn voorzien van een vpn-server. Hierdoor kun je overal ter wereld surfen via je internetverbinding thuis. Dit kun je gebruiken voor meer privacy, maar ook om landrestricties te omzeilen en zo overal met een Nederlands ip-adres te surfen.

Routerfunctionaliteit

Bridge modus

Vaak krijg je van je internetprovider een(modem)router die weliswaar gebruikt moet worden, maar mogelijk niet alle gewenste functionaliteit biedt. Als je er dan een eigen router op aansluit, heb je te maken met een dubbele nat met alle nadelen van dien. Sommige (modem)routers hebben daarom een bridgemodus.

In bridgemodus worden beide netwerken van de routers aan elkaar gekoppeld en fungeert het apparaat van je internetprovider enkel als modem. Je eigen router krijgt hierdoor dus een extern ip-adres van de internetprovider toegewezen dat direct vanaf internet benaderbaar is. Niet alle (modem)routers bieden een bridgemodus, in dat geval biedt dmz mogelijk uitkomst.

DDNS

Met een ddns of Dynamic Domain Name System koppel je een url aan je ip-adres. Hierdoor kun je je ip-adres van je netwerkverbinding en − indien je dit hebt ingesteld − je apparatuur in je netwerk bereiken via een url.

Het bijzondere van een ddns zit hem in het woordje dynamic. Je internetverbinding heeft doorgaans een dynamisch ip-adres dat door je internetprovider veranderd kan worden. Door een ddns-dienst te koppelen met je nas (of router) wordt dit nieuwe ip-adres doorgegeven aan de ddns-dienst en blijven de ingestelde apparaten in je thuisnetwerk bereikbaar via de ingestelde url. Een ddns-mogelijkheid is zeker handig als je de nas wilt gebruiken als vpn-server. Sommige router- en nas-fabrikanten bieden een gratis ddns-dienst.

©PXimport

Dfs

In de configuratiepagina’s van een draadloze router of accesspoint kun je de term dfs tegenkomen, dat staat voor dynamic frequency selection. Dit zijn de hogere kanalen (boven kanaal 48) op de 5GHz-band waarvoor extra regels bestaan omdat de gebruikte frequenties ook door weer- en luchtvaartradars gebruikt worden en daardoor deze radars kunnen storen.

Wifi-apparatuur moet dergelijke radars voorrang geven, waardoor het gebruik van deze dfs-kanalen in de praktijk niet altijd even soepel werkt. Wordt een radar gedetecteerd, dan moet de router overschakelen naar een ander kanaal. Zeker als je in de buurt van een (lucht)haven woont, kunnen deze kanalen lastiger te gebruiken zijn.

DMZ

Dmz staat voor demilitarized zone en is een gedeelte van een netwerk dat direct voor de buitenwereld toegankelijk is. In een bedrijf is dat een compleet apart netwerk (extranet) waarin bijvoorbeeld webservers zijn opgenomen. Bij een thuisrouter betekent een dmz dat de router dan alle poorten voor een specifiek netwerkapparaat openzet. In de praktijk wordt dmz thuis doorgaans gebruikt om een eigen router in de dmz van de (modem-)router van een internetprovider te zetten als er geen bridge-modus ondersteund wordt. Hierdoor blokkeert de router van de internetprovider geen poorten naar de eigen router en kun de eigen router gebruiken om je netwerk te beheren.

©PXimport

NAT

Nat staat voor Network Adress Translation, en is een functie in de router die zorgt voor de vertaling in het ip-verkeer tussen het netwerk van je internetprovider en je eigen netwerk. Dat is nodig, want je internetprovider geeft je per internetaansluiting maar één ip-adres en met dat ene ip-adres kun je dus precies één apparaat met internet verbinden.

De router lost dat probleem op door als enige direct in verbinding te staan met je provider en daarmee dus dat ip-adres aan te nemen, en vervolgens zelf ip-adressen aan je eigen apparaten uit te delen. Het verkeer wordt vervolgens doorgezet naar het juiste apparaat.

Portforwarding

Met een poort wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende services die op een netwerkapparaat draaien. Zo wordt poort 20 gebruikt voor ftp, poort 80 voor http-verkeer en poort 443 voor https-verkeer. Poorten worden altijd gebruikt in combinatie met het ip-adres dat aan een apparaat is toegewezen. Omdat apparaten binnen je netwerk door het gebruik van nat niet direct vanaf buiten bereikbaar zijn, is je router voorzien van portforwarding. Hiermee wordt verkeer doorgestuurd naar de juiste poort van een apparaat binnen het netwerk.

Als je een poort door wilt sturen in de router naar een bepaald apparaat, dan kan de router onderscheid maken tussen de twee protocollen udp en tcp. Het is belangrijk dat je het juiste protocol kiest, want sommige applicaties maken alleen gebruik van een van de twee protocollen. Je gebruikt portforwarding als je een apparaat binnen je thuisnetwerk vanaf het internet wilt kunnen benaderen. Denk aan een stream van een ip-camera, een webserver of een nas.

QoS

Dankzij Quality of Service kan bepaald netwerkverkeer voorrang krijgen ten opzichte van ander netwerkverkeer. Zo worden bijvoorbeeld streams voor videobellen niet verstoord als een andere netwerkgebruiker iets gaat downloaden.

Subnet

Een subnet is feitelijk een reeks ip-adressen die bij elkaar horen en samen een netwerk vormen. Binnen je lokale netwerk zijn dat privé ip-adressen die niet op internet bestaan. Het eerste deel van elk ip-adres verwijst naar het bijbehorende netwerk, het tweede deel naar een bepaald apparaat ofwel host. Een subnetmasker geeft aan welk deel het netwerk beschrijft.

Vaak heeft je router het ip-adres 192.168.1.1 en je netwerkapparaten adressen tussen 192.168.1.2 en 192.168.1.254. In dat geval geeft het subnetmasker 255.255.255.0 aan welk deel van het ip-adres naar het netwerk verwijst. In dit geval precies de eerste drie getallen, die dus voor elk ip-adres in dat subnet hetzelfde zijn.

Je komt ook vaak de verkorte cidr-notatie tegen (Classless Inter-Domain Routing). Dit specifieke subnet kun je dan schrijven als 192.168.1.0/24.

©PXimport

UPnP

Upnp staat voor Universal Plug and Play en stelt netwerkapparaten in staat om met elkaar te communiceren. Een van de functies is automatische portforwarding, zodat je zelf niets hoeft in te stellen op bijvoorbeeld je spelcomputer om deze te gebruiken als server voor multiplayer-spellen.

Op zich handig, maar upnp brengt een groot beveiligingsrisico met zich mee omdat ieder apparaat zelf portforwarding kan instellen en hier geen authenticatie of toestemming voor nodig is. Ook apparaten die besmet zijn met bijvoorbeeld malware kunnen poorten openzetten. Daarnaast zitten er soms fouten in de upnp-implementatie in routers waardoor dit op afstand te misbruiken is. Het wordt daarom aangeraden om upnp op je router uit te schakelen.

©PXimport

Techniek

Link aggregation (lacp)

Sommige netwerkapparaten zoals een nas zijn voorzien van twee netwerkaansluitingen. Deze kun je combineren voor een hogere snelheid of een extra verbinding (failover) waarmee je voorkomt dat de nas onbereikbaar wordt als de primaire netwerkverbinding uitvalt. Het combineren van twee netwerkaansluitingen wordt link aggregation genoemd. Voor het combineren van twee aansluitingen tot één snellere aansluiting is ook een switch nodig die link aggregation ondersteunt. De nas is dan met een snellere verbinding met je netwerk verbonden waardoor meer clients tegelijkertijd sneller kunnen werken.

Het gebruiken van link aggregation in combinatie met clients zoals een pc zal in de praktijk vaak tot teleurstellingen leiden omdat veel protocollen niet over meerdere verbindingen verdeeld kunnen worden, waardoor bijvoorbeeld een kopieer-actie nog steeds beperkt is door de snelheid van één netwerkaansluiting. Voor hogere snelheden op clientapparaten moet worden overgestapt op een multigigabit-verbinding.

©PXimport

Mac-adres

Het mac-adres is een uniek adres dat toegekend is aan netwerkapparaten en gebruikt wordt om de apparaten uit elkaar te houden en het verkeer naar het juiste apparaat te sturen. Het mac-adres wordt ook wel het hardware-adres of fysieke adres genoemd.

Een mac-adres wordt door de fabrikant van een apparaat toegekend en zou uniek moeten zijn, toch komt het weleens voor dat meerdere apparaten hetzelfde adres hebben. Dat leidt tot problemen als meerdere van deze apparaten binnen hetzelfde netwerk gebruikt worden. Op sommige apparaten is het mogelijk om het mac-adres zelf (tijdelijk) te veranderen (mac-spoofing).

Mesh-netwerk

De laatste jaren zijn wifi-mesh-systemen in opkomst waarin een router gecombineerd wordt met draadloos aangesloten wifi-accesspoints die ook wel nodes worden genoemd. Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken. Een verbinding tussen nodes kan hierdoor potentieel via meerdere routes worden gelegd. In de basis geldt dat hoe meer nodes je plaatst, hoe beter het mesh-netwerk zal functioneren.

©PXimport

Multi-gigabit-ethernet

Gigabit-ethernet is al een decennium de standaard voor thuis én kantoor, maar langzamerhand begint er ook thuis behoefte aan meer snelheid te komen. Snelheden hoger dan gigabit noemen we ook wel multigigabit.

In de vorm van 10GBase-T is er al jarenlang een snellere standaard die gebruikmaakt van normale ethernetkabels, maar deze is prijzig en heeft een relatief hoog energieverbruik. Een 10gigabit-netwerk op basis van sfp+ in combinatie met glasvezelkabels is voor veel consumenten dan weer niet heel praktisch. Met 2.5GBase-T en 5GBase-T, ook wel aangeduid als 802.3bz, is er een oplossing die snelheden van 2,5 en 5 Gbit/s biedt. De benodigde chips zijn aanzienlijk goedkoper en energiezuiniger, en dit jaar lijkt de opmars van in ieder geval 2.5GBase-T op stoom te komen. Op steeds meer moederborden en nas-apparaten vind je een 2,5Gbit-netwerkaansluiting.

©PXimport

PoE

PoE staat voor power over ethernet en wordt gebruikt om netwerkapparaten via de netwerkkabels van voeding te voorzien. Via één netwerkkabel kun je dan bijvoorbeeld een accesspoint van zowel een netwerksignaal als spanning voorzien. Er zijn verschillende PoE-standaarden. Accesspoints hebben doorgaans genoeg aan het ‘normale’ PoE oftewel 802.3af. Let er wel op dat sommige krachtigere accesspoints PoE+ (oftewel 802.3at) vereisen, dat meer vermogen kan leveren. PoE-switches die enkel 803.af ondersteunen zijn goedkoper.

Soms krijg je bij een accesspoint een PoE-injector, deze kun je ook los kopen. Dit is een adapter die je tussen de switch en accesspoint aansluit, en de voeding verzorgt voor het bedraad aangesloten accesspoint. Let er overigens op dat een injector doorgaans gebruikmaakt van passieve PoE, waarbij de spanning altijd op de netwerkkabel staat. Hierdoor kunnen netwerkapparaten die hier niet mee om kunnen gaan, beschadigen. Heb je een switch die de PoE-standaarden 802.3af of 802.3at ondersteunt, dan kun je wel veilig alle apparaten aansluiten.

Roaming

In de praktijk heb je vaak meerdere accesspoints nodig voor een dekkend netwerk, en wil je dat een netwerkapparaat automatisch met het beste accesspoint verbinding maakt. Dit wordt roaming genoemd. In de praktijk blijven netwerkapparaten soms echter aan het verkeerde accesspoint plakken. Het is bij wifi zo dat de roaming beslissing uiteindelijk door de client wordt genomen.

Roamen tussen verschillende accesspoints werkt beter als de accesspoints zo identiek mogelijk zijn. Door gebruik te maken van een centraal beheerd wifi-systeem zoals gekoppelde bekabelde accesspoints of een wifi-mesh-systeem heb je hier extra zekerheid over. Daarnaast kunnen accesspointsystemen clients een handje helpen door roamingstandaarden als 802.11v/k/r te ondersteunen, waarmee clients soepeler schakelen tussen accesspoints. Wel moeten clients deze standaarden ook ondersteunen.

SFP(+)

Op steeds meer routers en switches vind je sfp-aansluitingen. Sfp staat voor small for-factor pluggable en is een aansluiting waar je sfp-modules of speciale dac-kabels op aansluit. Een sfp-aansluiting ondersteunt doorgaans snelheden tot 1 Gbit/s terwijl met sfp+ een snelheid van 10 Gbit/s ondersteund wordt.

Sfp wordt vaak gebruikt voor sfp(+)-glasvezelmodules om een router met sfp-aansluiting direct op de glasvezel van een internetprovider aan te sluiten. Glasvezel kan ook gebruikt worden voor het aanleggen van een 10Gbit-netwerk. Er zijn ook sfp-modules die sfp omzetten naar een normale ethernetaansluiting. Let op: niet elke sfp-module werkt gegarandeerd samen met iedere sfp-aansluiting.

Vlan

Vlan staat voor virtual lan en is precies dat: een virtueel netwerk binnen je netwerk, waarmee je apparaten van elkaar kunt scheiden. Een virtueel netwerk is feitelijk een afgezonderd netwerk – ofwel subnet – dat gewoon je bestaande kabels en switches gebruikt. Om gebruik te kunnen maken van vlans moeten zowel je routers als switches overweg kunnen met vlan. Wil je vlan gebruiken in combinatie met draadloze apparaten, dan moeten ook je accesspoints om kunnen gaan met vlan.

Als alternatief kun je met goedkopere accesspoints een tweede draadloos netwerk maken door ze op de juiste poort van een switch met vlan-ondersteuning aan te sluiten. Vlans worden uit elkaar gehouden door een unieke ‘tag’ of ‘vlan-id’, een waarde van 1 t/m 4094. Een switch bepaalt op basis van de vlan-id naar welke poorten het verkeer moet worden gestuurd.

©PXimport

WOL

Wol, dat staat voor Wake-On-Lan, is een netwerkstandaard waarmee een computer of netwerkapparaat op afstand via het netwerk is in te schakelen. Dit wordt gedaan met een speciaal commando dat ook wel een magic packet wordt genoemd. In de bios van een computer met ingebouwde netwerkadapter vind je doorgaans een instelling om wol in of uit te schakelen.

WPS

Wps (Wi-Fi Protected Setup) is een methode waarmee netwerkapparaten eenvoudig aan het draadloze netwerk zijn te koppelen middels een pincode of het indrukken van een knopje. Het voordeel hiervan is dat je het wpa2-wachtwoord niet hoeft in te geven.

Wps is echter onveilig en we raden aan wps indien mogelijk uit te schakelen op je router. Helaas is wps op sommige routers niet uit te schakelen of blijft het ondanks de optie het uit te schakelen stiekem toch actief.

▼ Volgende artikel
Review Ninja CRISPi – Glashelder gemak voor kleine porties en restjes
© Ninja
Huis

Review Ninja CRISPi – Glashelder gemak voor kleine porties en restjes

Ninja pakt het concept van airfryers met de CRISPi helemaal anders aan. In plaats van een groot apparaat met bakmanden, is dit een compact geheel van glazen schalen waarop je een pod plaatst waar de hitte uit komt. Is dit een handig alternatief? ID.nl test het.

Fantastisch
Conclusie

Alles bij elkaar is de Ninja CRISPi een logische keuze voor wie meestal 1-3 porties bereidt, restjes krokant wil opwarmen en waarde hecht aan glaswerk dat direct de koelkast in kan. Wie juist grote batches en precieze temperatuurregeling zoekt, is beter uit met een klassieke, grotere airfryer. Maar voor dagelijks, compact en veelzijdig gebruik overtuigt de CRISPi absoluut.

Plus- en minpunten
  • Slim systeem: PowerPod + twee schalen
  • Transparante glazen kommen
  • Recrisp-stand werkt goed voor ‘kliekjes’
  • Goede prestaties en makkelijk op te bergen
  • Minder temperatuurcontrole dan klassieke airfryers
  • Capaciteit: je bakt niet voor een compleet gezin in één ronde
  • Eén PowerPod: je gebruikt niet twee kommen tegelijk

Eerste indruk

De CRISPi pakt airfryen anders aan: geen dichte mand, maar glazen zogeheten Tempware-schalen met daaraan vastgemaakt handgrepen. Daar bovenop klem je de PowerPod (verwarming + ventilator). In Europa geeft Ninja 1700 watt op als vermogen; dat is meer dan de 1500 watt die het apparaat in de VS heeft.

In de doos vind je een kleine kom van ongeveer 1,4 liter en een grote kom van ongeveer 3,8 liter, beide met zogeheten Crisper Plates om in de schalen te leggen, en bijpassende deksels. Ook levert Ninja een full-colour instructie- en inspiratieboekje mee, met uitgebreide uitleg over de werking, voorbeeldrecepten en tabellen met instellingen en baktijden voor zowel de kleine als de grote schaal. Ninja lijkt de kleine schaal vooral te hebben bedoeld voor snacks en bijvoorbeeld lunchgerechten voor één persoon, terwijl de grote schaal eerder voor avondeten bedoeld is.

©Saskia van Weert

Ninja benadrukt op meerdere plekken dat de CRISPi en de schalen niet alleen bedoeld zijn om eten te airfryen, maar ook om voedsel te marineren. Doe er bijvoorbeeld kip en marinade in, sluit de schaal af met het deksel, zet alles in de koelkast, waarna je tegen etenstijd de kip erin bereidt. Of je dekt na het eten de kliekjes in de schaal af met het deksel en zet het geheel na afkoelen in de koelkast. Dat meervoudige gebruik is even een mindset die je jezelf als gebruiker moet aanleren.

Uitpakken en installatie

Het in elkaar zetten is niet moeilijk: na een eerste keer proberen is het duidelijk. De Crisper Plates moeten elk in hun bijpassende schaal worden gelegd. Ze hebben rubber pootjes aan alle vier de hoeken; deze moeten met de bolletjes omlaag in de schaal worden gelegd, zonder druk uit te oefenen. Druk je te hard of leg je de platen ondersteboven in de schalen, dan kunnen de pootjes loslaten, en die kun je daarna niet meer terugplaatsen.

Gebruik je de kleine schaal, dan plaats je de PowerPod er direct op. Gebruik je de grote schaal, dan zet je eerst de adapter op de schaal en klik je daar de PowerPod in.

Doordat de schalen van glas zijn, kun je in theorie via de zijkant de garing in de gaten houden. In de praktijk is het handiger om de pod tijdens het airfryen op te tillen en van boven te kijken. Dat is sowieso wel makkelijk, omdat je etenswaren tijdens het bakken doorgaans een aantal keer moet omdraaien voor optimaal resultaat.

Bediening en functies

De PowerPod heeft maar een paar drukknoppen. Met de ronde knop kies je een van de vier mogelijke standen: Air Fry, Roast, Recrisp (opnieuw krokant) en Keep Warm. Ninja geeft geen temperaturen op voor de verschillende standen. Air Fry is de hoogste stand met 185 graden, zo vonden we online. Roast is wat minder heet, bedoeld voor bijvoorbeeld vlees. Recrisp is bedoeld voor snacks die afgekoeld of koud zijn en die je wilt oppiepen, en Keep Warm is uiteraard bedoeld om eten op temperatuur te houden.

©Saskia van Weert

Met de ronde knop kies je de gewenste stand, met de plus- en minknop pas je de tijd aan, en met Start gaat alles van start, of juist niet. De opties lichten op zodra de PowerPod goed bevestigd is en je de stekker aansluit. Standaard staat de machine na het aanzetten op Air Fry en 10 minuten.

Alles werkt heel intuïtief. Is de tijd voorbij, dan hoor je een pieptoon en komt er 'End' in het display te staan. De CRISPi gaat niet automatisch uit; dat moet je zelf doen door de stopknop lang ingedrukt te houden of de stekker uit het stopcontact te halen. Doe je dat niet en zet je de Pod na het serveren van het eten weer terug op de schaal, dan begint hij weer doodleuk met 10 minuten Air Fry. Tijdens de testperiode haalden we de stekker daarom maar gewoon uit het stopcontact om stroomverspilling tegen te gaan.

Als je de pod tussentijds optilt om het eten te bekijken of te draaien, dan stopt de pod uiteraard wel. Hij gaat verder als je hem terugplaatst en op Start drukt.

Klein minpunt: je kunt niet twee kommen tegelijk gebruiken; er is één pod. Je kunt de pod natuurlijk wel eerst op de ene schaal zetten en meteen erna op de andere, maar dat zal meestal niet heel praktisch zijn.

Prestaties in de keuken

Tijdens de testperiode is de CRISPi voor werkelijk elk denkbaar doeleinde gebruikt. Niet alleen voor het bakken van diepvriessnacks en patat/friet, maar ook voor het opwarmen van worstenbroodjes, kip met marinade voor de tikka masala, speklapjes, aardappeltjes: alles lukte. Omdat de schalen compact zijn, is voorverwarmen eigenlijk niet nodig. Net als bij alle andere airfryers is het een kwestie van proberen welke stand en welke tijd de beste zijn.

De standen Roast en Air Fry worden in de praktijk het meest gebruikt. Air Fry omdat dit de heetste stand is, en Roast voor zaken die minder snel warm moeten worden, zoals kippenpoten en stukken vlees. Je kunt trouwens ook makkelijk tussendoor de instellingen aanpassen, bijvoorbeeld eerst een tijdje op Roast en daarna 'afgrillen' met Air Fry.

©Ninja

Naast de uitstekende prestaties valt ook het gemak op waarmee je de CRISPi er even bij pakt. Omdat hij klein is en de schalen van glas zijn, oogt hij niet massief, dus kan hij bij veel mensen vast gewoon op het aanrecht staan. Als je de Crisper Plates eruit haalt, kun je de kleine glazen schaal in de grote zetten, en dan de adapter en pod erbovenop. Je hebt dan een betrekkelijk klein stapeltje met bijna alle onderdelen bij elkaar.

©Ninja

Onder de kom en de Pod bevinden zich het hitteschild en een stel harde pootjes, waardoor je ze veilig op het aanrecht of een tafel parkeert. Ninja claimt dat dit ook direct na de bereiding kan, maar gezien de warmte hebben we dat maar niet gedaan. We zetten de pod en de schalen voor de zekerheid liever op onderzetters. De handgrepen blijven wel koel genoeg om de schalen zonder keukenhandschoenen op tafel te zetten.

Schoonmaken & materialen

De glazen kommen, deksels en adapter mogen in de vaatwasser. Glas neemt geen geurtjes op, dus het vuil weekt makkelijk los. De Crisper Plates hebben een (keramische) antiaanbaklaag en alles is PFAS-vrij.

Er is desondanks één schoonmaak-aandachtspunt. De handgrepen lopen onder de schalen door in het hitteschild, en er zit een opening tussen het glas en het zwarte hitteschild. Meerdere malen zaten er toch vegen of kruimels vast tussen het glas en het kunststof. Ik heb dit verwijderd door een lang mes te omwikkelen met keukenpapier en dat tussen de spleet te wringen. Het zou handig zijn als Ninja met een dunne ragger of iets anders zou komen om ook die spleet goed schoon te houden.

Water blijft er soms ook in staan vanuit de vaatwasser, dus om te drogen is het verstandig de schalen op een theedoek schuin tegen een wand te zetten, zodat de druppels eruit kunnen lopen.

Met een siliconen tang haal je je gerechten veilig uit de CRISPi

Je brandt je handen niet en voorkomt krassen op je Crisper Plates

Gebruikerservaringen (NL + internationaal)

Nederlandse gebruikers op fora en websites prijzen vooral het compacte formaat, het relatief geringe geluid en het feit dat je na het koken weinig afwas hebt. De CRISPi verdwijnt zó in een keukenkastje. Een terugkerend puntje is de condens die na het koken soms in de dekselrand blijft hangen; even droogmaken helpt. Ook zagen we regelmatig dat mensen in het begin moesten zoeken naar de juiste tijden, juist omdat je niet per graad kunt instellen.

In professionele reviews uit het buitenland wordt de CRISPi neergezet als een echte kleine-keukenwinnaar: ideaal voor snacks en restjes dankzij de Recrisp-stand. In metingen kwam de thermostaat af en toe zo'n 5 graden Celsius lager uit dan de ingestelde waarde, maar dat had weinig invloed op het eindresultaat. De draagbaarheid wordt overal genoemd: de PowerPod is licht en het geheel is makkelijk te verplaatsen.

©Saskia van Weert

Eindoordeel

De Ninja CRISPi onderscheidt zich met een andere benadering van airfryen: een compacte PowerPod boven op glazen Tempware-schalen met handgrepen. Het meervoudige gebruik (marineren, bereiden, bewaren) maakt de CRISPi functioneel buiten het daadwerkelijke airfryen om. De CRISPi pakt door zijn formaat bovendien snel op en is door zijn geringe omvang makkelijk op het aanrecht te laten staan; onderdelen zijn bovendien compact in elkaar te stapelen.

Er zijn aandachtspunten. Met één Pod kun je niet met twee schalen tegelijk werken, en wie graag per graad regelt, mist die fijnmazigheid. Door het glas kun je de garing volgen, maar in de praktijk is bovenlangs kijken het meest accuraat, te meer omdat tussentijds draaien voor het beste resultaat nodig blijft. Positief is dat schalen en deksels in de vaatwasser kunnen, het materiaal PFAS-vrij is en de handgrepen voldoende koel blijven om zonder handschoenen te serveren.

Alles bij elkaar is de Ninja CRISPi een logische keuze voor wie meestal één tot drie porties bereidt, restjes krokant wil opwarmen en waarde hecht aan glaswerk dat direct de koelkast in kan. Wie juist grote batches en precieze temperatuurregeling zoekt, is beter uit met een klassieke, grotere airfryer. Maar voor dagelijks, compact en veelzijdig gebruik overtuigt de CRISPi absoluut.

▼ Volgende artikel
Microsoft OneDrive op non-actief zetten: pauzeren of toch uitschakelen?
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Microsoft OneDrive op non-actief zetten: pauzeren of toch uitschakelen?

Standaard is de cloudopslag van Microsoft op alle Windows 11-apparaten ingeschakeld. Maar misschien is OneDrive niet je favoriete cloudplatform en wil je deze pauzeren, uitschakelen of zelfs verwijderen. Op deze manieren doe je dat.

In dit artikel lees je:
  • Hoe je OneDrive tijdelijk kunt pauzeren
  • Hoe je OneDrive volledig kunt uitschakelen
  • Hoe je OneDrive van je pc kunt verwijderen

Pauzeren

OneDrive slaat je gegevens op externe servers op. Zorgen over de privacy van je gegevens kan een reden zijn om deze cloudopslag uit te schakelen. Maar ook prestatieproblemen op een ouder systeem of het feit dat je inmiddels de opslaglimiet hebt bereikt, kunnen goede redenen zijn om OneDrive op non-actief te zetten. Via het OneDrive-menu kun je de synchronisatie pauzeren. Klik op de kleine pijl omhoog naast de wifi- en volumeknoppen in de rechterbenedenhoek van het bureaublad om het systeemvak te openen. Selecteer het OneDrive-pictogram en open dan de instellingen via de knop in vorm van het tandwieltje. Hier kun je de optie Synchroniseren onderbreken selecteren. Daarna bepaal je of je OneDrive 2, 8 of 24 uur wilt stopzetten.

Hoelang wil je OneDrive pauzeren?

Uitschakelen

Het is ook mogelijk om de OneDrive-app volledig uit te schakelen. Uiteraard stopt dan de synchronisatie totdat je de app opnieuw inschakelt of totdat je de pc opnieuw opstart. Klik weer op het OneDrive-pictogram in het systeemvak en open de instellingen. Vervolgens kies je opnieuw Synchroniseren onderbreken. Deze keer selecteer je geen tijdsduur, maar ga je onderaan naar de optie OneDrive afsluiten. Dan verschijnt een pop-upbericht met de vraag of je zeker bent, want dan stopt de synchronisatie en worden er niet langer back-ups in de cloud gemaakt. Klik nogmaals op OneDrive afsluiten om te bevestigen.

Bevestig je keuze om OneDrive stop te zetten.

Verwijderen

Wil je voorkomen dat deze dienst ooit nog bestanden naar de cloud uploadt, dan kun je OneDrive ook definitief verwijderen. Ga naar het instellingenvenster van Windows. De snelste manier om daar te komen is om Windows-toets+I in te drukken. In het linkermenu klik je op Apps. Daarna selecteer je in het rechterdeel de optie Geïnstalleerde apps. Vervolgens krijg je een lijst van alle apps die op de pc geïnstalleerd zijn. Je kunt naar OneDrive zoeken via de zoekbalk of je scrolt door de alfabetische lijst tot je bij Microsoft OneDrive komt. Klik op de knop met de drie puntjes naast deze app en selecteer Verwijderen. Wanneer de knop Verwijderen er niet is of lichtgrijs is, kun je in de plaats daarvan de optie Wijzigen selecteren en vervolgens kiezen om de app uit te schakelen. Deze blijft dan permanent uitgeschakeld tot je besluit om OneDrive opnieuw in te schakelen.

Verwijder OneDrive bij de Geïnstalleerde apps.