ID.nl logo
Maak je draadloze netwerk stabieler en sneller
© PXimport
Huis

Maak je draadloze netwerk stabieler en sneller

Het draadloos netwerk is een ongekend succes. Helaas is het niet zo stabiel als een bekabeld netwerk en zeker niet zo snel als routerfabrikanten ons beloven. Met een paar eenvoudige aanpassingen kun je echter veel verbeteren. Ook het onzichtbare wifi laat zich namelijk prima optimaliseren.

Tip 01: Access-point

Optimaliseren begint bij de bestaande infrastructuur. Als je weet wat die kan, kun je soms met een paar kleine aanpassingen al winst boeken. Start de browser en ga naar de configuratiepagina van je router door het IP-adres daarvan in de adresbalk te typen. Druk op Enter.

Log in met de gebruikersnaam en het wachtwoord. Meestal bevat een router ook een draadloos access-point, dat is de zender/ontvanger van het draadloos netwerk. Zoek daarom naar het onderdeel Draadloos of WLAN of Wi-Fi. Kijk bij de instellingen welke protocollen worden ondersteund.

In volgorde van oplopende snelheid zijn dat 802.11a, b, g, n of ac. Kijk ook of je router alleen de 2,4GHz-band ondersteunt of ook de 5GHz-band. En of het een zogeheten dualband-router is die gelijktijdig twee netwerken kan onderhouden, één in de 2,4GHz- en één in de 5GHz-band.

©PXimport

Tip 01 Weet je niet precies wat je router allemaal kan, log dan eens in op de webinterface en grasduin in de mogelijkheden.

Tip 02: Plaatsing

Voor het gebruik zijn de twee belangrijkste kenmerken van een draadloos netwerk de snelheid en de reikwijdte. Deze twee zijn met elkaar verbonden. Staat een apparaat dat het draadloos netwerk gebruikt verder van een access-point af, dan neemt de signaalsterkte af en dalen ook snelheid en stabiliteit van de verbinding. Apparaten die dus een goede verbinding nodig hebben, zet je liefst zo dicht mogelijk bij een access-point.

Muren en plafonds hinderen het draadloos signaal. Ze blokkeren het en absorberen het. Ook al staat een apparaat aan de andere kant van de muur waar het access-point staat, dan toch kan de kwaliteit van het signaal al tekort schieten. De muur verwijderen is geen optie, het access-point verplaatsen soms wel. Door de router te draaien of een paar centimeter te verschuiven, kun je al een flinke verbetering van het signaal bereiken.

Andere trucs zijn de router rechtop te zetten wanneer die ligt of juist andersom. Of wanneer de router over externe antennes beschikt, deze anders te richten.

©PXimport

Tip 02 Beschikt je router zoals deze ASUS RT-AC68U over echte antennes, dan kun je door deze anders te richten een flinke verhoging van de wifi-snelheid bereiken.

Tip 03: Bekabelen

Behalve dat de afstand tot een access-point de snelheid van wifi beïnvloedt, doet het aantal apparaten dat ook. Wifi is namelijk een gedeeld medium. Zodra er meer dan één apparaat het wifi-netwerk gebruikt, delen zij de beschikbare snelheid.

Dit is volledig anders dan bij een bekabeld netwerk waar elk apparaat de maximale (interne) netwerksnelheid heeft en dit ook niet verandert wanneer er apparaten bijkomen of afvallen. Door het aantal apparaten dat het draadloos netwerk gebruikt te verminderen, kun je extra snelheid boeken. Kijk rond in huis welke apparaten via wifi verbonden zijn, terwijl ze eigenlijk altijd op dezelfde plaats staan en ook over een vaste netwerkaansluiting beschikken. Denk hierbij aan een smart-tv, mediaspeler en een NAS.

Probeer zoveel mogelijk van die apparaten op het bekabelde netwerk aan te sluiten. Verbindt ze met een goede netwerkkabel met een van de LAN-poorten op de router of op een aparte switch. Schakel in het apparaat de draadloze netwerkverbinding ook echt uit zodat zeker is dat het apparaat alleen nog de netwerkkabel gebruikt. Moet hiervoor een netwerkkabel dwars door de kamer worden gelegd, ga dan bijvoorbeeld onderlangs door de kruipruimte of werk de kabel weg in een holle plint.

Een andere mogelijkheid is een Powerline-setje te gebruiken om het netwerksignaal via het stopcontact bij het apparaat te krijgen.

©PXimport

Tip 03 De 1000 megabit per seconde Full Duplex van een bekabeld netwerk is een snelheid die draadloos alleen in theorie haalbaar is.

Tip 04: Oude standaarden

Andere 'vervuilers' van wifi zijn apparaten die alleen een oude standaard ondersteunen. Zeker oudere type routers hebben het moeilijk wanneer zij meerdere standaarden naast elkaar uitvoeren, de zogeheten mixed modus. Beter is het zo'n router in modus 'N Only' of bij een nog ouder model in modus 'G Only' te zetten.

De eerste mogelijkheid is apparaten die alleen de oude standaard ondersteunen over te zetten naar een kabelverbinding. Voor niet-Windows-apparaten is dat vaak de enige mogelijkheid. Windows-pc's en notebooks profiteren van de mogelijkheid via een driver nieuwe hardware te ondersteunen. Pc's en notebooks kunnen middels een wifi-adapter in usb-formaat worden geüpdatet naar nieuwere wifi-standaarden. De pc of notebook wordt dan zelf sneller.

Minstens zo belangrijk is dat wanneer er geen apparaten meer zijn die nog 802.11g nodig hebben, deze standaard op de router uitgeschakeld kan worden. Hierdoor wordt de kwaliteit van het wifi-signaal beter en de snelheid van het netwerk wordt hoger.

©PXimport

Tip 04 Pc's en notebooks zijn relatief gemakkelijk te upgraden doordat er voor Windows vaak ruim drivers worden meegeleverd.

Tip 05: Een nieuwe router

Ondersteunen je apparaten wel nieuwere standaarden dan 802.11g, maar je router niet, dan is een nieuwe router onvermijdelijk. De 802.11g-standaard is te langzaam om bijvoorbeeld muziek en HD-films te streamen.

Sinds de introductie van 802.11g in 2003 zijn er belangrijke verbeteringen in de draadloze netwerktechniek doorgevoerd zowel voor snelheid, stabiliteit als beveiliging. De keuze voor dit moment is tussen 802.11n (de bewezen standaard) en 802.11ac (de nieuwe standaard). Belangrijk is dat de apparaten in het netwerk in elk geval een van deze standaarden ondersteunen.

De kans dat je computers en smartphones 802.11ac ondersteunen is bijna nul, die voor Apple-apparaten zoals iPad en iPhone zelfs helemaal nul. Toch kan het interessant zijn om een AC-router te nemen, immers: ze presteren goed, ondersteunen gelijktijdig de 2,4GHz- en de 5GHz-band en zijn voorbereid op de toekomst. Een goede opties zijn bijvoorbeeld de ASUS RT-AC68U of Sitecom X8 AC1750, twee AC-routers die goed uit verschillende tests kwamen.

Kies hoe dan ook voor een dualband-router die parallel de 2,4Ghz- en de 5GHz-band kan gebruiken.

©PXimport

Tip 05 Als een verouderde router de bottleneck is van het wifi-netwerk, dan is een nieuwe 802.11n- of 802.11ac-router de beste investering.

Tip 06: 80211n of 802.11ac?

802.11ac is de nieuwste wifi-standaard en de opvolger van 802.11n. 802.11ac moet natuurlijk sneller zijn dan zijn voorganger en doet dat door uitsluitend de 5GHz-band te gebruiken. 802.11n kan maar drie kanalen gebruiken in de 2,4GHz-band, 802.11ac heeft in de 5GHz-band tot 23 van die kanalen ter beschikking. Bovendien kan 802.11ac acht kanalen bundelen tot één datastroom, in 802.11n maar drie.

Is 802.11ac daarom automatisch altijd de beste keuze? Nee, zeker niet. De 5GHz-band is veel gevoeliger voor muren en plafonds dan de 2,4GHz-band, waardoor een 802.11ac-router in principe een minder goed bereik heeft dan een 802.11n-router. Tenzij de fabrikant investeert in zwaardere antennes of 'beamforming' toevoegt. Bij beamforming bepalen access-point en netwerkapparaat samen de beste verbindingskwaliteit. Deze functie is echter optioneel en zal door de complexiteit ervan in veel 802.11ac-access-points juist ontbreken.

Verder is de 802.11n-standaard van nu niet meer dezelfde 802.11n-standaard van de introductie. De eerste 802.11n-routers werkten enkel op de 2,4GHz-band en met maar één van de eerder genoemde kanalen per datastroom, de nieuwere 802.11n-routers zijn dualband en ondersteunen zowel de 2,4GHz als de 5GHz-band en tot drie datastromen. Doordat 802.11n eerder compatibel zal zijn met de apparaten in je netwerk en mogelijk een beter bereik heeft, kan het in bepaalde gevallen ook een goede keuze zijn.

Beveiliging

Beveiliging is geen direct onderdeel van optimalisatie. Toch is het te belangrijk om buiten beschouwing te laten. De beveiliging van het draadloos netwerk begint met het veranderen van het standaardwachtwoord van de router. Sommige routers behandelen dit tijdens de installatie als stap in de wizard, andere niet.

Log dan in op de webinterface van de router en kijk naar Instellingen / Wachtwoord router of Gebruikersbeheer / Admin-wachtwoord. Vaak is er geen ander beheerdersaccount mogelijk dan de 'admin', dus zet er een goed en moeilijk wachtwoord op. Belangrijk is ook dat je het beheer vanaf internet uitschakelt en liefst ook beheer via wifi. In router-termen is dat vaak Disable webaccess from WAN/WLAN of beperk de beheertoegang tot één specifiek IP-adres.

Kies tot slot bij de draadloze netwerken voor WPA2-Personal met AES-encryptie als beveiliging en typ ook daar een sterk wachtwoord als encryptiesleutel.

Tip 07: Signaal verlengen

Wil je het signaal van het draadloos netwerk verlengen tot een plek in huis of tuin waar nu geen goede ontvangst is, dan kun je kiezen voor een range-extender (ook wel wifi-genoemd). Zo'n extender pakt het signaal op en stuurt het weer door. Daarbij wordt het signaal weer versterkt, waardoor het verder komt dan het signaal van het basisstation.

©PXimport

Tip 07 Met een programma als InSSIDer kun je een goede plaats bepalen om een range-extender te plaatsen.

Een extender heeft om zijn werk goed te kunnen doen, zelf ook een behoorlijk goed signaal nodig. Plaats de extender daarom niet aan de rand van het netwerk waar het oorspronkelijke signaal al zwak is, maar zoek een plek in de richting van waar je het netwerk naartoe wil uitbreiden, maar waar het signaal nog voldoende krachtig is. Een programma zoals InSSIDer helpt daarbij. Download de pc-versie. Nog handiger is de versie voor tablet of smartphone uit een app-store te halen.

©PXimport

Tip 07 Om het bereik van het wifi-signaal te vergroten gebruik je een wifi-extender.

Start InSSIDer en selecteer het netwerk dat je wil observeren. Kies voor I am optimizing this network. Op het tabblad 2,4GHz of 5GHz zie je de netwerken en hun sterkte grafisch weergegeven. Hoe hoger een staaf in de diagram, hoe sterker het signaal. Ook kun je kijken op het tabblad Networks. Je ziet van elk netwerk de sterkte. Door nu met de tablet of smartphone rond te lopen in de richting van waar je de extender wil plaatsen, kun je de plek zoeken waar het signaal nog goed genoeg is voor de extender.

©PXimport

Tip 07 Het uitgerekte netwerk krijgt dezelfde beveiliging als het netwerk op het access-point.

Tip 08: Extender is trager

Elke range-extender is onderdeel van het draadloze netwerk dat het verlengt. Binnen een draadloos netwerk mag altijd maar één apparaat zenden. Wanneer een netwerkpakketje van de router naar een tablet wordt verstuurd die verbonden is via de extender, dan gaat dit langzamer dan wanneer de tablet direct met de router verbonden is.

Zolang de extender datapakketjes stuurt naar de tablet, moet de router namelijk wachten tot het zenden van de extender klaar is. Een wifi-extender is daardoor altijd de helft langzamer dan de snelheid van het netwerk dat het versterkt. Behalve wanneer de extender voor het zenden en ontvangen gescheiden banden gebruikt: bijvoorbeeld wanneer het met de 2,4GHz-band onderdeel is van het eigenlijke netwerk en via de 5GHz-band communiceert met de pc's en tablets. Dit heet 'cross-band' en nog maar weinig range-extenders bieden dit aan.

Een voorbeeld van een extender die dit wel ondersteunt, is de Netgear WN2500RP.

Tip 09: Extra access-point

Een goed alternatief voor een extender is een tweede access-point. Daar kun je een oude router voor gebruiken. Mogelijk heeft die een mogelijkheid om alleen als access-point te fungeren. Maar wat altijd werkt, is een router-routerkoppeling maken. Je verbindt dan een oude router met een netwerkkabel met een LAN-poort van de nieuwe router. Daarna configureer je op die oude router een nieuwe IP-reeks en een eigen draadloos netwerk.

Ga als volgt te werk, maar let op: het kan zijn dat menu-items in je router net wat anders heten. Het is soms even zoeken. Sluit de oude router aan op het stroomnet, maar nog niet op het netwerk. Schakel de router in en wacht tot deze volledig is opgestart. Sluit dan een pc aan op één van de LAN-poorten van de oude router. Start je browser en log in op de oude router. Ga naar de instellingen voor de Internetverbinding en kies daar voor Automatische configuratie (DHCP). Ga dan naar de instellingen voor het Lokale netwerk of LAN. Hier configureer je als IP-adres router een ander adres (!) dan je in je thuisnetwerk gebruikt.

Bijvoorbeeld, gebruikt je thuisnetwerk de reeks 192.168.0.1 tot en met 192.168.0.254, dan gebruik je hier bijvoorbeeld 192.168.1.1. Ook pas je de reeks aan die de oude router gebruikt voor zijn DHCP-server. Die moet dan in de reeks van 192.168.1.1 tot en met 192.168.1.254 liggen, bijvoorbeeld 192.168.1.100 tot en met 192.168.1.150.

©PXimport

Tip 09 Zet de internetverbinding naar DHCP en configureer voor het nieuwe netwerk een eigen reeks.

Tip 10: Aparte wifi-naam

We gaan verder vanaf de vorige tip: log uit van de webinterface van de oude router. Start de pc opnieuw op. Controleer of je internetverbinding hebt. Dat zou nu moeten werken. Log dan weer in met je browser op de webinterface van de oude router.

Ga naar de instellingen voor Beveiliging en schakel de firewall Uit. Hiermee zorg je ervoor dat de twee netwerken in je huis optimaal samen gebruikt kunnen worden. Ga dan naar het onderdeel Draadloos en configureer hier een tweede draadloos netwerk. Geef het een andere naam, vermeld in de naam bijvoorbeeld het protocol dat dit netwerk gebruikt, bijvoorbeeld ZolderG. Dankzij de naam weet je voortaan dat je op zolder het oudere netwerk gebruikt, trager maar wel met een goede verbinding. Configureer het draadloos netwerk verder precies zoals je gewend bent, met alle verdere beveiligingsmaatregelen.

Je kunt de MAC-filtering gebruiken om nieuwere apparaten die je niet met deze tragere oude router wil verbinden, uit te sluiten door hun MAC-adres niet op te nemen in de lijst met toegestane apparaten.

©PXimport

Tip 10 Configureer op de oude router aparte draadloze netwerken met een duidelijk herkenbare naam.

▼ Volgende artikel
Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11
© ID.nl
Huis

Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11

Iedereen gebruikt het gewone Startmenu van Windows 11. Je vindt er apps, instellingen, aanbevelingen en tegels. Overzichtelijk, maar je moet soms flink doorklikken voordat je eindelijk bent waar je zijn wilt. Kan dat niet handiger? Zeker: er bestaat ook een tweede Startmenu: een stuk eenvoudiger en vooral sneller. Waar je het vindt en hoe je het gebruikt, lees je in dit artikel.

Het verborgen tweede Startmenu van Windows 11

We geven toe: 'verborgen' is misschien iets te sterk uitgedrukt. Maar feit blijft dat de meeste mensen het nog niet zullen kennen, simpelweg omdat Microsoft zelf er nooit actief de aandacht op heeft gevestigd. Hoog tijd om dit superhandige Windows 11-onderdeel te leren kennen – én te gaan gebruiken!

Lees ook: Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Gewone Startmenu versus verborgen Startmenu

Het gewone Startmenu van Windows 11 is het startpunt voor de meeste gebruikers. Hier vind je je apps, recente bestanden, een zoekbalk en knoppen voor instellingen en afsluiten. Het menu is visueel ingericht, met tegels en iconen, en richt zich vooral op dagelijks gebruik.

©ID.nl

Het reguliere Startmenu is overzichtelijk, maar je moet nog wel doorklikken wanneer je op zoek bent naar Instellingen.

Het verborgen Startmenu ziet er heel anders uit. Geen tegels of visuele opsmuk, maar een compacte lijst met systeemfuncties. Denk aan apparaatbeheer, taakbeheer, netwerkverbindingen en terminal. Dit menu is vooral bedoeld voor wie snel iets wil aanpassen, controleren of oplossen.

Zo open je het verborgen Startmenu

De makkelijkste manier is simpelweg met de rechtermuisknop op de Startknop klikken (onderaan je scherm, links). Meteen verschijnt een menu met een lijst vol snelkoppelingen. Geen wachttijd, geen vertraging: het menu reageert direct.

Gebruik je liever het toetsenbord? Druk dan op Windows-toets + X. Deze sneltoets werkt overal in Windows, zelfs midden in een programma. Handig op een laptop, zeker als je geen muis bij de hand hebt.

Werk je op een touchscreen? Tik dan op de Startknop en houd die een paar seconden vast. Zodra Windows dit herkent als een 'lang tikken', verschijnt het menu automatisch.

Hoe je het ook opent, de inhoud is altijd gelijk. Het menu komt standaard naast de Startknop in beeld, dus je hoeft nooit te zoeken.

💡Door de Donkere Modus in te stellen (via Instellingen -> Persoonlijke instellingen -> Kleuren) krijgt het tweede Startmenu een donkere achtergrond. Dat zorgt ervoor dat het onderscheid met eventueel geopende programmavensters wat groter wordt.

Wat vind je in dit tweede Startmenu?

Alles wat je anders via Instellingen of het Configuratiescherm moet opzoeken, staat hier bij elkaar. In plaats van losse snelkoppelingen of visuele tegels, toont dit menu een strakke lijst.

Zo kom je met één klik bij Apparaatbeheer, Schijfbeheer, Taakbeheer, Netwerkinstellingen of PowerShell. Handig als je iets wilt aanpassen, controleren of snel een probleem moet oplossen.

Microsoft heeft de functies logisch gegroepeerd. De bovenste opties gaan over apps en energiebeheer, daaronder volgen tools voor systeembeheer en netwerkverbindingen. Verder naar beneden vind je opdrachten voor afsluiten of afmelden. Je herkent ze aan hun vertrouwde namen, wat zoeken overbodig maakt. Een voorbeeld: als je software wilt verwijderen, hoef je niet naar Instellingen > Apps > Geïnstalleerde apps. Je kiest gewoon 'Geïnstalleerde Apps' uit het menu en je bent er meteen.

©ID.nl

Via het tweede Startmenu heb je meteen toegang tot allerlei systeemtools waarvoor je anders zou moeten zoeken in Instellingen of in het Configuratiescherm.

Waarom het tweede Startmenu zo handig is

Hoewel de systeemtools die je via het tweede Startmenu kunt bereiken voor veel mensen Windows-onderdelen zijn die ze niet zo vaak zullen gebruiken, is het toch handig dt je ze direct 'onder de knop' hebt zitten. Stel: je hebt wifi-problemen. In plaats van drie keer klikken door Instellingen kun je direct 'Netwerkverbindingen' openen. Of je wilt zien of een usb-stick goed wordt herkend. Dan hoef je alleen maar te klikken op 'Apparaatbeheer'. Voor wie vaker met systeeminstellingen werkt, is dit menu eigenlijk helemaal onmisbaar. Je hoeft geen sneltoetsen te onthouden of eindeloos door menu's te klikken. Alles wat je vaak gebruikt zit binnen handbereik. En ook als je het niet dagelijks gebruikt, is het handig om te weten dat het er is. Het scheelt je hoe dan ook veel tijd en zoekwerk.

Ook fijn: het menu ziet er op elke Windows 11-pc hetzelfde uit. Of je nu thuis werkt, op kantoor zit of iemand anders helpt: je weet precies waar je moet zijn.

Dus?

Het verborgen Startmenu is een van de meest praktische onderdelen van Windows 11. Het geeft je directe toegang tot systeemfuncties en tools waarvoor je anders moet doorklikken en waar je naar moet zoeken. Het is geen vervanger van het gewone menu, maar een aanvulling voor wie meer uit z'n systeem wil halen. Of je nu snel iets wilt aanpassen, een probleem onderzoekt of gewoon minder wilt klikken: het tweede Startmenu maakt het net een stuk makkelijker!

⬇️Scrol omlaag en bekijk welke onderdelen je in het tweede Startmenu vindt en wat je ermee kunt


Menu-onderdeelFunctieWat je ermee kunt
Geïnstalleerde appsSoftware beherenProgramma's verwijderen of aanpassen
MobiliteitscentrumSnel toegang tot laptopinstellingenHelderheid, volume, batterijmodus, schermprojectie en presentatiemodus aanpassen
EnergiebeheerEnergie-instellingen beherenInstellen hoe je laptop omgaat met batterij, schermtijd, slaapstand en aan-uitknoppen
LogboekenSysteemlogboeken bekijkenBekijken van systeemgebeurtenissen, waarschuwingen en foutmeldingen
SysteemSysteeminformatie bekijkenSysteemtype, prestaties en apparaatdetails bekijken
ApparaatbeheerHardware beheren en drivers controlerenApparaten beheren, stuurprogramma's bijwerken en hardwareproblemen oplossen
NetwerkverbindingenNetwerkinstellingen aanpassenWifi- en ethernetinstellingen beheren of aanpassen
SchijfbeheerPartities en schijven beherenSchijven formatteren, partities aanmaken of volumes wijzigen
ComputerbeheerGeavanceerd systeembeheerToegang tot gebruikersbeheer, logboeken en taakplanning
TerminalOpdrachtregel openenPowerShell of opdrachtprompt openen voor systeembeheer
Terminal (Beheerder)Opdrachtregel openen als beheerderZelfde als Terminal, maar met beheerdersrechten
TaakbeheerProcessen en prestaties beherenTaken beëindigen, opstartprogramma's beheren en prestaties volgen
InstellingenSysteeminstellingen openenAlle standaard Windows-instellingen openen
VerkennerBestanden en mappen openenNavigeren door mappen en bestanden op je pc
ZoekenZoeken in apps, bestanden en instellingenZoeken naar programma's, documenten of instellingen
UitvoerenProgramma's of opdrachten handmatig startenSnel programma's starten via bestandsnaam of commando
Afsluiten of afmeldenSysteem afsluiten, opnieuw opstarten of afmeldenKeuzes voor slaapstand, afsluiten of opnieuw opstarten maken
BureaubladAlle vensters minimaliseren om bureaublad te tonenSnel terug naar het bureaublad zonder vensters te sluiten

Losse muis nodig?

(dat werkt soms net wat handiger)

▼ Volgende artikel
Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon
© Shi
Huis

Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon

Van buiten oogt hij misschien smetteloos, maar vanbinnen kan je wasdroger behoorlijk smerig zijn. Warmte, vocht en pluis vormen namelijk de perfecte broedplek voor bacteriën en schimmels. En dat ruik je. Bovendien werkt een vervuilde droger minder goed én verbruikt hij meer energie. Tijd om in actie te komen: met dit 8-stappenplan houd je jouw wasdroger schoon, fris en in topconditie!

In dit artikel lees je:

  • Waarom het belangrijk is om je wasdroger schoon te maken
  • Hoe vaak je dat idealiter moet doen
  • Een stappenplan om je wasdroger grondig schoon te maken
  • Handige schoonmaaktips voor specifieke onderdelen
  • Welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn
  • Antwoord op veelgestelde vragen over wasdroger schoonmaken

Ook interessant: 9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Een wasdroger draait op hoge temperaturen en heeft continu te maken met vocht. Ideale omstandigheden voor ongewenste gasten zoals schimmels en bacteriën. Tel daar opgehoopte pluisjes en resten wasmiddel bij op, en je snapt waarom je wasdroger soms muf ruikt of er langer over doet dan normaal. Regelmatig schoonmaken voorkomt vieze luchtjes, verlengt de levensduur én maakt je droger zuiniger.

Wanneer moet je de wasdroger schoonmaken?
Experts adviseren om je wasdroger om de 3 à 4 maanden grondig schoon te maken. Doe je dat niet, dan is eens per jaar zeker een must. Je zult merken dat je wasdroger na het schoonmaken weer werkt als nieuw. De meeste storingen worden trouwens ook verholpen met een goede schoonmaakbeurt.

Een schone droger in 8 simpele stappen

1. Stekker eruit

Voordat je iets doet, trek je de stekker uit het stopcontact. Veiligheid voorop!

2. Pluizenfilters legen

Open het klepje onderin en haal de filters eruit. Meestal zijn dat er twee: een pluizenfilter en een condensfilter. Spoel ze af onder de kraan en laat ze goed drogen voordat je ze terugplaatst.

3. Condensor schoonmaken

Achter een apart klepje aan de voor- of achterkant zit de condensor. Haal stof en pluis voorzichtig weg met een vochtige doek. Vergeet ook de randjes en het klepje zelf niet.

4. Afvoerslang controleren

Koppel de slang los (als jouw droger die heeft) en check of er geen verstopping in zit. Spoel hem goed door en maak de binnen- en buitenkant schoon. Zet hem daarna weer stevig terug.

5. Binnenkant afnemen

Gebruik een zachte, vochtige doek om de binnenzijde van de trommel schoon te maken. Voor hardnekkige vlekken kun je een beetje allesreiniger gebruiken. Vergeet ook de rubber rand niet.

6. Buiten schoon, net als binnen

Neem de buitenkant van de machine af met een vochtige doek. Gebruik wat allesreiniger voor de zijkanten en voorkant, maar houd het bedieningspaneel liever droog of gebruik een licht vochtige doek.

7. Deurtje open laten

Laat na het schoonmaken de deur een tijdje openstaan. Zo kan de binnenkant goed drogen en voorkom je dat er schimmel ontstaat.

8. Lege droogbeurt draaien

Tot slot: draai een heet droogprogramma zonder was erin. Hiermee droog je de laatste vochtresten en geef je eventuele bacteriën geen kans.

Belangrijk bij het schoonmaken:

  • Maak alle afneembare onderdelen regelmatig schoon, zoals filters en condenser.
  • Gebruik milde schoonmaakmiddelen en voorkom schurende materialen.
  • Droog alle onderdelen goed voordat je ze terugplaatst.
  • Voer na elke schoonmaakbeurt een lege droogcyclus uit.
  • Ventileer je wasdroger goed na gebruik en reiniging.

©Shi

Hoe vaak moeten onderdelen worden gereinigd?

Niet alle onderdelen hoeven even vaak gereinigd te worden. Dit schema geeft een indicatie:

  • Pluizenfilters: om de 1 à 2 maanden
  • Condensor: 2 à 4 keer per jaar
  • Afvoerslang: 2 à 4 keer per jaar
  • Binnenzijde trommel: 2 à 4 keer per jaar
  • Buitenzijde: indien nodig

Merk je toch geurtjes op of neemt de droogprestatie van je wasdroger af? Voer dan een extra schoonmaakbeurt uit.

Schoonmaaktips voor specifieke onderdelen

Voor sommige onderdelen van je wasdroger zijn speciale schoonmaaktips. We zetten ze voor je op een rijtje.

Condensorkit reinigen
Week de lamellen 15 minuten in een sopje van warm water en afwasmiddel.
Spoel met water en wrijf de lamellen schoon.
Spoel na met schoon water en laat goed drogen voordat je terugplaatst.
Wasmiddelbakje reinigen
Maak wekelijks het bakje leeg en spoel schoon.
Week jaarlijks in warm water met afwasmiddel. Wrijf daarna schoon met een borstel.
Spoel goed na en laat drogen voor je terugplaatst.
Deurrubber reinigen
Veeg maandelijks stof en pluis van het rubber af.
Reinig jaarlijks grondig met warm sopje en spons.
Spoel na en dep droog met zachte doek.

©detry26

Schoonmaakmiddelen: wat gebruik je wel (en liever niet)?

Voor het grondig reinigen van je droger zijn er speciale producten op de markt. Denk aan schoonmaakmiddelen die vet, kalk en vuil aanpakken zonder onderdelen aan te tasten. Let altijd goed op of het middel geschikt is voor jouw type droger.

Ook populair zijn reinigingstabletten of -strips die je in de trommel legt voordat je een schoonmaakprogramma start. Die lossen nare geurtjes en aanslag op, maar gebruik ze niet te vaak. Overmatig gebruik kan het rubber en de binnenkant aantasten.

Liever een natuurlijk alternatief? Meng dan 5 eetlepels citroenzuur met een liter warm water en giet het in de wasmiddellade. Laat vervolgens een heet programma draaien. Goed voor je droger én het milieu.

Veelgestelde vragen over drogers schoonmaken

Kan ik een stoomreiniger gebruiken?

Nee. De hitte en vocht van een stoomreiniger kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik altijd een microvezeldoekje met wat sop.

Wat te doen bij zwarte schimmel?

Reinig grondig de rubberen rand, filters en afvoerslang. Gebruik eventueel azijn als nabehandeling en draai daarna een heet programma. Herhaal dat regelmatig.

Waarom ruikt mijn schone was muf na het drogen?

Waarschijnlijk is je droger toe aan een schoonmaakbeurt. Begin bij het filter en de condensor en werk alles stap voor stap af. Vergeet ook de afvoerslang en het draaien van een heet leeg programma niet. Als dat allemaal niet helpt en de droger is al wat ouder, is het misschien tijd om uit te kijken naar een nieuw exemplaar.