ID.nl logo
In 10 stappen overal snel internet
© PXimport
Huis

In 10 stappen overal snel internet

Draadloos internet is inmiddels zozeer de norm dat we de nadelen ervan graag vergeten. Maar wifi heeft een aantal onmiskenbare zwaktes die maar moeilijk op te lossen zijn, hoezeer de producenten van routers en accesspoints hun best ook doen. Heb je genoeg van de vaak matige dekking, lage snelheid en moeizame beveiliging, gebruik dan een van de beschikbare alternatieven om wel overal in en om het huis veilig en snel internet te krijgen.

Snelheid, stabiliteit, veiligheid en bereik zijn belangrijke kwaliteiten waaraan een draadloos netwerk moet voldoen. De eerste generaties wifi-routers scoorden eigenlijk op al deze punten slecht, maar tegenwoordig zijn de routers flink verbeterd. Het bereik blijft echter een zwak punt en elk huis heeft wel plekken waar geen of nauwelijks ontvangst is. Routerfabrikanten zetten daarom nu massaal in op mesh-techniek waarbij je met meerdere, intelligent samenwerkende stations een volledige dekking bereikt. De eerste resultaten zijn best goed, maar perfect zijn ze nog niet. Bovendien moet je om met mesh-techniek te beginnen, alle bestaande netwerkspullen vervangen en dat kan aardig in de papieren lopen. Gelukkig zijn er ook alternatieven waarmee je ook overal in huis een goede netwerkverbinding krijgt. In deze how to gaan we aan de slag met de simpelste oplossingen.

01 Good old … netwerkkabel

Voor smartphones en tablets is wifi de enige mogelijkheid om verbinding met het thuisnetwerk te maken, voor veel andere apparaten zoals pc’s, gameconsoles en smart-tv’s geldt dat niet. Deze apparaten worden meestal gemakshalve via wifi aangesloten, maar kunnen vaak ook via een netwerkkabel worden verbonden. Een actie waar bovendien ook de wifi van profiteert, want minder gebruikers maakt het draadloze netwerk sneller. En het mooie is: alles dat je hiervoor nodig hebt, is meestal gewoon in huis aanwezig. Voor elk apparaat dat je wilt overzetten naar een eigen netwerkaansluiting, heb je een vrije netwerkaansluiting op je router of switch, en een netwerkkabel nodig.

©PXimport

02 Over kabels

Netwerkkabels kun je bij elke computer- of doe-het-zelf-winkel kopen. Let wel op, er zijn veel verschillende kabels met heel uiteenlopende prijzen. Netwerkkabels worden gemaakt volgens bepaalde specificaties die verschillende snelheden ondersteunen. De meest gangbare kabel is de cat5e- of cat6-kabel. Beide ondersteunen snelheden tot 1000 Mbit/s (gigabit) maar cat 6 kan in theorie nog sneller en is op korte afstanden ook geschikt voor 10 Gbit/s. Wil je echt voorbereid zijn op 10 Gbit/s, dan kun je overigens beter het duurdere cat 6a kiezen. Voor thuis is cat 5e vooralsnog voldoende.

Een ander aspect om rekening mee te houden is het type kabel, waarbij je kunt kiezen tussen een vaste (solid) of soepele (stranded) kern. Gebruik je een kabel om een verbinding te maken naar een apparaat zelf, dan is een soepele kabel het handigste. Patchkabels met aan beide kanten een stekkertje zijn overigens altijd soepel. Werk je de kabel weg in de muur of achter een plint en monteer je die af op een wandcontactdoosje of patchpaneel, dan heb je een kabel met vaste kern nodig. Zo’n kabel koop je doorgaans op een rol en knip je zelf op lengte.

©PXimport

03 Verbinding maken

Om verbinding met het netwerk te maken, steek je de ene kant van de kabel in een vrije poort op de router en de andere in het aan te sluiten apparaat. Na een paar seconden is de verbinding actief en is het apparaat online. Blijft het apparaat de oude verbinding gebruiken, dan moet je de omschakeling naar de netwerkkabel forceren door de wifi-functie uit te schakelen. Sommige apparaten hebben een schakelaar om de wifi-functie uit te zetten, maar meestal moet je even in de configuratie duiken. De manier waarop verschilt per apparaat. Is de optie onvindbaar, dan kun je nog proberen de draadloze netwerkkaart van het apparaat op de router te blokkeren. Dit kan door op het wifi-netwerk de zogeheten mac-filtering in te schakelen. Elke netwerkkaart heeft een uniek mac-adres, dat er bijvoorbeeld uitziet als 00:1C:6F:E2:21:D6. Noteer het mac-adres van de wifi-netwerkkaart op een papiertje. Log dan in op de router en zoek de opties voor het draadloos netwerk. Klik op een optie als Beveiliging / Mac-filtering. Zet het mac-adres in de lijst met mac-adressen en kies ervoor het apparaat met dat adres te blokkeren. Misschien schakelt het apparaat nu over op de netwerkkabel, maar het kan ook dat de verbinding geheel wegvalt. Check dan of je netwerkkabel goed is (zie ook het kader ‘Stekkertje uit de muur’)

©PXimport

04 Langere kabels?

De plekken met slecht wifi zijn vaak ook de uithoeken van het huis. Om daar een netwerkkabel naartoe te krijgen is lastig, maar niet onmogelijk. Belangrijk is dat je goed nadenkt over de beste route voor de kabel. Moet deze echt naar een andere hoek, kijk dan of je de netwerkkabel achter een plint kunt wegleggen. Voor een verbinding naar een andere verdieping is het misschien mogelijk de kabel met een trekveer door een al bestaande buis te trekken. Voor echt lange verbindingen kun je de kabel door de kruipruimte van het huis trekken. Zorg er in alle gevallen voor dat de kabel bij de aanleg niet beschadigd raakt en geen scherpe bochten maakt. Elke knik heeft negatieve impact op de kwaliteit en snelheid van het signaal. Komt de kabel onder het huis door, leg deze dan in een waterdichte pvc-buis om de invloed van kou en water te beperken. Je monteert de kabel met vaste kern af op een wandcontactdoosje of patchpanel. Hier lees je hoe dat moet.

©PXimport

Stekkertje uit de muur

Het beste en netste zijn netwerkkabels met een vaste kern in de muur, die je afmonteert op wandcontactdoosjes. Wil je kosten besparen, dan kun je eventueel ook een soepele kabel gebruiken waar je stekkertjes op zet. Moet een kabel die al voorzien is van stekkers door een buis of gat in de muur, knip dan één van de stekkers eraf. Trek vervolgens de kabel naar de juiste plek en zet er een nieuwe stekker aan. Dit laatste is niet moeilijk, maar wel even iets om goed uit te voeren. Een foute aansluiting zorgt er namelijk voor dat de verbinding of niet werkt of veel stoort. Om een nieuwe connector aan een netwerkkabel te zetten, heb je een nieuwe utp-stekker en een utp-tang nodig. Zet de twee mesjes die op bijna elke utp-tang zitten op het omhulsel van de kabel en snijd dit ronddraaiend door. Verwijder het omhulsel. Je ziet nu verschillende gekleurde draden. Deze hoef je niet te strippen (!) maar moet je alleen netjes recht drukken en naast elkaar leggen. De juiste volgorde is belangrijk, van links naar rechts: oranje/wit, oranje, groen/wit, blauw, blauw/wit, groen, bruin/wit, bruin. Knip de draden nu op ongeveer een centimeter van het einde van het omhulsel, recht af. Schuif de stekker over de draden, zodat elk op de juiste volgorde in de hoesjes in de stekker schuift. Dit is best lastig en vereist soms meerdere pogingen. Zit alles goed, zet dan de utp-tang op de stekker en knijp deze goed samen. De kabel is weer klaar voor gebruik. Hier lees je meer over het knijpen van een stekkertje op een netwerkkabel.

05 Geen poorten vrij

Zijn er niet voldoende lan-poorten vrij op de router om alle apparaten aan te sluiten, breid je netwerk dan uit met een switch. Op een switch kun je meerdere apparaten aansluiten. Er zijn switches met vier, acht of nog meer poorten. Koop altijd een gigabit-switch, alleen dan geniet je van maximale snelheid. Haal een van de apparaten die direct op een lan-poort van de router is aangesloten los en steek een nieuwe kabel in de router. Steek het andere einde van de kabel in een van de poorten van de switch en daarna steek je de kabel die je losmaakte van de router in een andere poort op de switch. Vervolgens kun je net zoveel andere apparaten aansluiten op de switch als er vrije poorten zijn. Zet de switch op een slimme plek. Staan ergens veel apparaten bij elkaar, zet dan daar de switch neer en verbind al die apparaten met de switch. Je hoeft dan maar één kabel naar de router te trekken. De meeste switches zijn ‘unmanaged’ en kun je aanschaffen voor een paar tientjes. Sommige duurdere switches zijn ‘managed’ en hebben een webinterface waarin je nog instellingen kunt configureren. Voor een normaal thuisnetwerk is dat doorgaans niet nodig.

©PXimport

06 Via het stopcontact

Helaas is het niet altijd praktisch om een netwerkkabel te trekken naar alle plekken waar het wifi-netwerk niet voldoet. Voor deze plekken moet je een alternatieve techniek gebruiken. De bekendste is powerline. Powerline is een techniek die de elektriciteitsbekabeling tussen de stopcontacten in huis gebruikt om een netwerkverbinding te maken. Anders dan bij een router of switch, heb je bij powerline altijd twee adapters nodig. De eerste verbind je met de router en steek je daarna in het stopcontact. De tweede steek je in het stopcontact op de plek waar je een beter netwerk nodig hebt. Op die laatste sluit je dan een apparaat of wifi-accesspoint aan. Je kunt het powerline-netwerk uitbreiden met extra adapters en zo overal in huis waar een stopcontact zit eenvoudig een snelle netwerkverbinding maken.

©PXimport

07 Waarop letten

Behalve het type adapter (met of zonder stopcontact en met of zonder wifi-accesspoint), zijn er nog wel meer kenmerken om bij de aanschaf van een powerline-adapter op te letten. De belangrijkste is de snelheid. Powerline is de afgelopen jaren stapsgewijs steeds sneller geworden. Het snelst zijn de adapters met de HomePlug AV2-standaard die een theoretische bandbreedte tot 1200 Mbit/s of 2000 Mbit/s hebben. De minder snelle modellen hebben een maximumsnelheid van 1000, 600, 500 of 200 Mbit/s. Binnen HomePlug AV2 zijn er twee typen: er is HomePlug AV2 siso en HomePlug AV2 mimo. Mimo is hiervan de snelste maar ook de duurste en wordt afhankelijk van de chipsetfabrikant op de markt gezet als 1200 of 2000 Mbit/s. Een mimo-adapter gebruikt, anders dan een siso-adapter, ook de randaarde van het elektriciteitsnetwerk en kan daardoor twee dataverbindingen opzetten. In de praktijk halen de beste siso-adapters zo’n 190 Mbit/s onder goede omstandigheden terwijl de mimo-adapters zo’n 270 Mbit/s halen. In minder goede omstandigheden daalt dit voor beide typen adapters al snel tot 100 Mbit/s of minder.

Heb je nog geen powerline-adapters, koop dan liefst een set met de recente AV2-standaard. Een duurdere mimo-set loont alleen wanneer de stopcontacten randaarde hebben.

©PXimport

08 Powerline installeren

De verbinding tussen twee powerline-adapters wordt automatisch opgezet, wat het installeren van powerline erg eenvoudig maakt. Begin met de adapter bij de router. Steek een netwerkkabel in een vrije lan-poort van de router en de andere zijde in de netwerkpoort op de powerline-adapter. Steek daarna de adapter in het stopcontact. Loop dan naar de andere plek in huis waar je het netwerk ‘wilt oppakken’ en steek daar de tweede adapter in het stopcontact. Op de meeste powerline-adapters zitten een of meerdere led-lampjes die een indicatie geven van de status van de onderlinge verbinding tussen de powerline-adapters en soms ook die van het computernetwerk. Kort nadat de tweede adapter is geplaatst, moet de led voor het powerline-netwerk aan gaan of groen kleuren. Zodra je ook in de tweede adapter een netwerkkabel steekt en deze verbindt met een computer of ander apparaat, moet dan ook de tweede led opblinken of groen kleuren.

©PXimport

09 Powerline beveiligen

De enige stap die je nadat de verbinding is gemaakt nog kunt uitvoeren, is het beveiligen van de verbinding. HomePlug AV biedt de mogelijkheid al het netwerkverkeer te versleutelen. Daarmee voorkom je dat iemand door alleen een extra adapter in een stopcontact te steken, al het netwerkverkeer kan afluisteren. De meeste powerline-adapters bieden een knop om de beveiliging te activeren. Die knop moet dan op elk apparaat binnen een bepaalde tijd van elkaar ingedrukt worden. Steeds meer merken leveren ook software met de adapters mee waarin je de adapter kunt configureren en waarin je ook de beveiliging kunt instellen. Dit is altijd pas mogelijk nadat de adapters op de hiervoor beschreven manier in de stopcontacten zijn aangesloten. Zorg ervoor dat je de beveiliging pas inschakelt wanneer het powerline-netwerk goed werkt en alle adapters in het netwerk zijn opgenomen. Te vroeg op de beveiligingsknop drukken zorgt er juist voor dat die adapter voor de andere onbereikbaar wordt. Een reset naar de fabrieksinstellingen is dan nodig om de adapter weer te kunnen laten communiceren met de andere adapters.

©PXimport

Fasesprong

Powerline-adapters gebruiken het stroomnet voor het transporteren van gegevens. Daarvoor is dat netwerk niet gemaakt, en het kan dan ook niet anders dan dat er obstakels zijn om te overwinnen. Een belangrijke hindernis is het aantal fasen in een stroomnet. Lange tijd lukte het powerline-adapters niet om het signaal van de ene fase in de andere te krijgen. Daardoor was het altijd onvoorspelbaar of een verbinding ook echt tot stand zou komen. De nieuwste powerline-adapters hebben een extra techniek aan boord waarmee ze de zogeheten fasesprong kunnen maken. Die adapters zijn vooral aan te bevelen in nieuwe huizen die vaak standaard van meerdere fasen zijn voorzien.

10 Via de televisiekabel

MoCA is een techniek die veel lijkt op powerline, alleen gebruikt MoCA niet het stroomnet maar een al in huis aanwezige televisiekabel. Net als bij powerline heb je ook bij MoCA minimaal twee adapters nodig. De eerste plaats je liefst dicht bij de router. Op elke adapter zit een coaxingang, coaxuitgang en een netwerkaansluiting waarmee je de adapter met de router verbindt. Nadat je de adapter volgens het meegeleverde schema hebt aangesloten, herhaal je deze stappen op de plek waar je het netwerksignaal wilt gebruiken maar nu verbind je de netwerkaansluiting niet met de router maar met het apparaat dat daar staat. Na een paar minuten zullen de leds op de adapters aangeven dat de verbinding is gemaakt en kun je behalve televisiekijken ook internetten via de coax-kabel. De nieuwste Moka32-adapters van Hirschmann beloven een snelheid van 400 Mbit/sec, die je in de praktijk ook echt haalt. Het is bij Hirschmanns adapters niet mogelijk het MoCA-signaal te versleutelen. Volgens de leverancier blijft het signaal echter altijd binnen het eigen huis.

©PXimport

Repeater of router

Behalve dat je de genoemde alternatieven kunt gebruiken om op de plekken waar het wifi-netwerk geen of maar slechte dekking heeft, een snelle bekabelde verbinding te realiseren, kun je met die bedrade verbinding natuurlijk ook op die plek weer een beter wifi-signaal in de lucht brengen. De resultaten die je dan haalt, zijn veel beter dan wat je met een wifi-repeater bereikt, nog los van andere beperkingen die wifi-repeaters hebben. Je kunt om een tweede wifi-accesspoint te realiseren ook heel goed een al wat oudere router gebruiken. Let er bij de configuratie op dat je voor zowel de 2,4 GHz-band als de 5GHZ een ander kanaal kiest dan de huidige wifi-router gebruikt. Zo voorkom je dat beide wifi-zenders elkaar beconcurreren. Steeds vaker regelt de router dit overigens automatisch, maar het kan geen kwaad het handmatig in te stellen en in elk geval te controleren.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11
© ID.nl
Huis

Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11

Iedereen gebruikt het gewone Startmenu van Windows 11. Je vindt er apps, instellingen, aanbevelingen en tegels. Overzichtelijk, maar je moet soms flink doorklikken voordat je eindelijk bent waar je zijn wilt. Kan dat niet handiger? Zeker: er bestaat ook een tweede Startmenu: een stuk eenvoudiger en vooral sneller. Waar je het vindt en hoe je het gebruikt, lees je in dit artikel.

Het verborgen tweede Startmenu van Windows 11

We geven toe: 'verborgen' is misschien iets te sterk uitgedrukt. Maar feit blijft dat de meeste mensen het nog niet zullen kennen, simpelweg omdat Microsoft zelf er nooit actief de aandacht op heeft gevestigd. Hoog tijd om dit superhandige Windows 11-onderdeel te leren kennen – én te gaan gebruiken!

Lees ook: Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Gewone Startmenu versus verborgen Startmenu

Het gewone Startmenu van Windows 11 is het startpunt voor de meeste gebruikers. Hier vind je je apps, recente bestanden, een zoekbalk en knoppen voor instellingen en afsluiten. Het menu is visueel ingericht, met tegels en iconen, en richt zich vooral op dagelijks gebruik.

©ID.nl

Het reguliere Startmenu is overzichtelijk, maar je moet nog wel doorklikken wanneer je op zoek bent naar Instellingen.

Het verborgen Startmenu ziet er heel anders uit. Geen tegels of visuele opsmuk, maar een compacte lijst met systeemfuncties. Denk aan apparaatbeheer, taakbeheer, netwerkverbindingen en terminal. Dit menu is vooral bedoeld voor wie snel iets wil aanpassen, controleren of oplossen.

Zo open je het verborgen Startmenu

De makkelijkste manier is simpelweg met de rechtermuisknop op de Startknop klikken (onderaan je scherm, links). Meteen verschijnt een menu met een lijst vol snelkoppelingen. Geen wachttijd, geen vertraging: het menu reageert direct.

Gebruik je liever het toetsenbord? Druk dan op Windows-toets + X. Deze sneltoets werkt overal in Windows, zelfs midden in een programma. Handig op een laptop, zeker als je geen muis bij de hand hebt.

Werk je op een touchscreen? Tik dan op de Startknop en houd die een paar seconden vast. Zodra Windows dit herkent als een 'lang tikken', verschijnt het menu automatisch.

Hoe je het ook opent, de inhoud is altijd gelijk. Het menu komt standaard naast de Startknop in beeld, dus je hoeft nooit te zoeken.

💡Door de Donkere Modus in te stellen (via Instellingen -> Persoonlijke instellingen -> Kleuren) krijgt het tweede Startmenu een donkere achtergrond. Dat zorgt ervoor dat het onderscheid met eventueel geopende programmavensters wat groter wordt.

Wat vind je in dit tweede Startmenu?

Alles wat je anders via Instellingen of het Configuratiescherm moet opzoeken, staat hier bij elkaar. In plaats van losse snelkoppelingen of visuele tegels, toont dit menu een strakke lijst.

Zo kom je met één klik bij Apparaatbeheer, Schijfbeheer, Taakbeheer, Netwerkinstellingen of PowerShell. Handig als je iets wilt aanpassen, controleren of snel een probleem moet oplossen.

Microsoft heeft de functies logisch gegroepeerd. De bovenste opties gaan over apps en energiebeheer, daaronder volgen tools voor systeembeheer en netwerkverbindingen. Verder naar beneden vind je opdrachten voor afsluiten of afmelden. Je herkent ze aan hun vertrouwde namen, wat zoeken overbodig maakt. Een voorbeeld: als je software wilt verwijderen, hoef je niet naar Instellingen > Apps > Geïnstalleerde apps. Je kiest gewoon 'Geïnstalleerde Apps' uit het menu en je bent er meteen.

©ID.nl

Via het tweede Startmenu heb je meteen toegang tot allerlei systeemtools waarvoor je anders zou moeten zoeken in Instellingen of in het Configuratiescherm.

Waarom het tweede Startmenu zo handig is

Hoewel de systeemtools die je via het tweede Startmenu kunt bereiken voor veel mensen Windows-onderdelen zijn die ze niet zo vaak zullen gebruiken, is het toch handig dt je ze direct 'onder de knop' hebt zitten. Stel: je hebt wifi-problemen. In plaats van drie keer klikken door Instellingen kun je direct 'Netwerkverbindingen' openen. Of je wilt zien of een usb-stick goed wordt herkend. Dan hoef je alleen maar te klikken op 'Apparaatbeheer'. Voor wie vaker met systeeminstellingen werkt, is dit menu eigenlijk helemaal onmisbaar. Je hoeft geen sneltoetsen te onthouden of eindeloos door menu's te klikken. Alles wat je vaak gebruikt zit binnen handbereik. En ook als je het niet dagelijks gebruikt, is het handig om te weten dat het er is. Het scheelt je hoe dan ook veel tijd en zoekwerk.

Ook fijn: het menu ziet er op elke Windows 11-pc hetzelfde uit. Of je nu thuis werkt, op kantoor zit of iemand anders helpt: je weet precies waar je moet zijn.

Dus?

Het verborgen Startmenu is een van de meest praktische onderdelen van Windows 11. Het geeft je directe toegang tot systeemfuncties en tools waarvoor je anders moet doorklikken en waar je naar moet zoeken. Het is geen vervanger van het gewone menu, maar een aanvulling voor wie meer uit z'n systeem wil halen. Of je nu snel iets wilt aanpassen, een probleem onderzoekt of gewoon minder wilt klikken: het tweede Startmenu maakt het net een stuk makkelijker!

⬇️Scrol omlaag en bekijk welke onderdelen je in het tweede Startmenu vindt en wat je ermee kunt


Menu-onderdeelFunctieWat je ermee kunt
Geïnstalleerde appsSoftware beherenProgramma's verwijderen of aanpassen
MobiliteitscentrumSnel toegang tot laptopinstellingenHelderheid, volume, batterijmodus, schermprojectie en presentatiemodus aanpassen
EnergiebeheerEnergie-instellingen beherenInstellen hoe je laptop omgaat met batterij, schermtijd, slaapstand en aan-uitknoppen
LogboekenSysteemlogboeken bekijkenBekijken van systeemgebeurtenissen, waarschuwingen en foutmeldingen
SysteemSysteeminformatie bekijkenSysteemtype, prestaties en apparaatdetails bekijken
ApparaatbeheerHardware beheren en drivers controlerenApparaten beheren, stuurprogramma's bijwerken en hardwareproblemen oplossen
NetwerkverbindingenNetwerkinstellingen aanpassenWifi- en ethernetinstellingen beheren of aanpassen
SchijfbeheerPartities en schijven beherenSchijven formatteren, partities aanmaken of volumes wijzigen
ComputerbeheerGeavanceerd systeembeheerToegang tot gebruikersbeheer, logboeken en taakplanning
TerminalOpdrachtregel openenPowerShell of opdrachtprompt openen voor systeembeheer
Terminal (Beheerder)Opdrachtregel openen als beheerderZelfde als Terminal, maar met beheerdersrechten
TaakbeheerProcessen en prestaties beherenTaken beëindigen, opstartprogramma's beheren en prestaties volgen
InstellingenSysteeminstellingen openenAlle standaard Windows-instellingen openen
VerkennerBestanden en mappen openenNavigeren door mappen en bestanden op je pc
ZoekenZoeken in apps, bestanden en instellingenZoeken naar programma's, documenten of instellingen
UitvoerenProgramma's of opdrachten handmatig startenSnel programma's starten via bestandsnaam of commando
Afsluiten of afmeldenSysteem afsluiten, opnieuw opstarten of afmeldenKeuzes voor slaapstand, afsluiten of opnieuw opstarten maken
BureaubladAlle vensters minimaliseren om bureaublad te tonenSnel terug naar het bureaublad zonder vensters te sluiten

Losse muis nodig?

(dat werkt soms net wat handiger)

▼ Volgende artikel
Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon
© Shi
Huis

Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon

Van buiten oogt hij misschien smetteloos, maar vanbinnen kan je wasdroger behoorlijk smerig zijn. Warmte, vocht en pluis vormen namelijk de perfecte broedplek voor bacteriën en schimmels. En dat ruik je. Bovendien werkt een vervuilde droger minder goed én verbruikt hij meer energie. Tijd om in actie te komen: met dit 8-stappenplan houd je jouw wasdroger schoon, fris en in topconditie!

In dit artikel lees je:

  • Waarom het belangrijk is om je wasdroger schoon te maken
  • Hoe vaak je dat idealiter moet doen
  • Een stappenplan om je wasdroger grondig schoon te maken
  • Handige schoonmaaktips voor specifieke onderdelen
  • Welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn
  • Antwoord op veelgestelde vragen over wasdroger schoonmaken

Ook interessant: 9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Een wasdroger draait op hoge temperaturen en heeft continu te maken met vocht. Ideale omstandigheden voor ongewenste gasten zoals schimmels en bacteriën. Tel daar opgehoopte pluisjes en resten wasmiddel bij op, en je snapt waarom je wasdroger soms muf ruikt of er langer over doet dan normaal. Regelmatig schoonmaken voorkomt vieze luchtjes, verlengt de levensduur én maakt je droger zuiniger.

Wanneer moet je de wasdroger schoonmaken?
Experts adviseren om je wasdroger om de 3 à 4 maanden grondig schoon te maken. Doe je dat niet, dan is eens per jaar zeker een must. Je zult merken dat je wasdroger na het schoonmaken weer werkt als nieuw. De meeste storingen worden trouwens ook verholpen met een goede schoonmaakbeurt.

Een schone droger in 8 simpele stappen

1. Stekker eruit

Voordat je iets doet, trek je de stekker uit het stopcontact. Veiligheid voorop!

2. Pluizenfilters legen

Open het klepje onderin en haal de filters eruit. Meestal zijn dat er twee: een pluizenfilter en een condensfilter. Spoel ze af onder de kraan en laat ze goed drogen voordat je ze terugplaatst.

3. Condensor schoonmaken

Achter een apart klepje aan de voor- of achterkant zit de condensor. Haal stof en pluis voorzichtig weg met een vochtige doek. Vergeet ook de randjes en het klepje zelf niet.

4. Afvoerslang controleren

Koppel de slang los (als jouw droger die heeft) en check of er geen verstopping in zit. Spoel hem goed door en maak de binnen- en buitenkant schoon. Zet hem daarna weer stevig terug.

5. Binnenkant afnemen

Gebruik een zachte, vochtige doek om de binnenzijde van de trommel schoon te maken. Voor hardnekkige vlekken kun je een beetje allesreiniger gebruiken. Vergeet ook de rubber rand niet.

6. Buiten schoon, net als binnen

Neem de buitenkant van de machine af met een vochtige doek. Gebruik wat allesreiniger voor de zijkanten en voorkant, maar houd het bedieningspaneel liever droog of gebruik een licht vochtige doek.

7. Deurtje open laten

Laat na het schoonmaken de deur een tijdje openstaan. Zo kan de binnenkant goed drogen en voorkom je dat er schimmel ontstaat.

8. Lege droogbeurt draaien

Tot slot: draai een heet droogprogramma zonder was erin. Hiermee droog je de laatste vochtresten en geef je eventuele bacteriën geen kans.

Belangrijk bij het schoonmaken:

  • Maak alle afneembare onderdelen regelmatig schoon, zoals filters en condenser.
  • Gebruik milde schoonmaakmiddelen en voorkom schurende materialen.
  • Droog alle onderdelen goed voordat je ze terugplaatst.
  • Voer na elke schoonmaakbeurt een lege droogcyclus uit.
  • Ventileer je wasdroger goed na gebruik en reiniging.

©Shi

Hoe vaak moeten onderdelen worden gereinigd?

Niet alle onderdelen hoeven even vaak gereinigd te worden. Dit schema geeft een indicatie:

  • Pluizenfilters: om de 1 à 2 maanden
  • Condensor: 2 à 4 keer per jaar
  • Afvoerslang: 2 à 4 keer per jaar
  • Binnenzijde trommel: 2 à 4 keer per jaar
  • Buitenzijde: indien nodig

Merk je toch geurtjes op of neemt de droogprestatie van je wasdroger af? Voer dan een extra schoonmaakbeurt uit.

Schoonmaaktips voor specifieke onderdelen

Voor sommige onderdelen van je wasdroger zijn speciale schoonmaaktips. We zetten ze voor je op een rijtje.

Condensorkit reinigen
Week de lamellen 15 minuten in een sopje van warm water en afwasmiddel.
Spoel met water en wrijf de lamellen schoon.
Spoel na met schoon water en laat goed drogen voordat je terugplaatst.
Wasmiddelbakje reinigen
Maak wekelijks het bakje leeg en spoel schoon.
Week jaarlijks in warm water met afwasmiddel. Wrijf daarna schoon met een borstel.
Spoel goed na en laat drogen voor je terugplaatst.
Deurrubber reinigen
Veeg maandelijks stof en pluis van het rubber af.
Reinig jaarlijks grondig met warm sopje en spons.
Spoel na en dep droog met zachte doek.

©detry26

Schoonmaakmiddelen: wat gebruik je wel (en liever niet)?

Voor het grondig reinigen van je droger zijn er speciale producten op de markt. Denk aan schoonmaakmiddelen die vet, kalk en vuil aanpakken zonder onderdelen aan te tasten. Let altijd goed op of het middel geschikt is voor jouw type droger.

Ook populair zijn reinigingstabletten of -strips die je in de trommel legt voordat je een schoonmaakprogramma start. Die lossen nare geurtjes en aanslag op, maar gebruik ze niet te vaak. Overmatig gebruik kan het rubber en de binnenkant aantasten.

Liever een natuurlijk alternatief? Meng dan 5 eetlepels citroenzuur met een liter warm water en giet het in de wasmiddellade. Laat vervolgens een heet programma draaien. Goed voor je droger én het milieu.

Veelgestelde vragen over drogers schoonmaken

Kan ik een stoomreiniger gebruiken?

Nee. De hitte en vocht van een stoomreiniger kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik altijd een microvezeldoekje met wat sop.

Wat te doen bij zwarte schimmel?

Reinig grondig de rubberen rand, filters en afvoerslang. Gebruik eventueel azijn als nabehandeling en draai daarna een heet programma. Herhaal dat regelmatig.

Waarom ruikt mijn schone was muf na het drogen?

Waarschijnlijk is je droger toe aan een schoonmaakbeurt. Begin bij het filter en de condensor en werk alles stap voor stap af. Vergeet ook de afvoerslang en het draaien van een heet leeg programma niet. Als dat allemaal niet helpt en de droger is al wat ouder, is het misschien tijd om uit te kijken naar een nieuw exemplaar.