ID.nl logo
Eigen cloud maken met ownCloud
© Reshift Digital
Huis

Eigen cloud maken met ownCloud

Dropbox, OneDrive, Google Drive... allemaal clouds van grote bedrijven. Waarom zou je niet je eigen cloud maken? Die draait gewoon bij je thuis of op een eigen server en is veilig toegankelijk via een versleutelde verbinding als je de deur uit bent. Ideaal voor de opslag van foto’s, video’s en andere persoonlijke documenten, en net zo toegankelijk als een commerciële cloud. Wij leggen uit hoe je te werk gaat met ownCloud.

Een eigen cloud geeft je verschillende voordelen ten opzichte van een externe dienst. Wellicht het belangrijkst: je bepaalt zelf waar de bestanden worden opgeslagen. Bovendien kun je zelf aangeven op welke manier ze toegankelijk zijn en op welke manier de informatie is beveiligd.

De mogelijkheden

Er bestaan grofweg twee manieren om een ‘eigen’ cloud op te zetten. Je kunt fysiek een apparaat (zoals computer, maar ook een NAS) inrichten en deze de taak van een persoonlijke opslagdienst toewijzen. Een andere manier is door een cloudomgeving in te richten op je eigen webserver, waarvan je zelf de hosting verzorgt of die je extern laat hosten door een internetprovider.

In dit artikel kiezen we voor externe hosting, zodat we niet zelf een webserver hoeven in te richten. Daarbij willen we wel dat het mogelijk is de hosting toch in eigen beheer te nemen. Zo kun je die keuze zelf maken en eventueel alsnog de cloudomgeving op je eigen server plaatsen en inrichten, als je bekend bent met het zelf hosten van bestanden.

In het tweede deel van het artikel leggen we je uit hoe je bestanden op alle computers in het huishouden met elkaar kunt synchroniseren en er dus altijd toegang toe hebt, zonder afhankelijk te zijn van een externe (cloud)dienst.

OwnCloud

Voor het opzetten van onze eigen cloudomgeving gaan we aan de slag met ownCloud. Kenmerkend aan deze dienst is de relatief grote vrijheid die je hebt bij het opzetten van de eigen omgeving. Ook kun je ownCloud hosten op een eigen server of voor het gemak laten inrichten op een externe hostinglocatie, waarbij je nog steeds verregaande controle houdt over de inrichting en werking.

Kies je ervoor om ownCloud te hosten op een eigen server, dan kun je gebruikmaken van de Community-editie. Deze is geschikt voor thuisgebruik en mag kosteloos worden gebruikt.

Laat je de hosting liever verzorgen door ownCloud, dan kun je de dienst ownCloud.online gebruiken. Deze kost je 15 euro per maand en biedt een opslagcapaciteit van 500 GB. Je maakt hierbij voor de hosting dus gebruik van ownCloud zelf. De servers zijn gevestigd in Duitsland. Bijkomend voordeel is de back-upfunctie, waarmee je in geval van nood bestanden kunt terugzetten tot 180 dagen terug in de tijd.

©PXimport

Opslaglocatie

Kies je ervoor om de eigen cloud op een externe server te hosten? Het land waarin de server zich bevindt, bepaalt de wetgeving op het gebied van data. Zo kennen de Verenigde Staten verregaande bevoegdheden voor toegang tot gegevens op servers die zich binnen de VS bevinden. 

Wil je liever dat de gegevens onder Europees recht vallen? Kies dan voor een provider waarvan de servers zich in Europa bevinden. Deze locatie-informatie wordt in de praktijk vaak duidelijk aangegeven op de website van de hoster.

©PXimport

De omgeving

In het hoofdvenster van ownCloud zie je de mappen en bestanden van je persoonlijke cloud. Links vind je de subcategorieën. Zo kun je hier favoriete bestanden openen, maar ook snel doorklikken naar gedeelde bestanden en mappen. Ben je op zoek naar een specifiek bestand, dan heb je twee mogelijkheden. Via de optie Tags links in het venster kun je bestanden zoeken op tags, terwijl je via de algemene zoekfunctie rechtsboven in het venster zoekt naar bestanden op inhoud en naam.

Je kunt eenvoudig bestanden toevoegen via de webomgeving door een bestand naar het browservenster te slepen en hierboven los te laten. Naast elk bestand vind je de knop Meer informatie, herkenbaar aan de drie puntjes (…). Klik hierop voor extra opties. Zo kun je hier aanvullende gegevens over het geselecteerde bestand opvragen, maar ook eenvoudige bewerkingen doen zoals het aanpassen van de bestandsnaam en het openen van het bestand in een viewer.

Ook vind je hier de optie Lock File. Die komt van pas als je persoonlijke cloud meerdere gebruikers (bijvoorbeeld gezinsleden) heeft en je wilt voorkomen dat die verschillende gebruikers tegelijkertijd hetzelfde bestand aanpassen. Door zo’n bestand te vergrendelen, voorkom je dus dat er bewerkingsconflicten ontstaan.

©PXimport

Bestanden delen

Wil je bestanden uit de persoonlijke cloud delen? Elk bestand binnen ownCloud is voorzien van een knop Delen. Klik hierop om het detailvenster te openen. Je kunt het bestand vervolgens delen, bijvoorbeeld met andere gebruikers binnen het huishouden. Kies hiervoor de gewenste gebruiker of groep op de tab Gebruiker en Groepen.

In plaats hiervan kun je ook een openbare link maken. Die komt van pas als je de bestanden wilt delen met een persoon buiten het huishouden. Klik op de tab Openbare links. Klik nu op Creëer openbare link. Een nieuw venster wordt geopend: geef hierin een naam aan de link en voeg eventueel een wachtwoord toe. In het vak Vervaltermijn kun je aangeven hoe lang de openbare deellink actief mag zijn. Overigens kun je deze termijn ook standaard inperken via het algemene instellingenvenster.

©PXimport

Beveiliging op orde

Een groot voordeel van het inrichten van je eigen cloud is de mogelijkheid om zelf het beveiligingsbeleid te bepalen. Zo kun je aangeven hoelang wachtwoorden geldig mogen zijn en na hoeveel tijd deze verplicht moeten worden veranderd, aan welke eisen een wachtwoord moet voldoen, maar ook hoelang openbare links naar bestanden op je eigen cloud actief mogen blijven.

Klik rechtsboven in het venster op je gebruikersnaam en kies Instellingen. Kies hierna voor Beveiliging. De eerste sectie – Antivirusinstellingen – bepaalt wat er moet gebeuren als er geïnfecteerde bestanden worden aangetroffen. Standaard wordt hiervan alleen een melding gemaakt, maar je kunt er ook voor kiezen om de bestanden direct te verwijderen. Kies in dat geval voor Verwijder bestand bij de optie Wanneer geïnfecteerde bestanden worden gevonden tijdens een achtergrondscan.

In de sectie eronder stel je het wachtwoordbeleid op. Kies bij Wachtwoord en openbare link verloopbeleid eerst de variabelen waaraan nieuwe wachtwoorden (voor jezelf en andere gebruikers, bijvoorbeeld gezinsleden) moeten voldoen. Daarna bepaal je hoeveel dagen een openbare deellink geldig mag zijn. Na deze periode verloopt de link en zijn de bestanden niet meer beschikbaar voor anderen.

©PXimport

Mobiele apps

Voor toegang tot je bestanden kun je niet alleen gebruikmaken van de webomgeving, maar ook van diverse apps. Er zijn mobiele apps beschikbaar voor Android en iOS.  Gebruik bij het aanmelden bij de apps dezelfde gegevens als je eerder hebt ingesteld voor de persoonlijke cloud. De bestanden zijn hierna direct toegankelijk voor de mobiele apparaten.

Ook zijn er desktop-apps voor Windows, MacOS en Linux. Je vindt de nieuwste versie voor elk platform op https://owncloud.com/desktop-app. Na installatie meld je je aan met de aanmeldingsgegevens van ownCloud.

Meldingen instellen

Om de controle over je persoonlijke cloud uit te breiden, kun je e-mailnotificaties instellen. Je kunt verschillende meldingen activeren, afhankelijk van de hoeveelheid berichten die je wilt ontvangen.

In het instellingenvenster van ownCloud kies je voor Algemeen. Ga naar de sectie E-mailnotificatie. Wil je een bericht ontvangen voor alle mutaties binnen je cloud, dan kies je voor Informeer over alle gebeurtenissen. Wil je niet continu op de hoogte worden gehouden, maar alleen een bericht zien als er actie nodig is, dan kies je voor Alleen informeren wanneer er een actie vereist is.

Werp hierna een blik op Activiteit. Hier kun je per actie aangeven of er een melding moet worden gestuurd. Plaats een vinkje naast elke actie waarvan je op de hoogte wilt worden gesteld. Om het aantal berichten binnen de perken te houden, kies je onderin – bij de optie Verstuur e-mails – hoe vaak de e-mail mag worden verstuurd. Zo kun je kiezen voor Per uur, maar ook voor Zo snel mogelijk.

©PXimport

Zekerheid voor alles

Door tweefactorauthenticatie in te schakelen, zorg je voor een extra beveiligingslaag van je bestanden. Met die modus heb je niet alleen een gebruikersnaam en wachtwoord nodig, maar gebruik je ook een authenticator-app (zoals Google Authenticator of Microsoft Authenticator) om telkens een unieke code te genereren waarmee je de aanmelding voltooit.

Kies in het instellingenvenster voor Beveiliging. Activeer de optie TOTP activeren. Er verschijnt een QR-code die je kunt gebruiken om je eigen authenticator-app te koppelen.

Makkelijk via de verkenner

Je kunt de bestanden van de persoonlijke cloud relatief eenvoudig toegankelijk maken via de verkenner in Windows 10 en Windows 11. We maken hiervoor gebruik van WebDAV, dat de koppeling vormt tussen de bestanden en de verkenner.

In het hoofdvenster van ownCloud klik je op Instellingen (linksonder in het venster). In de sectie WebDAV kopieer je de getoonde persoonlijke koppeling. Hierna open je Windows Verkenner (tip: gebruik de toetscombinatie Windows+E). In Windows 10: klik met de rechtermuisknop op Deze pc en kies Netwerkverbinding maken. In Windows 11: klik op Deze pc, op de knop Meer informatie en kies vervolgens Netwerkverbinding maken

Kies de schijfletter die je wilt gebruiken om de bestanden van de persoonlijke cloud toegankelijk te maken, bijvoorbeeld Z:. In het vak Map plak je de eerder gekopieerde url van ownCloud. De optie Opnieuw verbinding maken bij aanmelden kun je ingeschakeld houden. Bevestig met een klik op Voltooien.

Zodra je de locatie opent, vraagt Windows om de aanmeldingsgegevens van ownCloud. Voortaan zijn je bestanden ook beschikbaar via een eigen station in de verkenner.

©PXimport

Altijd bij je bestanden

In plaats van centrale opslag, zoals we hierboven hebben beschreven, kun je ook kiezen voor decentrale opslag van je bestanden. Hierbij worden je bestanden niet op één centrale locatie, maar op meerdere locaties bewaard. Bijvoorbeeld de verschillende computers in het huishouden. Je haalt hiermee alsnog de functionaliteit van een cloud in huis: vanaf elke computer zijn de bestanden altijd toegankelijk.

Dit bereiken we met behulp van ‘peer to peer’-synchronisatie (P2P). Dat kunnen we bijvoorbeeld opzetten met behulp van de app GoodSync Personal. Daar kijken we tenslotte nog even naar. Deze app mag je gratis gebruiken. Haal de nieuwste versie binnen via www.goodsync.com/personal.

Tijdens de installatie maak je een GoodSync-account aan; dit is verplicht om verder te kunnen. Kies in de wizard voor de optie Bied bestanden aan van stations op deze computer naar andere GoodSync-apparaten. Voer in het vak eronder de aanmeldingsgegevens voor Windows in (het wachtwoord, niet de pincode), zodat GoodSync toegang heeft tot de juiste mappen. Klik op Volgende en rond de installatie af door op Sluit te klikken. Installeer GoodSync op alle apparaten die je toegang wilt geven tot je persoonlijke bestanden.

©PXimport

Synchronisatie instellen

Nu GoodSync is geïnstalleerd, kun je synchronisatie opzetten tussen de verschillende computers. Voer deze stap uit op de computer die je met de andere computers in het huishouden wilt synchroniseren, zodat alle bestanden altijd op alle apparaten toegankelijk zijn.

In het hoofdvenster van GoodSync klik je op Nieuwe taak. Een nieuw venster wordt geopend. Geef de taak een passende naam (bij Geef naam van taak op). Kies vervolgens voor Synchroniseren.

Terug in het hoofdvenster van GoodSync klik je op het pictogram van de linkermap (boven in het venster). Een overzicht van locaties verschijnt. Open vervolgens Deze computer en blader naar de submap met bestanden die je op alle andere apparaten toegankelijk wilt maken (bijvoorbeeld Foto’s). 

In het venster rechts klik je op GoodSync Connect. Klap deze sectie uit. Hier vind je alle apparaten waarop je GoodSync hebt geïnstalleerd. Kies hier een map waar de bestanden moeten worden ondergebracht (de doelmap). Klik op Toepassen en hierna op Analyseren.

Er wordt een overzicht getoond van de bestanden die voor de andere apparaten toegankelijk moeten worden gemaakt. Is dit in orde, klik dan op Sync. Je kunt deze stappen herhalen op alle computers waarop je de bestanden toegankelijk wilt maken.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Een echte herfstklus: zo maak je je dakgoot schoon
© © 2019, JJ Gouin All Rights Reserved
Huis

Een echte herfstklus: zo maak je je dakgoot schoon

Met de herfst in aantocht dwarrelen de bladeren weer massaal naar beneden – en niet zelden belanden ze in je dakgoot. Samen met ander vuil kan dat de afvoer verstoppen, vooral bij nat weer. Om lekkages en andere problemen te voorkomen, is het verstandig je dakgoot regelmatig schoon te maken. Maar hoe pak je dat aan?

⏱️ Dit artikel in het kort:
  • Gereedschap: dit heb je nodig

  • De dakgoot schoonmaken: hoe vaak en wanneer?

  • Stappenplan dakgoot schoonmaken

  • Dakgoot schoonmaken? Zo doe je het veilig

  • Slimme tips voor een schone dakgoot

Lees ook: 🍂 Herfstklus: zo maak je je tuinmeubilair winterklaar

Gereedschap: wat heb je nodig?

Voor het doorspoelen van je dakgoten is een tuinslang onmisbaar. Monteer hier een dakgootreiniger op: een opzetstuk met borstel en harkje waarmee je vuil verwijdert en de goot grondig schoonmaakt. Met een telescoopsteel kun je zelfs vanaf de grond werken – handig en veilig. Toch is het slim om af en toe de ladder te nemen, zodat je goed kunt zien wat je doet en geen hoeken overslaat.

Lees ook: Zo werk je veilig in de hoogte met een ladder

Handschoenen zijn een must, of het nu tuinhandschoenen of huishoudhandschoenen zijn. Draag daarnaast oude kleding met lange mouwen, want het water dat uit de goot spat is meestal niet schoon.

Zink of kunststof

Dakgoten zijn meestal van zink of kunststof. Bij zinken dakgoten is het extra belangrijk om ze goed schoon te houden, omdat rottende bladeren de beschermende oxidelaag kunnen aantasten.

Een dakgoot heeft altijd een lichte helling, zodat het water naar de regenpijp kan stromen. Met een tuinslang kun je controleren of dit goed werkt. Blijft het water staan, dan moet je de dakgoot repareren. Dit is vooral van belang bij zinken dakgoten vanwege het risico op aantasting van de oxidelaag. Het repareren van een zinken dakgoot is relatief eenvoudig, bijvoorbeeld met rubber seal, reparatietape of vloeibare zink.

Hoe vaak en wanneer schoonmaken?

Eén keer per jaar je dakgoot reinigen is meestal genoeg. Woon je echter tussen veel bomen, dan kun je beter wat vaker aan de slag. Meer blad betekent immers meer kans op verstopping. De beste periode voor de grote schoonmaak is het late najaar: als het niet meer vriest en de meeste bladeren gevallen zijn. Net na een regenbui werkt het schoonmaken makkelijker, omdat het vuil dan losser ligt. Je kunt de goot ook zelf natmaken met de tuinslang.

©bildlove

Stappenplan voor een schone dakgoot

Voordat je begint: veiligheid eerst! Gebruik een stevige ladder die stabiel op een vlakke ondergrond staat. Draag kleding die vies mag worden (bijvoorbeeld een oud shirt met lange mouwen, een stevige broek en rubberen handschoenen) zodat je beschermd bent tegen vuil en scherpe randen.

1 - Verwijder grof vuil

Gebruik een plastic schep, gootschep of oude spatel om bladeren, takjes en ander afval uit de goot te halen. Leg een zeil op de grond of gebruik een emmer of vuilniszak om het netjes te houden. Heb je vooral droog blad in de goot liggen, dan kan een bladblazer met speciaal opzetstuk ook uitkomst bieden.

2 - Spoel alles goed door

Spoel de goot en regenpijp door met een tuinslang, van het ene uiteinde naar het andere. Zo controleer je meteen of het water goed doorstroomt. Blijft er vuil achter, gebruik dan een schuurspons of staalborstel om het te verwijderen.

3 - Controleer op verstoppingen en schade

Kijk tijdens het schoonmaken of er geen blokkades in de afvoerpijp zitten. Gebruik eventueel een ontstoppingsveer. Controleer ook de staat van de goot zelf: scheuren, losse verbindingen of roestige beugels kun je beter direct repareren of vervangen.

4 - Onderhoud op de lange termijn

Een jaarlijkse schoonmaakbeurt houdt je dakgoot in goede conditie. Zo voorkom je dat water blijft staan of in huis doordringt, wat schimmel of vochtproblemen kan veroorzaken.

5 - Maak je dakgoot winterklaar

Voordat de vorst invalt, is een extra controle aan te raden. Blokkades kunnen in de winter leiden tot ijsvorming en schade aan de goot.

❄️ IJsdammen

Een ijsdam ontstaat wanneer smeltwater van sneeuw of ijs op het dak niet goed kan wegstromen door een verstopte dakgoot. Het water bevriest vervolgens aan de randen van het dak, waardoor er een opeenhoping van ijs ontstaat. Dit kan leiden tot ernstige problemen, zoals lekkages, omdat het smeltwater zich onder de dakbedekking kan ophopen en in je huis kan sijpelen. IJsdammen kunnen ook extra gewicht op de dakgoten en het dak veroorzaken, wat schade kan aanrichten.

©Tomasz Zajda


Veilig werken op hoogte

Zorg altijd voor een stevige, stabiele ladder op een vlakke ondergrond. Draag schoenen met grip en overweeg een veiligheidsharnas bij hogere daken. Is de ladder nat, wacht dan tot deze droog is. Laat bij voorkeur iemand in de buurt blijven terwijl je werkt.


Slimme tips voor een blijvend schone goot

Bladvangers helpen, maar houden niet alles tegen. Klein vuil kan alsnog ophopen en zelfs mosgroei veroorzaken. Bevestig tijdens het schoonmaken je emmer of vuilniszak aan de ladder, zodat je beide handen vrij hebt. Laat je het vuil liever op de grond vallen, dan moet je later nog opruimen – extra werk dus.

Een hogedrukreiniger kan handig zijn, maar gebruik een lage stand om schade te voorkomen. Een gewone tuinslang met een goede sproeikop werkt vaak net zo goed.


▼ Volgende artikel
Bouw je eigen dashboard met Homepage: al je webapplicaties overzichtelijk op één plek
Huis

Bouw je eigen dashboard met Homepage: al je webapplicaties overzichtelijk op één plek

Heb je meer dan een handvol webapplicaties op een Linux-server draaien? Dan is een dashboard met links naar deze applicaties een uitkomst. Het project Homepage biedt precies dat, inclusief widgets die allerlei statistieken van je services weergeven. In dit artikel installeren we Homepage en laten we je zien hoe je het integreert met je bestaande services.

Dit gaan we doen

In deze masterclass richten we een persoonlijk dashboard in met Homepage. Je leert hoe je de tool installeert in Docker, services groepeert en uitbreidt met widgets voor statistieken zoals cpu- en geheugengebruik, uptime of weersinformatie. We laten zien hoe je containers automatisch herkent, monitoring toevoegt en ook bladwijzers of alternatieve dashboards gebruikt. Zo krijg je één centrale plek waar je al je webapplicaties en services snel terugvindt en beheert.

Lees ook: Windows gebruiken naast of binnen Linux? Zo krijg je het soepel aan de praat met Docker


⬇️ Code downloaden

In dit artikel staat voorbeelden met YAML-code. Omdat YAML erg gevoelig is voor foute spaties en inspringingen, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand homecode.txt, beschikbaar via deze link.


Homepage helpt je om diverse webapplicaties in één dashboard te organiseren. Dit is handig als je services in Docker-containers draait of eenvoudig toegang wilt tot de beheerpagina’s van apparaten zoals je modem, router en NAS.

Hoewel dit klinkt als een veredelde bookmark-manager, doet Homepage meer dan alleen links op een pagina verzamelen. Het project ondersteunt widgets voor meer dan honderd services en kan zo bijvoorbeeld het cpu- en geheugenverbruik van je hypervisor of het aantal ongelezen artikels in je RSS-lezer tonen. Je hoeft daardoor vaak zelfs niet op de links te klikken om even snel de status van je services te bekijken.

Docker Compose

We gaan ervan uit dat je een Linux-server hebt waarop je services met behulp van Docker Compose in Docker-containers draait. Homepage draai je dan gewoon in een Docker-container naast je bestaande services, al zijn er ook andere installatie-opties. In ons voorbeeld draaien we Docker op Debian 12. Maak om te beginnen een map waarin de container van Homepage zijn data en configuratie kan opslaan, met deze opdracht:

$ mkdir -p containers/homepage

Zet vervolgens in je bestand docker-compose.yml (het bestand waarin je al je containers definieert) een service voor Homepage:

services:

  homepage:

    image: ghcr.io/gethomepage/homepage:latest

    container_name: homepage

    ports:

      - 3000:3000

    volumes:

      - /home/koan/containers/homepage:/app/config

    environment:

      HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS: debian.home:3000

    restart: unless-stopped

Homepage kun je op diverse manieren installeren.

Homepage opstarten

Wijzig in het gedefinieerde volume de directory vóór de dubbele punt naar het volledige pad van de directory die je voor de container hebt aangemaakt. Stel de waarde van de omgevingsvariabele HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS gelijk aan het domein of het ip-adres van de host, gescheiden door een dubbele punt van het poortnummer. Als je met een reverse proxy werkt, zet je hier het domein waarop de applicatie via die proxy bereikbaar is.

Start de container met:

$ docker-compose up -d

Zodra het image gedownload is en de container draait, open je Homepage in je browser op de url die je in HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS hebt gedefinieerd. Je ziet dan een voorbeeldpagina met van boven naar onder een header, groepen met services en groepen met bladwijzers.

Het standaarddashboard van Homepage vlak na de installatie.

Informatiewidgets

In de header vind je enkele informatiewidgets. Hoewel deze niet de kern van de functionaliteit van Homepage uitmaken, bieden ze nuttige aanvullende informatie. Standaard zie je het cpu-verbruik, het beschikbare geheugen en de vrije schijfruimte van de host. Er is ook een tekstveld om te zoeken via DuckDuckGo. De definitie van deze twee widgets vind je in het bestand widgets.yaml in de directory van de Homepage-container.

In de online documentatie van de informatiewidgets lees je hoe je hun gedrag aanpast. Zo kunnen we de widget Resources ook de uptime van het systeem laten tonen (uptime: true) en met de optie expanded: true meer informatie over de cpu, het geheugen en de schijfruimte laten weergeven. De widget ziet er dan als volgt uit in widgets.yaml:

- resources:

    label: System

    expanded: true

    cpu: true

    memory: true

    uptime: true

    disk: /

Weersomstandigheden

Homepage biedt twee widgets om het weer in de header te tonen: één via Open-Meteo en één via OpenWeatherMap. De eerste vereist geen registratie, dus daarvoor hoef je alleen maar de gps-coördinaten van je locatie in te voeren. In widgets.yaml ziet dat er als volgt uit:

- openmeteo:

    label: Attenrode

    latitude: 50.8773405

    longitude: 4.9213237

    timezone: Europe/Brussels

    units: metric

    cache: 5

    format:

      maximumFractionDigits: 1

Met cache: 5 laten we de widget de weergegevens vijf minuten lang cachen om de servers van Open-Meteo te ontlasten. Verder biedt Homepage nog andere informatiewidgets aan, bijvoorbeeld voor beurskoersen of de datum en tijd.

In de header van Homepage plaats je allerlei informatiewidgets.

Services toevoegen

De kernfunctionaliteit van Homepage ligt uiteraard in het groeperen van services in één dashboard. De standaardconfiguratie voegt drie groepen toe met elk één service. De YAML-code hiervoor vind je in het bestand services.yaml. Vervang die door je eigen groepen. Je kunt bijvoorbeeld een groep Network aanmaken met links naar de beheerinterfaces van je modem/router en accesspoints:

- Network:

  - Proximus:

      href: http://192.168.1.1

      description: Modem

      icon: mdi-web

  - OpenWrt:

      href: http://gl-mt3000.home

      description: Accesspoint

      icon: openwrt

De eigenschap icon kan een absolute url zijn of een naam uit de lijst op de website Dashboard Icons. Begin de naam van een pictogram met mdi- voor een keuze uit Material Design Icons , met si- voor een keuze uit Simple, of met sh- voor een keuze uit Self-Hosted Dashboard Icons.

Ook groepen kunnen een pictogram krijgen. Dat definieer je dan in het bestand settings.yaml:

layout:

  Network:

    icon: mdi-lan-connect

  Infrastructure:

    icon: mdi-server-network

  Services:

    icon: mdi-apps

Services en groepen kun je pictogrammen geven, bijvoorbeeld van de website Self-Hosted Dashboard Icons.

Servicewidgets

Tot nu toe lijkt ons dashboard wat op een veredeld lijstje met bladwijzers. Maar Homepage ondersteunt ook servicewidgets voor meer dan honderd services. Controleer in de lijst of je services ondersteund zijn. Draai je bijvoorbeeld OPNsense op je router, dan krijg je met de volgende widget de processorbelasting, het gebruikte geheugen, en de upload- en downloadhoeveelheden van je WAN-interface te zien:

- OPNsense:

      href: https://opnsense.home

      description: Router

      icon: opnsense

      widget:

        type: opnsense

        url: https://opnsense.home

        username: KEY

        password: SECRET

Voor username en password vul je de API-sleutel en het ‘secret’ in die je in de webinterface van OPNsense aanmaakt via System / Access / Users. De documentatie van Homepage voor de OPNsense-widget legt dit gedetailleerd uit. Wil je slechts een deel van de statistieken zien, dan kan dat door de widget uit te breiden met een regel als:

fields: ["wanDownload", "wanUpload"]

Homepage ondersteunt widgets voor meer dan honderd services.

Meerdere widgets

Je kunt een service ook van meerdere widgets voorzien. Dat is bijvoorbeeld handig bij monitoringtools zoals Uptime Kuma. Voeg aan de OPNsense-service dan de OPNsense-widget toe voor servicespecifieke statistieken en de widget van Uptime Kuma voor beschikbaarheidsstatistieken. In plaats van één object widget bevat de service dan een object widgets met een lijst die beide widgets bevat:

  - OPNsense:

      href: https://opnsense.home

      description: Router

      icon: opnsense

      widgets:

        - type: opnsense

          url: https://opnsense.home

          username: KEY

          password: SECRET

        - type: uptimekuma

          url: https://uptime-kuma.rubus.home

          slug: router

          fields: ["uptime", "incident"]

De widget van Uptime Kuma gebruikt data van een statuspagina. Die moet je dus eerst in Uptime Kuma aanmaken, en de naam van de statuspagina vul je bij slug in de widget in. Als de statuspagina bijvoorbeeld toegankelijk is via https://uptime-kuma.rubus.home/status/router, dan is de slug router.

Homepage kan een statuspagina van Uptime Kuma in een service integreren.

Beschikbaarheid monitoren

Ook zonder speciale monitoringtools kun je met Homepage eenvoudig te zien krijgen of al je services momenteel online zijn. Dat kan met de eigenschap ping of siteMonitor in de service. Voeg bijvoorbeeld aan de service voor OPNsense ping: opnsense.home toe. Homepage stuurt dan regelmatig een ICMP-echopakket (ping) naar de host en toont de beschikbaarheid in de rechterbovenhoek van het kader van de service.

Met siteMonitor: https://opnsense.home daarentegen voert Homepage een HTTP HEAD-verzoek uit naar de url om te controleren of de webpagina beschikbaar is. Zo weet je niet alleen dat de host online is, maar ook dat de webserver tenminste draait en de pagina aanbiedt. Let op dat je hier de volledige url met https:// of http:// dient te gebruiken. De stijl van de getoonde status kun je overigens in settings.yaml aanpassen met bijvoorbeeld statusStyle: dot of statusStyle: basic.

Enkele services met pictogrammen, widgets en statusinformatie.

Docker-containers integreren

Als je services in Docker-containers draait, kan Homepage via de API van de Docker-engine statistieken over die containers opvragen en zelfs automatisch services herkennen. Configureer hiervoor een Docker-instance voor Homepage in docker.yaml. Als je Homepage met de Docker-socket laat verbinden, kan dat met de volgende configuratie:

local-docker:

  socket: /var/run/docker.sock

In je Docker Compose-bestand moet je deze socket als volume in de Homepage-container aankoppelen:

    volumes:

      - /home/koan/containers/homepage:/app/config

      - /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock

Docker Socket Proxy

Een veiliger alternatief om Homepage toegang tot Docker te geven, is via Docker Socket Proxy. Je laat die laatste dan rechtstreeks met de Docker-socket verbinden en de andere containers via een HTTP API beperkte bevoegdheden geven. Voeg daarvoor in je Docker Compose-bestand de volgende service voor Docker Socket Proxy toe:

  docker-socket-proxy:

    image: ghcr.io/tecnativa/docker-socket-proxy:0.3.0

    container_name: docker-socket-proxy

    volumes:

      - /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock:ro

    environment:

      CONTAINERS: 1

    restart: unless-stopped

Standaard geeft Docker Socket Proxy sterk ingeperkte API-toegang tot de Docker-engine, en sowieso alleen-lezen. Met de omgevingsvariabele CONTAINERS: 1 geven we toegang tot informatie over containers, precies wat Homepage nodig heeft.

Wijzig nu in het bestand docker.yaml de definitie van local-docker naar:

local-docker:

  host: docker-socket-proxy

  port: 2375

Omdat de container van Docker Socket Proxy zich in hetzelfde netwerk als Homepage bevindt, is die onder de naam docker-socket-proxy bereikbaar, wat we hier als host invullen.

Maak dan de containers opnieuw aan met de opdrachten:

docker-compose down

docker-compose up -d

Containers monitoren

Containers die in hetzelfde Docker Compose-bestand als Homepage zijn gedefinieerd, kun je nu door die laatste laten monitoren. Je moet dan bij de service in services.yaml de Docker-server en de naam van de container opgeven, bijvoorbeeld:

- Services:

  - FreshRSS:

      href: http://debian.home:8081

      description: Feed aggregator

      icon: freshrss

      server: local-docker

      container: freshrss

De waarde van server is hier de naam van de Docker-instance in docker.yaml, namelijk local-docker. De waarde van container is hier de naam van de container, gedefinieerd in container_name in het Docker Compose-bestand.

Na het herladen van de webpagina van Homepage krijgt de FreshRSS-service de status RUNNING in de rechterbovenhoek of EXITED wanneer de container gestopt is. Klik op de status voor gedetailleerdere statistieken zoals de processorbelasting, het geheugengebruik en netwerkverkeer.

Services automatisch detecteren

Elke keer dat je nu een service toevoegt, moet je de container aan je Docker Compose-bestand toevoegen en een definitie van de service aan het bestand services.yaml van Homepage. Maar Homepage ondersteunt ook het automatisch detecteren van services voor containers met behulp van labels. Met deze aanpak hoef je services.yaml niet meer bij te werken en hoef je slechts één bestand te veranderen. Voor FreshRSS kan dat bijvoorbeeld als volgt:

  freshrss:

    image: docker.io/freshrss/freshrss:1.26.1-alpine

    container_name: freshrss

    ports:

      - 8081:80

    volumes:

      - /home/koan/containers/freshrss/data:/var/www/FreshRSS/data

      - /home/koan/containers/freshrss/extensions:/var/www/FreshRSS/extensions

    environment:

      CRON_MIN: "1,31"

      TZ: Europe/Brussels

    restart: unless-stopped

    labels:

      - homepage.group=Services

      - homepage.name=FreshRSS

      - homepage.href=http://debian.home:8081

      - homepage.description=Feed aggregator

      - homepage.icon=freshrss

In de labels van deze container geef je dus aan dat je in de groep Services een service met de naam FreshRSS toevoegen, met de gegeven link, beschrijving en pictogram. De opties server en container uit de vorige paragraaf zijn met deze aanpak overbodig, omdat Homepage deze automatisch via de API van de geconfigureerde Docker-instance verkrijgt. Na opnieuw het uitvoeren de volgende twee commando’s ontdekt Homepage automatisch de service en voegt deze aan de juiste groep toe:

docker-compose down

docker-compose up -d

Widgets

Op dezelfde manier kun je widgets toevoegen via labels. In het voorbeeld uit de vorige stap voeg je dan de volgende labels toe:

      - homepage.widget.type=freshrss

      - homepage.widget.url=http://freshrss

      - homepage.widget.username=USER

      - homepage.widget.password=PASSWORD

Wil je meerdere widgets aan een container toevoegen, geef dan elk widget een index:

      - homepage.widgets[0].type=freshrss

      - homepage.widgets[0].url=http://freshrss

      - homepage.widgets[0].username=USER

      - homepage.widgets[0].password=PASSWORD

      - homepage.widgets[1].type=uptimekuma

      - homepage.widgets[1].url=https://uptime-kuma.rubus.home

      - homepage.widgets[1].slug=freshrss

Wanneer je nu de container van FreshRSS opnieuw aanmaakt en opstart, detecteert Homepage de widgets en toont ze bij de service.

Alternatieven voor Homepage

Hoewel Homepage een krachtige tool is, zijn er talrijke alternatieven om een dashboard voor al je services te maken, elk met hun eigen benadering. Houd je niet van YAML-configuraties, dan biedt Homarr een gebruiksvriendelijk alternatief om met slepen en neerzetten allerlei services toe te voegen.

Ook populair is Heimdall. Het is minder naar eigen smaak aan te passen dan Homepage of Homarr, maar daardoor eenvoudig om mee aan de slag te gaan.

Bevalt de aanpak met YAML-bestanden je wel, maar ligt Homepage je niet helemaal, kijk dan eens naar Dashy.

Bookmarks

Tot slot kan Homepage ook gewone bladwijzers aan je dashboard toevoegen. Je kunt ze net op dezelfde manier als services groeperen, maar het zijn slechts links zonder extra functionaliteiten zoals widgets en monitoring. Bladwijzers definieer je in het bestand bookmarks.yaml van Homepage, dat er standaard als volgt uitziet:

- Developer:

  - GitHub:

    - abbr: GH

      href: https://github.com

- Social:

  - Reddit:

    - abbr: RE

      href: https://reddit.com

- Entertainment:

  - YouTube:

    - abbr: YT

      href: https://youtube.com

Vervang deze groepen met bladwijzers door jouw eigen keuzes. Dit is bijvoorbeeld handig om alle links naar portaalsites of accounts bij belangrijke diensten op één pagina te verzamelen. Homepage toont dan per groep een lijst met bladwijzers met hun afkorting (de waarde van abbr), naam en het domein van de link.

Wil je in plaats van een afkorting een pictogram bij een bladwijzer tonen, gebruik dan icon in plaats van abbr en geef daar net zoals bij services de naam van een pictogram op. En vul description bij een bladwijzer in om een beschrijving in de plaats van het domein te zien. Ook de groepen van bladwijzers kun je een pictogram geven. Net zoals voor de groepen van services definieer je die pictogrammen in settings.yaml.

Een volledig dashboard van Homepage met header, services en bladwijzers.

En verder

Homepage biedt nog veel meer mogelijkheden dan we hier kunnen behandelen. Vooral in het bestand settings.yaml zijn er nog allerlei aanpassingen mogelijk. Zo kun je een achtergrondafbeelding instellen en daarop allerlei filters toepassen. Ook het thema en het kleurenpalet, die je beide via pictogrammen onderaan de pagina kunt aanpassen, zijn vast in te stellen.

Ook de lay-out van het dashboard is configureerbaar. Zo neemt standaard elke groep een kolom in, waarbij de services onder elkaar komen te staan. Maar met style: row bij een groep laat je de services in die groep naast elkaar in een rij weergeven. Ook het aantal kolommen, de stijl van de header en nog meer zijn in te stellen.

Homepage is tot in de kleinste details aan te passen.

Speciaal voor de jongste Linux-fans

(dit vinden ze zeker leuk!)