ID.nl logo
De beste alternatieven voor mesh-wifi
© Reshift Digital
Huis

De beste alternatieven voor mesh-wifi

Wij noemen mesh-wifi al jaren dé oplossing voor een snel en betrouwbaar draadloos netwerk met een goed bereik. Maar … mesh-wifi is niet altijd en overal de beste optie. In dit artikel bespreken we een aantal alternatieven die, afhankelijk van jouw huis en situatie, een betere optie zouden kunnen zijn.

De voordelen van een wifi-mesh-systeem zijn bekend, maar er zijn ook nadelen: de betere sets zijn prijzig, ze vervangen vaak alle bestaande hardware waar je al in hebt geïnvesteerd en het blijft natuurlijk een draadloze oplossing. En alle signalen die door de lucht gaan, zijn per definitie gevoelig voor invloeden van buitenaf.

Elk huis is ook uniek; de indeling, de aanwezige hardware en de exacte wifi-problematiek verschilt dan ook per situatie. Misschien is investeren in een compleet mesh-systeemoverdreven als je slechts nét dat beetje bereik tekortkomt voor achter in de tuin of dat éne kamertje op zolder. Of wat als je huis volledig bekabeld is? Dan wil je daar natuurlijk optimaal gebruik van maken.

Dat laatste blijft eigenlijk sowieso het beste advies dat we kunnen geven: als je écht een top wifi-netwerk wil maken, is niets betrouwbaarder dan een kabel laten trekken. We bespreken in dit artikel situaties waarin kabels geen oplossing zijn, maar we schetsen ook in hoe je een situatie waar je dat wel kan (laten) doen, voor een echt ultiem draadloos netwerk in huis.

Wifi-mesh-systemen

In een artikel over wifi-mesh-systemen mogen de prestaties die je met zo’n systeem haalt natuurlijk niet ontbreken. Wifi-mesh-systemen kun je indelen in verschillende snelheidsklassen waarbij dualband AC1200/1300-systemen geen aparte draadloze backhaul hebben, terwijl tri-band-systemen in de AC2200/3000-klasse daar wel over beschikken.

Een van de wifi-mesh-punten vormt de bedraad aangesloten basis van het systeem, en wanneer bijvoorbeeld je laptop is verbonden met dat mesh-punt kun je bij ieder systeem, net als bij een bedraad accesspoint, een snelheid van minimaal 450 Mbit/s halen. Bij de betere systemen kun je ook via een draadloos aangesloten mesh-punt nog altijd een snelheid tussen de 200 en 350 Mbit/s halen. Bij de betere dualband-systemen haal je via draadloos aangesloten mesh-punten nog altijd een snelheid tussen de 120 en 200 Mbit/s.

Let op: het gaat hier wel om snelheden die wij gehaald hebben op onze testlocatie met de beste systemen in hun klasse; draadloze snelheden kunnen per locatie verschillen. Je vindt de testresultaten van 23 wifi-mesh-systemen in onze uitgebreide wifi-mesh-test die je hier kunt lezen.

©PXimport

Repeaters

De wifi-repeater, soms ook de range extender genoemd, is een van de oudste oplossingen voor het uitbreiden van je draadloze netwerk. Deze apparaten zijn inmiddels zo gemeengoed geworden dat je ze al voor een paar tientjes bij de lokale prijsvechter uit de grabbelton kan halen. Een repeater werkt in de basis niet veel anders dan een mesh-systeem. Het maakt contact met je bestaande netwerk op een plek in huis waar de verbinding nog wél goed is, en breidt dat vervolgens uit.

Waarom dan meer betalen voor een mesh-oplossing? Nu, in de praktijk blijken de resultaten van repeaters behoorlijk tegen te vallen. Vooral de goedkopere apparaten hebben regelmatig een reset nodig en zijn gevoelig voor invloeden van buiten. Ze leveren dus wisselende prestaties, vaak zonder duidelijke verklaring. En als het wel stabiel werkt, reken dan op snelheden van zo’n 50 Mbit/s met uitschieters naar 90 Mbit/s voor de echt goedwerkende exemplaren.

Hoewel de theorie van mesh en repeaters niet ver van elkaar verwijderd ligt, is de praktijk dus anders. De meeste mesh-oplossingen gebruiken krachtige moderne chips, goede ondersteunende componenten en uitgekiende software. Bij repeaters wordt hier keihard op bezuinigd. Vergelijk de ervaring gerust met die tussen een high-end en een budgetsmartphone: ze lijken in theorie op elkaar, maar de ervaring is onvergelijkbaar.

©PXimport

Halvering capaciteit

Maar ook als je een goed werkende (duurdere) repeater in huis hebt, resteert het probleem dat de manier waarop repeaters werken per definitie leidt tot een capaciteitsverlies van zo’n vijftig procent. Luxere dualband repeaters zoals de AVM Fritz!WLAN Repeaters ondervangen dat door slim met de vrije banden om te gaan en leveren zo alsnog de maximale snelheid die je van een typische internetverbinding mag verwachten, maar dan komen we prijstechnisch al in de buurt van mesh en de andere alternatieven in dit artikel. In een mesh-systeem zijn alle componenten op elkaar afgestemd, waardoor de snelheden simpelweg beter zijn.

©PXimport

Goedkoop

Waarom besteden we toch ruim aandacht aan repeaters ondanks dat we er zoveel kritiek op hebben? Nu, mocht je voor jouw huis slechts de wifi-prestaties in een klein deel van de woning willen verbeteren, dan is een repeater gezien de prijs en het installatiegemak weldegelijk een aanvaardbare optie. In tegenstelling tot een mesh-systeem, dat al snel een groot deel van je netwerk vervangt, is het namelijk een kwestie van één apparaat in het stopcontact en gaan. Dus als je alleen met een slechte verbinding zit in dat ene kleine kamertje waar je hoogstens door je timeline wil scrollen of Netflix wil kijken, dan is een repeater alsnog een valide alternatief. Maar laat de echte budgetmodellen altijd links liggen.

Wifi 6

Tegenwoordig is wifi 6 de nieuwe standaard, en zijn telefoons en laptops met wifi 6 al redelijk breed verspreid. Hoewel er inmiddels genoeg wifi 6-routers te koop zijn in allerlei prijsklassen, is het aanbod versterkers, accesspoints en powerline-adapters vooralsnog gering. Mocht je reeds wifi 6-apparaten hebben, of verwacht je de komende tijd een nieuwe (luxe) laptop aan te schaffen, dan is wifi 6-ondersteuning echter wel iets om naar te kijken. Schaf in dat geval dus nog geen relatief duur accesspoint-systeem aan, maar wacht nog even totdat de wifi 6-varianten te koop zijn.

Accesspoints

Er gaat niets boven een bedraad netwerk als basis in huis als je voor topprestaties en betrouwbaarheid gaat. De betere wifi-mesh-systemen kunnen daar echter ook gebruik van maken; dit wordt ook wel bedrade backhaul genoemd. In dat geval gebruiken de mesh-systemen waar mogelijk het bedrade netwerk voor onderlinge communicatie om zo de draadloze verbindingen te ontlasten. En, waar dat niet mogelijk is, slaan ze onderling een draadloze brug, zodat je overal in huis een goede verbinding hebt. Heb je een wifi-mesh-systeem met deze functie en de mogelijkheid een deel bedraad aan te sluiten, doe dat dan vooral. Ieder bedraad aangesloten apparaat zorgt voor minder storing op je draadloze netwerk, waardoor je draadloze prestaties voor de apparaten die dit echt nodig hebben omhoog gaan.

Als je huis wel volledig bekabeld is en je hebt dat stukje draadloze overbrugging niet nodig, maar je ervaart wel een zwakke plek in je wifi-dekking, dan kun je een bedraad accesspoint overwegen. Een los accesspoint kost meestal slechts enkele tientjes, maar is wel betrouwbaarder dan gelijk geprijsde repeaters. Zolang die kabels er maar liggen, zijn er geen goedkopere alternatieven die ook daadwerkelijk goed werken, met vergelijkbare snelheden als die je vlakbij je eigen router mag verwachten.

Via een bedraad aangesloten accesspoint kun je dus (als je dicht genoeg bij het accesspoint bent) probleemloos een snelheid van zo’n 450 Mbit/s halen in het geval van een AC1200-accesspoint. Heb je een draadloze router over, dan kun je die ook relatief eenvoudig als bedraad accesspoint inzetten. We raden je wel aan om dit alleen te doen als deze ‘oude’ router een relatief modern wifi 5-exemplaar is.

©PXimport

Zakelijk accesspoint-systeem

Een stapje omhoog in de rangorde vinden we de zakelijke accesspoints; die zijn sneller, betrouwbaarder en niet per se heel duur. Ze bieden extreem uitgebreide mogelijkheden die voor zowel zakelijke gebruikers als geïnteresseerde consumenten interessant zijn. Ook gecentraliseerd beheer, waarbij je meerdere punten vanuit één softwarepakket beheert, is interessant voor de echte netwerkfanaat.

Daarin ligt echter ook de uitdaging, want de betere zakelijke accesspoint-systemen vereisen dat je software op een fysiek systeem hebt draaien om aanpassingen aan het netwerk te kunnen maken, of aanschaf van een controller die die rol overneemt (lees: extra kosten). De gebruiksvriendelijkheid is dan ook voor echte leken ver te zoeken.

Toch zijn wij uitermate gecharmeerd van onder andere het TP-Link Omada-systeem, waarbij je voor circa 60 euro al een AC1200-klasse accesspoint op de kop kan tikken, net als de kwalitatief hoogstaande (iets duurdere) Ubiquiti UniFi-oplossingen. Beide systemen zijn perfect in staat om een compleet (bedrijfs)pand van wifi te voorzien.

Wat de prijs-prestatieverhoudingen betreft zijn dit uitstekende en vooral extreem betrouwbare oplossingen. Ook is het mogelijk ze te combineren met een PoE-switch, dan kun je ze chic aan de muur of het plafond wegwerken zonder dat ze een stekker nodig hebben. De PoE-switch (circa zes tientjes voor een instapper) voorziet de apparaten dan zowel van stroom als netwerk. Voor de techfan met bekabeling in huis dus the way to go.

©PXimport

Ac-klasse voor accesspoints

Zowel wifi-mesh-systemen als accesspoints worden ingedeeld aan de hand van ac-klassen. En hoe hoger die klasse is, hoe duurder het accesspoint of wifi-mesh-systeem wordt. Voor echt goede prestaties raden we een wifi-mesh-systeem van minimaal de AC2200-klasse aan terwijl we je voor bedrade accesspoints een AC1200-exemplaar adviseren. De ac-klasse van een accesspoint kun je dan ook niet direct vergelijken met die van een mesh-systeem. Een mesh-systeem heeft een goede draadloze backhaul nodig en die draadloze bandbreedte is onderdeel van de ac-klasse. Daarom kijken we bij wifi-mesh-systemen bij voorkeur naar de AC2200-klasse of hoger. Reken je die draadloze backhaul niet mee, dan heb je bij de wifi-mesh-systemen eigenlijk te maken met een AC1200-klasse accesspoint. Voor de meeste situaties is een AC1200-AC1300-klasse accesspoint dat twee datastormen gebruikt, ruim voldoende. Vrijwel alle clients zijn immers voorzien van een wifi-adapter met maximaal twee datastromen. Maar als je beschikt over een Macbook Pro of andere laptop met een zeldzame 3x3stream-netwerkadapter, dan kan de upgrade naar AC1750-accesspoints interessant zijn.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.