ID.nl logo
Bouw een extra router in je thuisnetwerk
© PXimport
Huis

Bouw een extra router in je thuisnetwerk

De kans is groot dat je router afkomstig is van je internetprovider, want heel vaak zitten router en modem in één toestel. Dat is misschien wel makkelijk, maar er hangen best ook wel nadelen aan vast. Je kunt echter een extra router in je netwerk hangen. Waarom en hoe? Je leest het in dit artikel.

Je hebt misschien nog een oude (draadloze) router liggen en anders kun je er vast één voor een prikkie op de kop tikken. Leuk, maar wat doe je daar nou mee? Wij kunnen alvast een boel redenen bedenken waarom een extra router in je netwerk best zinvol kan zijn.

01 Redenen voor een extra router

De modem-router van je provider staat bijvoorbeeld in de meterkast en het draadloze bereik is ondermaats. Dan kan een range-extender of wifi-repeater nog wel uitkomst brengen, maar daarmee halveer je in principe wel de snelheid van je draadloze verbinding. Een andere reden om een tweede router in je netwerk op te nemen is dat je standaardrouter weinig extra opties biedt (en zelf frunniken aan de firmware laat de provider je uiteraard niet toe). En vaak is er geen usb-poort voor een externe schijf, geen vpn-ondersteuning en geen gastnetwerk-mogelijkheid. Of wellicht stellen de uitgebouwde wifi-mogelijkheden teleur: geen simultane dualband, geen ac-wifi enzovoort. Of het handjevol lan-poortjes van de router zit al volgestouwd en je hebt dus behoefte aan extra koppelingsmogelijkheden. Je kunt dan uiteraard een switch kopen, maar een oude router kun je doorgaans ook als switch gebruiken.

Maar je kunt ook een meer ‘geavanceerde’ reden hebben voor zo’n tweede of zelfs derde router: je wilt bijvoorbeeld je netwerk in subnetten opdelen, waarbij gebruikers (of hackers …) van het ene subnet niet bij de apparaten van het andere kunnen. Zo’n afgeschermd subnet kan nuttig zijn voor gebruik door je kinderen of gasten, of wanneer je een server draaien hebt die je van de rest van je netwerk wilt afscheiden. Ook voor onveilige IoT-apparatuur komt een dergelijk gescheiden netwerk van pas.

Een eigen router betekent overigens wel dat je zelf instaat voor de configuratie en upgrades. Even naar de provider bellen voor ondersteuning van je tweede router zit er natuurlijk niet in. Maar dat schrikt een lezer van Computer!Totaal natuurlijk niet af!

©PXimport

02 Routers achter elkaar

Er zijn eigenlijk twee manieren waarop je routers achter elkaar kunt verbinden. Bij het eerste type koppel je een lan-poort van de eerste router via een utp-kabel met een lan-poort van je tweede router. En wel zo dat beide routers zich in hetzelfde lan-ip-segment bevinden, zodat computers en andere netwerkapparaten met beide routers kunnen verbinden. Deze setup is aanbevolen wanneer je bestanden en andere bronnen binnen je hele netwerk wilt kunnen delen, de tweede router dient dan als wifi-accesspoint of switch in je normale netwerk.

Bij het tweede type wordt het wat complexer: hier verbind je een lan-poort van de eerste router met het wan-poort van je tweede router. Beide routers hebben dan verschillende ip-segmenten, zodat apparaten uit het ene segment niet zomaar toestellen uit het andere segment kunnen benaderen. Het omgekeerde is normaliter wel nog mogelijk. Wil je echt twee volledig gescheiden segmenten die elkaar niet kunnen benaderen, dan kun je een Y-opstelling met drie routers overwegen. In dit artikel komen al deze mogelijkheden expliciet aan bod.

©PXimport

©PXimport

02 Lan-lan versus lan-wan: fundamenteel verschillend van opzet.

De eerste methode om twee routers te koppelen, een lan-naar-lan-verbinding, biedt vaak een uitkomst als je extra lan-poorten nodig hebt of wanneer het wifi-bereik van je eerste router ontoereikend is.

03 Basisinformatie verzamelen

Je kunt het gebrek aan wifi-bereik, zoals gezegd, oplossen met een range-extender, repeater of met een powerlinesetje met meerdere adapters (al dan niet met geïntegreerd draadloos toegangspunt), maar dat kost natuurlijk geld. Een extra draadloos toegangspunt kan ook, maar zo’n toestel is doorgaans duurder dan een extra router – zeker als je er nog eentje ergens hebt liggen.

Wij opteren dus voor een extra router, en gaan ervan uit dat je eerste router met het modem is verbonden – voor zover het al niet om één modem-router gaat. Zorg er tevens voor dat een computer met een van de lan-poorten van die eerste router is verbonden. Open vervolgens de opdrachtprompt op die pc en voer het commando ipconfig uit. Noteer het ip-adres van de Standaardgateway (Default Gateway) bij je ethernet-connectie, evenals het Subnetmasker. Dit laatste is normaliter 255.255.255.0.

©PXimport

04 Router-adres

Hang nu je tweede router aan het stroomnet en koppel voorlopig alleen een computer aan een lan-poort van deze router. We gaan er wel van uit dat je het ip-adres en de inloggegevens van die router kent. Ben je die vergeten, dan kun je de router nog resetten zodat die op de standaardconfiguratie terugvalt. Zo’n reset kan gewoonlijk met de 30/30/30-regel: houd het resetknopje met een puntig voorwerp gedurende 30 seconden ingedrukt, schakel de router vervolgens uit en schakel die na 30 seconden weer in waarbij je het knopje nog steeds ingedrukt houdt gedurende een laatste 30 seconden. Raadpleeg ook de (online) handleiding van het apparaat, hier vind je vaak wel het standaard ingestelde ip-adres met gebruikersnaam en wachtwoord.

Start vervolgens je browser op en stem die af op het ip-adres van deze tweede router. Na je aanmelding kun je aan de slag. Allereerst zorg je ervoor dat dit ip-adres binnen hetzelfde ip-segment (subnet) van je eerste router valt. Stel, je eerste router heeft als (lan-)ip-adres 192.168.0.254, dan zou je de tweede router het adres 192.168.0.253 kunnen geven (alleen het laatste cijfer verschilt), met hetzelfde subnetmasker. Om adresconflicten te vermijden, zorg je er wel voor dat dit adres nog niet in gebruik is binnen je netwerk en dat het niet binnen het dhcp-bereik van je eerste router valt. Eventueel moet je dat eerst nog even controleren in de webinterface van je eerste router.

©PXimport

05 Router-configuratie

De eerste stap is gezet, maar gezien er binnen één subnet maar één dhcp-server actief mag zijn, moet je deze service op je tweede router nog deactiveren, zodat het uitdelen van adressen een voorrecht van je eerste router blijft. Verder moet je ook aandacht hebben voor het draadloze gedeelte. Vermoedelijk wil je tussen beide routers kunnen ‘roamen’ en het meest gangbare scenario is in dat geval dat je beide routers dezelfde ssid meegeeft, weliswaar bij voorkeur een andere ssid voor de 2,4 GHz- en de 5 GHz-band (indien beide beschikbaar). Kies op beide routers indien mogelijk voor dezelfde wifi- en encryptiestandaard, met hetzelfde wachtwoord (bijvoorbeeld 802.11n en wpa2-aes). Voor de 2,4GHz-band stel je de tweede router wel op een ander kanaal in, dat idealiter minstens 5 nummers verschilt van dat van je eerste router (bijvoorbeeld kanaal 1 en 6 of kanaal 6 en 11). Positioneer je tweede router optimaal in je woning. Software als het gratis NetSpot kan je bij deze ‘site survey’ helpen, beschikbaar voor Windows en macOS). Verbind beide routers nu met elkaar door middel van een netwerkkabel die je op de lan-poorten aansluit.

©PXimport

Bridge-modus

Sommige routers zijn voorzien van een zogenoemde bridge-modus. Hiermee wordt het nog iets makkelijker om een router als een extra toegangspunt binnen je bestaande netwerk(segment) in te stellen. In de bridge-modus functioneert je router als een accesspoint en worden zaken als de dhcp-server automatisch uitgeschakeld. Ontbeert je router die functionaliteit, dan lukt het misschien wel met een firmware-update of desnoods via een flash met de alternatieve firmware van DD-WRT. Zo’n flash voer je wel geheel op eigen risico uit. We gaan er alvast van uit dat je eerste router geconfigureerd is voor draadloze toegang. Ga vervolgens naar de webinterface van je tweede router en activeer de Bridge Mode of een optie die hierop lijkt. Die vind je wellicht terug in een rubriek als Network Mode, Wireless Mode of Connection Type. Geef deze router een ip-adres mee in hetzelfde ip-segment als de andere router, met hetzelfde subnetmasker. Is je router ingesteld op de bridge-modus, dan kun je de router via de wan-poort met een netwerkkabel aan je netwerk hangen waarna het apparaat functioneert als accesspoint.

©PXimport

Is het je bedoeling om met twee gescheiden subnetten te werken waarbij de computers van het buitenste subnet (verbonden met je eerste router) de toestellen van het binnenste subnet (verbonden met je tweede router) niet kunnen bereiken, dan moet je voor een lan-naar-wan-opstelling gaan. We maken hier de I-opstelling.

06 Wan-gedeelte

Bij een lan-naar-wan-opstelling kun je bijvoorbeeld een of meer servers op het buitenste subnet draaien, of dit subnet inzetten als (draadloze) netwerk voor je kinderen of gasten – eventueel zelfs in combinatie met dns-webfiltering (zie stap 8). Een dergelijke opstelling is bijvoorbeeld ook handig om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

Noteer alvast het ip-adres en het subnetmasker van je eerste router. Ga via de webinterface na of de dhcp-service op deze router wel actief is. Koppel nu een pc aan een lan-poort van je tweede router en ga naar de webinterface van dit toestel (zie stap 4 voor een eventuele router-reset). Ga naar de internetinstellingen van deze tweede router en stel die in op automatische configuratie via dhcp. Dat heeft als gevolg dat het wan-ip-adres van deze router door de dhcp-server van je eerste router wordt toegewezen. Om ervoor te zorgen dat dit ip-adres hetzelfde blijft, kun je je eerste router zo instellen dat je tweede router met dit adres in de lijst met dhcp-reserveringen (oftewel statische leases) wordt opgenomen. Een alternatief is dat je het wan-ip-adres van je tweede router zelf vast instelt, weliswaar buiten het dhcp-bereik van je eerste router. Als standaardgateway van je tweede router vul je in dit geval zelf het lan-ip-adres van je eerste router in.

07 Lan-gedeelte

Over naar het lokale netwerk-gedeelte van je tweede router. Die geef je een lan-ip-adres mee dat in een ander ip-segment ligt dan dat van je eerste router. Je zou je tweede router bijvoorbeeld het adres 192.168.1.1 kunnen meegeven als je eerste router als adres 192.168.0.1 heeft. Wellicht wil je dat ook deze tweede router ip-adressen binnen zijn ip-segment kan uitdelen. Dan moet je op deze router ook de dhcp-service activeren. Je zou die adressen kunnen laten toekennen binnen een bereik van bijvoorbeeld 192.168.1.2 tot 192.168.1.50.

Ben je hiermee klaar en zijn alle instellingen correct doorgevoerd, dan verbind je een lan-poort van je eerste router via een netwerkkabel met de wan-poort van je tweede router. Stel een verschillende ssid in voor elke router en laat het draadloze signaal over een zo uiteenlopend mogelijk kanaal lopen (bijvoorbeeld 1 en 6 of 6 en 11 bij 2,4 GHz, zie ook stap 5).

©PXimport

08 Dns

Zoals gezegd is het voor computers uit het buitenste subnet niet zomaar mogelijk om toestellen uit het binnenste subnet te benaderen, wat maakt dat het buitenste subnet bijvoorbeeld geschikt is voor gebruik door gasten (via wifi) of voor gebruikers die graag experimenteren. Je werkt zelf dan (als je niet aan het knutselen bent) uitsluitend op toestellen in het binnenste subnet. Als je dat verkiest, kun je bijvoorbeeld ook verschillende dns-servers instellen op beide routers. Op de tweede router gebruik je dan de standaard dns-servers van je provider of die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4), terwijl je op de eerste router eventueel dns-servers met ‘geïntegreerde webfiltering’ instelt, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Meer uitleg over deze dns-filtering vind je hier.

©PXimport

09 Port forwarding

Het feit dat je nu met gescheiden subnetten werkt, kan ook onvermoede nadelen opleveren. Wanneer je interne servers (zoals een nas, webcam of een of andere server op een pc) in het binnenste subnet (van je tweede router) plaatst, dan laten die zich niet zomaar benaderen vanaf het internet. Wil je dat toch, dan kun je dat via een dubbele port forwarding oplossen.

Stel, je draait een server op een toestel met lan-ip-adres 192.168.1.148 op poort 8000 en je tweede router heeft als wan-ip-adres 192.168.0.253. Dan stel je eerst port forwarding op je eerste router in, waarbij je aanvragen van buitenaf op poort 8000 naar ip-adres 192.168.0.253 doorstuurt. Vervolgens stel je port forwarding op je tweede router in met aanvragen op poort 8000 naar ip-adres 192.168.1.148. Via het wan-ip-adres van je eerste router is die server op je binnenste subnet nu wel weer bereikbaar vanaf het internet. Weet je niet precies hoe je port forwarding instelt, ga dan hiernaartoe, daar vind je voor talrijke routers de nodige instructies om port forwarding in te stellen.

©PXimport

Je kunt het netwerk nog ‘veiliger’ maken door twee compleet geïsoleerde subnetten te creëren die elkaar niet kunnen bereiken. Daarvoor heb je dan wel drie routers nodig, waarbij je de eerste router rechtstreeks naar de twee andere vertakt – vandaar de naam Y-opstelling. Net als de I-opstelling met twee routers is ook deze oplossing geschikt om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

10 Twee subnetten

Om onze Y-opstelling te maken, hebben we drie routers nodig. De eerste hangt direct aan het internet, met de tweede en derde router creëren we de gescheiden subnetten. Hiervoor ga je op deze twee routers eigenlijk grotendeels op dezelfde manier te werk als hiervoor beschreven bij Manier 2.

Het wan-ip-adres van je eerste router is afkomstig van je internetprovider en als lan-ip-adres heeft die bijvoorbeeld 192.168.0.254. Je zou dan als wan-ip-adres voor je tweede router 192.168.0.253 en voor je derde router 192.168.0.252 kunnen instellen. Dat kan telkens een vast ip-adres zijn of je plaatst beide adressen in de dhcp-reserveringen van je eerste router. Zie hiervoor stap 6. Vervolgens geef je aan je tweede en derde router een lan-ip-adres mee binnen een ip-segment dat zowel van de eerste router als ook van elkaar verschilt. Dat zou bijvoorbeeld 192.168.1.x voor je tweede router en 192.168.2.x voor je derde router kunnen zijn. Zorg ervoor dat op de drie routers de dhcp-service is geactiveerd.

Door deze configuratie krijg je de volgende situatie. Alle verbonden toestellen kunnen internet bereiken. Elke pc kan de andere toestellen benaderen, indien die zich binnen hetzelfde subnet bevinden. De pc’s kunnen ook de drie routers pingen. Heb je servers op je subnet(ten) draaien, dan moet je de nodige port forwarding-regels instellen, zoals beschreven bij stap 9.

Router enkel als switch

Wil je een oude router enkel als switch gebruiken, dan stel en sluit je de router aan op de manier die we in dit artikel als eerste beschrijven (lan-lan). Vervolgens schakel je het wifi-accesspoint van deze tweede router uit. Je kunt de tweede router dan probleemloos als een normale switch gebruiken. Let er wel op dat een wat oudere router misschien niet is voorzien van gigabit-aansluitingen.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 decoupeerzagen voor een schappelijke prijs
© Петр Смагин
Huis

Waar voor je geld: 5 decoupeerzagen voor een schappelijke prijs

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Is het weer tijd om te klussen en moet je materialen op maat zagen? Met een decoupeerzaak wordt het zware werk je uit handen genomen. Wij vonden vijf mooie exemplaren voor je.

Een decoupeerzaag is perfect voor het fijnere zaagwerk. Denk aan het zagen van cirkels, het afronden van hoeken, het zagen van laminaat of het uitzagen van kleine stukken uit een materiaal. Dankzij de grote wendbaarheid kun je met een decoupeerzaag makkelijk aan de slag voor allerlei klusjes in en om het huis, of je nu met hout, metaal of kunststof werkt. Hieronder vind vijf decoupeerzagen voor al jouw klusjes.

Black & Decker BES610K

De Black & Decker BES610K is een robuuste decoupeerzaag die je helpt bij allerlei zaagklussen. Hij heeft een 650W motor en variabele snelheid, waardoor je nauwkeurig en gecontroleerd kunt werken. De pendelfunctie is instelbaar en de led-werklamp en stofblazer geven je een goed zicht op de zaaglijn. En dankzij de gereedschapsloze zaagbladwissel en de mogelijkheid om de zaaghoek tot 45 graden in te stellen, is deze zaagmachine voor alle toepassingen geschikt.

DeWalt DW331K

Deze decoupeerzaag is geschikt voor zowel de professionele klusser als de serieuze doe-het-zelver. Met zijn sterke motor en variabele snelheid zaag je moeiteloos door diverse materialen. De zaag ligt prettig in de hand dankzij de softgrip en het anti-vibratiesysteem, waardoor je geen last krijgt van je handen. Het snelspansysteem maakt het wisselen van zaagbladen eenvoudig, en met de instelbare zaaghoek kun je ook schuine snedes maken. Een degelijke machine van een gerenommeerd merk.

Makita 4351FCT

De Makita 4351FCT valt op vanwege de beugelgreep. Daardoor kun je deze zaag perfect sturen, zelfs als je een bocht of een detail wilt zagen. Je hebt hier veel meer controle over. Wisselen van zaagjes gaat vlot dankzij het snelspansysteem. De zaaghoek van deze Makita is instelbaar, waardoor je zelfs schuine snedes kunt maken. En met de stevige koffer erbij blijft alles netjes bij elkaar.

Bosch EasySaw 18V-70

De Bosch EasySaw 18V-70 is een handige zaag die je er makkelijk even bij pakt als je wat klusjes in en om het huis moet doen. Omdat hij op een accu werkt, zit je niet meer vast aan snoeren die altijd in de weg zitten. De zaag ligt lekker in de hand en is zo licht dat je er lang mee kunt doorwerken zonder lamme armen te krijgen. De zaagbladen wissel je in een handomdraai, geen gedoe met extra gereedschap. Houd er wel rekening mee dat je de accu en lader er los bij moet kopen, maar als je al Bosch-gereedschap in huis hebt, kun je die accu's gewoon gebruiken.

Makita JV0600K Decoupeerzaag

De Makita JV0600K is een handige decoupeerzaag waarmee je flexibel aan de slag kunt. Het apparaat ligt fijn in de hand en is niet te zwaar. Hij is krachtig genoeg om netjes door hout en zelfs metaal te zagen, en door het lichte gewicht kun je er lang mee werken zonder dat je polsen moe worden. Bij deze zaag krijg je een stevige kunststof koffer, dus je kunt 'm makkelijk meenemen en netjes opbergen. En als je liever heel schoon werkt, kun je hem ook aansluiten op een stofzuiger.

▼ Volgende artikel
Review Nuki Smart Lock Ultra – Slim alles-in-één-systeem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Nuki Smart Lock Ultra – Slim alles-in-één-systeem

De Nuki Smart Lock Ultra zet de nieuwe standaard voor slimme sloten en is ontworpen voor een volledig sleutelloze levensstijl. Dit premium alles-in-één-pakket kost 349 euro en combineert een stille, razendsnelle motor met geïntegreerde wifi en een meegeleverde veiligheidscilinder.

Fantastisch
Conclusie

De Nuki Smart Lock Ultra is een premium en complete oplossing voor sleutelloze toegang. De combinatie van de snelle en stille zelfontwikkelde motor, de geïntegreerde wifi en de toekomstbestendige Matter-ondersteuning plaatst dit model in het absolute topsegment.

Plus- en minpunten
  • Snel en relatief stil
  • Meerdere ontgrendelsnelheden
  • Zeer uitgebreide app
  • Optionele accessoires
  • Ingebouwde, oplaadbare accu
  • Magnetische oplaadkabel
  • Relatief compact ontwerp
  • Geen alternatief voor de oplaadkabel
  • Installatie op sommige punten onduidelijk
  • App-bediening gaat soms moeizaam

De Nuki Smart Lock Ultra is het paradepaardje van het merk, gemaakt voor wie echt zonder sleutel door het leven wil. Het strakke ontwerp in roestvrij staal oogt modern en degelijk, terwijl onder de motorkap een nieuwe borstelloze motor zit die het slot stiller én sneller maakt dan eerdere modellen. Je kiest zelf hoe snel het moet gaan, met als snelste optie de opvallend pittige ‘Insane’-modus. Omdat wifi standaard is ingebouwd, heb je geen aparte bridge meer nodig – alles wat je nodig hebt, zit al in het slot zelf.

Wat de Ultra extra bijzonder maakt, is de meegeleverde veiligheidscilinder met SKG***-keur. Die vervangt je bestaande cilinder en is speciaal ontworpen om perfect samen te werken met het slimme slot. Zo zit je meteen goed qua veiligheid én gebruiksgemak. En ook aan de toekomst is gedacht: met ondersteuning voor Matter over Thread haak je moeiteloos aan bij platforms als Apple Home en Google Home. De verbinding is volledig versleuteld, dus je digitale sleutels blijven net zo veilig als je voordeur.

©Wesley Akkerman

Pro of Ultra?

Het grootste verschil met de Nuki Smart Lock Pro zit 'm in de manier waarop je het slot installeert. Bij de Ultra vervang je de cilinder helemaal, terwijl je de iets goedkopere Pro gewoon over je bestaande slot en sleutel heen schuift. Die laatste is dus een zogenaamde retrofit-oplossing, wat hem iets dikker maakt – hij steekt net wat meer uit aan de buitenkant. Verder zijn de twee modellen in de basis gelijk: allebei hebben ze die snelle motor, ingebouwde wifi en ondersteuning voor Matter. De keuze komt dus vooral neer op hoe je het wilt installeren en hoeveel je eraan wilt uitgeven.

Volgens Nuki gaat de ingebouwde accu van de Ultra tot zes maanden mee. Na een maand intensief gebruik – vooral in de eerste weken klikten we de deur vaak open en dicht – zagen we het accuniveau dalen tot zo'n 60 procent. Daarna vlakte het verbruik duidelijk af. Of die zes maanden echt gehaald worden, kunnen we na één testperiode nog niet met zekerheid zeggen, maar bij normaal gebruik lijkt dat een realistische verwachting. Met een paar keer per dag ont- en vergrendelen moet je het moeiteloos een paar maanden redden.

Opladen doe je met een usb-c-kabel die via een magnetisch klikmechanisme aan het slot bevestigt. Die magnetische kop – speciaal door Nuki ontwikkeld – is afneembaar, en dat is handig. Als iemand per ongeluk de deur opent terwijl het slot aan de lader hangt, schiet de kop los zonder schade aan kabel of poort. De kabel valt gewoon op de grond en het slot blijft werken. Wel jammer: je bent voor een nieuwe kabel aangewezen op Nuki zelf.

©Wesley Akkerman

Het slimme slot installeren

De installatie van de Nuki Smart Lock Ultra verloopt over het algemeen soepel, al zijn er een paar momenten waarop je graag iets meer houvast zou willen. Het vervangen van de cilinder zelf is rechttoe rechtaan en werkt zoals je verwacht. Wat lastiger is, is het bepalen welke verlengstukken je nodig hebt voor jouw deur. Die worden netjes meegeleverd voor verschillende diktes, maar de instructies in de app laten op dat punt wat te wensen over. Uiteindelijk kwamen we er wel uit – een kwestie van logisch nadenken en gewoon even proberen – maar echt intuïtief is het niet.

Een tweede puntje: het is niet meteen duidelijk dat je de montageplaat, waar het slot op vastklikt, moet vastzetten met een klein schroefje. Als je die stap overslaat, merk je dat pas zodra de deur voor het eerst draait: dan komt het slot los. Een beetje technisch inzicht helpt dus wel bij het afronden van de installatie. Op dit vlak doen merken als Tedee en Yale het net iets beter, met helderdere instructies en meer begeleiding. Gelukkig is dit een eenmalige handeling, dus echt storend wordt het niet.

©Wesley Akkerman

Nuki Smart Lock Ultra-app

De Nuki-app biedt een ruime keuze aan instellingen waarmee je het slot precies naar wens afstemt. Zo zie je altijd direct hoe vol de batterij nog is, en kun je de helderheid van de ledverlichting op het slot aanpassen of helemaal uitschakelen. De nachtmodus is een slimme toevoeging: die vergrendelt de deur automatisch op een vast tijdstip en schakelt tegelijk over op een stillere, energiezuinige stand – ideaal als je 's avonds laat thuiskomt zonder het hele huis wakker te maken. Met functies als Autolock en Lock 'n' Go sluit de deur zich vanzelf, wat het dagelijkse gebruik net wat makkelijker maakt.

Ook handig is het logboek in de app, waarin je precies ziet wie het slot wanneer gebruikt heeft. Je kunt tijdelijke of permanente toegang verlenen aan anderen en accessoires toevoegen, zoals een keypad of sensor. De Auto-unlock-functie steekt daar wat ons betreft bovenuit: zodra je thuiskomt, gaat de deur vanzelf van het slot. Dat werkt verrassend precies: je moet echt vlak bij de deur staan voordat het systeem reageert, wat ongewenst ontgrendelen voorkomt. We zijn normaal wat sceptisch over zulke functies, maar tijdens de test werkte dit opvallend goed.

©Wesley Akkerman

Hoe bevalt-ie?

Tijdens onze test van vier weken gebruikten we het slot samen met de Nuki Keypad 2 – een accessoire dat echt iets toevoegt. Hiermee open je de deur via een pincode of je vingerafdruk. Het toetsenpaneel koppel je eenvoudig via de app aan het slot en werkt volledig lokaal, dus je hebt er geen internet voor nodig. Je kunt kiezen voor vaste of tijdelijke toegangscodes, en bij vertrek sluit je de deur met één druk op de knop. Zulke functies tillen het gebruiksgemak van een slim slot naar een hoger niveau.

Vooral de vingerafdrukscanner is een uitblinker. Binnen een paar seconden na het scannen gaat de deur open – snel, betrouwbaar en prettig in het dagelijks gebruik. Ook het invoeren van een pincode gaat vlot en zonder vertraging. Wat ons betreft is de Keypad 2 dan ook een waardevolle aanvulling op de Smart Lock Ultra. Het maakt toegang tot je huis eenvoudiger, sneller en intuïtiever. Met een simpele druk op de terugknop vergrendel je het slot weer, een functie die je via de app instelt.

Vergeleken met de bediening via de smartphone-app (die meerdere stappen vereist) is dit een stuk sneller en minder omslachtig. Hoewel de Auto-unlock op basis van locatie verrassend goed werkt, kiezen we zelf liever voor handmatige controle, om fouten uit te sluiten. En wat ons betreft blijft een fysieke sleutel onmisbaar als ultieme back-up. De Ultra levert drie sleutels mee, zodat je altijd binnenkomt, ook als de techniek je een keer in de steek laat. Dat vinden we geen luxe, maar een absolute vereiste bij slimme sloten.

©Wesley Akkerman

Nuki Smart Lock kopen?

De Nuki Smart Lock Ultra biedt een hoogwaardige en complete oplossing voor wie afscheid wil nemen van traditionele sleutels. Met een stille, vlot werkende motor, ingebouwde wifi en ondersteuning voor het nieuwe Matter-protocol, positioneert dit slimme slot zich overtuigend in het topsegment. De bijgeleverde SKG***-cilinder speelt daarbij een (ja ja) sleutelrol: die verhoogt niet alleen de veiligheid, maar zorgt er ook voor dat je altijd kunt terugvallen op een fysieke sleutel. Dankzij deze doordachte combinatie voelt de hogere prijs volledig gerechtvaardigd.

Na installatie blijkt de Smart Lock Ultra een bijzonder betrouwbaar en krachtig systeem, al mogen de montage-instructies wel iets duidelijker. De app biedt een uitgebreide set functies en het slot reageert snel en nauwkeurig. Ontgrendelen via de app vergt soms een extra handeling, maar wie kiest voor het optionele Keypad 2, opent en sluit de deur met één druk op de knop. Kleine kanttekeningen daargelaten, is dit slimme slot een uitstekende keuze voor wie zoekt naar een stil, geavanceerd en allesomvattend systeem dat jarenlang meegaat.