ID.nl logo
Bouw een extra router in je thuisnetwerk
© Reshift Digital
Huis

Bouw een extra router in je thuisnetwerk

De kans is groot dat je router afkomstig is van je internetprovider, want heel vaak zitten router en modem in één toestel. Dat is misschien wel makkelijk, maar er hangen best ook wel nadelen aan vast. Je kunt echter een extra router in je netwerk hangen. Waarom en hoe? Je leest het in dit artikel.

Je hebt misschien nog een oude (draadloze) router liggen en anders kun je er vast één voor een prikkie op de kop tikken. Leuk, maar wat doe je daar nou mee? Wij kunnen alvast een boel redenen bedenken waarom een extra router in je netwerk best zinvol kan zijn.

01 Redenen voor een extra router

De modem-router van je provider staat bijvoorbeeld in de meterkast en het draadloze bereik is ondermaats. Dan kan een range-extender of wifi-repeater nog wel uitkomst brengen, maar daarmee halveer je in principe wel de snelheid van je draadloze verbinding. Een andere reden om een tweede router in je netwerk op te nemen is dat je standaardrouter weinig extra opties biedt (en zelf frunniken aan de firmware laat de provider je uiteraard niet toe). En vaak is er geen usb-poort voor een externe schijf, geen vpn-ondersteuning en geen gastnetwerk-mogelijkheid. Of wellicht stellen de uitgebouwde wifi-mogelijkheden teleur: geen simultane dualband, geen ac-wifi enzovoort. Of het handjevol lan-poortjes van de router zit al volgestouwd en je hebt dus behoefte aan extra koppelingsmogelijkheden. Je kunt dan uiteraard een switch kopen, maar een oude router kun je doorgaans ook als switch gebruiken.

Maar je kunt ook een meer ‘geavanceerde’ reden hebben voor zo’n tweede of zelfs derde router: je wilt bijvoorbeeld je netwerk in subnetten opdelen, waarbij gebruikers (of hackers …) van het ene subnet niet bij de apparaten van het andere kunnen. Zo’n afgeschermd subnet kan nuttig zijn voor gebruik door je kinderen of gasten, of wanneer je een server draaien hebt die je van de rest van je netwerk wilt afscheiden. Ook voor onveilige IoT-apparatuur komt een dergelijk gescheiden netwerk van pas.

Een eigen router betekent overigens wel dat je zelf instaat voor de configuratie en upgrades. Even naar de provider bellen voor ondersteuning van je tweede router zit er natuurlijk niet in. Maar dat schrikt een lezer van Computer!Totaal natuurlijk niet af!

©PXimport

02 Routers achter elkaar

Er zijn eigenlijk twee manieren waarop je routers achter elkaar kunt verbinden. Bij het eerste type koppel je een lan-poort van de eerste router via een utp-kabel met een lan-poort van je tweede router. En wel zo dat beide routers zich in hetzelfde lan-ip-segment bevinden, zodat computers en andere netwerkapparaten met beide routers kunnen verbinden. Deze setup is aanbevolen wanneer je bestanden en andere bronnen binnen je hele netwerk wilt kunnen delen, de tweede router dient dan als wifi-accesspoint of switch in je normale netwerk.

Bij het tweede type wordt het wat complexer: hier verbind je een lan-poort van de eerste router met het wan-poort van je tweede router. Beide routers hebben dan verschillende ip-segmenten, zodat apparaten uit het ene segment niet zomaar toestellen uit het andere segment kunnen benaderen. Het omgekeerde is normaliter wel nog mogelijk. Wil je echt twee volledig gescheiden segmenten die elkaar niet kunnen benaderen, dan kun je een Y-opstelling met drie routers overwegen. In dit artikel komen al deze mogelijkheden expliciet aan bod.

©PXimport

©PXimport

02 Lan-lan versus lan-wan: fundamenteel verschillend van opzet.

De eerste methode om twee routers te koppelen, een lan-naar-lan-verbinding, biedt vaak een uitkomst als je extra lan-poorten nodig hebt of wanneer het wifi-bereik van je eerste router ontoereikend is.

03 Basisinformatie verzamelen

Je kunt het gebrek aan wifi-bereik, zoals gezegd, oplossen met een range-extender, repeater of met een powerlinesetje met meerdere adapters (al dan niet met geïntegreerd draadloos toegangspunt), maar dat kost natuurlijk geld. Een extra draadloos toegangspunt kan ook, maar zo’n toestel is doorgaans duurder dan een extra router – zeker als je er nog eentje ergens hebt liggen.

Wij opteren dus voor een extra router, en gaan ervan uit dat je eerste router met het modem is verbonden – voor zover het al niet om één modem-router gaat. Zorg er tevens voor dat een computer met een van de lan-poorten van die eerste router is verbonden. Open vervolgens de opdrachtprompt op die pc en voer het commando ipconfig uit. Noteer het ip-adres van de Standaardgateway (Default Gateway) bij je ethernet-connectie, evenals het Subnetmasker. Dit laatste is normaliter 255.255.255.0.

©PXimport

04 Router-adres

Hang nu je tweede router aan het stroomnet en koppel voorlopig alleen een computer aan een lan-poort van deze router. We gaan er wel van uit dat je het ip-adres en de inloggegevens van die router kent. Ben je die vergeten, dan kun je de router nog resetten zodat die op de standaardconfiguratie terugvalt. Zo’n reset kan gewoonlijk met de 30/30/30-regel: houd het resetknopje met een puntig voorwerp gedurende 30 seconden ingedrukt, schakel de router vervolgens uit en schakel die na 30 seconden weer in waarbij je het knopje nog steeds ingedrukt houdt gedurende een laatste 30 seconden. Raadpleeg ook de (online) handleiding van het apparaat, hier vind je vaak wel het standaard ingestelde ip-adres met gebruikersnaam en wachtwoord.

Start vervolgens je browser op en stem die af op het ip-adres van deze tweede router. Na je aanmelding kun je aan de slag. Allereerst zorg je ervoor dat dit ip-adres binnen hetzelfde ip-segment (subnet) van je eerste router valt. Stel, je eerste router heeft als (lan-)ip-adres 192.168.0.254, dan zou je de tweede router het adres 192.168.0.253 kunnen geven (alleen het laatste cijfer verschilt), met hetzelfde subnetmasker. Om adresconflicten te vermijden, zorg je er wel voor dat dit adres nog niet in gebruik is binnen je netwerk en dat het niet binnen het dhcp-bereik van je eerste router valt. Eventueel moet je dat eerst nog even controleren in de webinterface van je eerste router.

©PXimport

05 Router-configuratie

De eerste stap is gezet, maar gezien er binnen één subnet maar één dhcp-server actief mag zijn, moet je deze service op je tweede router nog deactiveren, zodat het uitdelen van adressen een voorrecht van je eerste router blijft. Verder moet je ook aandacht hebben voor het draadloze gedeelte. Vermoedelijk wil je tussen beide routers kunnen ‘roamen’ en het meest gangbare scenario is in dat geval dat je beide routers dezelfde ssid meegeeft, weliswaar bij voorkeur een andere ssid voor de 2,4 GHz- en de 5 GHz-band (indien beide beschikbaar). Kies op beide routers indien mogelijk voor dezelfde wifi- en encryptiestandaard, met hetzelfde wachtwoord (bijvoorbeeld 802.11n en wpa2-aes). Voor de 2,4GHz-band stel je de tweede router wel op een ander kanaal in, dat idealiter minstens 5 nummers verschilt van dat van je eerste router (bijvoorbeeld kanaal 1 en 6 of kanaal 6 en 11). Positioneer je tweede router optimaal in je woning. Software als het gratis NetSpot kan je bij deze ‘site survey’ helpen, beschikbaar voor Windows en macOS). Verbind beide routers nu met elkaar door middel van een netwerkkabel die je op de lan-poorten aansluit.

©PXimport

Bridge-modus

Sommige routers zijn voorzien van een zogenoemde bridge-modus. Hiermee wordt het nog iets makkelijker om een router als een extra toegangspunt binnen je bestaande netwerk(segment) in te stellen. In de bridge-modus functioneert je router als een accesspoint en worden zaken als de dhcp-server automatisch uitgeschakeld. Ontbeert je router die functionaliteit, dan lukt het misschien wel met een firmware-update of desnoods via een flash met de alternatieve firmware van DD-WRT. Zo’n flash voer je wel geheel op eigen risico uit. We gaan er alvast van uit dat je eerste router geconfigureerd is voor draadloze toegang. Ga vervolgens naar de webinterface van je tweede router en activeer de Bridge Mode of een optie die hierop lijkt. Die vind je wellicht terug in een rubriek als Network Mode, Wireless Mode of Connection Type. Geef deze router een ip-adres mee in hetzelfde ip-segment als de andere router, met hetzelfde subnetmasker. Is je router ingesteld op de bridge-modus, dan kun je de router via de wan-poort met een netwerkkabel aan je netwerk hangen waarna het apparaat functioneert als accesspoint.

©PXimport

Is het je bedoeling om met twee gescheiden subnetten te werken waarbij de computers van het buitenste subnet (verbonden met je eerste router) de toestellen van het binnenste subnet (verbonden met je tweede router) niet kunnen bereiken, dan moet je voor een lan-naar-wan-opstelling gaan. We maken hier de I-opstelling.

06 Wan-gedeelte

Bij een lan-naar-wan-opstelling kun je bijvoorbeeld een of meer servers op het buitenste subnet draaien, of dit subnet inzetten als (draadloze) netwerk voor je kinderen of gasten – eventueel zelfs in combinatie met dns-webfiltering (zie stap 8). Een dergelijke opstelling is bijvoorbeeld ook handig om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

Noteer alvast het ip-adres en het subnetmasker van je eerste router. Ga via de webinterface na of de dhcp-service op deze router wel actief is. Koppel nu een pc aan een lan-poort van je tweede router en ga naar de webinterface van dit toestel (zie stap 4 voor een eventuele router-reset). Ga naar de internetinstellingen van deze tweede router en stel die in op automatische configuratie via dhcp. Dat heeft als gevolg dat het wan-ip-adres van deze router door de dhcp-server van je eerste router wordt toegewezen. Om ervoor te zorgen dat dit ip-adres hetzelfde blijft, kun je je eerste router zo instellen dat je tweede router met dit adres in de lijst met dhcp-reserveringen (oftewel statische leases) wordt opgenomen. Een alternatief is dat je het wan-ip-adres van je tweede router zelf vast instelt, weliswaar buiten het dhcp-bereik van je eerste router. Als standaardgateway van je tweede router vul je in dit geval zelf het lan-ip-adres van je eerste router in.

07 Lan-gedeelte

Over naar het lokale netwerk-gedeelte van je tweede router. Die geef je een lan-ip-adres mee dat in een ander ip-segment ligt dan dat van je eerste router. Je zou je tweede router bijvoorbeeld het adres 192.168.1.1 kunnen meegeven als je eerste router als adres 192.168.0.1 heeft. Wellicht wil je dat ook deze tweede router ip-adressen binnen zijn ip-segment kan uitdelen. Dan moet je op deze router ook de dhcp-service activeren. Je zou die adressen kunnen laten toekennen binnen een bereik van bijvoorbeeld 192.168.1.2 tot 192.168.1.50.

Ben je hiermee klaar en zijn alle instellingen correct doorgevoerd, dan verbind je een lan-poort van je eerste router via een netwerkkabel met de wan-poort van je tweede router. Stel een verschillende ssid in voor elke router en laat het draadloze signaal over een zo uiteenlopend mogelijk kanaal lopen (bijvoorbeeld 1 en 6 of 6 en 11 bij 2,4 GHz, zie ook stap 5).

©PXimport

08 Dns

Zoals gezegd is het voor computers uit het buitenste subnet niet zomaar mogelijk om toestellen uit het binnenste subnet te benaderen, wat maakt dat het buitenste subnet bijvoorbeeld geschikt is voor gebruik door gasten (via wifi) of voor gebruikers die graag experimenteren. Je werkt zelf dan (als je niet aan het knutselen bent) uitsluitend op toestellen in het binnenste subnet. Als je dat verkiest, kun je bijvoorbeeld ook verschillende dns-servers instellen op beide routers. Op de tweede router gebruik je dan de standaard dns-servers van je provider of die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4), terwijl je op de eerste router eventueel dns-servers met ‘geïntegreerde webfiltering’ instelt, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Meer uitleg over deze dns-filtering vind je hier.

©PXimport

09 Port forwarding

Het feit dat je nu met gescheiden subnetten werkt, kan ook onvermoede nadelen opleveren. Wanneer je interne servers (zoals een nas, webcam of een of andere server op een pc) in het binnenste subnet (van je tweede router) plaatst, dan laten die zich niet zomaar benaderen vanaf het internet. Wil je dat toch, dan kun je dat via een dubbele port forwarding oplossen.

Stel, je draait een server op een toestel met lan-ip-adres 192.168.1.148 op poort 8000 en je tweede router heeft als wan-ip-adres 192.168.0.253. Dan stel je eerst port forwarding op je eerste router in, waarbij je aanvragen van buitenaf op poort 8000 naar ip-adres 192.168.0.253 doorstuurt. Vervolgens stel je port forwarding op je tweede router in met aanvragen op poort 8000 naar ip-adres 192.168.1.148. Via het wan-ip-adres van je eerste router is die server op je binnenste subnet nu wel weer bereikbaar vanaf het internet. Weet je niet precies hoe je port forwarding instelt, ga dan hiernaartoe, daar vind je voor talrijke routers de nodige instructies om port forwarding in te stellen.

©PXimport

Je kunt het netwerk nog ‘veiliger’ maken door twee compleet geïsoleerde subnetten te creëren die elkaar niet kunnen bereiken. Daarvoor heb je dan wel drie routers nodig, waarbij je de eerste router rechtstreeks naar de twee andere vertakt – vandaar de naam Y-opstelling. Net als de I-opstelling met twee routers is ook deze oplossing geschikt om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

10 Twee subnetten

Om onze Y-opstelling te maken, hebben we drie routers nodig. De eerste hangt direct aan het internet, met de tweede en derde router creëren we de gescheiden subnetten. Hiervoor ga je op deze twee routers eigenlijk grotendeels op dezelfde manier te werk als hiervoor beschreven bij Manier 2.

Het wan-ip-adres van je eerste router is afkomstig van je internetprovider en als lan-ip-adres heeft die bijvoorbeeld 192.168.0.254. Je zou dan als wan-ip-adres voor je tweede router 192.168.0.253 en voor je derde router 192.168.0.252 kunnen instellen. Dat kan telkens een vast ip-adres zijn of je plaatst beide adressen in de dhcp-reserveringen van je eerste router. Zie hiervoor stap 6. Vervolgens geef je aan je tweede en derde router een lan-ip-adres mee binnen een ip-segment dat zowel van de eerste router als ook van elkaar verschilt. Dat zou bijvoorbeeld 192.168.1.x voor je tweede router en 192.168.2.x voor je derde router kunnen zijn. Zorg ervoor dat op de drie routers de dhcp-service is geactiveerd.

Door deze configuratie krijg je de volgende situatie. Alle verbonden toestellen kunnen internet bereiken. Elke pc kan de andere toestellen benaderen, indien die zich binnen hetzelfde subnet bevinden. De pc’s kunnen ook de drie routers pingen. Heb je servers op je subnet(ten) draaien, dan moet je de nodige port forwarding-regels instellen, zoals beschreven bij stap 9.

Router enkel als switch

Wil je een oude router enkel als switch gebruiken, dan stel en sluit je de router aan op de manier die we in dit artikel als eerste beschrijven (lan-lan). Vervolgens schakel je het wifi-accesspoint van deze tweede router uit. Je kunt de tweede router dan probleemloos als een normale switch gebruiken. Let er wel op dat een wat oudere router misschien niet is voorzien van gigabit-aansluitingen.

▼ Volgende artikel
Black Friday 2025 met ZinVolt: hét moment om slim te starten met energieopslag
Energie

Black Friday 2025 met ZinVolt: hét moment om slim te starten met energieopslag

Black Friday is dit jaar méér dan een dag vol gadgets en grote schermen. Voor wie zonnepanelen heeft en slimmer wil omgaan met eigen energie, is het hét moment om een thuisbatterij te overwegen. Zeker nu de ZinVolt Power tijdelijk met 15 procent korting verkrijgbaar is. In dit artikel lees je hoe de energieregels richting 2027 veranderen en wat een plug & play-thuisbatterij voor je kan betekenen.

Partnerbijdrage - in samenwerking met ZinVolt

Black Friday is al jaren het moment waarop mensen grote aankopen doen. Maar in 2025 verschuift de aandacht merkbaar: steeds meer huishoudens kijken niet naar tv’s of laptops, maar naar manieren om hun energierekening te verlagen. En dat heeft alles te maken met de salderingsregeling die in 2027 stopt, stijgende terugleverkosten en het groeiende besef dat je met een thuisbatterij veel van je eigen zonnestroom kunt vasthouden.

In die context introduceert ZinVolt dit jaar een aantrekkelijke Black Friday-deal: 15 procent korting op de ZinVolt Power, een draagbare thuisbatterij die je in één minuut installeert. Daarmee wordt de stap naar energieopslag niet alleen eenvoudiger, maar ook financieel een stuk aantrekkelijker.

Let op: deze aanbieding is geldig tot en met 1 december, dus wees er snel bij!

©ZinVolt

Waarom juist nú interessant?

Als je zonnepanelen hebt, weet je hoe grillig de energiemarkt geworden is. Overdag lever je vaak méér terug dan je zelf nodig hebt, terwijl je ’s avonds juist weer stroom moet inkopen tegen een hoger tarief. Tot eind 2026 kun je dat nog deels wegstrepen dankzij de salderingsregeling, maar die regeling loopt richting zijn einde. Vanaf 2027 krijg je alleen nog een beperkte vergoeding voor wat je terug het net in stuurt.

Dat betekent dat je steeds minder hebt aan 'gratis' teruglevering en steeds meer aan het zelf gebruiken van je eigen stroom. Een thuisbatterij maakt dat mogelijk. En als je die aanschaf toch al overwoog, dan is deze aanbieding met 15 procent korting natuurlijk het ideale moment om in te stappen.

Subsidies en regelingen in 2026

Een landelijke subsidie voor thuisbatterijen wordt in 2026 niet verwacht. Maar als je een thuisbatterij combineert met een dynamisch energiecontract, kun je de 21 procent btw terugvragen. Dat voordeel maakt de stap aanzienlijk interessanter. Daarnaast loont het om lokale regelingen te controleren: sommige gemeentes bieden namelijk tijdelijke ondersteuning.

©ZinVolt

ZinVolt Power: een kleine batterij met groot effect

De ZinVolt Power is anders dan de meeste thuisbatterijen. Traditionele systemen hebben bijvoorbeeld installatie in de meterkast nodig en kampen vaak met lange levertijd. De ZinVolt Power werkt echter volledig plug & play. Je steekt hem in het stopcontact, koppelt de P1-dongle aan je slimme meter en hij begint direct met laden. Binnen één minuut actief, zonder gereedschap of installateur. Bovendien heb je hem na bestelling de volgende dag al binnen!

Met een capaciteit van 1 kWh, uit te breiden tot 6 kWh via de losse ZinVolt Mates, kun je precies zo veel opslaan als past bij je huishouden. Overdag laad je op terwijl je zonnepanelen produceren, ’s avonds gebruik je diezelfde energie zelf. Daarnaast kan de Power via de drie ingebouwde stopcontacten als noodstroomvoorziening dienen; ideaal bij een storing of werkzaamheden aan het net.

Het grootste voordeel? Je hoeft niet meteen groot in te stappen. Je kunt klein beginnen en later rustig uitbreiden. En tijdens Black Friday pak je daarmee ook direct de laagste prijs van het jaar mee!

De ZinVolt Power in het kort

Plug & play: Sluit 'm aan via de P1-dongle, binnen één minuut actief

Uitbreidbaar: Vergroot de capaciteit tot 6 kWh met extra ZinVolt Mates

Slim laden: Laadt automatisch tijdens goedkope uren, levert stroom tijdens piekuren

Noodstroomfunctie: Drie ingebouwde stopcontacten houden je belangrijkste apparaten draaiend bij een storing

Draagbaar en stil: Geschikt voor thuis, camping of werkplaats

©ZinVolt


Persoonlijk advies van ZinVolt

Weet je nog niet precies wanneer voor jou het juiste moment is? Dan kun je bij ZinVolt vrijblijvend een gesprek inplannen. Samen kijk je naar je verbruik, zonnepanelen en toekomstplannen. Geen verkooppraat, gewoon duidelijkheid.

Meer weten?

Vraag hier vrijblijvend een adviesgesprek met ZinVolt aan!
▼ Volgende artikel
Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden

De OnePlus 15 is een premium smartphone met een megabatterij en dat merk je. Je kunt dit toestel bijna twee volle dagen gebruiken voordat je hem moet opladen, ook bij intensiever gebruik. Een mooi pluspunt, maar wat heeft de telefoon nog meer te bieden? Je leest het in deze OnePlus 15-review.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

Plus- en minpunten
  • Fantastische accuduur
  • Bloedsnel
  • Goedkoper dan veel andere vlaggenschepen
  • Minder goede camera's
  • Korter updatebeleid
  • Snelladen alleen met OnePlus-gadgets

Het klopt dat er na de OnePlus 13 geen 14 is verschenen. Volgens OnePlus is de 15 niet één, maar twee generaties beter en heet hij daarom de 15. Dat is mooie marketingpraat, want het getal 14 is in thuisland China een ongeluksgetal en wordt daarom vermeden in hotels, adressen en dus ook smartphoneseries. De 15 is dus gewoon de opvolger van de 13, maar voert wel degelijk boeiende vernieuwingen door.

©Rens Blom

Enorme accu...

De reusachtige batterij springt het meest in het oog. De OnePlus 13 had al een bovengemiddeld grote accucapaciteit van 6000 mAh, maar in de 15 zit een 7300mAh-accu. De topsmartphone heeft daarmee ook een veel grotere accu dan de Apple iPhone 17 Pro Max (4823 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh), Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh) en vrijwel alle andere vlaggenschepen. Enkel Oppo's nieuwe Find X9 Pro – die een adviesprijs heeft van 1299 euro – gaat met zijn 7500mAh-accu de OnePlus 15 voorbij.

Leidt die enorme accu in de OnePlus 15 ook tot een geweldige accuduur? Ja, gelukkig wel. Wij kunnen de smartphone zonder zorgen een hele lange dag intensief gebruiken en dan is hij zeker nog niet leeg als we naar bed gaan. Bij regulier gebruik kun je deze telefoon prima twee dagen gebruiken voordat je laat op de tweede avond een oplader nodig hebt.

... laadt ook snel op

Opladen kan via usb-c of draadloos. Beide methoden komen met een addertje onder het gras. Bedraad opladen kan namelijk met een duizelingwekkende 120 watt, maar alleen als je zelf de juiste OnePlus-adapter koopt. Via een andere goede usb-c-adapter is het laden beperkt tot 36 watt. Niet langzaam, maar ook niet indrukwekkend snel. Voor draadloos geldt hetzelfde. Met een draadloze OnePlus-lader kun je met 50 watt laden, met een andere moderne oplader langzamer. Let erop dat de smartphone geen magnetisch draadloos opladen ondersteunt, tenzij je een geschikt hoesje (met ingebouwde magneetring) koopt. Met zo'n hoesje, bijvoorbeeld van OnePlus zelf, kun je de OnePlus 15 wél aan een MagSafe-oplader hangen. Dat werkt prima, kunnen we uit ervaring zeggen.

©Rens Blom

Bloedsnelle hardware

In een nieuwe premium smartphone verwacht je de beste, nieuwste hardware. OnePlus maakt die belofte waar. De OnePlus 15 draait als een van de eerste telefoons op de Qualcomm Snapdragon 8 Elite Gen 5-processor en die is bloedsnel. Zeker in combinatie met 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in ons testtoestel. Dit is overigens de duurdere configuratie (1099 euro). In de basisversie (949 euro) zit 12 GB en 256 GB – ook ruim voldoende.

©Rens Blom

Het ontwerp van de smartphone laat eveneens een fijne indruk achter. De OnePlus 15 houdt comfortabel vast, heeft een geweldige vingerafdrukscanner in het display en beschikt over een prachtig oledscherm. Het scherm is met 6,78 inch aan de grote kant, waardoor je het toestel moeilijk met één hand kunt gebruiken. Op de linkerzijkant zit een speciale knop om AI-functies te starten. Als je dat niets vindt, zit de knop niet in de weg.

©Rens Blom

Goede camera's

De OnePlus 15 heeft een hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera, allemaal met 50megapixel-sensoren. De camera's zijn goed en veelzijdig, maar jammer genoeg niet echt beter dan die van de OnePlus 13. Het nieuwe vlaggenschip moet ook concurrenten als de iPhone 17 Pro en Google Pixel 10 Pro voor zich dulden, met name als het gaat om ver inzoomen en de groothoeklens. Storend? Naar onze mening niet, tenzij je de beste camerasmartphone van dit moment zoekt. Dan is de OnePlus 15 niet de topper voor jou.

Hieronder zetten we een paar fotoseries gemaakt met de OnePlus 15 op een rijtje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Updatebeleid kan nog steeds beter

OnePlus heeft zijn updatebeleid voor dure smartphones in de afgelopen jaren verbeterd, maar kan met de OnePlus 15 nog steeds niet tippen aan sommige concurrenten. Het toestel krijgt vier jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Samsung, Apple en Google geven hun dure telefoons zeven jaar complete updates. Bijzonder is dat de Oppo Find X9 Pro vijf om zes jaar updates krijgt, terwijl Oppo en OnePlus zusterbedrijven zijn en dezelfde ColorOS-softwareschil gebruiken. Alhoewel, OnePlus noemt zijn schil OxygenOS. In de praktijk verschilt de software echter nauwelijks met de ColorOS-schil van de Oppo Find X9 Pro, die we na de OnePlus 15 getest hebben.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus 15 kopen?

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.