ID.nl logo
Bouw een extra router in je thuisnetwerk
© PXimport
Huis

Bouw een extra router in je thuisnetwerk

De kans is groot dat je router afkomstig is van je internetprovider, want heel vaak zitten router en modem in één toestel. Dat is misschien wel makkelijk, maar er hangen best ook wel nadelen aan vast. Je kunt echter een extra router in je netwerk hangen. Waarom en hoe? Je leest het in dit artikel.

Je hebt misschien nog een oude (draadloze) router liggen en anders kun je er vast één voor een prikkie op de kop tikken. Leuk, maar wat doe je daar nou mee? Wij kunnen alvast een boel redenen bedenken waarom een extra router in je netwerk best zinvol kan zijn.

01 Redenen voor een extra router

De modem-router van je provider staat bijvoorbeeld in de meterkast en het draadloze bereik is ondermaats. Dan kan een range-extender of wifi-repeater nog wel uitkomst brengen, maar daarmee halveer je in principe wel de snelheid van je draadloze verbinding. Een andere reden om een tweede router in je netwerk op te nemen is dat je standaardrouter weinig extra opties biedt (en zelf frunniken aan de firmware laat de provider je uiteraard niet toe). En vaak is er geen usb-poort voor een externe schijf, geen vpn-ondersteuning en geen gastnetwerk-mogelijkheid. Of wellicht stellen de uitgebouwde wifi-mogelijkheden teleur: geen simultane dualband, geen ac-wifi enzovoort. Of het handjevol lan-poortjes van de router zit al volgestouwd en je hebt dus behoefte aan extra koppelingsmogelijkheden. Je kunt dan uiteraard een switch kopen, maar een oude router kun je doorgaans ook als switch gebruiken.

Maar je kunt ook een meer ‘geavanceerde’ reden hebben voor zo’n tweede of zelfs derde router: je wilt bijvoorbeeld je netwerk in subnetten opdelen, waarbij gebruikers (of hackers …) van het ene subnet niet bij de apparaten van het andere kunnen. Zo’n afgeschermd subnet kan nuttig zijn voor gebruik door je kinderen of gasten, of wanneer je een server draaien hebt die je van de rest van je netwerk wilt afscheiden. Ook voor onveilige IoT-apparatuur komt een dergelijk gescheiden netwerk van pas.

Een eigen router betekent overigens wel dat je zelf instaat voor de configuratie en upgrades. Even naar de provider bellen voor ondersteuning van je tweede router zit er natuurlijk niet in. Maar dat schrikt een lezer van Computer!Totaal natuurlijk niet af!

©PXimport

02 Routers achter elkaar

Er zijn eigenlijk twee manieren waarop je routers achter elkaar kunt verbinden. Bij het eerste type koppel je een lan-poort van de eerste router via een utp-kabel met een lan-poort van je tweede router. En wel zo dat beide routers zich in hetzelfde lan-ip-segment bevinden, zodat computers en andere netwerkapparaten met beide routers kunnen verbinden. Deze setup is aanbevolen wanneer je bestanden en andere bronnen binnen je hele netwerk wilt kunnen delen, de tweede router dient dan als wifi-accesspoint of switch in je normale netwerk.

Bij het tweede type wordt het wat complexer: hier verbind je een lan-poort van de eerste router met het wan-poort van je tweede router. Beide routers hebben dan verschillende ip-segmenten, zodat apparaten uit het ene segment niet zomaar toestellen uit het andere segment kunnen benaderen. Het omgekeerde is normaliter wel nog mogelijk. Wil je echt twee volledig gescheiden segmenten die elkaar niet kunnen benaderen, dan kun je een Y-opstelling met drie routers overwegen. In dit artikel komen al deze mogelijkheden expliciet aan bod.

©PXimport

©PXimport

02 Lan-lan versus lan-wan: fundamenteel verschillend van opzet.

De eerste methode om twee routers te koppelen, een lan-naar-lan-verbinding, biedt vaak een uitkomst als je extra lan-poorten nodig hebt of wanneer het wifi-bereik van je eerste router ontoereikend is.

03 Basisinformatie verzamelen

Je kunt het gebrek aan wifi-bereik, zoals gezegd, oplossen met een range-extender, repeater of met een powerlinesetje met meerdere adapters (al dan niet met geïntegreerd draadloos toegangspunt), maar dat kost natuurlijk geld. Een extra draadloos toegangspunt kan ook, maar zo’n toestel is doorgaans duurder dan een extra router – zeker als je er nog eentje ergens hebt liggen.

Wij opteren dus voor een extra router, en gaan ervan uit dat je eerste router met het modem is verbonden – voor zover het al niet om één modem-router gaat. Zorg er tevens voor dat een computer met een van de lan-poorten van die eerste router is verbonden. Open vervolgens de opdrachtprompt op die pc en voer het commando ipconfig uit. Noteer het ip-adres van de Standaardgateway (Default Gateway) bij je ethernet-connectie, evenals het Subnetmasker. Dit laatste is normaliter 255.255.255.0.

©PXimport

04 Router-adres

Hang nu je tweede router aan het stroomnet en koppel voorlopig alleen een computer aan een lan-poort van deze router. We gaan er wel van uit dat je het ip-adres en de inloggegevens van die router kent. Ben je die vergeten, dan kun je de router nog resetten zodat die op de standaardconfiguratie terugvalt. Zo’n reset kan gewoonlijk met de 30/30/30-regel: houd het resetknopje met een puntig voorwerp gedurende 30 seconden ingedrukt, schakel de router vervolgens uit en schakel die na 30 seconden weer in waarbij je het knopje nog steeds ingedrukt houdt gedurende een laatste 30 seconden. Raadpleeg ook de (online) handleiding van het apparaat, hier vind je vaak wel het standaard ingestelde ip-adres met gebruikersnaam en wachtwoord.

Start vervolgens je browser op en stem die af op het ip-adres van deze tweede router. Na je aanmelding kun je aan de slag. Allereerst zorg je ervoor dat dit ip-adres binnen hetzelfde ip-segment (subnet) van je eerste router valt. Stel, je eerste router heeft als (lan-)ip-adres 192.168.0.254, dan zou je de tweede router het adres 192.168.0.253 kunnen geven (alleen het laatste cijfer verschilt), met hetzelfde subnetmasker. Om adresconflicten te vermijden, zorg je er wel voor dat dit adres nog niet in gebruik is binnen je netwerk en dat het niet binnen het dhcp-bereik van je eerste router valt. Eventueel moet je dat eerst nog even controleren in de webinterface van je eerste router.

©PXimport

05 Router-configuratie

De eerste stap is gezet, maar gezien er binnen één subnet maar één dhcp-server actief mag zijn, moet je deze service op je tweede router nog deactiveren, zodat het uitdelen van adressen een voorrecht van je eerste router blijft. Verder moet je ook aandacht hebben voor het draadloze gedeelte. Vermoedelijk wil je tussen beide routers kunnen ‘roamen’ en het meest gangbare scenario is in dat geval dat je beide routers dezelfde ssid meegeeft, weliswaar bij voorkeur een andere ssid voor de 2,4 GHz- en de 5 GHz-band (indien beide beschikbaar). Kies op beide routers indien mogelijk voor dezelfde wifi- en encryptiestandaard, met hetzelfde wachtwoord (bijvoorbeeld 802.11n en wpa2-aes). Voor de 2,4GHz-band stel je de tweede router wel op een ander kanaal in, dat idealiter minstens 5 nummers verschilt van dat van je eerste router (bijvoorbeeld kanaal 1 en 6 of kanaal 6 en 11). Positioneer je tweede router optimaal in je woning. Software als het gratis NetSpot kan je bij deze ‘site survey’ helpen, beschikbaar voor Windows en macOS). Verbind beide routers nu met elkaar door middel van een netwerkkabel die je op de lan-poorten aansluit.

©PXimport

Bridge-modus

Sommige routers zijn voorzien van een zogenoemde bridge-modus. Hiermee wordt het nog iets makkelijker om een router als een extra toegangspunt binnen je bestaande netwerk(segment) in te stellen. In de bridge-modus functioneert je router als een accesspoint en worden zaken als de dhcp-server automatisch uitgeschakeld. Ontbeert je router die functionaliteit, dan lukt het misschien wel met een firmware-update of desnoods via een flash met de alternatieve firmware van DD-WRT. Zo’n flash voer je wel geheel op eigen risico uit. We gaan er alvast van uit dat je eerste router geconfigureerd is voor draadloze toegang. Ga vervolgens naar de webinterface van je tweede router en activeer de Bridge Mode of een optie die hierop lijkt. Die vind je wellicht terug in een rubriek als Network Mode, Wireless Mode of Connection Type. Geef deze router een ip-adres mee in hetzelfde ip-segment als de andere router, met hetzelfde subnetmasker. Is je router ingesteld op de bridge-modus, dan kun je de router via de wan-poort met een netwerkkabel aan je netwerk hangen waarna het apparaat functioneert als accesspoint.

©PXimport

Is het je bedoeling om met twee gescheiden subnetten te werken waarbij de computers van het buitenste subnet (verbonden met je eerste router) de toestellen van het binnenste subnet (verbonden met je tweede router) niet kunnen bereiken, dan moet je voor een lan-naar-wan-opstelling gaan. We maken hier de I-opstelling.

06 Wan-gedeelte

Bij een lan-naar-wan-opstelling kun je bijvoorbeeld een of meer servers op het buitenste subnet draaien, of dit subnet inzetten als (draadloze) netwerk voor je kinderen of gasten – eventueel zelfs in combinatie met dns-webfiltering (zie stap 8). Een dergelijke opstelling is bijvoorbeeld ook handig om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

Noteer alvast het ip-adres en het subnetmasker van je eerste router. Ga via de webinterface na of de dhcp-service op deze router wel actief is. Koppel nu een pc aan een lan-poort van je tweede router en ga naar de webinterface van dit toestel (zie stap 4 voor een eventuele router-reset). Ga naar de internetinstellingen van deze tweede router en stel die in op automatische configuratie via dhcp. Dat heeft als gevolg dat het wan-ip-adres van deze router door de dhcp-server van je eerste router wordt toegewezen. Om ervoor te zorgen dat dit ip-adres hetzelfde blijft, kun je je eerste router zo instellen dat je tweede router met dit adres in de lijst met dhcp-reserveringen (oftewel statische leases) wordt opgenomen. Een alternatief is dat je het wan-ip-adres van je tweede router zelf vast instelt, weliswaar buiten het dhcp-bereik van je eerste router. Als standaardgateway van je tweede router vul je in dit geval zelf het lan-ip-adres van je eerste router in.

07 Lan-gedeelte

Over naar het lokale netwerk-gedeelte van je tweede router. Die geef je een lan-ip-adres mee dat in een ander ip-segment ligt dan dat van je eerste router. Je zou je tweede router bijvoorbeeld het adres 192.168.1.1 kunnen meegeven als je eerste router als adres 192.168.0.1 heeft. Wellicht wil je dat ook deze tweede router ip-adressen binnen zijn ip-segment kan uitdelen. Dan moet je op deze router ook de dhcp-service activeren. Je zou die adressen kunnen laten toekennen binnen een bereik van bijvoorbeeld 192.168.1.2 tot 192.168.1.50.

Ben je hiermee klaar en zijn alle instellingen correct doorgevoerd, dan verbind je een lan-poort van je eerste router via een netwerkkabel met de wan-poort van je tweede router. Stel een verschillende ssid in voor elke router en laat het draadloze signaal over een zo uiteenlopend mogelijk kanaal lopen (bijvoorbeeld 1 en 6 of 6 en 11 bij 2,4 GHz, zie ook stap 5).

©PXimport

08 Dns

Zoals gezegd is het voor computers uit het buitenste subnet niet zomaar mogelijk om toestellen uit het binnenste subnet te benaderen, wat maakt dat het buitenste subnet bijvoorbeeld geschikt is voor gebruik door gasten (via wifi) of voor gebruikers die graag experimenteren. Je werkt zelf dan (als je niet aan het knutselen bent) uitsluitend op toestellen in het binnenste subnet. Als je dat verkiest, kun je bijvoorbeeld ook verschillende dns-servers instellen op beide routers. Op de tweede router gebruik je dan de standaard dns-servers van je provider of die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4), terwijl je op de eerste router eventueel dns-servers met ‘geïntegreerde webfiltering’ instelt, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Meer uitleg over deze dns-filtering vind je hier.

©PXimport

09 Port forwarding

Het feit dat je nu met gescheiden subnetten werkt, kan ook onvermoede nadelen opleveren. Wanneer je interne servers (zoals een nas, webcam of een of andere server op een pc) in het binnenste subnet (van je tweede router) plaatst, dan laten die zich niet zomaar benaderen vanaf het internet. Wil je dat toch, dan kun je dat via een dubbele port forwarding oplossen.

Stel, je draait een server op een toestel met lan-ip-adres 192.168.1.148 op poort 8000 en je tweede router heeft als wan-ip-adres 192.168.0.253. Dan stel je eerst port forwarding op je eerste router in, waarbij je aanvragen van buitenaf op poort 8000 naar ip-adres 192.168.0.253 doorstuurt. Vervolgens stel je port forwarding op je tweede router in met aanvragen op poort 8000 naar ip-adres 192.168.1.148. Via het wan-ip-adres van je eerste router is die server op je binnenste subnet nu wel weer bereikbaar vanaf het internet. Weet je niet precies hoe je port forwarding instelt, ga dan hiernaartoe, daar vind je voor talrijke routers de nodige instructies om port forwarding in te stellen.

©PXimport

Je kunt het netwerk nog ‘veiliger’ maken door twee compleet geïsoleerde subnetten te creëren die elkaar niet kunnen bereiken. Daarvoor heb je dan wel drie routers nodig, waarbij je de eerste router rechtstreeks naar de twee andere vertakt – vandaar de naam Y-opstelling. Net als de I-opstelling met twee routers is ook deze oplossing geschikt om onveilige IoT-apparatuur te scheiden van je andere netwerkapparaten.

10 Twee subnetten

Om onze Y-opstelling te maken, hebben we drie routers nodig. De eerste hangt direct aan het internet, met de tweede en derde router creëren we de gescheiden subnetten. Hiervoor ga je op deze twee routers eigenlijk grotendeels op dezelfde manier te werk als hiervoor beschreven bij Manier 2.

Het wan-ip-adres van je eerste router is afkomstig van je internetprovider en als lan-ip-adres heeft die bijvoorbeeld 192.168.0.254. Je zou dan als wan-ip-adres voor je tweede router 192.168.0.253 en voor je derde router 192.168.0.252 kunnen instellen. Dat kan telkens een vast ip-adres zijn of je plaatst beide adressen in de dhcp-reserveringen van je eerste router. Zie hiervoor stap 6. Vervolgens geef je aan je tweede en derde router een lan-ip-adres mee binnen een ip-segment dat zowel van de eerste router als ook van elkaar verschilt. Dat zou bijvoorbeeld 192.168.1.x voor je tweede router en 192.168.2.x voor je derde router kunnen zijn. Zorg ervoor dat op de drie routers de dhcp-service is geactiveerd.

Door deze configuratie krijg je de volgende situatie. Alle verbonden toestellen kunnen internet bereiken. Elke pc kan de andere toestellen benaderen, indien die zich binnen hetzelfde subnet bevinden. De pc’s kunnen ook de drie routers pingen. Heb je servers op je subnet(ten) draaien, dan moet je de nodige port forwarding-regels instellen, zoals beschreven bij stap 9.

Router enkel als switch

Wil je een oude router enkel als switch gebruiken, dan stel en sluit je de router aan op de manier die we in dit artikel als eerste beschrijven (lan-lan). Vervolgens schakel je het wifi-accesspoint van deze tweede router uit. Je kunt de tweede router dan probleemloos als een normale switch gebruiken. Let er wel op dat een wat oudere router misschien niet is voorzien van gigabit-aansluitingen.

▼ Volgende artikel
Android-smartphone zónder Google? Zo doe je dat
© ltyuan - stock.adobe.com
Huis

Android-smartphone zónder Google? Zo doe je dat

Op een smartphone met Android wordt standaard alles aan je Google-account gekoppeld. Daardoor weet het bedrijf heel wat over jou en niet iedereen voelt zich daar goed bij. Gelukkig zijn er ook manieren om Android te gebruiken zonder dat je Google volledige inzicht in je digitale leven geeft, bijvoorbeeld met de alternatieve firmware LineageOS met microG.

In dit artikel laten we zien hoe je een Android-smartphone in kunt stellen zonder gebruik te maken van Google:

• Installeer LineageOS for microG • Configureer microG • Zorg ervoor dat je pushnotificaties kunt ontvangen • Installeer Local GSM Location zodat apps locatiegegevens kunnen opvragen • Installeer apps via F-Droid en Aurora Store

Mag het iets minder rigoureus? Lees dan: Ontsnap aan Googles ecosysteem

Wanneer je een Android-smartphone of -tablet installeert, is aanmelden met een Google-account een van de eerste dingen die je doet. Vanaf dat moment zijn alle Google-apps zoals Gmail, Google Maps, Chrome, Google Calendar en Google Play op je apparaat aan je account gekoppeld. Handig … maar zo krijgt Google wel heel veel controle over je digitale leven.

In principe kun je op je Android-apparaat gewoon geen Google-account aanmaken en alternatieve apps installeren. Maar omdat het hele besturingssysteem rond Google-componenten is gebouwd, is dat knap lastig. Dan installeer je beter een alternatieve Android-firmware die geen koppeling met het Google-ecosysteem heeft ingebouwd. In dit artikel doen we dat met LineageOS en microG, en hebben we het ook over enkele andere mogelijkheden.

1 Android Open Source Project

Voordat we naar die alternatieven kijken, moeten we het even hebben over hoe die mogelijk zijn als Google-diensten zo nauw met Android verweven zijn. De basis van Android bestaat uit het Android Open Source Project (AOSP). Dit is een volwaardig mobiel besturingssysteem waarvan de broncode beschikbaar is onder een opensource-licentie. Fabrikanten van Android-apparaten voegen hier drivers aan toe om Android op hun hardware te laten werken, en vaak nog eigen aanpassingen. Andere belangrijke componenten die we in een Android-systeem verwachten, zoals Google Play Services, zijn niet opensource. Wanneer je een Android-telefoon koopt, staat daarop dus een besturingssysteem dat door de fabrikant is gecreëerd op basis van AOSP, Google Play Services en eigen aanpassingen.

LineageOS is een project dat de broncode van AOSP neemt en daar extra functionaliteit aan toevoegt, vaak met de focus op aanpasbaarheid, beveiliging en privacy. De nieuwste versie is LineageOS 21, gebaseerd op Android 14. Het biedt voor zo’n tweehonderd apparaten installeerbare images met de drivers van de fabrikanten ingebouwd. Staat je toestel niet in de lijst met apparaten, dan kun je LineageOS helaas niet installeren. De apps van Google zijn (net zoals Google Play Services) hierin niet opgenomen, omdat de licentie dat niet toestaat. Die kun je wel achteraf installeren, waarna je je met een Google-account kunt aanmelden en LineageOS zoals de standaard Android-versie op je telefoon is te gebruiken.

LineageOS ondersteunt zo’n tweehonderd apparaten.

2 MicroG

Nu zou je denken dat je zonder de apps van Google wel verder kunt, maar dat is helaas niet het geval. Google heeft gaandeweg meer en meer functionaliteit van AOSP naar Google Play Services en andere propriëtaire componenten verplaatst. Die vereisen een Google-account of tracken je op een andere manier. En heel wat Android-apps maken van deze propriëtaire componenten gebruik. Als je die apps op LineageOS zonder Google-apps installeert, dan zouden die in het beste geval maar deels werken en in het slechtste geval starten ze niet eens op.

Het project microG biedt hier een oplossing voor. Dit is een opensource-project dat allerlei propriëtaire Android-componenten van Google her-implementeert. Zo biedt GmsCore een alternatieve implementatie voor Google Play Services. Ook Google Cloud Messaging (voor pushnotificaties) en geolocalisatie zijn op deze manier mogelijk. De versies van microG kun je dan op bijvoorbeeld LineageOS gebruiken, waardoor allerlei Android-apps toch weer werken zonder dat je een Google-account of Google-apps nodig hebt.

Het microG-project her-implementeert een deel van Google Play Services.

3 LineageOS met microG

Helaas kun je microG niet zomaar op LineageOS installeren. MicroG werkt namelijk alleen op een Android-versie met ‘signature spoofing’. Die truc zorgt ervoor dat de componenten van microG zich als Google Play Services kunnen voordoen, waardoor apps er mee samenwerken zonder dat ze weten dat het niet om een officiële Google-dienst gaat. Maar de ontwikkelaars van LineageOS hebben om diverse redenen besloten om signature spoofing niet op te nemen.

Er zijn manieren om een al geïnstalleerd Android-systeem te patchen zodat het signature spoofing ondersteunt. MicroG biedt ook zijn eigen versie van LineageOS aan: LineageOS for microG. Die versie heeft een minimale vorm van signature spoofing ingebouwd die alleen geprivilegieerde systeem-apps toelaat om de spoofing-permissie te gebruiken en alleen na toestemming van de gebruiker. LineageOS for microG ondersteunt exact dezelfde apparaten als LineageOS en verspreidt twee keer per maand over-the-air-updates.

LineageOS for microG biedt een opensource Android-versie zonder Google-apps.

Alternatieven voor LineageOS/microG

/e/OS Zo is /e/OS op dezelfde combinatie van LineageOS met microG gebaseerd, maar voegt daar nog een privacygerichte standaardconfiguratie aan toe. Je kunt /e/OS zelf installeren op een ondersteunde telefoon, of een telefoon bij Murena kopen met /e/OS voorgeïnstalleerd. De /e/ Foundation, die /e/OS ontwikkelt, sponsort sinds 2020 de ontwikkeling van microG.   Calyxos Ook Calyxos richt zich op privacybewuste gebruikers. Het heeft microG aan boord en komt met toepassingen zoals de chat-app Signal en Organic Maps, dat kaarten van OpenStreetMap gebruikt. Het ondersteunt wel minder telefoons dan de eerdergenoemde oplossingen, voornamelijk Pixel-telefoons van Google.

GrapheneOS GrapheneOS richt zich op hetzelfde publiek, maar doet dat zonder microG. In plaats daarvan kun je Google Play Services in een afgescheiden sandbox draaien voor de apps die dat nodig hebben. Het besturingssysteem ondersteunt alleen tien Google Pixel-apparaten.

Met /e/OS heb je een Android-systeem zonder Google en een privacygerichte standaardconfiguratie.

Klinkt het als te veel moeite?

De keuze in Android-smartphones is reuze

4 Installeren

De installatie van LineageOS for microG gebeurt exact hetzelfde als bij LineageOS: zoek je toestel op in de lijst met ondersteunde apparaten van de LineageOS Wiki en volg daar de installatiegids. Het enige verschil is dat je de installatiebestanden voor je apparaat niet van de website van LineageOS downloadt, maar van de downloadpagina voor LineageOS for microG. Voor de Fairphone 5 vind je die bijvoorbeeld in de map FP5.

Installeer eerst Android Debug Bridge en fastboot en volg op die pagina ook de instructies om de usb-foutopsporingsmodus op je Android-apparaat in te stellen. Daarna dien je op sommige apparaten de bootloader te ontgrendelen, zodat je alternatieve firmware kunt installeren. De instructies hangen van je apparaat af. Op sommige apparaten moet je ook nog extra partities flashen met fastboot. Let op dat je de downloadbestanden van LineageOS for microG flasht en niet degene waarnaar in de installatie-instructies van LineageOS wordt verwezen.

Daarna flash je het herstelbestand van LineageOS for microG en start je het apparaat in herstelmodus. Voer dan een factory reset uit. Nu kun je eindelijk het zip-bestand met het rootbestandssysteem van LineageOS for microG naar je telefoon flashen met de opdracht adb vanaf je computer. De stap om een Google Apps-add-on te installeren sla je over, want we willen Google juist vermijden. Herstart daarna je telefoon, waarna je in LineageOS for microG opstart.

Volg heel nauwgezet alle waarschuwingen en tips in de installatie-instructies van LineageOS.

5 Configureren

Na de eerste keer opstarten, word je verwelkomd door de configuratiewizard, waarin je onder andere je wifi-netwerk instelt. Maar in tegenstelling tot een normale Android-installatie krijg je nu niet de vraag om een Google-account in te voeren. Wanneer de initiële configuratie van LineageOS is voltooid, open je de app microG Settings. Klik dan op Self-Check. Uiteindelijk moet de hele lijst met controles aangevinkt zijn. Je moet hiervoor diverse permissies aan de app toekennen, zodat microG zijn werk kan doen.

Keer terug naar het hoofdvenster van microG Settings. Hier staan allerlei functies standaard uitgeschakeld en het is aan jou om te kiezen welke je inschakelt. Zo kun je hier een Google-account toevoegen, maar dat doen we in het kader van dit artikel juist niet. Exposure Notifications kun je niet hier inschakelen; daarvoor dien je een app te installeren die deze API gebruikt. Google SafetyNet kun je hier wel inschakelen. Sommige apps vereisen deze functie om te controleren of je Android-apparaat wel veilig is. Mocht je zo’n app gebruiken, schakel die functie dan hier in.

Geef microG alle permissies die het nodig heeft om zijn taken uit te voeren.

6 Pushnotificaties

Als je nu apps zou installeren, zou je merken dat je geen pushnotificaties krijgt. Veel apps, onder meer WhatsApp en Slack, maken hiervoor immers gebruik van Google Cloud Messaging. MicroG implementeert dit ook, maar heeft dit standaard uitgeschakeld. Om pushnotificaties naar je apparaat te kunnen sturen, moet Google je apparaat ook kunnen identificeren aan de hand van een uniek apparaat-ID. Ga daarvoor in microG Settings naar Google device registration en schakel Register device in. Standaard (in het profiel Native) genereert microG nu een ID waaruit Google je apparaattype en softwareversie kan afleiden, maar niet het serienummer. Het profiel Real geeft ook het eigenlijke serienummer aan Google door. Er zijn ook profielen om je voor een Google Nexus 5X of Motorola Moto G uit te geven, voor als je zo weinig mogelijk informatie wilt prijsgeven. Als je een Google-account hebt toegevoegd, wordt dit overigens ook bij je apparaatregistratie aan Google doorgegeven.

Nadat je apparaat bij Google is geregistreerd, tik je op Cloud Messaging en vink je Receive push notifications aan. Zodra je apps installeert die van Google Cloud Messaging gebruikmaken, komen ze hier in de lijst te staan. Als je merkt dat je notificaties met vertraging aankomen, tik dan op de drie puntjes bovenaan rechts, dan op Advanced en pas de instellingen voor pushnotificaties per netwerk aan. Zet ze bijvoorbeeld op Ping interval: 60 seconds. Maar dit is alleen nodig als de netwerkkwaliteit laag is, de standaardwaarde Automatic zou op de meeste netwerken voldoende moeten zijn.

Dankzij microG kunnen je apps ook pushnotificaties ontvangen.

7 Locatiemodules

Diverse apps vragen je locatie op, bijvoorbeeld om een relevante selectie van nabije winkels of laadpalen te tonen. Maar als ze daarvoor altijd je gps gebruiken, belast dat de batterij van je telefoon te veel. Bovendien hoeft die locatie niet altijd zo precies te zijn als van je gps. Google heeft daarvoor de component Network Location Provider, die communiceert met servers van Google om bijvoorbeeld op basis van de zichtbare wifi-netwerken te bepalen waar je apparaat zich bevindt.

In de instellingen van microG kun je ook hiervoor een alternatief instellen. Tik daarvoor op Location modules. Standaard bood microG één geolocalisatiemodule die op basis van gsm-netwerken en wifi-toegangspunten in de buurt je locatie bepaalt: Mozilla Location Service. Helaas is die dienst inmiddels stopgezet. Je kunt wel de app Local GSM Location installeren en de locatiedienst die ze aanbiedt daarna hier inschakelen.

MicroG kan ook je locatie bepalen zonder servers van Google.

8 OpenCelliD gebruiken

Tik daarna op de module en dan op Configure. Geef de app toestemming om altijd toegang tot je locatie te krijgen en daarna om bestanden op te slaan. Maak nu een gratis OpenCelliD-account door op www.opencellid.org op Sign Up te klikken. Klik op de verificatielink en dan in het dashboard op Access Tokens. Je ziet daar één toegangstoken. Klik op Show Token en kopieer die.

Open dan op je telefoon weer de configuratie van de locatiemodule, tik linksboven op het menu en dan op Advanced Settings. Vul bij OpenCellID Access Token je token in. Keer terug, open Settings en vink bij Sources de optie OpenCellID aan. Keer weer terug, tik op Database / Create Database. De module downloadt nu de locatiedatabase naar je telefoon. Op een later moment kun je altijd op Update Database tikken om de database bij te werken.

Haal locatiedata uit de database van OpenCelliD.

Geen Google, wel Apple?

Met een iPhone heb je niets te maken met het Google-ecosysteem

9 Apps installeren met F-Droid

LineageOS for microG komt standaard met F-Droid, een appwinkel voor opensource-apps. Zo kun je hiermee de app Local GSM Location installeren, maar ook apps als Aegis Authenticator voor tweefactorauthenticatie, Joplin voor todo-lijstjes, Organic Maps voor offline navigatie, Syncthing voor synchronisatie van je bestanden, apps voor Home Assistant en openHAB, en nog veel meer. Voor veel propriëtaire Android-apps bestaan er opensource-alternatieven die je in F-Droid vindt. Ook apps updaten gebeurt in F-Droid. In de instellingen kun je zelfs automatische updates instellen.

Opvallend is dat F-Droid per app de zogenoemde anti-functies toont, bijvoorbeeld of de app gebruikmaakt van een propriëtaire back-end of je activiteiten aan de makers rapporteert. Ook de door de app gevraagde machtigingen toont F-Droid bij elke app. Zo kun je op basis van de anti-functies en machtigingen beslissen of je de app wel met deze functies wilt gebruiken of voldoende vertrouwt.

F-Droid toont bij elke app de ‘anti-functies’, functies die je misschien minder leuk vindt.

10 Apps installeren met Aurora Store

Op F-Droid vind je alleen opensource-apps. Voor apps als WhatsApp, Slack, Snapchat, Instagram, TikTok, Spotify en meer heb je een andere bron nodig. Maar zonder een Google-account kan dat niet met Google Play Store. Gelukkig bestaat er een alternatief: Aurora Store. Dit is een onofficiële opensource-client voor de Google Play Store. Je kunt hiermee dus apps op de Google Play Store zoeken, downloaden en updaten. Dat kan met een Google-account, maar ook anoniem. Aurora Store koppelt je dan aan een van de vele anonieme gebruikersaccounts. Soms lukt het aanmelden niet. Probeer het dan opnieuw, dan word je aan een willekeurig ander account gekoppeld.

Net zoals in Google Play Store krijg je in Aurora Store apps te zien per categorie, inclusief lijstjes met de populairste apps of apps die voor jou zijn aangeraden. De mogelijkheden zijn minder uitgebreid dan met Google Play Store. Zo kun je geen betaalde apps downloaden of updaten. Bovendien werken heel wat in-app-functies van allerlei apps niet wanneer je Aurora Store anoniem gebruikt. Soms krijg je bepaalde apps ook niet te zien, omdat het anonieme account dat je op dat moment gebruikt van een bepaald land is waar de app niet is toegelaten. Tik in dat geval bovenaan rechts op het tandwiel, dan op Manage your account / Log uit en log weer in als Anoniem. Je krijgt dan een willekeurig ander anoniem account en kunt opnieuw proberen of je de gewenste app vindt.

Met Aurora Store download en update je anoniem apps uit de Google Play Store.

11 Alternatieven voor Google-apps

Nu je een Android-systeem zonder Google-account hebt, moet je uiteraard voor alle Google-apps nog alternatieven zoeken. Wil je onmiddellijk een heel ecosysteem, dan loont het de moeite om naar Proton te kijken. Je kunt gratis een account maken bij deze dienstenprovider die zich focust op privacy en geen toegang heeft tot je gegevens dankzij end-to-end encryptie. Voor wie meer opslag en mogelijkheden wil, biedt Proton ook betaalde abonnementen aan. De apps Proton Mail, Proton Calendar, Proton Drive, Proton VPN en Proton Pass zijn te vinden in F-Droid en Aurora Store.

Maar je hoeft jezelf niet aan één ecosysteem te verbinden. Je kunt perfect losse apps installeren (zoals de mail-app K-9 Mail) of met DAVx5 in combinatie met een CalDAV/CardDAV-server je agenda en contacten in de standaard-apps van LineageOS integreren. Als wachtwoordbeheerder kun je bijvoorbeeld de app van Bitwarden installeren, in combinatie met de server van Bitwarden of je eigen Vaultwarden-server. Voor tweefactorauthenticatie is Aegis Authenticator een goede keuze.

Als je gewend bent om je browsergeschiedenis en -tabs tussen verschillende apparaten te synchroniseren met Google Chrome, dan is er ook daarvoor een alternatief zonder Google-account. Mozilla biedt een vergelijkbare functie voor Firefox aan met Firefox Sync. Als je de Firefox-app op LineageOS installeert en een gratis Mozilla-account aanmaakt, kun je dus ook je tabs synchroniseren. Interessant om te weten is dat dit met end-to-end encryptie werkt. Mozilla krijgt dus niet te zien welke webpagina’s je bezoekt.

Proton biedt een heel ecosysteem aan van diensten met end-to-end encryptie.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
SteelSeries Arctis Gamebuds - Supersnel én comfortabel
© SteelSeries
Huis

SteelSeries Arctis Gamebuds - Supersnel én comfortabel

Goede koptelefoons voor gaming kun je overal vinden, maar voor een fijn stel gaming-oordopjes moet je wat verder zoeken. Of moest, want met de SteelSeries Arctis Gamebuds is er een nieuwe ster aan het firmament. Met noise cancelling van de bovenste plank, een razendsnelle draadloze verbinding, een superhandige dongel én een lange batterijduur zijn de Arctis Gamebuds alles wat je nodig hebt voor je volgende gamesessie.

In samenwerking met SteelSeries

De Steelseries Arctis Gamebuds zijn oordopjes die speciaal gemaakt zijn voor gamers. Dat heeft vooral te maken met de snelle 2,4GHz-verbinding die wordt gelegd met je gaming device, maar er zijn meer handige functies en extra's die van de Gamebuds de ideale audio-metgezel maken tijdens het gamen. We duiken wat dieper in die verschillende opties en functies.

2,4GHz-verbinding

Draadloze oordopjes verbind je via bluetooth aan je andere apparaten. Althans, dat deed je vroeger. Het probleem met bluetooth is dat het niet altijd de meest stabiele verbinding biedt, en dat het bereik niet bijzonder groot is. Die problemen zijn met de Arctis Gamebuds voorgoed verleden tijd.

De Gamebuds verbind je namelijk via een 2,4GHz-verbinding met je gaming device. De 2,4GHz-band wordt gebruikt voor wifi en heeft een aantal voordelen ten opzichte van bluetooth. Ten eerste is het bereik veel groter, zodat je niet per se binnen een paar meter van je PlayStation, Xbox of pc hoeft te zitten. Ook gaat het signaal veel makkelijker door muren heen, dus even naar het toilet of de keuken lopen zonder de verbinding te verliezen is ook geen enkel probleem.

Daarnaast is een verbinding via de 2,4Hz-band tot wel zeven keer sneller dan een gewone bluetoothverbinding – onmisbaar tijdens het gamen.

©SteelSeries

Usb-c-nanodongel

Die verbinding leg je met de bijgeleverde usb-c-nanodongel. Dat is een kleine usb-c-stick die je in je gameconsole of computer steekt. De oortjes leggen meteen verbinding met de dongel, zonder dat je eerst een uitgebreide installatie hoeft te doorlopen.

De dongel ondersteunt alle bekende apparaten: of je nu gaat gamen op een PlayStation 5, Xbox, pc, Switch of tablet, binnen een paar tellen zijn je oortjes aangesloten. Gebruik je liever een 'gewone' usb-a-poort? Dat kan ook: er wordt een handige adapter meegeleverd.

Dat betekent overigens niet dat je altijd je dongel bij je moet hebben: de SteelSeries Arctis Gamebuds werken ook met een bluetoothverbinding. Als je even de deur uit moet, tik je simpelweg tegen de zijkant van je oordopjes en je maakt automatisch een bluetooth-verbinding met bijvoorbeeld je telefoon.

Accu en opladen

Bang dat je binnen de kortste keren met een lege batterij komt te zitten, hoef je ook niet te zijn. De accu in de Artcis Gamebuds gaan bij normaal gebruik tot wel tien uur achter elkaar mee voordat je ze weer moet opladen. Met de bijgeleverde case kun je ze bovendien nog drie keer opladen, zodat je ze in totaal veertig uur kunt gebruiken zonder dat je in de buurt van een stopcontact hoeft te zijn.

Het opladen zelf gaat bovendien razendsnel en gemakkelijk. Als je de usb-c-oplaadkabel gebruikt, heb je binnen een kwartier weer genoeg juice om drie uur verder te gamen. De oordopjes ondersteunen ook de meeste populaire draadloze laders, dus je hebt in principe helemaal geen kabel meer nodig.

©SteelSeries

Extra's

En dat is nog lang niet alles. De SteelSeries Arctis Gamebuds bieden een aantal extra opties die het gebruik nóg prettiger maken.

Zo is er actieve noise cancelling, die ervoor zorgt dat je geluiden van buitenaf bijna niet meer hoort. Je kunt er ook voor kiezen om die geluiden juist extra door te laten, zodat je precies weet wat zich in je omgeving afspeelt.

Je hoeft je ook niet druk te maken om de pasvorm. Voor de Gamebuds zijn maar liefst 62.000 oren geanalyseerd. Daar is de ideale pasvorm uitgekomen, die werkt voor praktisch elk oor. Bovendien worden er drie opzetstukjes meegeleverd: een voor kleine, een voor middelgrote, en een voor grotere gehoorgangen. Zo weet je zeker dat de oordopjes altijd goed passen. Een testperiode met de wereldberoemde gamer T1 heeft ervoor gezorgd dat de oortjes ook na lange tijd nog comfortabel blijven zitten.

Tel daarbij op de ingebouwde microfoon, zodat je zonder extra gear kunt audiobellen met je vrienden of tegenstanders, en IP55-waterbestendigheid, waardoor je zonder problemen door een regenbuitje kunt wandelen of jezelf in de gym in het zweet kunt werken, en je kunt gerust stellen dat de SteelSeries Arctis Gamebuds tot de meest complete oordopjes behoren die te vinden zijn.

Ontdek de SteelSeries Arctis Gamebuds

op Kieskeurig.nl

Conclusie

Wie op zoek is naar high-end gaming oordopjes hoeft eindelijk niet ver meer te zoeken. De SteelSeries Arctis Gamebuds bieden zowel comfort als kwaliteit. De draadloze 2,4GHz-verbinding is tot wel zeven keer sneller dan bluetooth, en met de bijgeleverde dongel verbind je ze in no-time met je gameconsole, pc of tablet. De accu die tot wel 10 uur meegaat (of 40 uur met de oplaadcase), de perfecte pasvorm en de uitgebreide noise cancelling maken van de SteelSeries Arctis Gamebuds de ideale gaming-oordopjes, op welk apparaat je ook speelt!