ID.nl logo
Alles over de toekomst van je internetverbinding
© Reshift Digital
Huis

Alles over de toekomst van je internetverbinding

Grote kans dat je goed op de hoogte bent van het wel en wee van je internetverbinding thuis. Maar weet je ook hoe de markt ervoor staat, welke technische en juridische ontwikkelingen er nu spelen, en wat je in de toekomst kunt verwachten van providers en fabrikanten? Computer!Totaal legt de huidige situatie uit en blikt vooruit op de toekomst van je internetverbinding.

Vind je de wereld van vaste internetproviders saai? Kijk dan nog eens goed, want er is een hoop gebeurd. KPN heeft onlangs de stekker uit de merknamen Xs4all en Telfort getrokken, T-Mobile fuseerde met Tele2 en nam Vodafone Thuis over van Vodafone, en Ziggo en Vodafone zijn tegenwoordig samen VodafoneZiggo. En niet alleen de namencarrousel draait op volle toeren. Er is veel gaande in de wereld van internet voor thuis. Terwijl de aanleg van glasvezelnetwerken floreert, maken providers ruzie over het gebruik van die netwerken. Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe providers, breken technieken als 5G, wifi 802.11ax (wifi 6) en 1Gbit/s-internet door en discussiëren providers en de overheid over onderwerpen als vrije modemkeuze. We duiken in de wereld van het internet in Nederland.

Providers

Als je vandaag de dag op zoek gaat naar een vast internetabonnement voor thuis, kun je kiezen uit drie grote spelers: KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile. Die eerste twee hebben een eigen netwerk, terwijl T-Mobile dat nog aanlegt en zodoende vooral gebruikmaakt van de bestaande netwerken. Naast deze bekende partijen zijn er ook kleinere providers actief, waaronder Delta, Tweak en het splinternieuwe Freedom. Deze providers onderscheiden zich bijvoorbeeld met een focus op privacy en minder technische beperkingen, maar zijn niet allemaal landelijk beschikbaar. De prijzen kunnen bovendien hoger zijn. De drie grote spelers bieden namelijk ook mobiele abonnementen aan en adverteren daarom graag met combivoordeel. Ze willen graag dat je zowel je thuispakket als mobiele abonnement(en) bij hen afneemt en lokken je met extra tv-zenders, gratis sneller internet (thuis) en euro’s korting op de maandelijkse factuur. Sommige kleinere providers doen dat trouwens ook. De maandelijkse abonnementsprijs is hiermee een interessante en variabele factor.

©PXimport

Snelheden en prijzen

Het is lastig om te zeggen wat vast internet elke maand kost. Providers hanteren uiteenlopende prijzen voor uiteenlopende pakketten, en op het ene adres is veel sneller internet mogelijk dan op het andere. Uiteraard is dat afhankelijk van de fysieke aansluitmethode (telefoonkabel, televisiekabel of glasvezel), maar ook tussen dezelfde aansluitmethodes bestaan significante snelheidsverschillen. Vooral bij een dsl-verbinding die over de telefoonlijn loopt kunnen er grote verschillende in de haalbare snelheid zijn door onder andere de lijnlengte en het wel of niet aanwezig zijn van twee telefoonlijnen (bonding). Een praktijkvoorbeeld: op ons adres betalen we T-Mobile maandelijks 35 euro voor dsl-internet met een downloadsnelheid van 100 Mbit/s en een uploadsnelheid van 30 Mbit/s. KPN levert op dit adres 100/30 Mbit/s voor 47,50 euro per maand, terwijl Freedom het KPN-netwerk gebruikt om eveneens 100/30 Mbit/s te realiseren, maar dan voor 47 euro per maand. Kortingen – veelal de eerste maanden – laten we bij alle genoemde providers achterwege.

Glasvezel in Nederland

Dsl-internet over de telefoonlijn is al lang beschikbaar en steeds sneller geworden, maar de rek begint er wel uit te raken. Onder optimale omstandigheden is er bij één telefoonlijn nu maximaal een downloadsnelheid van 100 Mbit/s en een uploadsnelheid van 30 Mbit/s mogelijk. Hogere snelheden via het netwerk van KPN moeten worden gezocht in ‘opvolger’ glasvezel. Via een glasvezelkabel zijn immers veel hogere up- en downloadsnelheden beschikbaar. Een ouder glasvezelnetwerk biedt vaak een maximale up- en downloadsnelheid van 100 Mbit/s. Nieuwere verbindingen zijn doorgaans voorzien van gigabit-apparatuur voor een downloadsnelheid van maximaal 1 Gbit/s.

Overigens kunnen glasvezelverbindingen met 100Mbit/s-apparatuur door het vervangen van de apparatuur wel geschikt worden gemaakt voor gigabit. Een glasvezelverbinding is in tegenstelling tot vdsl en kabel doorgaans symmetrisch, waardoor ook een uploadsnelheid tot 1 Gbit/s mogelijk is.

Glasvezel is nog lang niet voor alle huishoudens beschikbaar, om de simpele reden dat providers of neutrale aanbieders de straat moeten openbreken om nieuwe kabels te leggen. Dat kost veel tijd, geld en overleg met gemeenten. Als we ervan uitgaan dat er op jouw adres glasvezel beschikbaar is, is de kans groot dat de prijzen bij de aanbieders verschillen. Dat komt deels omdat sommige providers een eigen glasvezelnetwerk hebben, terwijl andere providers afhankelijk zijn van een concurrent of neutrale aanlegpartij. KPN heeft het grootste glasvezelnetwerk, dat beschikbaar is voor honderdduizenden huishoudens. T-Mobile volgt op afstand met enkele tienduizenden huishoudens. Vóór het eind van dit jaar wil de provider nog minimaal 100.000 huishoudens ‘verglazen’.

Critici vinden het niet snel genoeg gaan. Volgens Dirk Strijker, die als hoogleraar onderzoek deed naar glasvezelaanleg, moet de Rijksoverheid een open en landelijk dekkend glasvezelnetwerk eisen en hier budget voor beschikbaar stellen. De onvrede is er deels omdat KPN na de overname van Reggefiber jarenlang nauwelijks aan verglazing heeft gedaan. De provider is er sinds kort weer volop mee bezig, waarschijnlijk vanwege toenemende concurrentie van vooral T-Mobile en VodafoneZiggo.

Een kleinere partij als Freedom heeft op dit moment nog geen eigen glasvezelnetwerk en betaalt daarom aan diverse partijen voor het gebruik van de kabels. De prijsafspraken hebben grote invloed op de prijs. Woon je als Freedom-klant in een regio waar L2Fiber, E-fiber of Glasvezel de Wolden een glasvezelnetwerk heeft, dan betaal je 49 euro per maand voor een 1Gbit/s-verbinding. Als die partijen geen glasvezel op jouw adres aanbieden, dan kan KPN een uitkomst zijn. Voor een 1Gbit/s-glasvezelverbinding via het KPN-netwerk betaal je bij Freedom echter 84 euro per maand.

Ziggo Gigabit

De ‘televisiekabel’ is naast de telefoonlijn en glasvezelverbinding de derde manier waarop een vaste internetverbinding je huis in kan komen. Voor de meeste huishoudens is die kabel van Ziggo. Er zijn echter delen van Nederland met een andere kabelaanbieder, waarvan Delta in Zeeland het bekendste voorbeeld is. Een internetverbinding van Ziggo verloopt voor 97 procent via glasvezel, terwijl de laatste 3 procent via een coaxkabel gaat. Het bedrijf biedt alle huishoudens een downloadsnelheid tot 500 Mbit/s en gebruikt de nieuwere docsis 3.1-standaard om de downloadsnelheid te verhogen naar 1 Gbit/s. Dit zogeheten Giga-abonnement komt met een uploadsnelheid van (slechts) 50 Mbit/s, kost 99,50 euro per maand en is inclusief het meest uitgebreide tv-abonnement en vaste telefonie.

Ziggo meldde begin dit jaar dat het Giga-abonnement eind dit jaar beschikbaar moet zijn voor meer dan de helft van de 7,2 miljoen aansluitingen. Omdat de provider de uitrol van zijn 1Gbit/s-netwerk bijna vier maanden moest pauzeren vanwege de coronacrisis, is dit doel bijgesteld naar ‘bijna de helft’. Het Gigabit-netwerk gebruikt geen glasvezelkabel tot de deur en ondersteunt daarom een minder hoge uploadsnelheid. Het voordeel is dat de provider geen schop in de grond hoeft te steken en klanten daarom eenvoudig en met heel veel tegelijk kan opwaarderen.

Ook het eerdergenoemde Delta biedt in Zeeland op het kabelnetwerk dankzij docsis 3.1 een downloadsnelheid van 1 Gbit/s aan. De uploadsnelheid in combinatie met het snelste kabelabonnement is bij Delta 100 Mbit/s. Die hogere upload dan bij Ziggo is onder meer mogelijk doordat Delta naast analoge televisie ook met analoge radio is gestopt. De totale bandbreedte op de coaxkabel wordt namelijk verdeeld tussen televisie-, radio- en internetsignalen.

©PXimport

Xs4all is dood, leve Xs4all!

Waarschijnlijk is het je niet ontgaan: Xs4all is niet meer. KPN faseert de naam en bedrijfsonderdelen van de dochteronderneming uit en ziet graag dat Xs4all-klanten veranderen in KPN-klanten. Dat is niet vanzelfsprekend. Een deel van de Xs4all-gebruikers zat namelijk bij de provider vanwege zijn principes en onderscheidende kenmerken ten opzichte van de concurrentie. Denk aan een helpdesk met écht technisch onderlegde medewerkers en vrije modemkeuze. KPN weet dat natuurlijk ook en belooft – na veel getouwtrek met het Xs4all-bestuur – dat daar niets aan verandert.

Dat blijkt niet helemaal te kloppen. KPN introduceert bijvoorbeeld een technische helpdesk genaamd de Tech Desk, maar deze is optioneel en kost 5 euro per maand. Daarnaast stopt de provider op 1 augustus met het aanbieden van tweestapsverificatie voor webmail omdat dit niet meer mogelijk is door ‘een upgrade van ons e-mailplatform’. En er zijn nog meer veranderingen, gelukkig ook positieve. Zo introduceerde KPN in maart vrije modemkeuze – waarover zo meteen meer – en schakelde het bedrijf in diezelfde maand dnssec in voor alle vaste en mobiele klanten. Xs4all gebruikte dit al sinds 2016. Dnssec beschermt je beter tegen aanvallen als dns spoofing, waarbij een malafide nep-website zich voordoet als de originele website.

©PXimport

Freedom als alternatief?

Partijen als T-Mobile en VodafoneZiggo proberen oud-Xs4all-klanten juist binnen te halen met aanbiedingen en combivoordeel, maar er zijn meer kapers op de kust. De interessantste is Freedom, een nieuwe provider die is ontstaan uit de actiegroep ‘Xs4all moet blijven’. De provider haalde miljoenen op met een crowdfunding-actie en levert sinds het voorjaar internet, televisie (via Canal Digital) en voip aan enkele duizenden klanten.

Over een paar jaar wil Freedom 25.000 klanten hebben, vertelde algemeen directeur Anco Scholte ter Horst ons eerder. “Deze bewuste internetters en techsavvy gebruikers vormen inderdaad een nichemarkt, maar wij streven er niet naar zo groot te worden als een Ziggo.” Freedom wil zich volgens Scholte ter Horst onderscheiden met zijn dienstverlening en ondersteuning. “Dat gaat lukken, want we hebben kundige en supergemotiveerde medewerkers.”

De provider focust zich op de kernwaarden van Xs4all; privacybescherming en veel technische mogelijkheden, waaronder het draaien van je eigen server en vrije modemkeuze. Tim Poulus, financieel analist bij onderzoeksbureau Telecompaper, zei destijds niet direct een toekomst te zien in Freedom. “Het is natuurlijk prachtig dat er een partij is die een nieuwe internetprovider wil opzetten, maar ik zou eerder gaan samenwerken met bestaande, onafhankelijke providers als Tweak. Freedom Internet stapt in een verzadigde markt die deels om een scherpe prijs draait, en ik denk niet dat ze direct op prijs kunnen concurreren.” De prijzen van Freedom-abonnementen liggen gemiddeld inderdaad hoger dan die van de concurrentie.

©PXimport

Vrije modemkeuze

We noemden het net al: vrije modemkeuze. Kortgezegd betekent vrije modemkeuze dat je niet meer verplicht bent het modem van je provider te gebruiken, maar dat je die kunt weigeren en een eigen modem of router kunt gebruiken. De Europese Unie heeft in 2008 bepaald dat lidstaten regelgeving moeten invoeren waarmee jij als consument zelf kunt kiezen welk modem je gebruikt. De Nederlandse overheid heeft dat nog steeds niet(!) gedaan en overlegt nog altijd met onder meer providers over deze heikele kwestie.

De meeste providers zijn namelijk – al sinds het begin – tegen vrije modemkeuze. Ze zijn van mening dat het zelf kiezen van een modem de functionaliteit van het vaste netwerk verslechtert, de dienstverlening bemoeilijkt en eigenlijk ook helemaal niet nodig is. Toch lijkt er eindelijk schot in de zaak te komen. KPN geeft je sinds maart dit jaar de mogelijkheid om een eigen modem of router te gebruiken en in juli presenteerde de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) een conceptbeleid waarin staat dat consumenten in 2021 vrije modemkeuze krijgen. De regel is echter nog niet definitief. Providers mogen de ACM – voor de zoveelste keer – laten weten wat ze van de regel vinden.

Ziggo had daar niet lang voor nodig. De provider blijft van mening dat vrije modemkeuze al bestaat omdat je het Ziggo-modem in bridgemodus kunt zetten en zo een eigen router kunt gebruiken – in combinatie met die van Ziggo dus. Dat is volgens een woordvoerder om de volgende reden nodig: “Het door Ziggo geleverde modem heeft een essentiële functie in het Ziggo-netwerk. Over het geleverde modem gaat namelijk een continue stroom van informatie die benodigd is om het Ziggo-netwerk te laten functioneren en onze diensten aan te kunnen bieden.”

T-Mobile is traditiegetrouw ook tegen vrije modemkeuze, maar wil op moment van schrijven niet zeggen of dat nog steeds zo is. Een interessante kwestie: KPN levert steeds meer huishoudens glasvezel via de gpon-variant, waarbij het glasvezelmodem niet vervangbaar is. Dat is dus in strijd met de conceptbeleidsregel van de ACM, waarin staat dat alle actieve apparatuur die elektriciteit vereist vervangbaar zou moeten zijn.

©PXimport

Zo veel vrijheid geven providers je

Wanneer je als hobbygebruiker van vrijheid houdt en wilt sleutelen aan je internetverbinding, ben je met de ene provider beter af dan met de ander. Zo biedt T-Mobile geen vrije modemkeuze en wil de provider niet zeggen of daar verandering in komt. VodafoneZiggo biedt ook geen vrije modemkeuze en lijkt dat zo te willen houden. KPN laat je wel een eigen modem kiezen en helpt je met technische informatie. Bij Freedom kun je eveneens een eigen modem gebruiken. De provider juicht dat toe en geeft niet alleen technische instructies, maar ook 2 euro per maand korting.

Delta biedt voor zover bij ons bekend geen vrije modemkeuze. Tweak doet dat wel. De provider geeft duidelijk aan wat hier de voor- en nadelen van zijn, zet de verschillende modellen op een rij en meldt in hoeverre ze geschikt zijn om naar eigen wens in te stellen. De provider waarschuwt wel dat eigen apparatuur zelf geïnstalleerd moet worden en dat niet alle servicemedewerkers je goed kunnen helpen als je eigen apparatuur gebruikt. KPN doet dat overigens ook.

©PXimport

Mobiel internet als alternatief

Providers zetten groots in op het verbeteren van bekabeld internet en hiermee ook wifi, maar er is ook een alternatief. Je kunt bij sommige providers namelijk een mobiel internetabonnement en speciale router aanschaffen om een 4G-verbinding om te zetten naar een wifinetwerk voor thuis. KPN biedt Sneller Internet Buitengebied aan, een dienst die de vaste internetverbinding combineert met het mobiele 4G-netwerk. Deze dienst is alleen beschikbaar voor klanten in buitengebieden met erg langzaam bekabeld internet, en kost niets als je een KPN internetabonnement afneemt. T-Mobile biedt 4G voor Thuis aan als vervanger van bekabeld internet. Het duurste 4G voor Thuis-pakket kost 45 euro per maand, vereist naast een router ook een buitenantenne en biedt een maximale downloadsnelheid van 100 Mbit/s en een maximale uploadsnelheid van (slechts) 10 Mbit/s. De snelheden zijn dus vergelijkbaar met die van een eenvoudige dsl-verbinding en liggen aanzienlijk lager dan die van een glasvezelverbinding.

©PXimport

5G als alternatief?

5G is het nieuwste mobiele netwerk en de logische opvolger van 4G. Het 5G-netwerk is sinds deze zomer actief in Nederland en is op moment van schrijven beschikbaar voor klanten van KPN, T-Mobile en Vodafone. Je moet wel een geschikt mobiel abonnement hebben. 5G biedt een groter bereik, stabielere verbinding en hogere up- en downloadsnelheden. Kenners verwachten dat 5G voorlopig geen alternatief wordt voor glasvezelinternet. In de huidige staat is een 5G-verbinding namelijk maximaal 10 procent sneller dan 4G, en dus nog steeds inferieur aan glasvezel. Daar kan naar verwachting pas medio 2022 verandering in komen. In dat jaar maakt de overheid als het goed is frequentieruimte op de 3,5GHz-band beschikbaar voor telecomproviders. De 3,5GHz-band maakt veel sneller mobiel internet mogelijk, maar is nu nog in gebruik door Nederlandse inlichtingendiensten. Die luisteren er satellietverkeer mee af.

De 5 belangrijkste toekomstverwachtingen

Sneller mobiel internet via het 5G-netwerk is slechts een van de vele ontwikkelingen waar we de komende jaren meer van gaan merken. Computer!Totaal zet de vijf belangrijkste toekomstverwachtingen onder elkaar.

Verglazing houdt aan

Allereerst verwachten we dat de verglazing in rap tempo blijft toenemen. Meer huishoudens krijgen de komende jaren dus glasvezel. KPN zet hier groots op in, terwijl T-Mobile hard werkt aan een eigen netwerk en spelers als Freedom en Delta samenwerken met uiteenlopende partijen. KPN is begin dit jaar bijvoorbeeld gestart met de aanleg van glasvezel in Amsterdam, waar het de komende jaren 320.000 huishoudens wil aansluiten. KPN verglaast ook in Zeeland (50.000 huishoudens) en Den Haag (80.000 huishoudens).

T-Mobile is al klaar in Den Haag en verglaast op moment van schrijven in Eindhoven. De (teruggekeerde) interesse in glasvezel heeft onder meer te maken met toenemende concurrentie, onder andere van nieuwkomer T-Mobile. Bij KPN kunnen sommige glasvezelklanten een abonnement kiezen met 1 Gbit/s download en 500 Mbit/s upload. T-Mobile spant vooralsnog de kroon. Een klein deel van de T-Mobile Thuis-klanten kan al internetten via een verbinding die up- én downloadsnelheden tot 1 Gbit/s haalt.

Ziggo’s Gigabit-netwerk gebruikt een coax-verbinding in combinatie met docsis 3.1 voor een hogere downloadsnelheid (1 Gbit/s), maar komt op dit moment niet verder dan 50 Mbit/s upload. Ziggo bevestigt dat dat voorlopig zo blijft. De provider werkt achter de schermen aan het verhogen van de uploadsnelheid, maar kan nog niet zeggen wanneer de verhoging beschikbaar komt en hoeveel Mbit/s de verhoging wordt.

Vaste netwerken openstellen?

Een tweede interessante en erg belangrijke ontwikkeling is het wel of niet openstellen van de vaste netwerken van KPN en VodafoneZiggo. Nadat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in maart oordeelde dat dit niet hoeft, heeft VodafoneZiggo de lopende gesprekken met geïnteresseerde partijen afgebroken en zegt T-Mobile dat KPN zich niet aan eerder gemaakte afspraken houdt wat betreft glasvezelnetwerken. Toezichthouder ACM zal hier met argusogen naar kijken en wacht volgens betrokkenen op de invoering van de vernieuwde Nederlandse Telecommunicatiewet. Die gaat 21 december 2020 in en geeft de ACM meer mogelijkheden om concurrentie te bevorderen.

Aangezien de toezichthouder ‘teleurgesteld’ is in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, is de kans groot dat het in 2021 met een nieuw marktanalysebesluit komt met de conclusie dat de vaste netwerken toch echt opengesteld moeten worden. Daarna zullen er naar verwachting opnieuw stevige onderhandelingen plaatsvinden en moet er een besluit worden genomen. Het duurt vermoedelijk dan ook nog jaren voordat de netwerken eventueel worden opengesteld. De Consumentenbond kijkt ernaar uit. “Als er meer aanbieders komen, verwachten wij ook dat de prijzen van abonnementen iets omlaag gaan”, laat een woordvoerder weten. Tom Koonen, hoogleraar telecommunicatie aan de TU Eindhoven, gaf eerder al aan te verwachten dat meer onderlinge competitie zal leiden tot lagere kosten en betere kwaliteit. “Voor de consument is dit dus een goede ontwikkeling.”

Taco Jelgersma van kabelaar YouCa zat met Ziggo om tafel, maar moet nu weer afwachten. “Je ziet dat de markt nu niet werkt. Als er meer aanbieders op de kabel komen, is dat per definitie goed voor de kabel als infrastructuur”, liet hij destijds weten.

Vrije modemkeuze

Als derde verwachten we de komende maanden meer te horen over wel of geen vrije modemkeuze. Met de recente stellingname van toezichthouder ACM en het besluit van KPN zijn we erg benieuwd of er volgend jaar inderdaad vrije modemkeuze komt. Een groot deel van de consumenten zal er – denken wij – weinig om geven, maar voor technisch onderlegde gebruikers en hobbyisten is het een interessante ontwikkeling. Wie nu al zelf zijn modem wilt bepalen, kan naast KPN ook kiezen uit kleinere partijen als Tweak en Freedom. Mogelijk volgen er – vrijwillig – meer partijen.

Combivoordeel blijft

We verwachten ook dat providers flink blijven inzetten op combivoordeel, met als doel dat je zo veel mogelijk diensten afneemt en zo lang mogelijk klant blijft. Zo maakte T-Mobile in oktober al bekend dat de prijs van zijn combipakket van 1Gbit/s-internet en onbeperkt mobiel internet minimaal twee jaar intact blijft – inflatiecorrecties uitgezonderd. Concurrerende providers wagen zich (nog) niet aan zulke beloftes.

©PXimport

Wifi 802.11ax breekt door

Onze vijfde en laatste verwachting is dat wifi 802.11ax definitief zal doorbreken. Deze nieuwste wifi-standaard staat ook bekend als wifi 6 en is de opvolger van wifi 802.11ac (wifi 5). Wifi 6 maakt vooral sneller draadloos internet mogelijk, ook als er veel (mobiele) apparaten tegelijk verbonden zijn. De 802.11ax-standaard kan gebruikmaken van in totaal twaalf datastromen; vier op de 2,4GHz-frequentie en acht op de 5GHz-frequentie. Dat zijn vier keer zo veel datastromen als wifi 802.11ac. Wifi 6 kan daarom theoretische snelheden van tussen de 600 en 9600 Mbit/s bieden.

De eerste routers met wifi 6-ondersteuning verschenen halverwege 2018, maar waren met zo’n 499 euro erg prijzig. Gelukkig dalen ze sindsdien in prijs en inmiddels verkopen merken als TP-Link en Netgear exemplaren vanaf 119 euro. Deze bieden echter niet de maximale internetsnelheden van wifi 6. Een goede wifi 6-router – vanaf ongeveer 349 euro – doet dat wel en kan met de juiste hardware sneller zijn dan gigabit-internet.

In 2019 kwamen de eerste smartphones en laptops met wifi 6-ondersteuning uit en dat aantal neemt gestaag toe. Als je binnenkort een nieuwe router wilt kopen, is het in elk geval verstandig om rekening te houden met de opmars van wifi 6. Bedenk ook dat één wifi6-accesspoint voor de meeste huizen niet toereikend is. Een mesh-systeem (een router met satellieten) of extra accesspoints bieden betere dekking.

Providers houden zich uiteraard ook bezig met wifi 6. KPN bracht in juni zijn eerste wifi 802.11ax-modem uit. De Box 12 is de opvolger van de Experiabox V10 en is afkomstig van het Franse bedrijf Sagemcom. Nieuwe KPN-klanten met een internetabonnement ontvangen het modem standaard, bestaande klanten komen geleidelijk aan de beurt. Ziggo’s ConnectBox Giga – alleen voor klanten met het Gigabit-abonnement – werkt nog met de oudere 802.11ac-standaard, maar kan dankzij het eurodocsis 3.1-modem wel overweg met de hogere downloadsnelheid van het netwerk.

©PXimport

Conclusie

Concluderend kunnen we stellen dat de huidige ontwikkelingen en toekomstige vernieuwingen en besluitvorming het internet voor thuis op alle mogelijke vlakken beïnvloeden. Veelal positief, al zijn er ook kanttekeningen te plaatsen. Omdat er zo veel tegelijk gebeurt, is er genoeg om naar uit te kijken en over na te denken. Saai is het in elk geval niet.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.