ID.nl logo
Aan de slag met portforwarding en dynamische dns
© Reshift Digital
Huis

Aan de slag met portforwarding en dynamische dns

Aan een thuisnetwerk hangen tegenwoordig vaak meer dan enkele computers of smartphones. Je wilt er wellicht ook een slimme thermostaat, paar ip-camera’s, een domoticaysteem, een nas of een eigen webserver aan koppelen. Die wil je natuurlijk ook via het internet vanaf een andere locatie kunnen benaderen, maar dat wil weleens tegenvallen. We gaan dieper in op enkele technieken die ervoor zorgen dat specifieke apparaten in je thuisnetwerk ook vlot bereikbaar zijn van buitenaf. We focussen ons hier op portforwarding in combinatie met dynamische dns (ddns), technische ingrepen die vooral op routerniveau in te stellen zijn.

Tip 01: Ip-adressen

In principe beschikt elk apparaat dat aan je thuisnetwerk is gekoppeld over een uniek ip-adres. We laten hier ipv6 even buiten beschouwingen gaan in op ipv4: zo’n ip-adres is opgebouwd uit vier getallen tussen 0 en 254, bijvoorbeeld 192.168.0.10, 10.0.1.50 of 172.16.2.100. Op een Windows-pc kom je zo’n adres te weten door op de Opdrachtprompt het commando ipconfig uit te voeren: je leest het af bij IPv4 Address. Hier ontdek je trouwens ook het ip-adres van je router ofwel Standaard gateway. Wanneer je dit adres in je browser invoert kom je, na je aanmelding, terecht in de webinterface van je router. Dit configuratievenster hebben we verder in dit artikel nog wel vaker nodig. Overigens kun je in dit venster ook de ip-adressen opvragen van de aangesloten apparaten, in een rubriek met een naam als Lijst met apparaten (of iets vergelijkbaars).

Vind je hier toch niet het ip-adres van bepaalde netwerktoestellen terug, dan kun je vanaf een pc de gratis tool Advanced IP Scanner draaien. Een installatie is niet eens nodig. Je hoeft in principe weinig meer te doen dan de knop Scannen in te drukken. Even later duiken de ingeschakelde apparaten op, met hun ip-adres en mac-adres.

©PXimport

Tip 02: Poorten

We gaan er van uit dat je achterhaald hebt via welk ip-adres je netwerkapparaten te bereiken zijn, maar je wilt natuurlijk ook nog de diensten kunnen bereiken die op zo’n apparaat actief zijn. Elke service maakt daarbij gebruik van een specifiek poortnummer, een getal tussen 0 en 65.535. Zo’n poort kun je zien als een datakanaal waarlangs de bijbehorende datapakketjes worden verstuurd.

De standaardpoort om data uit te wisselen tussen een browser en een webserver (http) bijvoorbeeld is 80, smtp gebruikt poort 25, pop3 gebruikt poort 110 enzovoort. Een uitgebreide lijst van zowat alle bekende services met de typische poorten vind je hier. In de handleiding of het configuratiebestand bij je apparaat of server staat meestal van welke poort(en) de bijbehorende services gebruikmaken. In ons eigen netwerk bijvoorbeeld kunnen wij vanaf onze browser een verbinding leggen met de Disk Station Manager van onze Synology-nas via poort 5001 (https://192.168.0.200:5001) of een van onze ip-camera’s benaderen via poort 88 (http://192.168.0.111:88).

Mooi, je beschikt nu over zowel het ip-adres als het poortnummer van het netwerkapparaat of de netwerkservice die je via het internet wilt bereiken.

©PXimport

Het eerste struikelblok: interne ip-adressen zijn van buitenaf niet bereikbaar

-

Tip 03: Externe adres

Het probleem is dat deze ip-adressen niet-routeerbaar zijn. Het gaat met andere woorden om ip-adressen die alleen bereikbaar zijn vanuit hetzelfde, interne netwerk (subnet) – in dit geval je thuisnetwerk. Dat houdt in dat deze ip-adressen niet van buitenaf bereikbaar zijn.

Er is wel een ip-adres binnen je thuisnetwerk dat via het internet bereikbaar is: het externe ofwel publieke adres van je router. Dat vind je terug in het configuratievenster van je router, maar je komt het ook te weten als je vanuit je eigen netwerk surft naar www.whatismyip.org en daar op My IP Address klikt.

Nu horen we het je al denken: dan hoef ik maar van buitenaf naar <extern-ip-adres-router>:<poortnummer> te surfen om de gewenste service te bereiken. Jammer, maar helaas: die aanvraag bereikt je router weliswaar, maar die weet niet op welk apparaat (lees: met welk intern ip-adres) die service draait.

Dit probleem kun je op verschillende manieren aanpakken. Wij doen het met een relatief eenvoudige: portforwarding.

©PXimport

Tip 04: Portforwarding

Portforwarding komt erop neer dat je router alle aanvragen op een bepaald poortnummer automatisch doorsluist naar een specifiek apparaat binnen je netwerk. Open het configuratievenster van je router. Je treft hier een rubriek aan genaamd Port forwarding of Poort doorsturen (of iets vergelijkbaars), maar op onze Linksys E6400-router bijvoorbeeld vonden we deze optie terug bij Beveiliging / Toepassingen en games / Enkele poort doorsturen. Raadpleeg zo nodig de handleiding van je router of bezoek de site, met instructies voor tal van routermodellen.

Je voegt nu een item aan de tabel toe en daar heb je doorgaans de volgende informatie voor nodig: Naam toepassing (bijvoorbeeld IP-camera), IP-adres apparaat (het interne ip-adres), Interne poort (het poortnummer waarop de beoogde service draait), Protocol (meestal TCP, maar soms ook UDP of Beide: raadpleeg de handleiding bij het apparaat of service), Externe poort (doorgaans dezelfde als de interne poort, tenzij je bewust via een andere poort wilt binnenkomen). Mogelijk kun je hier ook iets als Bron IP invullen: tenzij je de toegang wilt beperken tot (ip-adressen van) specifieke externe toestellen laat je dit op Alle of Any ingesteld. Bevestig je keuze zodat de nieuwe doorverwijzingsregel wordt toegevoegd.

©PXimport

Tip 05: Dynamisch ip

Als het goed is, kun je het apparaat of de service nu wel van buitenaf bereiken via <extern-ip-adres-router>:<poortnummer>. Reden tot juichen dus, maar we zijn er nog niet helemaal. Zo’n ip-adres is niet alleen lastig te onthouden, de kans is bovendien groot dat dit publieke adres over een tijdje vanzelf door je internetprovider wordt veranderd. Dit kan gebeuren na een vaste tijd, of na een storing of stroomuitval. Hierna is je netwerk niet langer via het oude adres bereikbaar.

Af en toe handmatig controleren is een optie, of je installeert een gratis tool als TrueIP. Vanuit het venster Opties plaats je bijvoorbeeld een vinkje bij E-mail me en configureer je de mailservice via E-mail Settings. Zodra je externe ip-adres wijzigt, ontvang je daarover automatisch een e-mailnotificatie.

Handig, maar het blijft op die manier natuurlijk toch maar een beetje aanmodderen. Er is gelukkig een eleganter oplossing. Je koppelt een makkelijk te onthouden hostnaam aan het actuele externe ip-adres van je router, en aparte software zorgt ervoor dat het gekoppelde ip-adres automatisch wordt bijgewerkt. Deze techniek luistert naar de naam dynamische dns, kortweg ddns.

©PXimport

Tip 06: Dynamisch dns

Er zijn verschillende aanbieders van ddns en sommige bieden ook gratis diensten aan. Eén van de betere, met leuke opties in het gratis pakket, vinden we Dynu.

Is deze provider dan automatisch ook de beste voor jou? Niet per se, want zoals gezegd zorgt losse software ervoor dat de koppeling tussen de hostnaam en je thuisnetwerk intact blijft, door regelmatig je actuele ip-adres naar de aanbieder door te sturen. Maar er zijn inmiddels heel wat routers, nas’en en andere internetapparaten die zelf zulke software hebben ingebouwd (al is de lijst van ondersteunde ddns-aanbieders vaak beperkt). De kans is dus reëel dat Dynu zich niet in die lijst bevindt. Dat bemoeilijkt het opzet enigszins, aangezien je dan zelf clientsoftware op je pc moet installeren die de koppeling tussen hostnaam en ip-adres intact houdt (zie bij tip 9). Schrikt dat je niet af, dan zien we weinig redenen om niet voor Dynu te kiezen.

©PXimport

Je publieke netwerk ip-adres is wellicht niet statisch

-

Tip 07: Dynu-account

We laten je zien hoe je met een gratis Dynu-account aan de slag kunt. Surf naar www.dynu.com en klik op Create a free account. Wij gaan hier voor Option 1: Use Our Domain name, waarbij je een eigen hostnaam in combinatie met zestien top level domains (tld’s) kunt kiezen, iets als tipstrucs.freeddns.org of mijnnaam.dynu.net bijvoorbeeld.

Druk op Add en klik op Sign up with Google of Sign up with Twitter. Of je creëert een afzonderlijk account en je vult de gevraagde persoonsgegevens in. Houd er bij het invullen van je wachtwoord wel rekening mee dat sommige apparaten, zoals router, nas of ip-camera, of ip-updateclients mogelijk geen speciale tekens aanvaarden. Bevestig met Submit en controleer de bevestigingsmail.

Meld je desgevraagd aan bij Dynu: je belandt nu in je persoonlijke controlepaneel. Als alles goed is, is je thuisnetwerk (en het apparaat of service waarvoor je intussen wellicht al een poortdoorverwijzingsregel had gecreëerd) nu via de nieuwe hostnaam extern bereikbaar. Uittesten maar!

Lukt het toch niet, dan heeft Dynu wellicht niet het juiste publieke ip-adres van je router/netwerk te pakken. Open dan het Dynu-controlepaneel en klik op DDNS Settings, waar je het actuele ip-adres afleest. Zo nodig stuur je dit bij via het potloodicoon Manage your hostname en bewaar je de wijziging met Save.

©PXimport

Tip 08: Handige extra’s

We schreven al dat Dynu een behoorlijk flexibele ddns-service is en dat merk je snel wanneer je de diverse opties in het controlepaneel overloopt. We beperken ons hier tot een tweetal handigheden.

Eén ervan is de optie Offline Settings. Hier kun je zelf een url of een eigen boodschap voorzien die de bezoeker van je computer of service te zien krijgt wanneer die offline blijkt te zijn. Druk gerust op de knop Go Offline Now om het resultaat meteen te bekijken; mogelijk moet je eerst nog even je browsercache ofwel je tijdelijke internetbestanden wissen. Na de test klik je natuurlijk wel weer op Go Online Now.

Stel, je hostnaam is tipstrucscam.dynu.net. Dan worden automatisch ook url’s met <prefix>.tipstrucscam.dynu.net automatisch doorverwezen. Heb je dat liever niet, schakel dan Wildcard IPv4 Alias en Wildcard IPv6 Alias uit bij Manage Dynamic DNS Service. Via de rubriek Aliases kun je zelf specifieke aliassen toevoegen. Vul je bij Alias Name bijvoorbeeld redactie in en druk je vervolgens op de knop Add Alias, dan wordt voortaan ook redactie.tipstrucscam.dynu.net als url aanvaard.

©PXimport

Een dynamisch dns-provider biedt vaak ook handige extra’s aan

-

Tip 09: Updateclient

Er rest je nog één struikelblok: een oplossing voorzien ingeval je dynamisch ip-adres wijzigt. Immers, je wilt de koppeling tussen het nieuwe adres en je ddns-hostnaam behouden. Sommige netwerkapparaten, zoals router, nas of zelfs ip-cam voorzien zelf in zo’n ip-updatefunctie. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende handleiding.

Je kunt ook speciale software op een (bij voorkeur veelgebruikte) pc in je netwerk installeren. Voor Dynu vind je die hier, waar je het gewenste platform selecteert bij Operating System, Multiple Platforms of Router/Firewall.

We tonen hier kort de werking van de Windows-client. Pak het gedownloade zip-bestand uit en installeer het programma met 2x Next en Install. Start de client op, vul het bijbehorende Dynu-ID in (Username en Password) en klik op Sign In. De updateservice doet al meteen zijn werk, zoals blijkt uit de feedback op het tabblad Activity en via de Log Files op het tabblad Engine. Op het tabblad Settings valt nog een en ander bij te sturen, zoals de frequentie waarmee de client je ip-adres checkt (Polling Interval, standaard 120 seconds) en of de tool automatisch actief moet worden zodra je je bij Windows aanmeldt. Leg je wijzigingen vast met Save.

Je merkt het: dankzij een slimme combinatie van portforwarding en dynamisch dns zijn je beoogde netwerkapparaten en -services nu vlot bereikbaar via internet.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.