ID.nl logo
Slome pc? Zo moet je je processor optimaliseren
© PXimport
Huis

Slome pc? Zo moet je je processor optimaliseren

Elke applicatie en proces heeft systeembronnen nodig en naast eventueel schijf- en netwerkgebruik hoort daar altijd ook het gebruik van geheugen en processor(s) bij. In dit artikel focussen we ons op het gebruik van de processors en bekijken we wat er eventueel te optimaliseren valt.

Welk besturingssysteem of app je ook draait: zonder processors bereik je niets. Het is dus best zinvol om na te gaan hoeveel processorkracht Windows en je programma’s gebruiken. Misschien kan het met iets minder of juist met iets meer, bijvoorbeeld voor toepassingen die wel wat extra power kunnen gebruiken. We leren je na te gaan welke processen op welke manier omspringen met deze systeembronnen en laten vervolgens zien hoe je een en ander bijstuurt zonder extra hardware, zoals een krachtiger grafische kaart, aan te schaffen.

Natuurlijk zijn er altijd wel diehard-gebruikers die meer willen dan een voorzichtige, softwarematige optimalisering en dan belanden we al snel bij het zogenoemde overklokken. Dit begrip doet sommigen huiveren, maar als je zo’n overklokproces stapsgewijs aanpakt, kan dat best veilig gebeuren en niet zelden met merkbaar resultaat. Dit proces reserveren we voor een ander artikel.

Cpu en gpu

Voor we achterhalen wat het cpu- en gpu-gebruik van je systeem is, vertellen we kort waar deze termen voor staan. De cpu (central processing unit oftewel centrale verwerkingseenheid) is het kloppende hart van je pc en voert in regelmatige cycli uiteenlopende instructiesets uit voor allerlei programma’s en systeemcomponenten. De cpu is ontworpen om één taak tegelijk uit te voeren, maar kan wel snel tussen verschillende taken schakelen, zodat het lijkt alsof die simultaan worden uitgevoerd.

De gpu (graphics processing unit oftewel grafische processor) is een gespecialiseerde processor die in eerste instantie voor allerlei videotaken wordt aangesproken. Zo’n gpu kan geïntegreerd zijn in de chipset van je moederbord (igpu), maar voor nog snellere bewerkingen kun je een losse, ‘dedicated’ videokaart inzetten (dgpu). Overigens kan zo’n gpu niet alleen videobeelden aansturen, maar is die tevens geschikt voor allerlei andere, vooral parallelle berekeningen.

©PXimport

Algemeen processorgebruik

De cpu en gpu bepalen dus beide in grote mate hoe krachtig je systeem is, maar hoe kom je er nu achter hoe zwaar je systeem die processors op een gegeven ogenblik belast? Dat kun je vanuit Windows zelf doen. Open het taakbeheer (met Ctrl+Shift+Esc) en ga naar het tabblad Prestaties. Je kunt hier het realtime gebruik van elke primaire systeembron bekijken; naast processor en gpu ook geheugen, schijf en netwerk via wifi en/of ethernet. Open Beeld / Bijwerksnelheid om de standaardperiode van 60 seconden aan te passen naar 30 seconden of 4 minuten.

Beschik je alleen over een geïntegreerde gpu, dan verschijnt hier wellicht GPU 0, terwijl je bijvoorbeeld GPU 1 en GPU 2 ziet staan als je over twee dgpu’s beschikt (hierbij wordt ook de temperatuur vermeld). Zie je ook iets staan als (Link 0), dan betekent dit dat beide grafische kaarten parallel met elkaar werken, zoals bij SLI (NVIDIA) of CrossFire (AMD).

De cpu-informatie op het tabblad Prestaties is rechttoe rechtaan, want beperkt tot één enkel gebruikspercentage, terwijl dat bij de gpu duidelijk complexer is. In het kader ‘Gpu intern’ lees je hier meer over.

©PXimport

Gpu intern

In Windows Taakbeheer kun je bij het opvragen van gpu-informatie termen zien opduiken als gpu-engine en gpu-geheugen. Dit vergt enige toelichting. Een gpu bestaat uit meerdere units (engines), die elk doorgaans uit meerdere kernen zijn opgebouwd. Ze kunnen wel parallel aan elkaar werken en ook dezelfde kernen delen. Uiteraard spreekt een gpu ook geheugen aan. De term toegewezen gpu-geheugen verwijst naar geheugen dat exclusief aan de gpu is voorbehouden. Dat kan zogenoemd VRAM zijn (video-RAM; bij dgpu’s), maar ook gereserveerd systeemgeheugen (bij igpu’s). Verder is er ook nog gedeeld gpu-geheugen: dit geheugen delen igpu’s dynamisch met de cpu. Windows is wel zo slim niet meer dan de helft van het beschikbare fysieke systeemgeheugen aan de gpu ter beschikking te stellen. Is er meer nodig, dan springt het zogenoemde virtuele geheugen bij.

©PXimport

GPU-Z

Bij wat oudere systemen is het zelfs niet uitgesloten dat je op het tabblad Prestaties gewoon geen GPU-onderdeel ziet verschijnen. Dit heeft te maken met een verouderde gpu-driver. Om dit na te gaan, druk je op Windows-toets+R en voer je dxdiag.exe uit. Open het tabblad Beeldscherm en kijk bij Stuurprogramma’s: hier moet Model stuurprogramma: WDDM 2.x of hoger staan.

Geeft het taakbeheer niet thuis voor je gpu? Geen nood: er zijn ook externe tools waarmee je die informatie alsnog kunt opdiepen, zoals het gratis en portable GPU-Z. Meteen na het opstarten verschijnt allerlei technische informatie over je gpu. Heb je meerdere gpu’s, dan kies je linksonder het gewenste exemplaar.

Om het gpu-gebruik te monitoren, ga je naar het tabblad Sensors. Hier vind je onder meer de temperatuur, ventilatorsnelheid, gpu-belasting en het geheugengebruik, zowel van het toegewezen geheugen (Dedicated) als van het gedeelde systeemgeheugen (Dynamic). Via de pijlknopjes geef je telkens aan welke meting je verkiest: de huidige, laagste, hoogste of gemiddelde waarde.

©PXimport

Specifiek processorgebruik

De tools die we tot nog toe hebben besproken, geven in feite alleen inzicht in het systeemwijde processorgebruik. Wil je meer weten over het gebruik door een specifiek proces of service, start dan opnieuw het taakbeheer. Open in eerste instantie Processen, dat bevat drie onderdelen: Toepassingen, Achtergrondprocessen en Windows processen. In de kolom Processor lees je bovenaan het actuele gebruik van alle processorkernen af.

Je hoeft maar op de kolomtitel te klikken om die te sorteren op processorgebruik. Verschijnt deze kolom niet, klik dan met rechts op een willekeurige andere kolomtitel en plaats een vinkje bij Processor. Hier kun je trouwens ook GPU en GPU-engine selecteren. Op het tabblad Details kun je langs deze weg bovendien Processortijd en verder Toegewezen GPU-geheugen en Gedeeld GPU-geheugen zichtbaar maken. Jammer genoeg verschijnt in beide kolommen slechts een zinvolle waarde als je over drivermodel WDDM 2 of hoger beschikt (zie bij ‘GPU-Z’).

Zowel bij Processen als bij Details kun je nu voor elk afzonderlijk programma of proces het cpu- en gpu-gebruik aflezen. Het is verstandig om hier ook de kolom Opdrachtregel zichtbaar te maken, zodat je ook het pad naar het programmabestand van dat item kunt zien.

Specifiek met het oog op de cpu loont het ook de moeite om naar het tabblad Prestaties te gaan en onderaan op Broncontrole openen te klikken. Ook hier krijg je per proces en service detailinformatie over het cpu-gebruik. In de grafische weergave rechts vind je bovendien de activiteit per logische processor terug. Verderop in dit artikel, bij ‘Prioriteit’ en ‘Affiniteit’, lees je hier meer over.

©PXimport

Hostprocessen

Helaas tref je bij deze items doorgaans ook hostprocessen aan. Die bestaan uit meerdere deelprocessen en maken het helaas lastiger om vast te stellen welk proces precies verantwoordelijk is voor het gebruik van de systeembronnen.

Dat is vaak het geval bij browsers. Start bijvoorbeeld maar eens Google Chrome op, met enkele tabbladen geopend. Het item chrome.exe verschijnt nu meerdere keren. De kolom PID (Process Identifier) geeft al aan dat het telkens om een ander deelproces gaat, maar hoe weet je nu welke browserextensie of tabblad zoveel cpu-tijd of andere systeembronnen opeist?

Daarvoor kun je bij de browser zelf aankloppen. Ga naar Chrome en kies Meer programma’s / Taakbeheer: in de kolom Taak lees je nu mooi af welke taak met welke PID overeenkomt. Klik met rechts op een kolomtitel voor nog meer informatie. Ook andere browsers hebben een vergelijkbaar taakbeheer ingebouwd.

Op het tabblad Details van Windows Taakbeheer tref je nog een ander veelvoorkomend hostproces aan: svchost.exe. Om na te gaan waar het precies over gaat, noteer je de bijbehorende PID en lokaliseer je die op het tabblad Processen. Hier krijg je meer informatie over de achterliggende servicehost, zoals Remote Desktop Services of Task Scheduler. Klik hier met rechts op zo’n service en kies Services openen, waarna je die service verder kunt beheren of zelfs stopzetten, als je tenminste goed weet waar je mee bezig bent.

©PXimport

Langdurig monitoren

In dit artikel hebben we je een paar tools aangereikt waarmee je het cpu- en gpu-gebruik van het systeem of van specifieke processen realtime of over een heel korte periode kunt monitoren. Windows beschikt ook over een ingebouwde tool waarmee je dat over een langere periode kunt doen, zelfs van veel andere systeembronnen als het geheugen en het schijf- en netwerkgebruik.

In het kort ga je hier als volgt mee aan de slag. Druk op Windows-toets+R en voer perfmon uit. In het linkerpaneel klik je op Gegevensverzamelaarsets en klik je met rechts op Gedefinieerd door de gebruiker. Kies Nieuw / Gegevensverzamelaarset. Vul een naam in, kies Handmatig maken (geavanceerd), klik op Volgende en selecteer Prestatiemeteritem. Bevestig met Volgende en met Toevoegen. Open nu het beoogde onderdeel, zoals GPU Adapter Memory of Processor, en selecteer (alleen) de gewenste items. Onderaan kun je aangeven welke instanties je mee wilt monitoren. Bevestig met Toevoegen >> en met OK. Stel een geschikt Interval van steekproeven in. Rond af met Volgende (2x) en met Voltooien.

Klik met rechts op de toegevoegde set en klik op Starten. Na het stopzetten van de test vind je de resultaten terug in de rubriek Rapporten, in de vorm van een grafiek.

©PXimport

Energiebeheer

We hebben nu verschillende tools besproken waarmee je het gebruik van processors kunt opvragen of monitoren. Nu is het tijd om na te gaan hoe je zelf in dit gebruik kunt ingrijpen, met name op cpu-niveau.

Een eenvoudige manier om systeemwijd in te grijpen op onder meer het cpu-gebruik, is via het Windows Energiebeheer. Tik energie in het Windows-zoekvak en start Een energiebeheerschema selecteren op. Klik links op Een energiebeheerschema maken en selecteer het schema dat het best aansluit bij je wensen, bijvoorbeeld Energiebesparing. Geef een schemanaam op, druk op Volgende en stel alvast de gewenste instelling voor beeldscherm en slaapstand in. Bevestig met Maken.

Vervolgens klik je naast je eigen schema op De schema-instellingen wijzigen en kies je Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. Open de rubriek Energiebeheer voor processor en stel zowel de Minimale als de Maximale processorstatus in. Stel deze laatste bijvoorbeeld in op 75% als je de cpu nooit maximaal wilt laten belasten.

Je treft hier ook de optie Koelbeleid voor systeem aan, waarbij je kunt kiezen tussen Actief en Passief. Kies Actief voor betere prestaties en Passief voor een zuiniger beleid. Bij de tweede optie zal het systeem het stroomverbruik van bepaalde onderdelen beperken, terwijl in de actieve modus de ventilator bij intensief gebruik sneller gaat draaien.

©PXimport

Prioriteit

Misschien wil je het processorgebruik finetunen voor specifieke applicaties, bijvoorbeeld voor zwaardere toepassingen die je wel vaker gebruikt (graag wat intenser cpu-gebruik) of voor services die soms al te gretig de processor aanspreken (graag wat minder cpu-gebruik). Dat is mogelijk, maar eerst toch enige toelichting.

Je moet namelijk weten dat zowat alle moderne processors over meerdere kernen (cores) beschikken. Als nu in het bios ‘hyperthreading’ is geactiveerd, dan zijn er per kern normaliter twee ‘threads’ beschikbaar. Een processor met zes fysieke kernen kan dus twaalf threads tegelijk verwerken. We hebben het dan over twaalf logische processors.

Je kunt nu zelf bepalen hoeveel cpu-bronnen je aan (de threads van) processen geeft. Open hiervoor opnieuw Windows Taakbeheer en ga naar het tabblad Details. Klik met rechts op het gewenste proces en kies Prioriteit instellen. Standaard staat die ingesteld op Normaal, maar je kunt nog uit vijf andere prioriteiten kiezen: Laag, Lager dan normaal, Hoger dan normaal, Hoog en Realtime. Belangrijke processen kun je gerust instellen op Hoger dan normaal of Hoog, maar de instelling Realtime raden we af.

©PXimport

Affiniteit

Als je het cpu-gebruik nog verder wilt finetunen, kun je zelfs ingrijpen tot op het niveau van logische processors door de zogeheten ‘affiniteit’ aan te passen. Hiermee bepaal je hoeveel en welke logische processors een proces mag aanspreken. Standaard voert Windows processen namelijk op alle beschikbare logische processors (en kernen) uit. Veel prestatiewinst hoef je van zo’n ingreep niet echt te verwachten, maar het kan bijvoorbeeld wel wat helpen als je langdurige en cpu-intensieve applicaties elk op andere processorkernen laat draaien.

Het is in elk geval niet moeilijk om de affiniteit van een proces aan te passen. Daarvoor blijf je nog even op het tabblad Details van het taakbeheer. Klik opnieuw met rechts op een procesnaam en kies deze keer Affiniteit instellen. Je hoeft nu maar het vinkje te verwijderen naast de logische processors die je liever niet voor dit proces laat gebruiken.

Vervelend is wel dat zowel de prioriteit als de affiniteit bij de volgende opstart ‘genormaliseerd’ wordt. Om een applicatie altijd met een specifieke prioriteit of affiniteit op te starten, zit er weinig anders op dan de opdrachtregel van de bijbehorende snelkoppeling aan te passen, met de volgende syntax:

cmd.exe /c start "<programma-naam"> /<priority-name> /affinity <#> "<programma-pad>"

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!