ID.nl logo
13 handige commando's voor de Opdrachtprompt
© Reshift Digital
Huis

13 handige commando's voor de Opdrachtprompt

Tegenwoordig gebruiken we de Opdrachtprompt lang niet meer zo vaak als vroeger en in Windows 10 en 11 hoeft dat eigenlijk ook niet meer. Toch betekent dat niet dat je de Opdrachtprompt helemaal niet meer hoeft te gebruiken. Je kunt er namelijk handige commando's mee instellen, die het computergebruik een stuk aangenamer maken. Wij bespreken 13 handige Opdrachtprompt-commando's.

Windows (en trouwens ook veel moderne Linux-distributies) heeft zijn succes vooral te danken aan de gebruiksvriendelijkheid van de grafische interface (gui). Toch heeft ook de zogenoemde cli (command line interface) zeker een bestaansrecht. Sommige functies zijn namelijk lastig of helemaal niet terug te vinden in de grafische interface. Opdrachtregelcommando’s kun je doorgaans ook nauwgezet aansturen met behulp van parameters. Bovendien laten zulke commando’s zich probleemloos opnemen in batchbestanden en kun je die automatisch laten uitvoeren vanuit het aanmeldingsscript van een gebruiker of via de taakplanner.

Er zijn meerdere manieren om in de opdrachtprompt te komen. Vanuit taakbeheer bijvoorbeeld, of via het contextmenu (rechtermuisknop op een bestand en Openen in opdrachtprompt) of door op Start / Uitvoeren te drukken (of toets Windows-toets+R) en in het venstertje dat verschijnt cmd in te voeren gevolgd door Enter.

Hier vind je een overzicht van de beschikbare cmd-commando’s in Windows (klik een commando aan voor bijhorende parameters en voorbeelden). In dit artikel geven we eerst enkele voorbeelden die duidelijk maken hoe krachtig (en nuttig) zulke commando’s kunnen zijn. Daarna tonen we je hoe je die kunt inzetten bij automatiseringsscenario’s.

©PXimport

Cmd-venster

Wanneer je via het cmd-commando naar de opdrachtprompt gaat, beland je standaard in je eigen profielmap (c:\Users\

©PXimport

01 Mapinhoud

Om de inhoud van een map te kennen raadpleeg je de Verkenner. Logisch, maar vanuit de opdrachtregel kom je specifieke informatie vaak sneller te weten. Om een idee te krijgen van de mogelijkheden voer je het commando dir /? Uit. De parameter /? kun je trouwens bij nagenoeg alle commando’s gebruiken om meer uitleg te krijgen. Om een venster weer leeg te maken gebruik je het cls-commando (clear screen). Het komt er nu op aan de beschikbare parameters slim te combineren. Stel, je wilt een overzicht van alle bestanden, met de recentste bovenaan. Dan doe je dat met dir /O-D.

Merk ook bijvoorbeeld het verschil op tussen dir *, dir /A * en dir /B *. Dir /A toont je ook verborgen (systeem)bestanden en dir /B beperkt de uitvoer tot de bestandsnamen zonder verdere gegevens.

De mapinhoud afdrukken kan trouwens door achteraan je commando iets als >mapinhoud.txt toe te voegen, waarna je met Kladblok het txt-bestand kunt openen en afdrukken.

©PXimport

02 ADS

Een leuk experiment is het toevoegen van ADS-data (alternate data streams) aan bestanden, althans in een ntfs-omgeving. Creëer met Kladblok een tekstbestand dat je wilt verbergen (dat noemen we even geheim.txt). Vervolgens voer je het commando type geheim.txt > saai.txt:onzichtbaar.txt uit. Dit commando zorgt ervoor dat het bestand geheim.txt als ADS-data (met de naam onzichtbaar.txt) wordt opgenomen in het bestand saai.txt. Je mag geheim.txt nu verwijderen. Wanneer je dir saai.txt uitvoert, merk je dat dit bestand leeg is (0 bytes). Echter, voer je dir /R saai.txt uit, dan duiken alsnog de ADS-data van saai.txt op. Je krijgt de inhoud van die ADS te zien via het commando "c:\system\32\notepad.exe" saai.txt:onzichtbaar.txt. Op deze manier kun je dus bestanden verbergen in andere bestanden.

©PXimport

03 Machtigingenbeheer

Vanuit de gui kun je uiteraard ook machtigingen van gebruikers op mappen en bestanden regelen, maar dat kan sneller vanuit de cli. Bovendien heb je via de cli meer mogelijkheden in Windows 10 Home. Je regelt zowat alles via het icacls-commando: hierin lees je trouwens ‘acl’, wat staat voor ‘access control lists’ oftewel ntfs-machtigingen.

Om de huidige machtigingen op een map of bestand te weten te komen volstaat het commando icacls <naam_van_map_of_bestand>. Je kunt ook in één keer alle huidige machtigingen van alle bestanden in een bepaalde map en bijhorende submappen bewaren om die, na eventuele experimenten, snel weer terug te zetten. Machtigingen bewaren doe je als volgt icacls <pad_naar_map>\* /save aclbestand /T. Om de machtigingen die je in het bestand aclbestand hebt bewaard snel terug te zetten, voer je als administrator het commando icacls <pad_naar_map> /restore aclbestand uit. Om de machtigingen op een bestand door andere te vervangen, kun je een commando uitvoeren als icacls <bestandsnaam> /grant:r <gebruikersnaam>: F (F staat voor Full access). Let wel, als je de parameter :r (replace) weglaat, dan worden de nieuwe machtigingen aan de al bestaande toegevoegd in plaats van die te vervangen.

©PXimport

04 Connectiviteit

Zelfs wanneer je nauwelijks met de opdrachtprompt bekend bent, heb je vast al eens het commando ipconfig of ipconfig /all uitgevoerd. En wellicht zal ook het ping-commando je niet onbekend zijn. Voer je bijvoorbeeld ping www.computertotaal.nl uit, dan hoor je van de webserver met het bijhorende ip-adres viermaal een antwoord te krijgen.

Veel minder bekend is het arp-commando (address resolution protocol). Dat laat je toe een verbinding te maken met een host zonder vooraf het mac-adres van dat apparaat te kennen. Zo’n arp-verzoek wordt namelijk gebroadcast, wat maakt dat elk apparaat in het lokale netwerk dit verzoek ontvangt. Als het goed is zal het apparaat met dat ip-adres reageren door een arp-reply naar de vragende partij te sturen. Een arp-commando kan dus nuttig zijn om op afstand het mac-adres te weten te komen maar ook om te weten of het apparaat actief is, zelfs als dit niet reageert op ping-verzoeken. Doe gerust zelf de test (we gaan ervan uit dat je de firewall van apparaat B zo hebt ingesteld dat echoaanvragen van ping worden geblokkeerd). Voer nu de volgende commando’s als administrator uit:

arp -d * (maak de huidige arp-tabel leeg)

arp -a (bewijs dat de arp-tabel geen ingang heeft voor apparaat B)

ping <ip-adres apparaat B> (geen response: 4x time-outs)

arp -a (bewijs dat apparaat B met mac-adres is toegevoegd en dus actief is).

©PXimport

05 Symlinks

Veel gebruikers zijn niet bekend met zogenoemde symbolische links (kortweg symlinks). Dat zijn een soort geavanceerde snelkoppelingen naar bestanden of mappen, waarbij het erop lijkt dat het effectief om dat bestand of die map gaat in plaats van om een snelkoppeling. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat een of ander programma vereist dat data in <map x> terechtkomen, maar dat jij dat liever in <map y> ziet gebeuren.

Dat regel je als volgt. Ga als administrator naar de opdrachtprompt en over het volgende commando uit: mklink /J <pad_naar_map_y> <pad_naar_map_x> (plaats de paden tussen dubbele, rechte aanhalingstekens als er spaties in voorkomen). Je zult merken: alle data die in <map y> belanden, komen automatisch (ook) in <map x> terecht.

Verwant hiermee is het commando mklink /D, waarmee je in een bepaalde map een of meer links creëert die telkens naar een andere map verwijzen. Alle data uit die mappen, zijn dan in één keer bereikbaar door naar de map met die link(s) te navigeren. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als je voor een project geregeld data moet benaderen die over diverse mappen verspreid zijn. Dat doe je als volgt vanuit een (lege) map: mklink /D financieel <pad_naar_eerste_map>, mklink /D logistiek <pad_naar_tweede_map> enzovoort.

©PXimport

Alternatieven

De standaardconsole voor de ingebouwde opdrachtprompt in Windows is behoorlijk Spartaans. Er zijn gratis alternatieven die meer opties en flexibiliteit bieden, zoals ColorConsole, dat ondersteuning biedt voor onder meer tabbladen, export naar html en rtf, snelle mapomschakelingen vanuit een taakbalk enzovoort. Je kunt ook een compleet nieuwe opdrachtregel-omgeving inzetten. Zo zet Microsoft sinds Windows 7 steeds meer in op PowerShell.  Deze heuse scripting-omgeving is weliswaar veel krachtiger dan de traditionele opdrachtprompt, maar tegelijk ook veel complexer. Je start deze omgeving op door het commando powershell uit te voeren in een opdrachtvenster of je voert het programma PowerShell ISE (Integrated Scripting Environment) uit als je behoefte hebt aan een grafische scriptomgeving. PowerShell is zeer geavanceerd en kan ook nog eens eenvoudig worden uitgebreid met nieuwe functies. Met de tool kun je vrijwel het volledige besturingssysteem onder de motorkap bedienen, zonder dat hier een muis aan te pas komt. Dit kan bijvoorbeeld door maken van scripts. In dit artikel geven we je wat tips over hoe je PowerShell het beste kunt gebruiken. 

©PXimport

Handig hulpmiddeltje:  Chocolatey

Je kunt ook het proces waarin je software op je computer binnenhaalt en installeert automatiseren. Door middel van het tooltje Chocolatey kun je met commando’s in de opdrachtprompt software downloaden, installeren en updaten. Op het moment van schrijven zijn er meer dan 8.000 populaire pakketten beschikbaar voor Chocolatey.

06 Shares

Wil je snel een overzicht van alle gedeelde mappen op je systeem, dan volstaat het commando net share. Om meer informatie over de respectieve shares op te vragen, voer je de opdracht net share <sharenaam> als administrator uit. Je verneemt dan onder meer het maximum aantal gebruikers dat deze share tegelijkertijd mag benaderen, evenals de machtigingen op deze share. Een nieuwe share creëren is uiteraard ook mogelijk. Dat doe je met een opdracht als net share fotos="c:\mediabestanden\mijn fotos". Wil je de share weer verwijderen dan zorgt net share fotos /delete daar wel voor. Een gedeelde netwerkschijf aan een vrije stationsletter koppelen kan ook, met net use x: \\<computernaam>\<sharenaam> <eventuele_wachtwoord> (de computernaam vind je bijvoorbeeld via Windows-toets+Pause). Wil je deze koppeling permanent maken zodat die ook bij een volgende Windows-sessie actief blijft, voeg dan /persistent:yes toe achteraan het commando.

©PXimport

07 Back-ups & kopieën

Standaard-kopieeroperaties voer je wellicht via de Verkenner uit. Dat kan, maar je zoekt hier tevergeefs naar extra functies. Het opdrachtregelcommando robocopy biedt veel meer geavanceerde mogelijkheden, zoals het parameteroverzicht je meteen duidelijk maakt. We beperken ons hier tot een paar eenvoudige voorbeelden.

Met het commando robocopy "c:\mijn documenten" f:\ /MIR zorg je ervoor dat de bronmap (c:\mijn documenten) automatisch naar de doelmap wordt gespiegeld (MIRrored). Let wel, tenzij je het commando door de parameter /XX laat volgen, worden reeds bestaande data in de doelmap verwijderd tijdens deze back-upoperatie. Ook nuttig om weten: de parameter /SEC zorgt ervoor dat de originele machtigingen behouden worden in de doelmap. En met /LOG:<tekstbestand> houd je een logboek van de operatie bij.

Sommige robocopy-opdrachten kunnen door de talrijke parameters behoorlijk complex worden. Gelukkig is er een optie om die opdrachten te bewaren; het volstaat achteraan /SAVE:<jobnaam> toe te voegen. Om diezelfde opdracht naderhand weer uit te voeren tik je dan robocopy /JOB:<jobnaam> in. Handig!

©PXimport

08 In batch

Een groot voordeel van opdrachtregelcommando’s is dat je die eenvoudig in een batchbestand kunt opnemen, zodat die commando’s in regel chronologisch na elkaar worden uitgevoerd zodra je het batchbestand aanroept (bijvoorbeeld vanuit de Windows-taakplanner). Zo’n bestand maak je gewoon aan met Kladblok en geef je de extensie .cmd mee.

Je zou bijvoorbeeld een batchbestand op je bureaublad kunnen plaatsen dat de volgende opdrachtregel bevat: net use x: \\<computernaam>\<sharenaam> /persistent:no [/user:<inlognaam> <wachtwoord>]. Dat maakt dat de netwerkverbinding pas actief wordt zodra je dit batchbestand met een muisklik uitvoert, zodat Windows bij het opstarten geen tijd verliest door te zoeken naar bijvoorbeeld een verbinding met een niet langer aangekoppelde externe schijf.

©PXimport

09 Batch: voorbeelden

In zijn eenvoudigste vorm is een batchbestand dus niets anders dan een chronologische opeenvolging van individuele opdrachtregelcommando’s. Iets als volgt bijvoorbeeld, waarbij de bronmap na de kopieeroperatie wordt leeggemaakt:

cls

xcopy c:\mijndata d:\backups /M/E/H/R/I/Y

del c:\mijndata\*.* /Q

Maar er zijn ook wel complexere constructies mogelijk, zoals in het volgende voorbeeld, waarin je alle bestanden met specifieke extensies van je schijf verwijdert:

@echo off

rem Dit batchbestand wist specifieke bestanden

title Selectieve bestandsverwijdering

echo Bezig met wissen …

for %%t in (tmp bak log) do del c:\*.%%t /s

echo Bestanden gewist!

pause

We hebben hier niet de ruimte om hier grondiger op in te gaan. Wil je je echter verder verdiepen in de mogelijkheden en syntax van batchbestanden: deze tiendelige cursus is een mooi vertrekpunt.

©PXimport

10 Aanmeldingsscript

Het is ook mogelijk een batchbestand (of een ander script) automatisch te laten uitvoeren zodra een specifieke gebruiker zich bij Windows aanmeldt. Dat kan in Windows Professional of hoger door Windows-toets+R in te drukken en vervolgens de opdracht lusrmgr.msc uit te voeren, waarna je de gewenste gebruiker aanklikt en het tabblad Profiel opent. Hier vul je dan de naam van het batchbestand in. Je kunt het echter ook regelen vanuit de opdrachtregel, zelfs in de Home-versies van Windows. Dat gaat via het commando net user <gebruikersnaam> /scriptpath:<naam_van_batchbestand>. Voorwaarde is wel dat je dit batchbestand plaatst in een gedeelde map met de sharenaam ‘netlogon’, waarbij je er ook voor zorgt dat die gebruiker minimaal leesrechten op die map krijgt toegekend.

©PXimport

11 Taakplanner

Een batchbestand als aanmeldingsscript instellen is één manier om het automatisch te laten uitvoeren tijdens de login, maar het kan ook anders: met behulp van de ingebouwde Taakplanner. Die is trouwens veel flexibeler, want je kunt een batchbestand (of een ander script of programma) bijvoorbeeld ook laten uitvoeren tijdens het opstarten, op een specifiek tijdstip, bij het vergrendelen van het systeem enzovoort.

Wij willen bijvoorbeeld elke vrijdagnamiddag een batchbestand laten uitvoeren dat met specifieke opties een schijfopruiming start. In dit batchbestand nemen we dan (onder meer) het commando cleanmgr /sagerun:1 op (althans nadat we cleanmgr /sageset:1 vooraf één keer vanop de opdrachtregel hadden uitgevoerd en daar de gewenste opties hadden ingesteld).

©PXimport

12 Taakplanner: uitvoer

Klik het vergrootglaspictogram aan in de Windows taakbalk en zoek naar taak. Start Taakplanner op en klik in het rechterpaneel op Taak maken (Basistaak maken kan ook, maar geeft je minder opties). Geef je taak een geschikte naam mee en zet desgewenst een vinkje bij Uitvoeren ongeacht of gebruiker wel of niet is aangemeld. Open het tabblad Triggers, druk op de knop Nieuw en kies (bijvoorbeeld) Gepland bij Start deze taak, waarna je het gewenste tijdstip en frequentie instelt (bijvoorbeeld Elke 1 vrijdag, om 16:00). Bevestig met OK en open het tabblad Acties. Klik hier op Nieuw en verwijs via Bladeren naar je batchbestand. Bevestig met OK (2x) en vul desgevraagd je wachtwoord in. Als het goed is vind je nu de taak terug in het linkerpaneel, bij TaskScheduler-bibliotheek. Daar hoef je alvast niet meer aan te denken!

©PXimport

13 Netwerkverbindingen 

Het commando netstat geeft je een overzicht van de actieve verbindingen, inclusief IP-adres en poortnummer van zender en ontvanger. Voer ook eens de opdracht netstat /? uit om een idee te krijgen van de talrijke parameters. Zo geeft netstat -s je een mooi statistisch overzicht per netwerkprotocol (IP, ICMP, TCP en UDP), wat handig kan zijn bij het oplossen van netwerkproblemen. Met netstat -o krijg je ook de PID (process identifier) te zien van de processen. Via Windows Taakbeheer, waar je Beeld / Kolommen selecteren / Proces-id selecteert, kun je dan te weten komen welke toepassingen daarvoor verantwoordelijk zijn.

▼ Volgende artikel
Schrijfbeveiliging van je usb-stick opheffen: zo doe je dat
© ChrisChips - stock.adobe.com
Huis

Schrijfbeveiliging van je usb-stick opheffen: zo doe je dat

Stel: je wilt snel een paar bestanden op een usb-stick zetten, maar de enige flashdrive die je kunt vinden weigert nieuwe bestanden op te nemen. Om een of andere reden staat hij in de alleen-lezen-modus. Hoe los je dit op?

Stap 1: Is er een switch?

Het eerste dat je doet, is controleren of de usb-stick een fysieke schakelaar heeft voor schijfbeveiliging. Het nut van zo'n schakelaartje dat iedereen kan uitzetten, hebben we nooit begrepen. Toch zou nogal stom zijn om allerlei softwarematige kunstgrepen uit te halen als je gewoon de schrijfbeveiliging met een switch aan de zijkant had kunnen uitschakelen.

©Rafa Irusta Machin

Controleer of de usb-stick van het type is met een schakelaartje.

Stap 2: Via Uitvoeren

Als er geen schakelaar is, kun je de schrijfbeveiliging uitzetten via het venster Uitvoeren. Typ in de zoekbalk op de taakbalk de opdracht Uitvoeren of gebruik de toetscombinatie Windows-toets+R. Typ diskpart in het nieuwe venster en druk op Enter. Geef eventueel je toegangscode van Windows op om te bevestigen. Typ nu list disk en druk op Enter.

Zometeen moet je ieder commando bevestigen met een druk op Enter. Hierdoor zie je een lijst van de drives in je pc. De usb-drive zou de laatste in de lijst moeten zijn.

Typ op de volgende regel select disk # (waarbij # het nummer is van de usb-drive). Het volgende commando is attributes disk om de huidige status van de drive te zien. Wanneer je Read-only State : Yes leest, weet je dat de drive zich in de alleen-lezen-status bevindt. Typ nu attr dis clear readonly om de alleen-lezen-status uit te schakelen. Typ attr dis om de nieuwe status van de drive te lezen. Als je Current Read-only State:No ziet, is het gelukt en kun de stick gebruiken.

We schakelen nu de read-only-status uit.

Stap 3: Via het register

Als de vorige stap niet werkt, probeer je het via het register. We gaan ervan uit dat de usb-stick in de pc zit. Druk op Windows-toets+R, typ regedit en klik op OK. Navigeer naar: HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\StorageDevicePolicies. Klik op het pictogram WriteProtect. Stel bij Waardegegevens de waarde in op 0 en klik op OK.

Wanneer er geen StorageDevicePolicies is, kun je deze regel zelf maken. Klik met de rechtermuisknop op Control en selecteer Nieuw en vervolgens Sleutel. Geef de naam StorageDevicePolicies op. Klik met rechts op de witte ruimte aan de rechterkant en selecteer Nieuw en dan DWORD (32-bit) Waarde. Noem het WriteProtect. Open deze en stel de waarde in op 0. Nu zou alles moeten werken.

Stel de waardegegevens van WriteProtect in op 0.

 
Lees ook: Usb-stick werkt niet meer? Zo kun je hem (misschien) nog redden


▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus