ID.nl logo
Total War: Attila
© Reshift Digital
Huis

Total War: Attila

PC REVIEW - Total War-games zijn tegenwoordig een begrip. Al sinds de lancering van Shogun: Total War zijn er trouwe fans en die groep groeit met bijna elke release, al viel Total War: Rome II tegen bij lancering. Sinds diezelfde release uit het jaar 2000 zijn er al acht andere games uitgekomen onder de noemer, waarin tijden als de middeleeuwen, de 'Sengoku'-periode en de tijd van Napoleon bezocht worden. De bekendste titel zal echter zonder twijfel Rome: Total War zijn, met Total War: Rome II als opvolger. Deze lieten de spelers ervaren hoe het voelt om de macht te verkrijgen over &#233&#233n van de sterkste rijken uit de geschiedenis van de mensheid. De nieuwste telg in de serie verandert de opzet echter compleet en met Total War: Attila slaat men bij Creative Assembly een nieuwe weg in.

8/108/10PC REVIEW - Total War-games zijn tegenwoordig een begrip. Al sinds de lancering van Shogun: Total War zijn er trouwe fans en die groep groeit met bijna elke release, al viel Total War: Rome II tegen bij lancering. Sinds diezelfde release uit het jaar 2000 zijn er al acht andere games uitgekomen onder de noemer, waarin tijden als de middeleeuwen, de 'Sengoku'-periode en de tijd van Napoleon bezocht worden. De bekendste titel zal echter zonder twijfel Rome: Total War zijn, met Total War: Rome II als opvolger. Deze lieten de spelers ervaren hoe het voelt om de macht te verkrijgen over één van de sterkste rijken uit de geschiedenis van de mensheid. De nieuwste telg in de serie verandert de opzet echter compleet en met Total War: Attila slaat men bij Creative Assembly een nieuwe weg in.

Veranderingen alom

Total War: Attila gaat, zoals de naam doet vermoeden, over de Hunnen. De Romeinse rijken, al opgesplitst en wel, zijn niet meer wat ze geweest zijn. Jaren en jaren van corruptie en onderlinge strijd zorgen ervoor dat ruzie afleidt van buitenlandse zaken en hoewel de strijdmacht van de Romeinen rond de tijd van de Hunnen op zijn sterkst was, was het rijk zo verspreid dat er nooit genoeg legers konden zijn. Het Romeinse rijk, ooit gezien als een onoverwinnelijke vijand, wordt overspoeld door barbaarse volken. Natuurlijk trek je niet zomaar op tegen het sterkste rijk, maar met de woeste Hunnen die in de nek hijgen is het de juiste keus om te vluchten. Dit is de setting van Total War: Attila chaos alom.

De campagnes laten dit verschil ook meteen zien. Niet langer begin je met één of meerdere steden en breid je vanuit daar uit, er is dit keer veel verschil per volk. De Hunnen leven van chaos. Plunder een stad, brand hem plat en je troepen zullen zich sneller hergroeperen. Verklaar oorlog aan andere volkeren en je troepen worden loyaler. Het is duidelijk dat deze Aziaten niet houden van rust. Om te zorgen voor je mensen zijn er niet eens steden, omdat Hunnen nomaden waren. Dit laat zich vertalen naar tenten. Een hoop tenten. Je legers bewegen zich voort, maar om nieuwe troepen te maken moet je stil staan, kamp opzetten. Zo kun je geld verdienen, maar niet vechten.

Romeinen in problemen

De Romeinen waren altijd het voorbeeld bij uitstek van een sterk leger, maar niet langer. De campagnes van beide helften, oost en west, zijn apart te spelen. Ook voelen ze beide anders aan dan ze eerder deden. In plaats van verovering na verovering is het zaak je provincies te beschermen, vast te houden aan wat belangrijk is en de rest te laten gaan. In plaats van het op te bouwen, begin je met een rijk en mag je vanaf dat begin zorgen dat je het niet compleet kwijtraakt aan de vloedgolf van barbaren die jouw kant opgejaagd worden. Lukt het je om met een aardig leger door die lading heen te slaan, dan wacht je uiteraard een leuke verrassing in de vorm van de Hunnen.

Zoals we onderhand gewend zijn speelt dit alles zich af op een grote kaart van Europa, Noord Afrika en klein-Azië. Hier voer je de meeste taken uit. Bouw legers, neem deel aan diplomatiek op wereldniveau en drijf handel met 'vrienden'. Wanneer er een botsing tussen legers is, bepaal je of je het door de computer laat regelen of zelf bijspringt.

Wie echter niet zelf de regie in handen neemt, doet zichzelf tekort. Zoals altijd is het een groot plezier om generaal te spelen over je legers. Uitgezoomd zie je je formaties over het veld marcheren, van dichtbij hoor je ze ook. Zelfs op deze schaal komt er zeker tactiek bij kijken, want als je zomaar al je legers op de tegenstanders legers gooit, weet je zeker dat er niks van overblijft.

Moeilijker dan ooit

Ook dat is meer waar dan ooit, aangezien de AI een boost in intelligentie heeft gehad die zelfs de easy-modus in een uitdaging verandert. Omdat veel van de volkeren nomaden zijn, kan het zomaar zijn dat je constant op de vlucht bent als je in het vizier bent gekomen van een grootmacht. Dit zorgt ervoor dat je uiteindelijk echt moet gaan handelen als de barbaren die je speelt: rondtrekken en afmaken die hap, om weer verder te trekken. Juist wanneer je in de schoenen stapt van de voormalige titelhouders wordt het nog lastiger, omdat alles en iedereen je steden en provincies van je af wil pakken.

Een van de problemen met Total War: Rome II was dat de framerate in het, toch enigszins minder zware, wereldoverzicht zeer sterk naar beneden zakte. Nu is Total War: Attila op een vernieuwde versie van dezelfde engine gebouwd en in de gevechten valt dit te merken. Het spel loopt soepel en laat de vele soldaten echt tot hun recht komen. In datzelfde wereldoverzicht is het probleem echter nog steeds aanwezig en zul je flinke wachttijden ervaren. Vooral wanneer de Romeinen hun beurt aan het gebruiken zijn, wil de game nog weleens onder de tien frames per seconde zakken, wat zorgt voor frustraties. Ben je daarentegen zelf aan de beurt, dan gaat alles vlot, zoals het hoort.

[video poster=http://movies2.gamersnet.nl//movies/2014/total_war_atilla/total_war_attila_the_viking_forefathers_culture_pack_trailer_hd1080p.jpg controls]http://movies2.gamersnet.nl//movies/2014/total_war_atilla/total_war_attila_the_viking_forefathers_culture_pack_trailer_hd1080p.mp4[/video]

Ook zijn de historische gevechten en de aanpasbare gevechten weer van de partij. Mensen die alleen de RTS-gevechten willen ervaren of bepaalde historische gevechten na willen spelen, kunnen zich hier helemaal uitleven. Geen lange voorbereidingen, geen grote map om steden te veroveren, gewoon vechten. Kies je troepen en gaan. Leuk om te oefenen tegen de AI voor de campagnemodus en net zo moeilijk als voorgenoemde modus. De AI blijft over het algemeen staan in de beginstand, om pas wanneer jij naar voren komt te reageren. Als er een manier is om dit aan te passen, dan heb ik deze niet gevonden. Toch is ook deze modus zeker een fijne manier van spelen.

Conclusie

Total War: Attila is een goede toevoeging aan de serie. De veranderingen in de campagne zorgen voor een frisse sfeer zoals we die al een tijd niet meer gezien hebben binnen de serie en het tijdstip past er zeer goed bij. Het blijft leuk om jouw kleine mannetjes op de andere kleine mannetjes af te sturen, te zien hoe barbaren inrennen op legioenen Romeinen en zelf een gat te slaan in een muur om van daaruit binnen te stromen in een vijandelijke stad totdat je legers elke tegenstand hebben afgeslacht.

Hoewel de verschillen tussen volkeren enkel groot zijn wanneer gekeken wordt naar grotere groepen, zullen deze ongetwijfeld uitgebreid worden middels DLC, wat een betwijfelbare keuze is, maar toch gaat zorgen voor een vergrote variatie die anders misschien niet mogelijk was geweest. Hoewel de Total War-serie tegenwoordig ook multiplayer-modi heeft, waren deze niet uit te testen in de review-versie van de game, waardoor deze niet meegenomen zijn in de review. Desalniettemin heb ik er, vanwege eerdergenoemde redenen en het feit dat de Total War-community een goede naam heeft op het gebied van mods, alle vertrouwen in heb dat Attila de Hun je zoet gaat houden tot de volgende legers weer op zijn deur staan te bonken.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.