ID.nl logo
Snuffelen bedrijven straks door je banksaldo?
© Reshift Digital
Huis

Snuffelen bedrijven straks door je banksaldo?

Mag Google snuffelen in je bankafschriften? Die vraag lijkt absurd, maar vanaf volgend jaar gelden er nieuwe regels. Banken zijn dan verplicht derde partijen toegang te geven. Dat werpt de vraag op wie er bij je gegevens mogen komen.

Het zegt je misschien nog weinig, maar de gemiddelde bankier krijgt klamme handjes van de afkorting PSD2. Toegegeven, een wat saaie afkorting ... maar de Europese invoering van de ‘Payment Service Directive’ kan grote gevolgen hebben. Niet alleen voor banken, ook de consument zal er veel van merken.

Bankgegevens delen

Wat gaat er veranderen? Banken zijn vanaf volgend jaar verplicht om informatie over je transacties te delen met derde partijen, mits je daar toestemming voor hebt gegeven. Consumenten kunnen toestemming geven voor eenmalig of continu gebruik. Financiële instellingen zijn verplicht om de informatie kosteloos beschikbaar te stellen aan derden. De invoering van de nieuwe regels is vertraagd, maar verwacht wordt dat ze in januari 2019 alsnog van kracht worden (de Nederlandse Bank kon desgevraagd geen exacte datum geven).

De invoering van PSD2 kan grote gevolgen hebben. Het maakt allerlei nieuwe diensten mogelijk, bijvoorbeeld websites die financiële informatie bundelen. Door in te loggen op zo’n site, ziet de consument in één oogopslag hoe hij er financieel voor staat. De websites kunnen zelfs de financiële handel en wandel van consumenten analyseren en adviezen geven. Stel dat iemand ruimte heeft om te sparen? Met een druk op de knop krijgt hij een voorstel van de bank met de hoogste rente.

Kritiek

Er is veel kritiek op de plannen. Privacy-activisten verwijzen naar de dagelijkse praktijk van Facebook waar het mogelijk is om diensten te koppelen. Verbind een sport-app zoals Runkeeper met het sociale netwerk en je vrienden krijgen te horen hoe snel je laatste rondje was. Maar die informatie wordt ook gedeeld met commerciële partijen. Bij het maken van een koppeling is vaak niet duidelijk welke gegevens er precies worden gedeeld en met wie. Bovendien vergeten veel mensen na verloop van tijd dat zo’n koppeling bestaat, terwijl die wel actief blijft.

©CIDimport

“Ook bij PSD2 is er het risico dat consumenten niet goed weten wat er met de informatie gebeurt,” zegt directeur Jaap-Henk Hoepman van het Privacy & Identity Lab. Dat websites eerst een vergunning moeten hebben voordat ze een koppeling mogen maken, met banken stelt Hoepman niet gerust. “Zo’n vergunning mag in ieder Europees land zijn afgegeven. Het land dat de vergunning verleent, is verantwoordelijk voor de handhaving. Niet iedere Europese lidstaat zal even strikt zijn bij de controle.”

PSD2 is een Europees initiatief. “Het doel is om concurrentie te bevorderen”, legt Erik Driessen van The Moneyer uit. Zijn bedrijf ontwikkelt een digitaal kasboekje. Precies het soort diensten waar Europa op uit is, want volgens de Europese Commissie zijn banken op dit moment niet innovatief genoeg. De nieuwe regels moeten zogeheten fintech-bedrijven ertoe aansporen om vernieuwende diensten te ontwikkelen. Hoewel de nieuwe regels nog niet zijn ingevoerd, toont The Moneyer nu al informatie over bankrekeningen, creditcards, PayPal en pensioen. Driessen: “Als PSD2 er is, wordt het allemaal een stuk makkelijker.”

Meerdere financiële dashboards 

The Moneyer is niet het enige bedrijf dat een digitaal kasboekje ontwikkelt voor consumenten. Ook Cashflow Online en AFAS Personal zijn voorbeelden. Ze tonen actuele saldo’s van je bankrekeningen en brengen automatisch in kaart waar je geld heen gaat.

Bij sommige aanbieders kun je zelfs je uitgaven vergelijken met andere gebruikers. Zo weet je snel of je meer dan gemiddeld geld uitgeeft aan bijvoorbeeld vakantie, energie of boodschappen. Overigens heeft The Moneyer niet alleen een site gericht op consumenten. Het bedrijf ontwikkelt ook vergelijkbare diensten in opdracht van banken en andere financiële instellingen.

©CIDimport

Omslachtig

Het enthousiasme van Driessen over de nieuwe bankregels is begrijpelijk. De dienst moet nu op omslachtige wijze banktransacties importeren. “Wij vragen klanten een speciale browserplug-in te installeren, waarna ze bij de bank kunnen inloggen om de gegevens over te hevelen. Om de informatie actueel te houden, moet iemand regelmatig inloggen bij de bank”, vertelt Driessen. “Met PSD2 volstaat een eenmalige koppeling, waarna de informatie automatisch actueel blijft.”

Zo’n online dashboard klinkt leuk, maar het blijft de vraag wat er allemaal met de financiële gegevens zal gebeuren. Bescherming van de privacy is een gevoelig punt. Dat bleek enkele jaren geleden toen ING gerichte aanbiedingen wilde doen op basis van het bestedingspatroon van klanten. De negatieve reacties stroomden binnen. De PR-afdeling draaide overuren om reputatieschade te beperken. Er kwam een excuusbrief en van het plan is nooit meer wat vernomen.

Ook betalingsverwerker Equens kwam onder vuur te liggen toen het gegevens over pinbetalingen wilde doorverkopen. Winkeliers zouden kunnen analyseren waar klanten hun inkopen doen en welke bedragen zij bij concurrenten uitgeven. De publieke verontwaardiging was groot. Ook dit plan werd snel ingetrokken.

Facebook en Google

Al kwamen ING en Equens er in het verleden niet mee weg, toch is de verwachting dat het commercieel uitventen van betaalgegevens er wel aan zit te komen. “Grote Amerikaanse bedrijven hebben interesse in deze markt”, zegt Bart den Hollander van het online huishoudboekje CashFlow Online.

Hij benadrukt dat zijn bedrijf geen plannen heeft in die richting, maar andere bedrijven zullen hun diensten wel gratis willen aanbieden in ruil voor klantgegevens. Om aan te geven hoe verleidelijk het is om data te delen, geeft hij een voorbeeld: “Een hypotheekverstrekker kan toegang vragen tot financiële gegevens. Als daaruit blijkt dat de klant zijn financiën op orde heeft, kan zo’n instelling korting geven op de hypotheekrente.”

©CIDimport

Er wordt veel gespeculeerd over welke bedrijven zich op deze markt zullen storten. Voor de hand liggende namen zijn Facebook en Google. Financiële informatie kan voor hen een interessante aanvulling zijn op gegevens die ze toch al hebben over talloze consumenten. Maar Driessen heeft zijn twijfels. “Er gelden zeer strenge regels die bovendien vaak per land verschillend zijn. Het is de vraag of ze daar zin in hebben.”

Andere bedrijven zijn al wel druk met de voorbereidingen. Driessen: “Iedereen in de financiële sector is ermee bezig. De gevolgen van PSD2 zijn moeilijk in te schatten. Tot nu toe waren banken verantwoordelijk voor de hele keten: ze ontwikkelden het product en gaven toegang. PSD2 zorgt voor een fundamentele wijziging.

De financiële dienstverlening verandert in een platformindustrie. Dat is eerder gebeurd bij muziek en video, waar Spotify en Netflix de rol van distributeur op zich hebben genomen. Ik verwacht dat er in Europa op termijn een stuk of vijf bedrijven zullen overblijven die met hun platform zorgen voor toegang tot alle financiële diensten. Daardoor schuift de rol van banken wat meer naar de achtergrond.”

Toezicht

Om de gevolgen van PSD2 in goede banen te leiden, is een aantal instanties verantwoordelijk voor het toezicht. De Nederlandsche Bank (DNB) verleent vergunningen en is de voornaamste toezichthouder op betaaldienstverleners. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en Autoriteit Consument en Markt (ACM) houden als respectievelijk privacy- en mededingingstoezichthouder toezicht. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) let met name op de informatieverstrekking. Desgevraagd wijst de AFM op risico’s die samenhangen met het verzamelen van transactiegegevens. 

“Het kan voor consumenten onduidelijk zijn waarvoor opgevraagde gegevens worden gebruikt”, zegt woordvoerder Michiel Gosens. “Ook mogen diensten geen misbruik maken van de toestemming die ze hebben voor het inzien van betaalgegevens”, vervolgt hij. Gosens wijst erop dat diensten zelf kunnen kiezen in welk land ze een vergunning aanvragen.

“Het wordt een uitdaging voor toezichthouders om ervoor te zorgen dat alle lidstaten op dezelfde wijze toezicht houden. Het mag bijvoorbeeld niet in de ene lidstaat gemakkelijker zijn om een vergunning te krijgen dan in de andere. Anders is er het risico dat kwalitatief minder goede spelers de lidstaat kiezen die het minst streng is bij het verlenen van vergunningen. Het kan ook gebeuren dat lidstaten terughoudend zijn in het aanpakken van fintech-spelers omdat ze zich willen profileren als centrum van innovatie in Europa.

Tekst: Dirkjan van Ittersum

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.